• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/30

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

30 Cards in this Set

  • Front
  • Back
Hoofdstuk 11 Reproductive behaviors
Module 11.1 The effect of Sex Hormones

1. Hoe zouden de externe genitaliën van een zoogdier eruit zien als hij was blootgesteld aan even grote hoeveelheden androgenen en oestrogenen?

En hoe als de hoeveelheid van deze hormonen laag zou zijn?
Hoog: ontwikkeling tot man.
Laag: ontwikkeling tot vrouw. Genitale ontwikkeling is vooral afhankelijk van androgenen.
2. Hoe zouden de genitaliën van een vrouw eruit zien als alpha-fetoproteïne ontbrak?
Zij zou gemasculiniseerd worden door haar eigen oestrogenen.
3. Als een genetische vrouw in de vroeg kritische periode blootgesteld zou worden aan een veel grotere hoeveelheid oestrogenen, wat zou dan het effect zijn op haar genitaliën?
Ongewoon hoge hoeveelheden oestrogenen kunnen de alpha-fetoproteïne binding overschrijden waardoor oestrogeen de cellen ingaat en de ontwikkeling masculiniseren.
4. Hoe verminderen cyproterone, medroxyprogesteron, en tryptorelin de mannelijke seksdrive?
Cyproteron verhindert testosteronbinding aan de receptoren.
Medroxyprogesteron en tryptorelin blokkeren gonadotropine, het hypofysehormoon dat de testis stimuleert om testosteron te maken.
5. Wanneer in de menstruele cyclus zijn de progesteron en oestrogeenspiegels het hoogst en wanneer het laagst?
Hoogst rond de ovulatie, en laagst tijdens en net na de menstruatie.
6. Wat is de relatie tussen geslachtshormonen en PMS?
PMS is een abnormale reactie op normale veranderingen in geslachtshormonen. Een hypothese relateert PMS aan lage spiegels van een progesteronmetaboliet.
7. Welke factoren zijn verantwoordelijk voor moederlijk gedrag bij ratten kort na de bevalling, en welke factoren zijn in latere dagen belangrijk?
Kort na de bevalling: plotselinge grote release van prolactine en oxytocine. Latere dagen: ervaring met de jongen vermindert de vomeronasale responsen die doen neigen naar afstoting van de jongen. De ervaring met de jongen doen het moederlijk gedrag blijven, ook als de hormoonspiegels zijn gedaald.
Module 11.2 Variations in sexual development and orientation.

1. Welke oorzaak zou een genetische vrouw (XX) kunnen laten ontwikkelen tot een intersexuele anatomie?
Een genetische vrouw wiens bijnieren veel meer dan de gewoonlijke hoeveelheid testosteron ontwikkelt kan ontwikkelen tot een intersexuele anatomie.
2. Welke oorzaak zou een genetische man (XY) ontwikkelen tot een vrouwelijke anatomie?
Een genetische man wiens genen verhinderen dat testosteron zich bindt met receptoren zal een vrouwelijk uiterlijk krijgen.
3. Wat doet het enzym 5x-reductase?
Het enzym katalyseert de omzetting van testosteron in dihydrotestosteron, wat meer effect heeft in vermannelijken van de mannelijke genitaliën.
4. Welke ervaring in de vroege ontwikkeling kan ervoor zorgen dat een mannelijke rat seksuele reacties ontwikkelt voor andere mannetjes en niet voor vrouwtjes?
Hoe sorteert deze ervaring waarschijnlijk zijn effecten?
Stressvolle ervaringen, bezorgd laat in de zwangerschap, kan bij mannelijke nakomelingen een voorkeur geven voor mannelijke partners. Blijkbaar verhoogt de stress de endorfinerelease in de hypothalamus, en hoge endorfinespiegels kunnen het effect van testosteron blokkeren.
5. Welke verschillen zijn er over het algemeen gerapporteerd over de hersenen van homo- en heteroseksuele mannen?
De interstitiele nucleus 3 in de anterior hypothalamus is groter bij heteroseksuele dan bij homoseksuele mannen.
STOP & CHECK
1. How do sex hormones affect neurons?
1. Sex hormones, which are steroids, bind to receptors on the membrane, activate certain proteins in the cell’s cytoplasm, and activate or inactivate particular genes.
Stop & Check:

2. Wat zou het genitale uiterlijk van een zoogdier zijn als het wordt blootgesteld aan hoge niveaus van zowel oestrogenen als androgenen
tijdens de vroege ontwikkeling?

Wat als het werd blootgesteld aan lage niveaus van beide?
2. Een zoogdier dat wordt blootgesteld aan hoge niveaus van zowel mannelijke als vrouwelijke hormonen zal man worden.

Een blootstelling van lage niveaus aan beide zal vrouw worden. Genitale ontwikkeling hangt vooral af van de aanwezigheid of afwezigheid van androgenen.
3. Vanuit het oogpunt van bescherming van een mannelijke foetus seksuele ontwikkeling, wat zijn sommige geneesmiddelen die een zwangere vrouw moeten vermijden?
3. Zwangere vrouwen moeten vermijden alcohol,
marihuana, haloperidol, en cocaïne, omdat deze geneesmiddelen interfereren met mannelijke seksuele ontwikkeling. Zelfs aspirine en de chemische voering flessen en blikjes produceren milde afwijkingen. Uiteraard de resultaten afhankelijk van zowel hoeveelheden en timing van deze stoffen.
5. Stop & Check.

