Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
31 Cards in this Set
- Front
- Back
Benoem de kenmerken van een cervicaal radiculair beeld. |
- Pijn in de nek, schouder en arm. Veelal tot in de vingers. - Tintelingen. - Uitvalsverschijnselen van reflexen, spierkracht en sensibiliteit. - Beperkte beweeglijkheid van de plexus brachialis (positieve zenuwrektest). |
|
Welke zenuwen zijn meestal aangedaan bij een cervicaal radiculair beeld? |
C6 of C7 |
|
Wat zijn veelal de oorzaken van een cervicale radiculopathie? |
discuslijden (discusprotrusie), degeneratie facetgewrichten, uncarthrosis en vernauwing foramen intervertebrale |
|
Waar staat WAD voor? |
Whiplash Associated Disorders |
|
Leg de WAD-indeling uit. |
0. Geen klachten, geen subjectieve en objectieve afwijkingen. 1. Pijn, stijfheid en gevoeligheid in de nek, maar geen objectieve afwijkingen. 2.Nekklachten en andere klachten van houdings- en bewegingsapparaat (bijvoorbeeld afgenomen mobiliteit, drukpuntgevoeligheid). 3.Nekklachten en neurologische uitvalsverschijnselen. 4. Nekklachten en fracturen of dislocaties. |
|
Benoem de prognostische factoren voor een whiplash. |
|
|
Benoem de rode vlaggen voor hoofdpijn |
- Eerste hoofdpijn > 40 jaar - Nieuwe hoofdpijn > 50 jaar - Temporale hoofdpijn > 50 jaar (arteriitis temporalis) - Plotseling ernstige hoofdpijn; eerste teken voor een herseninfarct, afsluiting a. vertebralis of cirkel van Willis. - Hoofdpijn in combinatie met neurologische verschijnselen - “Sentinel headache” (occipitale eenzijdige hoofdpijn als“waarschuwing” voor een aneurysma a. vertebralis, a. carotis int.) - Toenemende hoofdpijn ondanks behandelingen |
|
Benoem de rode vlaggen voor de CWK |
< 20 jr of >50 jr
Trauma Langdurig gebruik van corticosteroïden Neurologische uitval Neurologische klachten in benen / watten gevoel onder voeten Problemen met de stoelgang/ incontinentie Heesheid / slikklachten Structurele standsafwijkingen |
|
Benoem de verschillende vormen van hoofdpijn. |
Primaire hoofdpijnen - Migraine - Tension-Type Headache (TTH ofwel spanningshoofdpijn) - Clusterhoofdpijn - Andere primaire hoofdpijnen Secundaire hoofdpijnen - Hoofdpijn t.g.v. whiplash - Medicatieafhankelijke hoofdpijn - Cervicogene hoofdpijn - Temporomandibulaire hoofdpijn |
|
Klinische presentatie cervicogene hoofdpijn |
- Unilateraal “sidelocked” - Start occipitaal - Niet pulserend - Uitlokbaar - (Vaak) cervicale bewegingsbeperking - Arm/schouderpijn mogelijk (ipsilateraal) - Uren tot weken |
|
Benoem de kenmerken van de atlas. |
De kogellager van de schedel - Het ontbreken van een wervellichaam - Bovenste gewrichtvlakken zijn concaaf - Onderste gewrichtsvlakken zijn convex - Rudimentaire (weinig tot ontwikkeling gekomen) processus spinosus - Relatief grote processi transversi met een foramen |
|
Benoem de kenmerken van de axis. |
De dens: de tand van de draaier - Fascies articulare anterior en posterior - Fovea articularis superior en inferior - Grote processus spinosus - Kleine processus transversus |
|
Functie van ligg. alaria - Wat gebeurt er bij bewegingen van het hoofd? |
- Bij lateroflexie komt het homolaterale lig.alare-atlantale en het heterolaterale lig. alare-occipitale op spanning - De dorsaalflexie wordt wel in hoofdzaak beperkt door de ligg. alaria - De grootste spanning op de ligg. wordt veroorzaakt door een combinatie van rotatie en ventraalflexie |
|
Art. Atlanto-axialis - Waar zit het? - Functie |
Gewricht tussen de atlas en de axis. Gewricht heeft een wankel evenwicht. Een combinatie van ligamenten en spieren moet zorgen voor stabiliteit. Functie: rotatie, flexie, extensie (tijdens lateroflexie is er in het art. atlanto-axialis totaal geen beweeglijkheid) |
|
Tension Type Headache Definitie |
In de recente NHG-standaard Hoofdpijn wordt spanningshoofdpijn als volgt gedefinieerd: |
|
Clusterhoofdpijn definitie |
De NHG-standaard Hoofdpijn beschrijft clusterhoofdpijn als volgt:
