• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/53

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

53 Cards in this Set

  • Front
  • Back

De student kan de consequenties van spondylose op langer termijn benoemen (spondylolysis, spondylolisthesis, spondylodesis)

Spondylose is eenverzamelnaam van alle degeneratieve aandoeningen aan de wervels. Dit kan zowelspondylolyse als spondylolisthesis veroorzaken (zie bovenstaande termen). Doormiddel van het vastzetten van wervels (spondylodesis) kunnen verschuivinge...

Spondylose is een verzamelnaam van alle degeneratieve aandoeningen aan de wervels. Dit kan zowel spondylolyse als spondylolisthesis veroorzaken (zie bovenstaande termen). Door middel van het vastzetten van wervels (spondylodesis) kunnen verschuivingen van wervels ten opzichte van elkaar voorkomen worden.

De student kan de kenmerken van een lumbaal radiculair syndroom benoemen.

- Unilaterale pijn in been > rugpijn.


- Pijn straalt in het algemeen uit tot voet/tenen.


- Niet discogeen van oorsprong (dia 11).


- Paraesthesie,sensibiliteitsstoornis.


- Neuromeningeale prikkeling.


§ Afgenomen straight leg raising, slump.


- Motorische,sensibele of reflex functie afname. Passend bij één segment.

De twee corpora met de tussenliggende discus vormen:

Ø Symphysis intervertebralis (voorste intervertebrale gewricht). 


 (corpussen die in bewegelijkheid zijn met elkaar = voorste intervertebralegewricht / Symphysis is een bindweefselverbinding oftewel de ‘discusintervertebralis’). 


 Beide f...

Ø Symphysis intervertebralis (voorste intervertebrale gewricht).




(corpussen die in beweging zijn met elkaar = voorste intervertebrale gewricht / Symphysis is een bindweefselverbinding oftewel de ‘discus intervertebralis’).




Beide facetgewrichten tussen de twee 2 wervels:


Ø Articulatio zygapophysialis (achterste intervertebrale gewricht).




(Processus articularis inferior en processus articularis superior).




Zygos: brug(tussen 2 wervels)

Welke twee gewrichten?
Waar liggen de gewrichten?
Wat zijn de gewrichtspartners?

Welke twee gewrichten?


Waar liggen de gewrichten?


Wat zijn de gewrichtspartners?

1. Articulatio capitis costae.


2. Articulatio costotransversaria.




Waar liggen de gewrichten?


Alle thoracale wervels behalve T11-T12.




Wat zijn de gewrichtspartners?


- Art. capitis costae: caput costae en fovea costalis inferior en superior op de wervel.(inferior bovenste wervel en superior onderste wervel)


- Art. costotransversaria: tuberculum costae en fovea costalis processus transversi.

De student kan van de vertebrale gewrichten, rib-wervel gewrichten en het SI-gewricht de bewegingsmogelijkheden benoemen.

....

De student kan de bouw van de discus van het voorste intervertebrale gewricht beschrijven

Het voorste intervertebrale gewricht: symphysis intervertebralis.


Deze wordt gevormd door de twee corpora met de tussenliggende discus

De student kan de histologie en werking van de nucleus en anulus fibrosus beschrijven.

De discus wordt onderverdeeld in 2 delen:




1. Nucleus pulposus: dit is het binnenste gedeelte van de discus. Dit is een gelkussentje. Het is stootvast.




2. Anulus fibrosus: dit is de buitenste laag van de discus. Deze is trekvast.





Opbouw anulus fibrosis

· Vezels maken hoek van +/- 30 graden met eindplaat.


· Vezels van opeenvolgende lamellen hebben tegengestelde richting.


· 10-12 lagen.


· Rotaties geven rek en ontspanning van de vezels.


· Compressie geeft rek.




Lohman zegt dat de lamellen ineen hoek van 40-70 graden staan en zijn spiraalvorming.




Door deze verschillen in richting kunnen de anulusvezels zowel een rotatie links- als rechtsom weerstaan + trekkrachten. En dekrachten die ontstaan door het dikker worden van de nucleus. Bij een geroteerderotatie verkleint de discus intervertebralis.




Bij een rotatie neemt de dikte van detussenwervelschijf af.