Door welke mechanismen beïnvloeden estradiol en testosteron de hypothalamische gebieden verantwoordelijk voor seksueel gedrag?
5. Testosteron en estradiol prime hypothalamus cellen om klaar te zijn om dopamine vrij te laten.
6. Stop & Check

Wat is de verklaring dat getrouwde mannen minder hoge testosteron gehalte hebben dan vrijgezelle mannen van de zelfde leeftijd?
Mannen met lagere testosteron vinden het prettiger getrouwd te zijn dan mannen met hoge gehaltes aan testosteron
7. Stop en Check

7. Op welk moment in de menstruele cyclus van een vrouw wordt haar estradiol niveau verhoogd? Wanneer zijn ze laagst?
7. Oestrogeen niveaus worden verhoogd tijdens de dagen voorafgaand aan het midden van de menstruele cyclus. Ze zijn laagst tijdens en vlak na de menstruatie
8. Stop & Check.

Welke gedragsverandering treedt op na een orgasme, en wat is de hormoon die verantwoordelijk is?
Angst neemt af na het orgasme als gevolg van vrijkomen van de hypofyse hormoon oxytocine.
Stop & check

9. Welke factoren zijn verantwoordelijk voor het gedrag van de moeder kort nadat ratten zijn bevallen?

Welke factoren worden later belangrijke?
In de vroege fase van moederlijk gedrag zijn ratten afhankelijk van een sterke stijging van de vrijlating van de hormonen prolactine en oxytocine.

Een paar dagen later, haar ervaring met de jonge vermindert de vomeronasale responsen die de neiging zou hebben om haar jong te verwerpen. Omgang met haar kind zorgt er voor moederlijk gedrag in stand blijft nadat de hormoonspiegels
beginnen te dalen.
Stop & Check

10. Welk evolutionair voordeel wordt veronderstelt de reden te zijn waarom vrouwen meer geïnteresseerd zijn in mannen met rijkdom en succes dan mannen geïnteresseerd zijn in rijkdom van vrouwen?
10. Tijdens de zwangerschap en de vroege kinderopvang, is een vrouw beperkt in haar vermogen om voedsel te verkrijgen en heeft daarom de voorkeur voor een mannelijke partner die haar dat wel kan bieden.

Een gezonde man is niet op de zelfde wijze afhankelijk van een vrouw.
Stop en check 11.

Wat is een veel voorkomende oorzaak bij een genetische vrouw (XX) naar een een gedeeltelijk vermannelijkte anatomische ontwikkeling?
11. Als een genetische vrouw niet voldoende cortisol kan produceren, en de hypofyse ontvangt geen negatieve feedback en daarom continu de bijnier blijft stimuleren, produceert de bijnier grote hormoon hoeveelheden met inbegrip van testosteron, die de ontwikkeling van de vrouw vermannelijkt.
Stop en Check 12.

Als een genetische vrouw wordt blootgesteld aan extra testosteron tijdens de prenatale ontwikkeling, wat is het effect op het gedrag?
Een meisje die is blootgesteld aan extra testosteron is meer geneigd jongens met speelgoed te spelen.
13. Wat zou leiden tot een genetische man (XY) naar een deels Gefeminiseerde externe anatomie veranderd?
13. Een genetische man met een gen dat verhindert dat testosteron zich bind aan haar receptoren zal een verschijning ontwikkelen die geheel of gedeeltelijk lijkt op een vrouw.
14.

Wat doet het enzyme 5-reductase 2?
Het enzyme 5-reductase2 cataliseerd de conversie van testosteron naar dihydrotestosteron, wat dominant is in het vermannelijken van genitaliën. Het doet ze groeien.
15.
Noem een fysiek of gedragsverschil van homoseksuele en hetrosexuele mannen anders dan seksuele activiteit:
Homoseksuele mannen hebben kleinere botten in de armen en benen, meer wijd gespreide connecties van de linker dan de rechter amygdala en een beter geheugen voor landschappelijke kenmerken.
16.
Het lijkt moeilijk uit te leggen hoe een gen kan blijven bestaan als het zich uiteindelijk niet voort kan planten zoals bij homoseksualiteit

Hoe zou de hypothese m.b.t. inactivatie door een methylgroep helpen om dat te verklaren?
16.
Volgens deze hypothese, kan door een onbekende gebeurtenis in de omgeving gekoppeld worden aan een ongeïdentificeerd gen Die omgevingsfactor deactiveert het gen.

Dat gen kan overgedragen worden naar een volgende generatie en het produceerd bewijs voor een erfelijk effect, ook al is er geen "Gen voor homoseksualiteit."

Als deze gebeurtenis van het beïnvloeden van een methylgroep op het gen vaak genoeg gebeurd, zou het een prevalentie kunnen zijn voor homoseksualiteit. Zelfs al zouden mannen met het inactieve gen zelden reproduceren.
17. Door welke wijze wordt door een oudere broer waarschijnlijk de kans op mannelijke homoseksualiteit verhoogt?
17.
Het hebben van een oudere broer verhoogt duidelijk de kans op mannelijke homoseksualiteit door het veranderen van de moeders immuunsysteem in de prenatale omgeving.

Het effect van de oudere broer is niet afhankelijk van het opgroeien in hetzelfde huis.
18.
Hoe zou stress bij een zwangere rat de sexuele oriëntatie van haar mannelijke nakomelingen beinvloeden?
Blijkbaar verhoogt stress de aanmaak van endorfines in de hypothalamus, en zeer hoge endorfine niveaus kunnen de effecten van testosteron blokkeren.
19.

In de studie van LeVay's, welk bewijs pleit tegen het idee dat het INAH-3 volume afhangt van aids in plaats van seksuele geaardheid?
De gemiddelde grootte van INAH-3 was ongeveer hetzelfde bij heteroseksuele mannen die overleden aan aids en degenen die stierven aan andere oorzaken.

Een andere homoseksuele man stierf aan andere oorzaken en had ongeveer dezelfde grootte INAH-3 als heteroseksuele mannen die overleden aan aids.