• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/10

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

10 Cards in this Set

  • Front
  • Back

Welke basisuitgangspunten heeft de 'systeemtheorie'? (pg. 229-230)

1. Is denkwijze waarbij men ervan uitgaat dat een systeem of persoon altijd een context heeft. Werkelijkheid geordend in hiërarchische niveaus. Hoe hoger hoe complexer.


2. Manier van denken die in verschillende wetenschappen toegepast wordt.


3. Flexibele manier van kijken. Laat meerdere invalshoeken toe. Hierdoor komen relaties tussen systeemonderdelen en tussen systeem en omgeving in beeld.


4. Minder interesse in onderdelen, meer in grote geheel (liever naar gezin dan naar individu).


5. Object is in wisselwerking met omgeving. Open systeem. Dynamische processen.


6. Eigenschap wordt niet gezien als eigen aan object/systeem, maar eigenschap die niet los van omgeving kan worden beschouwd (verlegenheid in bepaalde context).


7. Geheel wel beïnvloed door onderdelen, maar niet bepaald. Geheel kent wetmatigheden die niet uit de losse onderdelen herleid kunnen worden.Ook andersom (geheel invloed op los onderdeel, maar bepaalt niet).


8. Gedrag altijd door meerdere aspecten beïnvloed.


9. In eerste instantie stond 'hier en nu' (geen verklaringen vanuit verleden voor gedrag) centraal, later gecorrigeerd (ecologische systeemtheorie Bronfenbrenner).


Welke mensbeeld hanteert de 'systeemtheorie'? (pg. 236)

Organistisch. Een persoon functioneert in wisselwerking met zijn omgeving. Kenmerken van de relatie tussen individu en omgeving staan centraal.

Benoem twee 'systeemtheorieën'. (pg. 237)

Strategische stroming in de gezinstherapie.


Ecologische systeemtheorie van Bronfenbrenner.

Vertel iets over 'de strategische stroming in de gezinstherapie'? (pg. 237-247)

Watzlawick




Psychische stoornis is kenmerk van systeem.




Wisselwerking systeem en omgeving. Regels zijn belangrijk. Een gezin is een regelgeleid systeem.




Totaliteit (niet- eenzijdigheid (geen eenzijdige relaties, maar multicausaal redeneren), niet-optelbaarheid) is belangrijk en geheel meer dan som der delen.




Sociaal systeem houdt zichzelf in evenwicht door informatie (via communicatie) = feedback.




Feedback: positief en negatief (als systeem uit evenwicht dreigt te raken). Vb. avances makelaar naar cliënt, niet gewaardeerd, evenwicht dreigt weg te raken, vrouw geeft negatieve feedback (geeft stabiliteit en status quo).




Equifinaliteit: zelfde eindtoestand kan vanuit verschillende begintoestanden.




Multifinaliteit: zelfde start kent verschillende eindtoestanden.




Communicatie belangrijk! Omvat meer dan taal. Inhoudsniveau (de woorden die uitgesproken worden) en betrekkingsniveau (manier waarop= belangrijkste). Interpunctieprobleem: zelfde werkelijkheid door twee personen verschillend verklaard. Analoge communicatie: niet verbaal (best voor betrekkingsniveau). Digitale communicatie= taal. Psychische stoornis is vorm van analoge communicatie (straatvrees communiceert 'ik kan boodschappen niet doen, jij mag het opknappen').




Symmetrische interactie: gelijkheid van partners (= spiegelbeeld). Complementaire interactie: ongelijkwaardig (hulpverlening, opvoeding).

Wat houdt de 'ecologische systeemtheorie' van Bronfenbrenner in? (pg. 247-250)

Bio-ecologische theorie van menselijke ontwikkeling.




Ontwikkeling is gezamenlijk product van kenmerken van de ontwikkelende persoon (bio) en de omgeving ('ecologisch').




Ontwikkeling vindt plaats in een microsysteem (context waarin men elkaar in de ogen kan kijken) (gezin, school, werk).




