• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/30

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

30 Cards in this Set

  • Front
  • Back
Wat is het tegenovergestelde van burn-out?
Bevlogenheid of 'work engagement'.
17.2 Burnout: korte geschiedenis van een oud fenomeen

De oorsprong van het begrip ligt:
rond de 16e eeuw, waar William Shakespeare het benoemde in een gedicht.
Later in 1975 krijgt het begrip burn-out ook bekendheid in Amerika.

Sinds die tijd zijn er drie fasen binnen de ontwikkeling van de term burnout:
1) Pioniersfase,
het begrip krijgt bekendheid en wordt hier en daar gebruikt.

2) Empirische fase,
waarin meer onderzoek naar het verschijnsel plaatsvindt.
In deze periode wordt een definitie gemaakt voor burnout:

-Geestelijke uitputting,
-afstandelijkheid en
-verminderde bekwaamheid.

3) Laatste fase tot heden,
kwalitatieve uitbreiding van het fenomeen.
Burn-out is een driedimensionaal construct bestaande uit:
• Drie dimensies van burnout:

1. Emotionele uitputting (gevoel helemaal ‘op’ te zijn)
2. Depersonalisatie (cynische, onverschillige en afstandelijke houding)
3. Verminderde persoonlijke bekwaamheid (twijfel aan de eigen competentie)
17.3 Definitie, symptomen en diagnose van burnout

Burnout zorgt voor geestelijke uitputting en onbekwaamheid en sleept nog meer andere problemen met zich mee zoals neerslachtig zijn, lichamelijke klachten en slaapproblemen.

Voor de definitie zie: hfst. 17; p. 344; De psychologie van arbeid en gezondheid; W. Schaufeli & A. Bakker. Een stoornis op het gebied van stress loopt op in drie fasen.
Eerste fase:
spanningsklachten, waarbij men nog steeds werkt.

Tweede fase:
+/- drie maanden overspanning, waarbij men al minder werkt of tijdelijk gestopt is.

Derde fase:
+/- een jaar burnout, men is helemaal opgebrand. Om dit te testen kan de Utrechtse Burnout Schaal gebruikt worden.
• Drie typen stressgerelateerde stoornissen, oplopend in ernst:
1. Spanningsklachten
2. Overspanning
3. Burnout


Wanneer is er sprake van burnout zijn er 3 kenmerken:

U
D
C
-wanneer de score op Uitputting hoog is,
-aangevuld met een hoge score op Distantie of een
-lage score op Competentie
17.4 Mogelijke oorzaken, gevolgen en correlaten van burnout

Noem een aantal oorzaken, gevolgen en persoonlijkheidskenmerken en burnout




zie
hfst. 17; p. 147-149; De psychologie van arbeid en gezondheid; W. Schaufeli & A. Bakker. Er zijn een aantal conclusies met betrekking tot burnout:
• Er zijn geen sociaalbiografische verbanden met burnout.
• Burnout is een stabiel fenomeen.
• Onderzoek d.m.v. zelfbeoordelingen heeft de voorkeur.
• Uitputting is het belangrijkste kenmerk van burnout.
• Kenmerken van het werk hebben meer invloed op burnout dan persoonskenmerken.
• Kwantitatieve taken leiden eerder tot burnout dan kwalitatieve taken.
Werk:
• Werkdruk +++
• tijdsdruk +++
• werk-thuisinteferentie +++
• rolproblemen ++
• emotionele belasting ++
• aantal werkuren +
• caseload +
• ernst problematiek +

Gebrek aan energiebronnen:

• Gebrek aan sociale steun ++
• Gebrek aan feedback ++
• Gebrek aan participatie in de besluitvorming ++
• gebrek aan regelmogelijkheden +
Er zijn een aantal conclusies met betrekking tot burnout:
• Er zijn geen sociaalbiografische verbanden met burnout.
• Burnout is een stabiel fenomeen.
• Onderzoek d.m.v. zelfbeoordelingen heeft de voorkeur.
• Uitputting is het belangrijkste kenmerk van burnout.
• Kenmerken van het werk hebben meer invloed op burnout dan persoonskenmerken.
• Kwantitatieve taken leiden eerder tot burnout dan kwalitatieve taken.
Mogelijke gevolgen burn-out op gezondheid, werkattitudes en organisatie