De student kan aan de hand van de stand van een facetgewricht in de ruimte de bewegingsmogelijkheid beschrijven

...

De student kan de ligamenten van de rib-wervelgewrichten en SI-gewricht op een plaatje herkennen.

....

Wat is de etiologie van osteoporose?

- Hoge osteoclastenactiviteit.


- Lage osteoblastenactiviteit.

De student kan de gele vlaggen voor aspecifieke lage rug pijn benoemen.

....

De student kan de systemen van de rugspieren benoemen.

Rugspieren (ramidorsales) 
 De indeling van derugspieren is naar vezelverloop: 
 §  Spinaal systeem (blauw) 
 §  Transversospinaal systeem (rood) 
 §  Lateraal systeem (groen) 
 -       Tranversaal-       Intertransversaal 
§  Spinotransversaa...

Rugspieren (ramidorsales)


De indeling van derugspieren is naar vezelverloop:


§ Spinaal systeem (blauw)


§ Transversospinaal systeem (rood)


§ Lateraal systeem (groen)


- Tranversaal- Intertransversaal


§ Spinotransversaal (paars/roze)

Het transversospinaal systeem

- mm. rotatores breves


- mm. rotatores longi


- m. multifidi


- m. semispinalis

Het spinotransversaal systeem

- mm. splenii:


§ m. spleniuscapitis


§ m. splenius cervicus.

Het lateraal systeem

Dit systeem valt weer onder te verdelen in transversaal en intertransversaal




Lateraal systeem,transversaal:


- m. iliocostalis


- m. longissimus




Lateraal systeem,intertransversaal:


- mm.intertransversarii

Het spinaal systeem

M. spinalis


MM. interspinalis

De student kan de rol van het spiercorset van de romp m.b.t. stabiliteit beschrijven.

....

De student kan de drie sturingssystemen volgens het stabiliserend systeem benoemen.

- Passieve systeem: wervels, disci, ligamenten


- Actieve systeem: spieren + pezen


- Neurale systeem: zenuwen + CZS

Geef de definitie van instabiliteit volgens Panjabi

Clinical instability is defined as a significant decrease in thecapacity of the stabilizing system of the spine to maintain theintervertebralneutral zones within the physiological limits so that there is noneurological dysfunction, no major deformity, and noincapacitating pain.”

Ofwel in het Nederlands:

In het licht van de biomechanica van de lumbale wervelkolom geeft Panjabi een definitie die volgt uit het concept van de ‘neutrale zone’. In een bewegingssegment kan de bewegingsuitslag onderverdeeld worden in:
een neutrale zone – het eerste deel van de beweging waar weinig interne spanning optreedt


een elastische zone – het laatste deel van de beweging waarbij, naar het einde toe, interne weefselspanning optreedt.




Instabiliteit wordt dan "een vermindering van de mogelijkheid van het stabiliserend systeem van de wervelkolom om de neutrale zone van de bewegingsuitslag van een segment binnen de fysiologische grenzen te houden".

De student kan de clinical prediction rules voor de LWK benoemen

Definitie: en aantal klinischeverschijnselen geven een voorspelling van een bepaald onderzoek. Is het wel ofniet aanwezig op basis hiervan? Voorbeeld: om te kijkenof er sprake is van SI-betrokkenheid kan er gebruik gemaakt worden van het Clusterva...

Definitie: een aantal klinische verschijnselen geven een voorspelling van een bepaald onderzoek. Is het wel of niet aanwezig op basis hiervan? Voorbeeld: om te kijken of er sprake is van SI-betrokkenheid kan er gebruik gemaakt worden van het Cluster van Van der Wurff. Van de 5 testen moeten er minimaal 3 positief zijn om te kunnen concluderen of er sprake is van SI-betrokkenheid.





Op welk niveau van de wervelkolom zijn de disci het grootst?

Op lumbaal niveau zijn de disci het grootst

Op lumbaal niveau zijn de disci het grootst

Op welk niveau van de wervelkolom is de beweeglijkheid het grootst?

De beweeglijkheid is het grootst op cervicaal niveau. De beweeglijkheid heeft te maken met de relatieve discushoogte (hoe hoog de discus is in verhouding tot de wervel).

