Vragen Hoofdstuk Veilig Werken

Front 1

Wanneer gebeuren de meeste ongevallen?

Back 1

Tijdens het klaarmaken van het middel (90%)

10% van de gevallen tijdens het toepassen.

Front 2

Waaraan moet de ruimte voldoen waar middelen klaargemaakt worden?

Back 2

1. Oogdouche/oogspoelfles

2. Netjes, opgeruimd en goed verlicht.

3. Voldoende ventilatie

4. Dient afgeschermd te zijn van andere ruimtes en apparatuur

5. De sleutels liggen opgeborgen op een logische plek

Front 3

Waar kan je eventuele morsingen mee oplossen?

Back 3

Bepaalde absorberende middelen.

Front 4

Wat is de wachttijd voor het herbetreden van een kas wanneer er een gewasbehandeling is uitgevoerd?

Back 4

Ramen gesloten = 8 uur

Ramen wijd open = 1 uur

Front 5

Wat is de wachttijd voor het herbetreden van een kas wanneer er een ruimtebehandeling is uitgevoerd?

Back 5

Onvolledige beluchting = 4 uur

Ramen wijd open = 2 uur

Front 6

Na een behandeling kunnen er een aantal re-entry regels van toepassing zijn. Welke?

Back 6

1. Niet roken, eten en drinken tijdens het werk.

2. Handen wassen voor iedere pauze en sanitaire stop

3. PBM's dragen

Front 7

13 t/m 15 jarige mogen aan veel middelen niet blootgesteld worden, maar er zijn ook extra punten i.v.m. oudere tieners. Welke?

Back 7

1. Mogen alleen het gewas in wanneer er geen handschoenen gedragen te worden.

2. Tenminste 14 dagen na een toepassing mogen ze werken, tenzij het risico-index lager ligt dan 0,1.

Front 8

Wat moet je doen met een bewusteloos slachtoffer?

Back 8

Direct in contact brengen met frisse lucht en niet laten braken of drinken.

Front 9

Wat moet je doen bij aantasting met bijtende en irriterende stoffen?

Back 9

1. Niet laten braken

2. Geef 1 á 2 glazen water (verdunnen van de stof)

3. Als laatste de mond laten spoelen

Front 10

Wat moet je doen bij aantasting met niet bijtende en irriterende stoffen?

Back 10

Niet laten drinken, maar wel laten braken!

Front 11

Wat moet je doen bij aantasting met olieachtige middelen?

Back 11

Niet laten drinken en braken.

Front 12

Waar staan H-zinnen voor?

Back 12

Directe gevaren

Front 13

Waar staan P-zinnen voor?

Back 13

Voorzorgsmaatregelen

Front 14

Wat betekenen deze symbolen?

Back 14

Explosief

Ontvlambaar

Oxiderend (bevorderen verbranding van andere stofen)

Irriterend, sensibiliserend, schadelijkCorosief

Toxisch

Milieugevaarlijk

Op langere termin gevaarlijk voor de gezondheid

Houder onder druk

Front 15

Mogen bijtende stoffen gebruikt worden door 16 jarigen?

Back 15

Ja, mits er toezicht is.

Front 16

Mogen stoffen met H-zinnen in aanraking komen met 16 en 17 jarigen?

Back 16

Nee

Front 17

Waar staat LD50 voor?

Back 17

Hoeveelheid aan stof dat nodig is om de helft van de populatie te doen sterven.

Mg/kg lichaamsgewicht

Front 18

Wat is een toxicologische groep?

Back 18

Stoffen die dezelfde vergiftigingsverschijnselen opwekken. Belangrijk voor een arts om te weten!

Front 19

Hoe werk je (globaal) hygiënisch met gewasbeschermingsmiddelen?

