• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/36

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

36 Cards in this Set

  • Front
  • Back


7.2.3 Het Wernicke-Lichtheim-Geschwind-model van taalfungeren



De herformulering door Geschwind van het lokalisatorisch model van Wernicke en Lichtheim verenigde de holistische en lokalisatorische opvattingen in een meer gematigd model van taalfungeren.



Het model steunt op de aanneming dat de neuronale basis van spraak en taal de volgende hersenstructuren omvat :


-de zone van Broca,


-de zone van Wernicke,


-de fasciculus arcuatus (die de zone van Broca met die van Wernicke verbindt),


-de precentrale (motorische) en postcentrale (sensibele) aangezichtsareas,


-de gyrus angalaris, en


-de auditieve en visuele cortices



(Figuur 7.7.).

Figuur 7.7.



Schematisch overzicht van het Wernicke-Lichtheim-Geschwind-model van taalfungeren.



Het model veronderstelt dat de Complexe articulatieprogramma's, die noodzakelijk zijn voor de productie van spraak, gelegen zIJn

in de zone van Broca.

De zone van Wernicke bevat

het mechanisme voor de transformatie van auditieve informatie in betekenisvolle gehelen of woorden.



De fasciculus arcuatus verbindt deze beide taalzones.

De fasciculus arcuatus verbindt deze beide taalzones.



De motorische en sensibele aangezichts­ areas sturen de bewegingen van

het aangezicht,


de tong,


pharynx en larynx (het stemap­paraat).



De gyrus angularis combineert de visueel en auditief sensibele informatie tot visuele patronen van letters en woorden en is in staat een visuele stimulus in de juiste auditieve vorm om te zetten.

De gyrus angularis combineert de visueel en auditief sensibele informatie tot

visuele patronen van letters en woorden en is in staat een visuele stimulus in de juiste auditieve vorm om te zetten.

Figuur 7.7.



Schematisch overzicht van het Wernicke-Lichtheim-Geschwind-model van taalfungeren

Wanneer een woord auditief wordt waargenomen, wordt de output van de primaire auditieve cortex (gyrus van Heschl) ontvangen in

de zone van Wernicke.



Als dit woord uitgesproken moet worden, wordt het patroon van de zone van Wernicke via de fasciculus arcuatus naar de zone van…. doorgezonden waar...

Broca doorgezonden waar de articulatorische vorm van het woord wordt opgewekt en doorgegeven aan de motorische aangezichtsarea, die de bewegingen van de noodzakelijke spieren zal sturen.

Wanneer een woord gespeld moet worden, zal het auditieve patroon doorgegeven worden aan de

gyrus angularis waar het een visueel patroon opwekt.



Wanneer een woord wordt gelezen, zal de output van de primaire visuele areas overgebracht worden naar de gyrus angularis, die het correspon­ derende auditieve woordpatroon in de zone van Wemicke zal opwekken. Het dient opgemerkt dat volgens dit model het begrip van een geschreven woord het opwekken van het auditieve woordpatroon in de zone van Wemicke impliceert.

Wanneer een woord wordt gelezen, zal de output van de primaire visuele areas overgebracht worden naar de gyrus angularis, die

het correspon­derende auditieve woordpatroon in de zone van Wemicke zal opwekken.



Het dient opgemerkt dat volgens dit model het begrip van een geschreven woord het opwekken van het auditieve woordpatroon in de zone van Wemicke impliceert.

Een beschadiging van de zone van Wernicke leidt derhalve tot moeilijkheden in

het begrip van zowel gesproken als geschreven taal. De patiënt ervaart bovendien moeilijk­ heden bij het correct spreken, herhalen en schrijven.



Het feit dat in deze gevallen de taaluitingen zowel vloeiend (fluent) als goed gearticuleerd zijn, suggereert dat de intacte zone van Broca

onvolledige informatie ontvangt.



Wanneer de schade zich in de zone van Broca situeert, is het articulatorische aspect van de taal geschonden. De spraak is traag en moeizaam, maar het taalbegrip is intact.

Beschadiging van de fasciculus arcuatus zou volgens dit model noch het taalbegrip noch de taalproductie mogen treffen, maar zou het de patiënt moeilijk maken om

spraakpatronen te herhalen wegens de disconnectie tussen de auditieve herkenning en de spraakproductie.