Microsysteem wordt beïnvloed door drie lagen eromheen. Mesosysteem, exosysteem en macrosysteem. Mesosysteem is relaties tussen verschillende microsystemen (bv. ouders met leerkrachten, maar ook via kind zelf (kan mee naar huis nemen wat het op school leert)). Exosysteem is alle systemen waar andere leden van gezin deel van uitmaken, maar kind zelf niet (functioneren vader beïnvloed door situaties op zijn werk). Macrosysteem bevat opvattingen, normen, waarden, ideeën.




Aantal begrippen centraal: mensen zijn actieve wezens die invloed uitoefenen op eigen ontwikkeling; mensen verschillen in mogelijkheden waarop zij hun ontwikkeling positief kunnen beïnvloeden; ontwikkeling is wederzijds proces; geheel meer dan som der delen; resultaten van identieke opvoedingspraktijken kunnen bij verschillende macrosystemen (culturen/ras) verschillend of zelfs tegengesteld zijn (bv. positieve invloed van autoritatieve opvoedingsstijl).



Waardoor ontstonden nieuwe ontwikkelingen op de strategische stroming in de gezinstherapie? (pg. 252-257)

Geen aandacht voor onderkant gezin (= individu). Alles werd verklaard vanuit gezin (daardoor voelden ouders zich bv. verantwoordelijk voor schizofrenie kind). In de plaats kwam kwetsbaarheid-stress-copingmodel. (bio, tegenslagen=socio, psycho=individu). Hieruit ontstond psycho-educatie (ouders niet schuldig, hoe met stoornis omgaan).




Geen aandacht voor bovenkant gezin. Constructivistische stroming: invloed macrosystemen. Toekennen van betekenissen. Invloed maatschappelijke normen op waarneming en gedachten (cultuur en hulpverlening). Sociale perspectieven: regels in de samenleving, ideeën over hoe men zich behoort te gedragen die door grote groepen worden aangehangen.

Hoe worden psychische stoornissen verklaard in de systeemtheorie? (pg. 257-259)

Strategische stroming gezinstherapie: psychische stoornis is kenmerk van relaties tussen mensen. Gedrag heeft een functie. Bv. stoornis van geïdentificeerde patiënt verhult huwelijksproblemen ouders (houdt evenwicht in stand). Geïdentificeerde patiënt. Disfunctionerend individu hangt samen met disfunctionerend gezin. Geen specifieke theorie over specifieke psychische stoornissen.




Biopsychosociale model. Zie je ook in ecologische systeemtheorie van Bronfenbrenner. Bronfenbrenner kijkt echter vooral naar het ontwikkelingsproces (wederzijdse interactie).

Benoem hulpverleningsstrategieën vanuit de strategische stroming in de gezinstherapie? (pg. 261-266)

Gericht op communicatie


- Vragen stellen en niet eisen


- Op hier en nu richten en geen oude koeien uit de sloot


-NIVEA


-positief heretiketteren (zieke kanten van de cliënt in gunstig daglicht plaatsen, leidt tot beter zelfbeeld en betere banden in het gezin)

Benoem moderne hulpverleningstechnieken van de systeemtheorie. (pg. 263-266)

Expressed emotions (emotionele reacties) als invloed bij voortbestaan stoornis. 4 aspecten: kritische opmerkingen over patiënt, emotioneel overbetrokkenheid met patiënt, aan-of afwezigheid van vijandelijkheid bij gezinsleden t.o.v. patiënt, meer dan vijf uur per dag op lip zitten van patiënt.




Psycho-educatie in gezin (gezinsbegeleiding): positieve houding jegens gezin, educatie, oplossen van specifieke problemen, medicatie.




Multisystemische hulpverlening bij jongeren met gedragsproblemen. Evidence-based.



Benoem drie kanttekeningen bij de systeemtheorie (pg. 268-269)

Te rigide toepassing van de systeemtheorie leidt tot verwaarlozing invloed individu eigen gedrag (systeemgerichte stroming in gezinstherapie).




Te veel nadruk op 'hier en nu' in plaats van de ontwikkeling en geschiedenis van systemen. Gezinstherapie niet altijd nodig bij individuele problemen van 1 lid.




Oudere inzichten geen effectonderzoek. Bronfenbrenner wel. Biopsychosociaal.