Back 19

1. Polsen en handen wassen bij elke sanitaire stop

2. Niet eten tijdens het werk

3. Grondig wassen van de handen, het gezicht en de onderarmen

4. Gedragen kleding mag niet gebruikt worden voor andere werkzaamheden

5. Combineer de werkzaamheden niet met ander werk!

Front 20

Wanneer dien je huidsbescherming te dragen? (6)

Back 20

1. Bij het bereiden van de vloeistof

2. Bij het vullen van de tank

3. Tijdens het uitvoeren van de behandeling

4. Reparatie en schoonmaak van het apparatuur

5. Bij herbetreding en re-entry van pas gespoten gewas.

6. Bij contact met vaten/verpakkingen waar nog resten van het middel in zitten.

Front 21

Wat zijn de voor- en nadelen van wegwerp spuitoveralls?

Back 21

Voordelen:

-kunnen onder alle omstandigheden gebruikt worden

-er kan telkens begonnen worden met schone kleding

Nadelen:

-kwetsbaar en kan eenmalig gebruikt worden

-wordt gezien als chemisch afval

Front 22

Beschrijf duurzame ademende spuitoveralls

Back 22

Ademend tot 37 graden celcius

Licht, soepel, waterdicht en elastisch materiaal.

Sterke scheurweerstand en een lange levensduur.

Machine wasbaar.

Front 23

Beschrijf duurzame spuitoveralls (niet ademend)

Back 23

Gemaakt van PVC (dik materiaal)

Hindert de bewegingsvrijheid en de warmteafvoer is niet optimaal.

Front 24

Beschrijf katoenen overalls

Back 24

Enkel bescherming bij poeder- en granulaatmiddelen.

Zodra de overall nat wordt, dringen alle middelen naar binnen.

Enkel voor gebruik bij droge gewassen

Front 25

Is regenkleding geschikt voor werk met gewasbeschermingsmiddelen?

Back 25

Nee!

Front 26

Hoe dien je handschoenen te dragen?

Back 26

De mouwen over de manchetten van de handschoen.

Front 27

Welke typen handschoenen zijn er? (4)

Back 27

Dunne nitril/neopreen handschoenen:

-te gebruiken in alle omstandigheden

-hoge vingergevoeligheid

-vervangen na 5 keer!

Dikke nitril/neopreen handschoenen:

-te gebruiken in alle omstandigheden

-zwaarder materiaal

Chirurgische latex/vinyl handschoenen:

-niet geschikt

Werkhandschoenen katoen/leer:

-soms te gebruiken bij herbetreden

-weinig bestand tegen chemicaliën

Front 28

Waaraan dienen werklaarzen te voldoen en wanneer draag je ze?

Back 28

Dienen vloeistofdicht te zijn en een stalen neus te hebben.

Broekspijpen over de laarzen heen.

Gebruik bij ALLE werkzaamheden.

Nooit in de kantine of het woonhuis dragen!

Front 29

Wanneer gebruik je gelaatsmaskers?

Back 29

Bij kans op inademing van het middel.

Front 30

Beschrijf een halfgelaatsmasker

Back 30

1. Sluit enkel om de ademhalingswegen.

2. Relatief licht

3. Groot gezichtsveld

Front 31

Beschrijf een volgelaatsmasker

Back 31

1. Veiliger in alle omstandigheden

2. Beschermd ook de ogen

3. Stabieler op het gezicht

Front 32

Beschrijf een volgelaatsmasker met aanblaassysteem

Back 32

1. Lucht wordt aangezogen door gedragen motor.

2. Lichte overdruk (lekken stromen eerder naar buiten)

3. Verkoelde lucht

4. Valt te gebruiken met bril en baard.

Front 33

Wat voor filters dien je te gebruiken met een aanblaassysteem?

Back 33

Speciale filters met een grotere capaciteit

Front 34

Er zijn ook volgelaatsmaskers met geïntegreerde aanblaassystemen. Wat zijn de voor- en nadelen hiervan?

Back 34

Voordelen:

-geen gedragen motor

Nadelen:

-werkt alleen wanneer de motor functioneert, dus niet veilig genoeg om mee te werken in afgesloten ruimtes

Front 35

Zijn grofstofmaskers geschikt?

Back 35

Nee, voor geen enkel middel!

Front 36

Werken maskers met 1 filter makkelijker dan met 2?

Back 36

Nee, de ademweerstand ligt hoger bij maskers met 1 filter.