Zowel lezen (lexie) als schrijven (grafie) vergt volgens dit model de integriteit van de gyrus angularis als een brug tussen de visuele en de auditieve regio's.



Om betekenis te verwerven moet de visuele input in deze regio vertaald worden in een auditieve vorm. Vóór een woord geschreven kan worden, moet de auditieve input vertaald worden in een visuele vorm. Personen met laesies van de gyrus angularis zijn volgens dit model niet in staat tot lezen of schrijven. Hoewel hun taalbegrip en taalproductie intact zijn, kun nen zij een luidop gespeld woord niet herkennen noch zelf een woord luidop spellen.

Om betekenis te verwerven moet de visuele input in deze regio vertaald worden in een auditieve vorm.



Vóór een woord geschreven kan worden, moet de auditieve input vertaald worden in een

visuele vorm.



Personen met laesies van de gyrus angularis zijn volgens dit model niet in staat tot lezen of schrijven. Hoewel hun taalbegrip en taalproductie intact zijn, kunnen zij een luidop gespeld woord niet herkennen noch zelf een woord luidop spellen.

Personen met laesies van de gyrus angularis zijn volgens dit model niet in staat tot

lezen of schrijven.



Hoewel hun taalbegrip en taalproductie intact zijn, kunnen zij een luidop gespeld woord niet herkennen noch zelf een woord luidop spellen.

Hoewel het Wernicke-Lichtheim-Geschwind-model een aanvaardbaar theoretisch verslag brengt van het complexe spraak- en taalfungeren en een klinisch bruikbaar model van de taalfunctie levert (zie verder), blijft er een aantal tegenstrijdigheden bestaan.



-Ten eerste wordt de spraak niet altijd onderbroken bij de elektrische stimulatie van de linkshernis­ferische taalzones. Wanneer dit wel gebeurt, blijken de onderbrekingen van dezelfde aard te zijn bij stimulatie van de posterieure of anterieure taalzones.



-Ten tweede verleent de studie van hersenbeschadigde patiënten geen steun voor een duidelijk onderscheid tussen taalbegrips- en taalproductiestoornissen omdat afatische patiënten met natuurlijke laesies (die zich in tegenstelling tot neurochirurgisch aangebrachte laesies zelden tot één speci­fieke regio beperken) zowel expressieve als receptieve taalstoornissen vertonen.



-Ten derde gaat het model niet dieper in op de rechtshemisferische, supplementair motorische en subcorticale aspecten van taal terwijl aan deze regio's een belangrijke, hoewel nog onvoldoende begrepen rol wordt toegekend.

Tegenstrijdigheden:



-Ten eerste wordt de spraak niet altijd ….


-Ten tweede verleent de studie van hersenbeschadigde patiënten geen steun voor een duidelijk onderscheid tussen …...


-Ten derde gaat het model niet dieper in op de …...

-Ten eerste wordt de spraak niet altijd onderbroken bij de elektrische stimulatie van de linkshernis­ferische taalzones. Wanneer dit wel gebeurt, blijken de onderbrekingen van dezelfde aard te zijn bij stimulatie van de posterieure of anterieure taalzones.



-Ten tweede verleent de studie van hersenbeschadigde patiënten geen steun voor een duidelijk onderscheid tussen taalbegrips- en taalproductiestoornissen omdat afatische patiënten met natuurlijke laesies (die zich in tegenstelling tot neurochirurgisch aangebrachte laesies zelden tot één speci­fieke regio beperken) zowel expressieve als receptieve taalstoornissen vertonen.



-Ten derde gaat het model niet dieper in op de rechtshemisferische, supplementair motorische en subcorticale aspecten van taal terwijl aan deze regio's een belangrijke, hoewel nog onvoldoende begrepen rol wordt toegekend.

-Ten eerste wordt de spraak niet altijd onderbroken bij

de elektrische stimulatie van de linkshernis­ferische taalzones. Wanneer dit wel gebeurt, blijken de onderbrekingen van dezelfde aard te zijn bij stimulatie van de posterieure of anterieure taalzones.