Beweeglijkheid neemt toe van links naar rechts dus thoracaal is het minst b...

De beweeglijkheid is het grootst op cervicaal niveau. De beweeglijkheid heeft te maken met de relatieve discushoogte (hoe hoog de discus is in verhouding tot de wervel).




Beweeglijkheid neemt toe van links naar rechts dus thoracaal is het minst beweeglijk, vervolgens komt lumbaal en cervicaal tot slot is het meest beweeglijk. Dit is afhankelijk van de ratio’s.

Beschrijf het verschil tussen mechanische en klinische instabiliteit.

Mechanische instabiliteit: Onvermogen van de wervelkolom omkrachten te weerstaan.




Klinische instabiliteit: Klinische gevolgen van een neurologischestoornis en/of pijn.

Wat is de neutrale zone (met betrekking tot stabiliteit)?

De stand van de wervelkolom waarin je spieren zo min mogelijk op spanning staan en je ligamenten zo min mogelijk hoeven te doen.

Wat is MCI (Motor Control Impairment)?

Bij motor control impairment is er een duidelijke vermindering van de capaciteit van het stabiliserende systeem van de wervelkolom. Tijdens bewegen of lang aanhouden van één houding kan de locale musculatuur (de local stabilizers) de stabilitei...

Bij motor control impairment is er een duidelijke vermindering van de capaciteit van het stabiliserende systeem van de wervelkolom. Tijdens bewegen of lang aanhouden van één houding kan de locale musculatuur (de local stabilizers) de stabiliteit in de wervelkolom niet meer handhaven, zodat neurologische dysfunctie kan optreden en ernstige beperkingen en heftige pijn kan ontstaan.

Wat zijn de symptomen bij osteoporose?

- Verlaagde botmassa.


- Spontane breuken (minimale trauma).


- Flexie houding.

Wat is de pathogenese van osteoporose?

- Sterke toename botafbraak.


- Afname botaanmaak.

Hoe kan de diagnose osteoporose worden gesteld?

Vanwege sluipend beloop, diagnose vaak te laat. Diagnose d.m.v. :


- Röntgenfoto.


- CT-scan.

Hoe kan osteoporose behandeld worden?

- Hormoonpreparaat.


- Bewegen.


- Voeding (calcium, vitamine D, etc.)

Wat is osteoporose precies?

Een andere benaming voor osteoporose is ‘botontkalking’. Dit is het brozer wordenvan je botten. Dit is uit de naam af te leiden, omdat osteoporose letterlijk poreus botbetekent. Dit betekent dus dat er een hoge osteoclasten activiteit is in vergelijkingmet die van de osteoblasten. Deze aandoening komt vooral op latere leeftijd voor enkomt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen (boven 60 jaar: vrouwen 1:3 / mannen1:7). Dit komt doordat het vrouwelijke hormoon oestrogeen afneemt na de overgang.Oestrogeen remt de afbraak van botmassa af. Osteoporose is niet hetzelfde alsartrose. Artrose is een reumatische aandoening waarbij het kraakbeen in hetgewricht slijt. Bij de meeste mensen wordt osteoporose pas duidelijk bij eenbotbreuk. Het is belangrijk dat je voldoende calcium en vitamine D binnen krijgt.Vitamine D zorgt er namelijk voor dat calcium kan worden opgenomen in de botten.Dit gaan botontkalking tegen.

De student kan de drie fasen van de stabiliteitstraining benoemen.

De drie fasen van Motor Control Impairment (MCI) zijn:


- Cognitieve fase:‘’Geïsoleerd trainen van het lokale spiersysteem, zonder inschakeling van hetglobale spiersysteem’’.


- Associatieve fase:‘’Aanleren van specifieke deelbewegingen met inschakeling van het globalespiersysteem en controle op co-contractie van het lokale spiersysteem’’.


- Autonome fase:‘’Integreren van specifieke bewegingen in ADL’’.

Hoe ziet de triage van de lage rug er uit?


Wat zijn kenmerken van aspecifieke lage rugklachten?

- Hoofdzakelijk tussen 20 e en 55 e jaar.


- Lumbosacraal, gluteaal en bovenbenen (pijn).


- Pijn wordt mechanisch beïnvloed:


Varieert door lichamelijke activiteit.


