Ipma C 7.02 Betrokkenheid & Motiviatie (Ncb 2.02)

Front 1

Waar gaat het om in het hoofdstuk 7.02 Betrokkenheid en motivatie?

Back 1

Om het herkennen van motivatiebronnen en de balans tussen binnen- en buitenwereld.

Front 2

Hoe kan de PM de balans tussen binnen- en buitenwereld verdiepen?

Back 2

Door middel van het concretiseren van wensen en het afstemmen van die wensen op de omgeving.

Front 3

Kerncompetentie Betrokkenheid:

Back 3

Een sterk innerlijk gevoel van verbondenheid met de omgeving, waardoor motivatie ontstaat.

Front 4

Kerncompetentie Motivatie:

Back 4

De innerlijke wens en wil gedisciplineerd te werken aan concrete resultaten die voor zowel de omgeving als de voor de persoon zelf zingevend en betekenisvol zijn.

Front 5

Wat is de kern van de rol van de PM?

Back 5

De wens resultaten te realiseren die voor de omgeving van betekenis zijn.

Front 6

Waar komen de wensen om iets van betekenis te creeren of ergens bewust aandacht aan te geven uit voort?

Back 6

Uit verwerking van waarnemingen uit de omgeving.

Front 7

Wat is het gevolg van waarnemingen die op een of andere manier de innerlijke wenswereld raken?

Back 7

De motivatie om van betekenis te zijn groeit.

Front 8

Omschrijf de zes concentrische cirkels van binnen naar buiten?

Back 8

- kern van aandacht
- persoonlijkheid
- waarden
- overtuigingen
- vaardigheden
- gedrag
- beroepsomgeving

Front 9

Wat is belangrijk om betrokkenheid en motivatie te stimuleren?

Back 9

Bewust te werken aan het creeren van positief opbouwende ofwel creatieve spanning.

Front 10

Hoe ontstaat de creatieve spanning?

Back 10

Door aandacht geven aan het concretiseren van uitvoerbare wensen. Wensen die ervoor zorgen dat negatieve gevoelens omkeren naar gevoelens die de betrokkenheid en motivatie versterken.

Front 11

Voor de omkering van negatieve gevoelens naar positieve creatiespanning kan aandacht worden gegeven aan de volgende aspecten:

Back 11

- helder waarnemen
- doordenken, doorvoelen, doorleven; eigen maken)
- realiseren

Front 12

omschrijf het heldere waarnemen

Back 12

Bewust en inzichtelijk maken voor mezelf en voor de teams waarin ik werk van wat er zichtbaar, hoorbaar, voelbaar om me heen gebeurt en dit benoemen.

Front 13

omschrijf het eigen maken

Back 13

Maak bewust hoe dit gebeuren (van het heldere waarnemen) in de gevoelswereld, gedachtewereld(en) en het gedrag doorwerkt en appeleert aan onderliggende wensen.

Front 14

omschrijf het realiseren

Back 14

Maak bewust en concreet wat dit inzicht (heldere waarnemen en het me eigen maken) betekent voor een creatief, opbouwend en doelgericht handelen, gebaseerd op positief opbouwende wensen.

Front 15

Benoem de zes checkvragen met betrekking tot de wensen van mezelf(offman)

Back 15

- reactiviteit
- bijdrage
- inbedding
- voorwaardelijkheid
- actieverantwoordelijkheid
- consequenties

Front 16

Noem drie algemene motivatiemodellen:

Back 16

- piramide van Maslow
- motivatie- en hygienefactoren van Herzberg
- X en Y theorie van McGregor

Front 17

Waar is de pyramide van Maslow op gebaseerd?

Back 17

Op het uitgangspunt dat de mens in zijn motivatie een zekere gelaagheid vertoond.

Front 18

Noem de twee algemene behoeften?

Back 18

- primaire behoefte (basisniveau)
- secundaire behoefte

Front 19

Wat zijn de primaire behoeften bij Maslow:

Back 19

- eten, drinken
- veiligheid

Front 20

Wat zijn de secundaire behoeften bij Maslow:

Back 20

- sociale contacten
- achting, erkenning
- zelfactualisatie

Front 21

Wat stelt McGregor m.b.t. de wijze van leidinggeven?

Back 21

Dat deze afhangt van de mensvisie van de manager.

Front 22

Welke twee fundamenteel verschillende mensvisies onderscheidt McGregor?

Back 22

- X-manager
- Y-manager

Front 23

X-theorie van McGregor?

Back 23

De manager gaat ervan uit dat de medewerkers van nature de kantjes er vanaf willen lopen.

Front 24

Y-theorie van McGregor?

Back 24

De manager gaat ervan uit dat de medewerkers van nature de handen uit de mouwen willen steken en initiatieven willen nemen.

Front 25

Waarin maakt Herzberg onderscheid

Back 25

- intrinsiek motiverende factoren die het plezier kunnen vergroten
- hygienefactoren, die niet direct de arbeidstevredenheid verhogen, maar wel helpen onvrede te voorkomen.

Front 26

Satisfiers (in theorie Herzberg)

Back 26

Indien deze factoren aanwezig zijn roepen deze voldoening op en motiveren ze de medewerkers. Bij afwezigheid treedt er niet meteen ongenoegen op.

Front 27

Noem voorbeelden van satisfiers

Back 27

- de resulaten die men met het project kan bereiken
- erkenning en waardering
- zinvolheid van het werk
- verantwoordelijkheid
- groeimogelijkheden

Front 28

Dissatisfiers

Back 28

Bij afwezigheid roepen deze ongenoegenop, maar zullen bij aanwezigheid niet extra motiveren.

Front 29

Noem voorbeelden van dissatisfiers?

Back 29

- slechte werkomstandigheden
- te laag salaris
- slecht ingerichte werkplek

Front 30

Noem enkele motivatiefactoren die de innerlijke betrokkenheid en verbinding van de PM met de omgeving positief versterken:

Back 30

- Kennis
- Ervaring
- Externe omstandigheden
- Houdingskenmerken