• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/25

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

25 Cards in this Set

  • Front
  • Back
10.1 Inleiding
In de laatste decennia is er veel onderzoek gedaan naar gezondheid en arbeid.

Wat is het moeilijkste met die problemen te onderzoeken?
Problemen ontstaan doordat onderzoeken niet volledig betrouwbaar uitgevoerd kunnen worden.
Er zijn 3 soorten onderzoek belangrijk:
Cross- sectioneel,
longitudinaal en
experimenteel onderzoek

zullen gepresenteerd worden.
10.2 Cross-sectioneel onderzoek

Wat is het meest gebruikte soort onderzoek?
Cross-sectioneel onderzoek is het meest gebruikte onderzoek

Het heeft te maken met verbanden leggen tussen gegevens.

Er wordt gezocht naar patronen en overeenkomsten wanneer een meting wordt gedaan.

Ook prevalentie gebeurt op deze manier. Toch blijkt dit onderzoek niet altijd betrouwbaar, er wordt maar een keer een meting gedaan en de kans op toeval is aanwezig.
10.3 Longitudinaal onderzoek

Wat is logitudinaal onderzoek?
Longitudinaal onderzoek is over een langere periode en wordt steeds vaker gebruikt. Er zijn een aantal voorwaarden voordat dit onderzoek betrouwbaar kan zijn:

1. Het onderzoeksmodel.
Veelgebruikt is het compleet paneldesign, dat verbanden legt en zorgt voor betrouwbaarheid. Zie hfst. 10; p. 221, De psychologie van arbeid en gezondheid; W. Schaufeli & A. Bakker.

2. Het juiste tijdsinterval.
Tussen metingen is het tijdsinterval van belang, het is nog onduidelijk en het verschilt per onderzoek hoe lang dit tijdsinterval zou moeten zijn. Wel moet er rekening worden gehouden met veranderingen/storingen in de tussentijd.

3. Trekken van een steekproef.
De groepsgrootte is van belang bij het trekken van een steekproef, ook het aandeel dat daadwerkelijk participeert is belangrijk. De non- participatie moet ook in kaart worden gebracht om de uitkomst betrouwbaar te maken.
Er zijn een aantal voorwaarden voordat longitudinaal onderzoek betrouwbaar kan zijn (3):
1. Het onderzoeksmodel.
Veelgebruikt is het compleet paneldesign, dat verbanden legt en zorgt voor betrouwbaarheid. Zie hfst. 10; p. 221, De psychologie van arbeid en gezondheid; W. Schaufeli & A. Bakker.

2. Het juiste tijdsinterval.
Tussen metingen is het tijdsinterval van belang, het is nog onduidelijk en het verschilt per onderzoek hoe lang dit tijdsinterval zou moeten zijn. Wel moet er rekening worden gehouden met veranderingen/storingen in de tussentijd.

3. Trekken van een steekproef.
De groepsgrootte is van belang bij het trekken van een steekproef, ook het aandeel dat daadwerkelijk participeert is belangrijk. De non- participatie moet ook in kaart worden gebracht om de uitkomst betrouwbaar te maken.
10.4 Experimenteel onderzoek

Experimenteel onderzoek heeft te maken met:
het veranderen van factoren en het kijken naar de invloed van deze factoren op andere factoren.
Belangrijk bij Experimenteel onderzoek is:
1. Controleren van externe variabelen.
Keuze voor mensen die tot de doelgroep behoren, mensen die willekeurig gekozen zijn of op basis van standaardisatie. Overeenkomsten zijn belangrijk.

2. Maximalisatie van de systematische variantie.
De verschillen tussen de factoren moeten zo groot mogelijk zijn om een zo duidelijk beeld als mogelijk te verkrijgen van de oorzaken en de gevolgen.

3. Minimalisatie van de foutenvarariantie.
Het voorkomen van fouten door de juiste uitleg en begeleiding en het voorkomen van fouten in het onderzoek over het algemeen.

Nadeel van experimenten is dat testeffecten kunnen ontstaan, personen reageren anders doordat zij weten dat het een experiment is. Voordeel is dat de omstandigheden te manipuleren zijn.
Wat is het nadeel van experimenten?
Nadeel van experimenten is dat testeffecten kunnen ontstaan, personen reageren anders doordat zij weten dat het een experiment is. Voordeel is dat de omstandigheden te manipuleren zijn.
10.5 Objectieve en subjectieve benaderingen

Subjectief is niet objectief, omdat dit beïnvloed wordt door cognities. Dit is het verschil tussen feiten en de ervaring van deze feiten.

Wat maakt dit lastig?
Dit maakt het soms lastig om metingen te maken, bijvoorbeeld bij het meten van de effecten van stress.
Het vinden van objectieve factoren wordt nagestreefd binnen de psychologie van arbeid en gezondheid om de volgende redenen:
Het is makkelijker en handiger om alleen objectieve kenmerken te meten, ook is het slimmer, omdat objectieve factoren als eerste nodig zijn voordat subjectieve factoren kunnen worden bekeken.

Ook zijn objectieve factoren meer betrouwbaar, doordat ze niet beïnvloed worden door perceptie.