Clusterhoofdpijn wordt gekenmerkt door aanvalsgewijs optreden van hevig bonzende of stekende eenzijdige hoofdpijn rondom het oog of temporaal, die onbehandeld 15 tot 180 minuten duurt. De aanvallen gaan in tegenstelling tot migraine bijna nooit gepaard met misselijkheid en/of braken. De aanvallen treden op in clusters van enkele weken tot maanden. Daarna kan de patiënt soms maanden tot jaren volkomen vrij van hoofdpijnaanvallen zijn. De frequentie is doorgaans één tot acht aanvallen per dag. Begeleidende verschijnselen kunnen zijn: ipsilateraal een rood oog, tranend oog, neusverstopping, loopneus, zweten van gezicht en voorhoofd, pupilvernauwing, hangend ooglid of oedeem van het ooglid. |
|
Migraine definitie |
In de NHG-standaard Hoofdpijn wordt een beschrijvende definitie van migraine gegeven:
Migraine wordt gekenmerkt door herhaalde aanvallen van matige tot heftige, meestal eenzijdige bonzende hoofdpijn, met misselijkheid en/of braken, die erger worden bij het lichamelijke activiteit zoals traplopen. Daarnaast is vaak sprake van licht- en geluidsovergevoeligheid. De duur van een hoofdpijnaanval ligt onbehandeld tussen de 4 en 72 uur. Een aanval korter dan 4 of langer dan 72 uur sluit migraine uit. De hoofdpijnaanvallen verhinderen dagelijkse activiteiten. Migraine kan vooraf worden gegaan door een aura. |
|
Wat is de latijnse benaming voor C2? |
de axis
|
|
Wat is het onderscheid tussen aspecifieke en specifieke nekklachten? |
Non Specific - Aspecifieke nekklachten - pijn mechanisch opwekbaar - geen uitstraling voorbij de elleboog - geen rode vlaggen Specific serious en specific non-serious |
|
Cluster van Wainner |
Cluster om cervicale radiculopathie aan te tonen - < 60 graden rotatie (naar aangedane zijde)- Spurling test - Distraction test - ULTT Uitvoering altijd alle 4 uitvoeren - bij 2/4 positief: 56% kans op radiculair syndroom - bij 3⁄4 positief: 94% kans op radiculair syndroom - bij 4/4 positief: 99% kans op radiculair syndroom |
|
Fasen whiplash |
- Verschillende fasen:
o Fase 1 (0-4 dagen) o Fase 2 (4 dagen - 3 weken) o Fase 3 (3 - 6 weken) o Fase 4 (6 weken tot 3 mnd )o Fase 5-6 (>3 mnd) Indeling afgeleid van het fysiologisch weefselherstel |
|
Vragenlijsten / klinimetrie whiplash |
- |
|
Welke musculatuur onderzoek je met de Cranio Cervicale Flexie test? |
diepe nekflexoren |
|
Klinische presentatie migraine |
- Unilateraal met “sideshift” - Start fronto-temporaal - Pulserend - Niet uitlokbaar - (Vaak) geen cervicale bewegingsbeperking - Geen arm/schouderpijn (ipsilaterale) - Max 72 uur |
|
Klinische presentatie cervicogene hoofdpijn |
- Unilateraal “sidelocked” - Start occipitaal - Niet pulserend - Uitlokbaar - (Vaak) cervicale bewegingsbeperking - Arm/schouderpijn mogelijk (ipsilateraal) - Uren tot weken |
|
Benoem de behandeldoelen tijdens fase 1 van een whiplash. |
- Fase 1(0 - 4 dagen) ▫ Verminderen van pijn (evt. pijnmedicatie) ▫ Afname belasting ▫ Vergroten van kennis en inzicht |
|
Benoem de behandeldoelen tijdens fase 2 van een whiplash. |
- Fase 2(4 dagen - 3 weken) ▫ Functies verbeteren ▫ Belasting stapsgewijs opbouwen ▫ Vergroten van kennis en inzicht |
|
Benoem de behandeldoelen tijdens fase 3 van een whiplash |
- Fase 3(3 - 6 weken) ▫ Pijn mag niet meer centraal staan! ▫ Activiteiten en participatie uitbreiden naar normaal niveau ▫ Bevorderen van adequate omgang met klachten |
|
Benoem de behandeldoelen tijdens fase 4 van een whiplash. |
- Fase 4 (6 weken - 3 mnd) ▫ Voortzetting fase 3( Pijn mag niet meer centraal staan, Activiteiten en participatie uitbreiden naar normaal niveau, Bevorderen van adequate omgang met klachten) ▫ Participatie werk bevorderen |
|
Benoem de behandeldoelen tijdens fase 5-6 van een whiplash. |
Bij géén vooruitgang in activiteiten en participatie na 4 weken wordt gesproken van vertraagd herstel! - Fase 5 -6 (> 3 mnd) ▫ Invulling behandeling = fase 4 ▫ Afsluiting wanneer behandeldoelen bereikt zijn of géén verder herstel verwacht wordt Bij langer voortdurende klachten neemt de kans op volledig herstel af! |
|
Benoem de prognostische factoren bij een whiplash. |
- Hoge baseline pijnintensiteit (> 5.5/10); - Hoofdpijn vanaf het begin; - Lager opgeleid; - Geen autogordel gedragen; - Lage rugpijn vanaf het begin; - Hoge Neck Disability Index score (> 14.5/50); - Nekpijn voor ongeval; - Nekpijn vanaf het begin (ongeacht de intensiteit); - Catastroferen; - Vrouwelijk geslacht; - WAD graad 2 of 3; - WAD graad 3 alleen. |