Varieert per tijdstip,


- Geen algemene ziekteverschijnselen.

Wat is de epidemiologie van algemene lage rugklachten in Nederland?

- 60-90% life-time prevalentie.


- 50-250 per 1000 per jaar.


- 70% consulteert eenmalig.


- 50% herstel binnen 1 week.


- 80-90% herstel binnen 4-6 weken.


- 95% herstel binnen 3 maanden.

Welke drie meetinstrumenten worden geadviseerd volgens de KNGF-richtlijn lage rugpijn?

- Numeric Rating Scale (NRS).


- Patiënt Specifieke Klachten (PSK).


- Quebec Backpain Disability Scale (QBDC).

Welke profielen zijn er in de KNGF-richtlijn lage rugpijn?

Profiel 1: Aspecifieke lage rugpijn met een normaal beloop van het herstel




Profiel 2: Aspecifieke lage rugpijn met een afwijkend beloop zonder dominante aanwezigheid van psychosociale herstelbelemmerende factoren




Profiel 3: Aspecifieke lage rugpijn met een afwijkend beloop met dominante aanwezigheid van psychosociale herstelbelemmerende factoren

Wanneer is er sprake van een afwijkend beloop bij lage rugklachten?

Er is sprake van een 'afwijkend beloop' als de beperkingen in activiteiten en participatie in de tijd niet afnemen, maar gelijk blijven of zelfs toenemen. We spreken van een afwijkend beloop en een vertraagd herstel als er gedurende 3 weken geen duidelijke toename in activiteiten en afname in participatieproblemen is geweest

Wat zijn de doelen van de fysiotherapeut bij een normaal beloop bij lage rugpijn?

- Hooguit 3 behandelsessies.


- Vergroten van kennis en inzicht.


- Uitleg over wat er is gebeurd met de rug.


- Geruststellen.


- Uitleg over hoe met de rug om te gaan.


- Actief blijven.


- Gunstige prognose!

Wat zijn de doelen van fysiotherapie bij een afwijkend beloop bij lage rugpijn?

- Vergroten van kennis en inzicht bij de patiënt.


- Opbouw van activiteiten en participatie.


- Verbeteren van relevante arthrogene functies.


- Overweeg bij stoornissen in gewrichtsfuncties:


1. Arthrogene mobilisaties of manipulaties* en/of


2. Kortdurende massage of warmtetherapie ter vermindering van de pijn.


- Bevorderen van een adequate wijze van omgang met de klachten.


- Beïnvloeden van andere biopsychosociale factoren die de klachten negatiefbeïnvloeden. (Mits deze door de fysiotherapeut zijn te beïnvloeden).

Wat is de prevalentie van lage rugklachten?

- Aspecifieke lage rugklachten; 90% van alle lage rugklachten.


- Radiculair syndroom; ongeveer 8%.


- Ernstige pathologie; enkele procenten (2%).

Benoem de rode vlaggen bij lage rugpijn.



De student kan de fysiologische relatie tussen gele vlaggen, cortisol en bindweefselbelastbaarheid enherstel beschrijven

...

De student kan de botpunten van de wervelkolom en bekken benoemen en herkennen op een plaatje

...

De student kan de algemene onderdelen van een wervel benoemen.

...

De student kan de specifieke kenmerken van de axis, atlas , een cervicale wervel, een thoracale wervelen een lumbale wervel benoemen en herkennen op een plaatje.

...

De student kan de algemene ligamentaire structuren van de wervelkolom en de ligamentairestructuren van de hoog-cervicale wervelkolom benoemen en herkennen op een plaatje.

...

Hoe ziet de triage van de cwk er uit?

...

De student kan de etiologie, pathogenese en symptomen bij M.Bechterew (ankylosingspondylitis) benoemen.

...

De student kan de etiologie, pathogenese en symptomen van de verschillende fasenvan een Hernia benoemen.

...

De student kan de etiologie, pathogenese en symptomen van kanaalstenosebenoemen.

...

De student kan per systeem de ligging, origo, insertie en innervatie van de rugspierenbeschrijven.

...

De student kan ligging, origo, insertie, functie en innervatie van de buikspierenbeschrijven.

...