-Ten tweede verleent de studie van hersenbeschadigde patiënten geen steun voor een duidelijk onderscheid tussen taalbegrips- en taalproductiestoornissen omdat

afatische patiënten met natuurlijke laesies (die zich in tegenstelling tot neurochirurgisch aangebrachte laesies zelden tot één speci­fieke regio beperken) zowel expressieve als receptieve taalstoornissen vertonen.



-Ten derde gaat het model niet dieper in op de

rechtshemisferische, supplementair motorische en subcorticale aspecten van taal terwijl aan deze regio's een belangrijke, hoewel nog onvoldoende begrepen rol wordt toegekend.

7.2.3.1 De rol van de supplementaire motorische area



Naast de klassieke areas van Broca en Wemicke werd een derde corticale area beschreven die betrokken is bij de spraak- en taalfuncties. Het is een kleine zone gelegen aan de mediale oppervlakte van de taaldominante frontale lob (in de fissura longitudinalis) onmiddellijk voor de 'voet' area van de primaire motorische strook.



Deze area wordt de ….genoemd.


secundaire spraakarea of de supplementaire motorische area genoemd.



Beschadiging van deze area leidt tot tijdelijke afatische stoornissen en moeilijkheden bij de productie van snelle, afwi selende bewegi ngen zoals voor de orale regio tijdens de spraak. Onderzoek met normale personen toont een stijging van de regionale bloedvoor­ ziening (rCBF) in de primaire sensorimotori sche en premotorische cortices alsook in de supplementaire motorische area tijdens het uitspreken van aangeboden woorden (Peter­ sen et al" 1988). Het dient evenwel te worden opgemerkt dat er gevallen beschreven zijn waarbij de hele supplementaire motorische area werd verwijderd zonder dat er een permanente spraakstoornis optrad.

Beschadiging van deze area leidt tot

tijdelijke afatische stoornissen en moeilijkheden bij de productie van snelle, afwisselende bewegingen zoals voor de orale regio tijdens de spraak.



Onderzoek met normale personen toont een stijging van de regionale bloedvoor­ziening (rCBF) in de primaire sensorimotori sche en premotorische cortices alsook in de supplementaire motorische area tijdens het uitspreken van aangeboden woorden (Peter­ sen et al" 1988).



Het dient evenwel te worden opgemerkt dat er gevallen beschreven zijn waarbij de hele supplementaire motorische area werd verwijderd zonder dat er een permanente spraakstoornis optrad.


7.2.3.2 De rol van subcorticale structuren



Hoewel het belang van subcorticale structuren voor de taalfunctie reeds lang werd vermoed, is er slechts recent meer duidelijkheid gekomen rond de betekenis van


de basale ganglia en de posterieure thalamus voor de taal.



Penfield en Roberts (1959) stelden reeds dat de pulvinaire thalamische kernen verantwoordelijk ku nnen worden geacht voor de coördinatie van de corticale taalzone .



Elektrische stimulatie van de linker ventrolaterale en pulvinaire kernen van de thalamus door onder meer Ojeman et al. (1979) en Cooper et al. (1973) resulteerden in

spraakstilstand , benoemingsmoeilijkheden, perseveraties en een vertraagde spraaksnelheid.



Chirurgische laesies van deze structuren worden geasso­cieerd met postoperatieve voorbijgaande afatische stoornissen zoals vertraagde verbale responstijden , vermindering van temvolume (hypofonie), veranderingen in spreeksnel­ heid, het optreden van een slordige of aarzelende spraak en een verminderde prestatie op tests voor verbale intelligentie en geheugen.



De juiste rol van deze structuren blijft echter nog onduidelijk.


7.2.3.3 De rol van de rechterhemisfeer



Vermits bij ongeveer 96% van de mensen de taaldominante hemisfeer de linkerhemisfeer is, komt klassieke afasie na rechtshemisferische letsels zelden voor.



In deze uitzonderlijke gevallen spreekt men van


gekruiste afasie (crossed aphasia).



Nochtans zijn er bij mensen met de gebruikelijke linkshemisferische taaldominantie argumenten om aan te nemen dat ook de rechterhemisfeer over bepaalde taalvaardigheden beschikt.