+ = sterkte band
Gezondheid:
• depressie +++
• psychosomatische klachten ++
• cardiovasculaire aandoeneingen ++
• slaapstoornissen +
• angst +
• acute infecties +

Werkattitudes
• Arbeids ontevredenheid +++
• geringe organisatie betrokkenheid ++
• verloopintentie ++

Organisatie:
• Ziekte verzuim +
• arbeidsprestatie -
• personeelsverloop +
Burnout en persoonlijkheid:

+ = sterkte band
• Neurotisisme +++
• 'hardiness' ---
• externe beheersing oriëntatie ++
• passieve coping stijl ++
• zelfvertrouwen --
• prikkelbaarheid, vijandigheid (type A) +
• extraversie -
• 'voelend' type +
• Zes conclusies uit onderzoek naar mogelijke oorzaken en gevolgen van burnout:
1. Kwantitatieve taakeisen, zoals werkdruk en tijdsdruk zijn sterker gerelateerd aan burnout dan kwalitatieve, emotionele taakeisen

2. De relaties van burnout met werkkenmerken zijn over het algemeen sterker dan die met persoonskenmerken

3. De relaties met de uitputtingsdimensie van burnout zijn het sterkst

4. Onderzoek waarin zelfbeoordelingen worden gebruikt laten sterkere verbanden zien met burnout dan onderzoeken waarin statistische gegevens en observaties en beoordelingen worden gebruikt

5. Uit longitudinaal onderzoek blijkt dat burnout tamelijk stabiel in de tijd is

6. De relaties tussen sociobiografische kenmerken en burnout zijn in de regel zwak en weinig consistent
• Welke werk- en organisatiegebonden factoren kunnen tot burnout leiden:
-hoge werkdruk,
-rolconflicten,
-gebrek aan sociale steun en
-gebrek aan regelruimte en feedback
• Zes factoren met burnout:
-spanningsklachten,
-problematische attitudes en daaraan gekoppeld gedrag in -de werksituatie,
-verminderde persoonlijke bekwaamheid,
-stresshantering (coping),
-persoonlijkheid en sociale steun
17.5 Verklaringen voor burnout

De belangrijkste 2 verklaringen voor burnout zijn gericht op:
-sociale uitwisselingsprocessen, waarbij belasting op emotioneel gebied een rol speelt,

-intrapsychische processen, waarbij verwachtingen niet overeenkomen met de feiten.

Ook het bedrijf zelf speelt een rol bij het ontstaan van burnout.
17.6 Interventies bij burnout

Er is nog niet veel theorie bekend over burn-out, maar er is wel veel praktische informatie. Interventies zijn dan ook voornamelijk gericht op het bestrijden van stress en niet zozeer direct op alleen burn-out.

Interventies zijn onder andere:
stressmanagement,

onder te verdelen in interventies op de persoon of organisatie.

Stess hantering maakt er deel van uit (coping)
Persoonlijkheid
Sociale steun.
De risico factoren van de persoonlijkheid wordn aangepakt door:
Sociale steun te mobilisren,
timemanagement toe te pasen en
Assertiviteit te trainen
Organisatie gerichte methoden werken minder specifiek doordat ze complex is. Vaak wordt als uitgangspunt het... gebruikt.
Job-demands resources model (JDR-model) gebruikt
17.7 Definitie en meting van bevlogenheid

Sommige mensen lijken onder elke vorm van stress te kunnen presteren, deze mensen zijn bevlogen. Zij werken aan zichzelf na het krijgen van feedback in tegenstelling tot mensen met een burnout.