Front 37

Hoe controleer je de kwaliteit van de adembescherming? (3)

Back 37

1. Controleer en of de binnenkant van het masker schoon is.

-verwijder het kapje aan de voorzijde om de ventielen te controleren

2. Zet het masker op en controleer de onderdruk.

-plaats je handpalm over de filterbusaansluiting.

-gelaatsmasker dient in te drukken

-stel de hoofdband zodoende bij.

3. Controleer de uitlaat.

-plaats je handpalm over het uitlaatventiel en adem uit.

-masker dient op te bollen.

-stel de hoofdband zodoende bij.

Front 38

Waaraan herken je een defect inlaatventiel?

Back 38

Benauwdheid

Front 39

Waarom is een goed functionerend uitlaatventiel belangrijk?

Back 39

Anders kan er ongereinigde lucht naar binnen komen.

Front 40

Waar is een filter met een bruine band voor (A-filter)?

Back 40

Organische stoffen en dampen

Front 41

Waar is een filter met een grijze band voor (B-filter)?

Back 41

Anorganische stoffen en zure dampen

Front 42

Waar is een filter met een witte band voor (P-filter)?

Back 42

Stof en nevel

Front 43

Welke AP filter is geschikt voor volgelaatsmaskers?

Back 43

A2P3

Front 44

Welke AP filter is geschikt voor halfgelaatsmaskers?

Back 44

A2P2

Minder ademweerstand

Front 45

Wat is de houdbaarheid van een filter?

Back 45

8 werkuren

Na 1 maand sowieso niet meer gebruiken!

Front 46

Hoe bewaar je filters?

Back 46

Altijd luchtdicht!

Front 47

Welk soort middel is het minst veilig om te gebruiken?

Back 47

Poeders.

Verstuiven zeer makkelijk en zijn moeilijker af te meten.

Front 48

Benoem de stappen voor het onderhoud van een masker na gebruik (7)

Back 48

Na gebruik altijd schoonmaken! Draag hierbij altijd handschoenen en raak de binnenkant van het masker niet aan. Laat je masker jaarlijks testen bij een gespecialiseerd bedrijf of de leverancier!

1. Verwijder filterbussen en sluit ze af met bijbehorende deksels.

2. Berg de filters op in de filterdoos.

3. Spoel en borstel het masker schoon in lauw water met zachte zeep of desinfectans.

4. Spoel het masker na.

5. Het gelaatsstuk desinfecteren met Superol

6. Laat het masker drogen in een goed geventileerde ruimte.

7. Wrijf het rubber in met talkpoeder

Front 49

Waaraan dienen PBM's te voldoen?

Back 49

CE-markering (CE-klasse III wenselijk)

Maskers dienen ook een NEN-EN 149 goedkeuring te hebben.

Front 50

Wat zijn de stappen voor het toedienen van gewasbeschermingsmiddelen? (9)

Back 50

1. Het masker en filter controleren

2. PBM's aantrekken

3. Uitvoeren behandeling

4. Handschoenen wassen

5. Masker afzetten en filters er af halen

6. Masker wassen

7. Overall en laarzen uittrekken

8. Laarzen afspoelen en uiteindelijk de handschoenen ook

9. PBM's opbergen

Front 51

Wat zijn de stappen voor het toedienen van gewasbeschermingsmiddelen? (9)

Back 51

1. Toedieningsapparaat controleren

2. Etiket middel lezen

3. Hoeveelheid middel berekenen

4. PBM's controleren en aantrekken

5. Middel klaarmaken

6. Toedieningsapparaat vullen

7. Middel toedienen

8. Spuitrestanten verantwoord afvoeren

9. Toedieningsapparaat reinigen en hierna de PBM's.

Front 52

Hoe voorkom je resistenties? (4)

Back 52

1. Aanbevolen dosering aanhouden

2. Zo goed mogelijk het middel verdelen

3. Goed afwisselschema van middelengebruik

4. Niet uitsluitend chemische middelen inzetten

Front 53

Wat houdt de term "inunderen" in?

Back 53

Een stuk grond onder water zetten.