Er zijn nog meer moeilijkheden bij het meten van subjectieve factoren, er zijn namelijk erg veel vertekeningen die kunnen optreden en ook bij het gebruik van observatoren is dit niet volledig betrouwbaar, omdat deze ook beïnvloed worden door de eigen perceptie en de beperkte tijd die zij daarvoor hebben. Zo zijn er erg veel valkuilen bij het meten van subjectieve factoren.
10.6 Derde variabelen

Wat is een derde variabele?
Een derde variabele heeft invloed op twee variabelen, zoals moderatoren doen. Bij het probleem stress zijn zowel stressoren als stressreacties een oorzaak, maar de persoonlijke eigenschappen zorgen voor de hoeveelheid stress die iemand ervaart.

Zo zijn er nog veel meer derde variabalen die invloed hebben en verschillende effecten kunnen veroorzaken, Zie ook: hfst. 10; blz. 236; De psychologie van arbeid en gezondheid; W. Schaufeli & A. Bakker.
10.7 Meta-analyse

Een meta-analyse doet onderzoek naar al eerder gedane onderzoeken en zoekt verbanden en overeenkomsten/verschillen tussen deze onderzoeken, Belangrijk hierbij zijn:
1. Het beschrijven van het te onderzoeken probleem.
2. Het verzamelen van onderzoeken die met het probleem te maken hebben.
3. Het selecteren van geschikte onderzoeken.
4. Het samenvatten van de onderzoeksuitkomsten.
10.8 Multiniveau-onderzoek

Onderzoek van allerlei niveaus wordt samengebracht bij multiniveau-onderzoek.

Zo kan er van individueel niveau naar het niveau van teams en organisaties et cetera gegaan worden.

Bij langdurige studies is multiniveau-onderzoek een handige methode doordat het erg aanpasbaar is aan de situatie.
10.8 Multiniveau-onderzoek

Onderzoek van allerlei niveaus wordt samengebracht bij multiniveau-onderzoek.

Zo kan er van individueel niveau naar het niveau van teams en organisaties et cetera gegaan worden.

Bij langdurige studies is multiniveau-onderzoek een handige methode doordat het erg aanpasbaar is aan de situatie.
• Reciproke causaliteit:
X en Y beïnvloeden elkaar
• Voorbeeld van omgekeerde causaliteit (concreet):
vermoeidheid leidt er op den duur toe dat de werkdruk toeneemt
• Burnout:
chronische stressreactie die vaak pas ten uiting komt nadat de klachten langer dan een jaar hebben aangehouden
• Bij het minimaliseren van foutenvariantie gaat het om twee zaken:
1. Reductie van meetfouten door gebruik te maken van gecontroleerde condities

2. Vergroting van de betrouwbaarheid van de meetinstrumenten
• Om een samenhang in causale termen te kunnen duiden moet aan ten minste drie eisen worden voldaan:
1. Er is een statistisch verband tussen emotionele taakeisen (X) en vermoeidheid (Y)
2. De oorzakelijke variabele X gaat in de tijd vooraf aan uitkomstvariabele Y
3. De invloed van ‘derde variabelen’ (bijv. negatieve affectiviteit) op de relatie tussen X en Y kan worden uitgesloten



Aan welke eis voldoet cross-sectioneel onderzoek niet: tweede

Waarmee kunnen causale relaties beter onderzocht worden: longitudinaal onderzoek
• Effectgrootte:
verwachte sterkte van de verbanden tussen variabelen.
• Hoeveel deelnemers heeft de A&G psychologie in onderzoek meestal nodig (effectgrootte):
minimaal enkele honderden

Waardoor minder spreiding (variantie):
vooral de gezonde en vitale medewerkers geven gehoor aan het onderzoek, of juist vooral alle stressvolle medewerkers

Gevolg:
eventuele verbanden tussen bijvoorbeeld werkdruk en vermoeidheid zijn moeilijker vast te stellen
• Frese en Zapf (1988) →
1. Objectieve stressoren: .......
2. Subjectieve stressoren: .......
1. Objectieve stressoren: wanneer deze geen voorwerp zijn van cognitieve of emotionele verwerking
2. Subjectieve stressoren: wanneer dit wel het geval is
• Spanningen spelen een medierende rol wanneer aan de volgende drie voorwaarden is voldaan:
1. De werkdruk hangt significant samen met zowel spanningen als ziekteverzuim

2. De spanningen vertonen een significante samenhang met ziekteverzuim

3. De correlatie tussen werkdruk en verzuim verdwijnt (of vermindert significant) na controle voor de correlatie van beide variabelen met spanningen
• Doel van een meta-analyse:
de resultaten van verschillende studies naar een bepaald verschijnsel met elkaar in verband te brengen en te integreren
• Vier stappen tijdens een meta-analyse:
1. Omschrijven van het te onderzoeken verschijnsel of verband: het te onderzoeken verschijnsel wordt zo precies mogelijk gedefinieerd
2. Verzamelen van studies waarin het betreffende verschijnsel of verband is onderzocht
3. Studies selecteren
4. Resultaten van de geselecteerde studies samenvatten
• Multiniveau-analyse:
soort multipele regressieanalyse die rekening houdt met meer aggregatieniveaus in de onderzoeksgegevens; analysetechniek die informatie op diverse niveaus aankan