Bevlogenheid bestaat uit:
absorptie,
vitaliteit en
toewijding.
• Tegenovergestelde van burnout: bevlogenheid

Drie kenmerken bevlogenheid:
1. Werknemers zijn proactief en worden gekenmerkt door het nemen van initiatief wanneer ze vast dreigen te lopen op het werk

2. Ze zorgen ervoor dat ze hun eigen positieve feedback genereren

3. Er is congruentie tussen datgene wat de betrokkene belangrijk vindt en datgene waar de organisatie voor staat
• Bevlogenheid (definitie):
positieve, affectief-cognitieve toestand van opperste voldoening die gekenmerkt wordt door vitaliteit, toewijding en absorptie
• Verschil tussen bevlogen werknemers en workaholics:
bevlogen werknemers werken vooral zo hard en toegewijd omdat ze er veel plezier aan beleven, maar hebben ook een leven naast hun werk waarvan ze kunnen genieten. 

Workaholics (daarentegen) werken hard en verbeten omdat ze niet anders kunnen; ze...
bevlogen werknemers werken vooral zo hard en toegewijd omdat ze er veel plezier aan beleven, maar hebben ook een leven naast hun werk waarvan ze kunnen genieten.

Workaholics (daarentegen) werken hard en verbeten omdat ze niet anders kunnen; ze worden gedreven door een onweerstaanbare innerlijke drang om te werken en wanneer ze dat niet doen, voelen ze zich schuldig
• UBES:
vragenlijst voor bevlogenheid (burnout = UBOS)
vragenlijst voor bevlogenheid (burnout = UBOS)
• Bevlogenheid mannen en vrouwen: .........
• Bevlogenheid oud en jong: ........
• Bevlogenheid ondernemers: ........
• Bevlogenheid mannen en vrouwen: geen verschil
• Bevlogenheid oud en jong: ouderen zijn iets meer bevlogen
• Bevlogenheid ondernemers: meer
• Met welke twee eigenschappen van de Big Five hangt bevlogenheid samen:

• En burnout:

• Welk persoonstype hangt samen met prestatiemotivatie:
emotionele labiliteit (negatief) en extraversie (positief)

• En burnout: allebei omgekeerd

• Welk persoonstype hangt samen met prestatiemotivatie: type-A
17.8 Correlaten van bevlogenheid

Er is nog niet voldoende onderzoek gedaan naar bevlogenheid. Vrouwen en mannen zijn even vaak bevlogen.

Ouderen zijn eerder bevlogen dan jongeren. In sommige beroepen komt bevlogenheid meer voor dan in andere.

Bevlogenheid gaat samen met:
bronnen van energie in tegenstelling tot burnout, net als dit gebeurt met tevredenheid.
17.9 Verklaringen voor bevlogenheid

Er zijn verschillende theorieën die bevlogenheid proberen te verklaren. Dit gebeurt in het Job- Demands Resources Model en in het Conservation of Resources Model.

Bij beide theorieën spelen wat een centrale rol in het proces van bevlogenheid?
Bij beide theorieën spelen hulpbronnen een centrale rol in het proces van bevlogenheid.
Wat is de feedback loop?
Effectieviteit wekt effectiviteit op omdat men het waarneemt. Het versterkt de selfefficecy.

Zo genereert de positieve invloed vanzelf weer meer positiviteit en dus hulpbronnen.
• verschil burn-out tussen →

1. Nederland:
2. VS:
1. Nederland:
ernstige, werkgerelateerde psychische aandoening en medische diagnose

2. VS:
normale reactie op een abnormale werksituatie (niet medisch)
• bij individueel-psychologische verklaringen van burnout staat het …. centraal:
verwachtingspatroon dat men heeft ten aanzien van werk (enthousiasme wordt frustratie wordt onverschilligheid en apathie)
• kunnen burnout en bevlogenheid elkaar in de tijd afwisselen:
JA

• toewijding:
sterke betrokkenheid bij het werk; het werk wordt als zinvol en nuttig ervaren, is inspirerend en uitdagend en roept gevoelens van trots en enthousiasme op
• is er bij bevlogenheid sprake van een opwaartse spiraal:
JA

• zijn bevlogen werknemers proactief en organiseren ze zelf de energie- of werkbronnen die nodig zijn om hun werkrol goed te kunnen vervullen:
JA