• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/22

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

22 Cards in this Set

  • Front
  • Back
Noem twee levensbedreigende ritmestoornissen en hun beschrijving.
Ventrikelfibrilleren: gedesorganiseerde elektrische activatie > HF van 300 bpm. Onderscheid tussen sustained en non-sustained ventrikeltachycardie.
Wat is de rol van genetica bij ritmestoornissen?
- Genetica kan leiden tot vervormingen van het hart en daardoor een disfunctie (hypertrofie, dilatatie, aritmogene rechter ventrikel dysplasie).
- Genetica kan leiden tot verstoring van elektrische werking (lange QT-syndroom, kamerritmestoornissen et cetera).
Hoe noemt men een te snel en een te langzaam ritme van het hart?
Te snel: tachycardie
Te langzaam: bradycardie
Wat is anamnestisch van belang als iemand zich presenteert met ritmestoornissen?
Afhankelijk van het type ritmestoornis. Bij ventriculaire ritmestoornissen: eerder meegemaakte infarcten, angineuze klachten, bewezen cardiomyopathie en familianamnese. Ook omstandigheden, duizeligheid et cetera worden uitgevraagd.
Wat is diagnostisch van belang als iemand zich presenteert met ritmestoornissen?
- ECG
- Echocardiografie
- Lichamelijk onderzoek
- Elektrofysiologisch onderzoek
- Katheter
- Moleculairgenetisch onderzoek
Wat zijn de oorzaken voor een ritmestoornis?
Ouderdom, overactieve schildklier, eerder doorgemaakt hartinfarct, cardiomyopathie, hartfalen, hartoperatie, gebruik van stoffen als tabak/alcohol/drugs, aangeboren afwijkingen.
Wat is de functie van een pacemaker?
Chronische hartstimulatie om via deze weg de levensverwachting en KvL te verbeteren, het herstellen van de normale hartritme en bijbehorende circulatie. Sensing en pacing. Het opslaan van meetgegevens voor zelfdiagnostiek van ritmestoornissen. Helpt ook bij herstel van tachycardie.
Wat is een biventriculaire pacemaker?
Voor patienten met hartfalen. Wanneer de LV niet meer synchroon samentrekt met het interventriculaire septum, helpt een dergelijke pacemaker om de synchronie te herstellen en daarmee de pompfunctie. Leidt tot afname kortademigheid door betere zuurstofvoorziening.
Wat is een AICD en hoe werkt dit apparaat?
Automated Implantable Cardioverter Defibrillator. Wordt geïmplanteerd na reanimatie bij mensen met kamerritmestoornissen en verhoogd risico op plotse hartdood. Bestaat uit impulsgenerator en elektroden. Pacemaker voor stimulatie linkerventrikel, ATP voor herstel van tachycardie en een defibrillator bij hartstilstand.
Wat is een monogenetische aandoening?
Een aandoening die in de DNA-sequentie van een enkel gen ligt, zoals sikkelcelanemie en de ziekte van Huntington. Binnen de cardiologie:
- Atrioventriculair septumdefect (AVSD)
- Atriumseptumdefect-II (ASD-II)
- Link obstructieve afwijkingen
Waarom kan eenzelfde aandoening zich op verschillende leeftijden uiten?
Omdat er vele invloeden zijn buiten de persoon die invloed hebben op de expressie van bepaalde genen.
Hoe worden patiënten met een monogenetische cardiale aandoening opgespoord?
Door middel van een familieanamnese, extra controle en oplettendheid is vaak al aanwezig. Wanneer dit bekend is, kan begeleiding voor, na en tijdens de zwangerschap plaatsvinden.
Wat is de belangrijkste doodsoorzaak bij jonge, sportende mensen?
Hartstilstand door gebrekkige bloedsomloop in de kransslagaders. Te dikke hartwand waardoor een gebrekkige diastole plaatsvindt.
Wat is de relatie tussen genotype en fenotype bij hypertrofische cardiomyopathie?
Hypertrofische cardiomyopathie wordt autosomaal dominant overgeërfd. Mutaties die zorgen voor ziekten in contractiele eiwitten van het sacromeer. Kent een zeer heterogene manifestatie, van milde hypertrofie tot ernstige linkerventrikelhypertrofie.
Hoe vertaalt een hartslag zich naar een ECG?
Elektrische lading van de S-A node (P-top). Prikkel komt in de A-V knoop (beide in rechterboezem). Vertraagde geleiding naar kamer (om gelijke samentrekking te voorkomen), niet langer dan 200ms! Daarna geleiding naar bundels (QRS-complex). T-top representeert herstel en calciumretentie. Lange QT bij trage uitwisseling van kalium en natrium.
Hoe ontstaat een monofasische actiepotentiaal?
Door de uitwisseling van ladingen met Natrium, Kalium en Calcium via de celwand en natrium-kalium kanalen.
Hoe werkt een pacemaker?
De pacemaker meet of er een P-top is, en meet daarna of er binnen 200ms een QRS-complex is, anders krijgt de boezem een schok (langer QRS-complex). Bij voldoende A-V-geleiding is enkel een schok in de boezem nodig bij de Sinusknoop. Kan met fixed rate en on demand.
Waarom is hypertrofische cardiomyopathie moeilijk vast te stellen wanneer er sprake is van hypertensie?
Omdat een verdikking van de hartspier ook plaats kan vinden bij een langdurig hoge bloeddruk. Het is dan niet vast te stellen of er sprake is van de typische, genetische vorm van HCM.
Wat is het verschil tussen een 1e, een 2e graads AV block, een hooggradig AV block en een 3e graads AV block?
- 1e graads AV block: vertraagde geleiding
- 2e graads AV block sprake is van een afwezige geleiding van sommige P-toppen naar de ventrikels (Wenkenbach type 1 Mobitz).
- Hooggradig AV block: meerdere P-toppen achter elkaar niet voortgeleid.
- 3e graads AV block: geen geleiding, dissociatie.
Wat kun je doen aan een AV-geleidingsstoornis of sinusknoopdysfunctie?
Pacemaker bij voortgeschreden 2e of 3e graads AV block met bradycardie (of hele lange PQ bij 1e graads). Ook bij symptomatische bradycardie en chronotrope incompetentie.
Wat is het sick sinus syndroom (SSS)?
Een combinatie van:
- Sinusknoop functie stoornis
- Paroxysmaal boezemfibrilleren
- Verlengde hersteltijd sinusknoop
Welke verschillende modi heeft een pacemaker?
- Fixed rate
- On demand
- Single lead (draad in boezem, bij goede AV-geleiding)
- Twee leads (boezem en kamer)
- Biventriculair