Studies met 'split­ brainpatiënten ' (dit zijn patiënten bij wie het corpuscallosum geheel of gedeeltelijk werd doorgesneden) hebben aangetoond dat de rechterhernisfeer vrijwel

geen taalproductieve capaciteiten heeft, maar wel over een verrassend goed taalbegrip beschikt.



De rechterhe­misfeer is in staat om woorden te begrijpen (semantische verwerking) maar toont vrijwel géen begrip voor grammaticale regelgeving (syntactische verwerking) (Zaidel, 1985).



Ander bewijs voor een rechtshernisferische taalbetrokkenheid komt van patiënten na de chirurgische verwijdering van een hemisfeer (hemisferectomie).

Linker hemisferectomie



Linker hemisferectomie bij de rechtshandige volwassene leidt steeds tot

ernstige taal en spraakstoornissen, hoewel het taalbegrip vaak verrassend goed gespaard blijft.



De leesvaardigheid is beperkt, de schrijfvaardigheid meestal afwezig.


Hoewel rechter orbitofrontale laesies klassiek geassocieerd worden met een verminderde woordvloeiendheid, blijven de effecten van rechtshemisferische laesies op de elementaire taalfuncties eerder gering en beïnvloeden ze de verbale communicatie nauwelijks.



Het effect van rechtshemisferische laesies doet zich vooral op een hoger niveau gevoelen, namelijk wanneer

wanneer de integratie en organisatie van informatie noodza­kelijk is.



Het gaat hierbij vooral om subtiele 'hogere' taal toornissen zoals veranderingen in het taalgebruik (vocabularium), moeilijkheden met complexe uitdrukkingen met een ongewone syntactische constructie, en een bemoeilijkt begrip van metaforen en spreek­ woorden.

Meer recent wordt rechtshemisferische schade in verband gebracht met stoornissen in de extralinguïstische aspecten van de communicatie :



p


p


e

-de pragmatische,


-de prosodische en


-de emotionele taaluiting (Myers, 1986).



Affectief-prosodische stoornissen verwijzen naar

het begrip en de expressie van emotie door middel van gelaatsuitdrukking, lichaamstaal en prosodische kenmerken van de verbale taal (intonatie, volume, snelheid en ritme).



Sommige patiënten met rechtshemisferische letsels vertonen een monotone en emotio­neel vlakke spraak. Volledige aprosodie wordt geassocieerd met beschadiging van de rechter onderste frontaalwinding (het rechtshemisferische analoog van de zone van Broca).



Sommige patiënten hebben ook moeilijkheden om een emotioneel geladen boodschap te begrijpen. Deze stoornis en worden geassocieerd met laesies in de rechter posterieure temporopariëtale regio.



Pragmatische aspecten van taal verwij­zen naar het gebruik van de taal in

een situationele en sociale context.



Patiënten met rechtshemisferische laesies hebben vaker moeilijkheden met het aanvoelen van de context en de toon van het gesprek. Zij gaan in op itrelevante details, gebruiken misplaatste humor of maken ongepaste opmerkingen en gaan voorbij aan de dieperliggende indirecte of metaforische boodschap maar baseren zich in plaats daarvan op de letterlijke interpretatie van het gezegde.



Deze observaties suggereren dat:



-de rechterhemisfeer verantwoordelijk is voor ...


-de linkerhemisfeer verantwoordelijk is voor …

Deze observaties suggereren dat



-de rechterhemisfeer verantwoordelijk is voor de simultane organisatie en integratie van verschillende elementen van de conversatie



-de linkerhemisfeer is verantwoordelijk is voor de linguïstische taal (fonologie, syntaxis en elementaire semantiek).



Samenvattend wordt gesteld dat patiënten met linkshemisferische laesies beter communiceren dan spreken, terwijl patiënten met rechtshemisferische laesies beter spreken dan communiceren.


-de rechterhemisfeer is verantwoordelijk voor


de simultane organisatie en integratie van verschillende elementen van de conversatie


-de linkerhemisfeer is verantwoordelijk voor

de linguïstische taal (fonologie, syntaxis en elementaire semantiek).



Samenvattend wordt gesteld dat:




-patiënten met linkshemisferische laesies ….


-patiënten met rechtshemisferische laesies ….

-patiënten met linkshemisferische laesies beter communiceren dan spreken,



-patiënten met rechtshemisferische laesies beter spreken dan communiceren.