Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
45 Cards in this Set
- Front
- Back
- 3rd side (hint)
|
Geef een voorbeeld van een wetenschapper die we tijdens Focusthema 3 voorgesteld hebben. |
Nicolaas Copernicus, Isaac Newton of Albert Einstein. |
|
|
|
Leg uit ‘satelliet’. |
Ruimtetuigen die verschillende taken hebben, bv. foto’s nemen om kaarten te maken, weerman of –vrouw helpen, aan gps in je auto vertellen waar je rijdt, ervoor zorgen dat we kunnen telefoneren naar overal ter wereld, … |
gps telefoneren |
|
|
Leg uit ‘camouflage’. |
Een manier van een dier of een plant om zo min mogelijk op te vallen, door bijvoorbeeld te lijken op de omgeving waarin het dier of de plant leeft. |
minder opvallen |
|
|
Geef een synoniem voor ‘atmosfeer’. |
Dampkring. |
d... |
|
|
Geef twee taken van de atmosfeer of de dampkring. |
1) Voor lucht, water en warmte zorgen. 2) Ons beschermen tegen schadelijke stralen van de zon, maar warme stralen wel doorlaten. |
1) zorgen voor l..., w... en w... 2) beschermen tegen z... |
|
|
Hoelang doet de aarde erover om rond haar eigen as te draaien? |
24 uur of 1 dag én 1 nacht. |
24 |
|
|
Welke twee soorten energie zijn er? |
1) Hernieuwbare energie. 2) Niet-hernieuwbare energie. |
1) h... 2) niet-h... |
|
|
Wat is hernieuwbare energie? |
Bij hernieuwbare energie raakt de grondstof of de energiebron niet uitgeput. |
uitgeput |
|
|
Wat is niet-hernieuwbare energie? |
Bij niet-hernieuwbare energie verbrand je brandstoffen die uit de aarde komen. |
brandstof uit aarde |
|
|
Geef voorbeelden van hernieuwbare energie. |
1) Zonlicht. 2) Wind. 3) Waterkracht. 4) Warmte uit de grond. |
1) z... 2) w... 3) w... 4) w... |
|
|
Geef voorbeelden van niet-hernieuwbare energie. |
1) Aardgas. 2) Aardolie. 3) Hout. 4) Steenkool. 5) Uranium. |
1) a... 2) a... 3) h... 4) s... 5) u... |
|
|
Leg uit ‘puberteit’. |
Bij het volwassen worden verandert ons lichaam zodat we ons kunnen voortplanten. |
lichaam verandert |
|
Wat betekent volgend pictogram? |
Nooduitgang. |
n... |
|
Wat betekent volgend pictogram? |
Giftige stoffen. |
g... s... |
|
Wat betekent volgend pictogram? |
Elektrische spanning. |
e... s... |
|
Wat betekent volgend pictogram? |
Verzamelpunt. |
v... |
|
Wat betekent volgend pictogram? |
Brandblusser. |
b... |
|
Wat betekent volgend pictogram? |
Schadelijke stoffen. |
s... s... |
|
Wat betekent volgend pictogram? |
Licht ontvlambaar. |
l... o... |
|
Wat betekent volgend pictogram? |
EHBO-post. |
eerste hulp bij ongevallen |
|
|
Leg de kringloop van het water uit. Begin met ‘Deel van water stroomt via rivieren naar zee. Ander deel dringt in grond.’ |
1) Deel van water stroomt via rivieren naar zee. Ander deel dringt in grond. 2) Water uit zee, … verdampt door warmte van zon. 3) Waterdamp vormt wolken. 4) Wolken drijven richting land en koelen af. Hoe hoger, hoe kouder. Damp, die afkoelt wordt zwaarder, wordt neerslag. Water valt uit lucht als neerslag: regen, … |
|
|
|
Een experiment telt enkele stappen. Som ze op. |
1) Ik zie, hoor, voel, ruik, proef, … iets. 2. Ik denk na: zou het kunnen dat …? 3) Ik test of doe een proefje. 4) Ik denk opnieuw na. |
|
|
|
Leg uit ‘vulkaan’. |
Berg die vuur spuwt. |
vuur |
|
Bespreek de temperatuur, de windrichting, debewolking, de neerslag en de windsterkte. |
De temperatuur: 14 °C. De windrichting: ZW. De bewolking: enkele wolken. De neerslag: geen. De windsterkte: 5 à 10 km/uur. |
5 à 10 km/uur 14 °C geen ZW enkele wolken |
|
|
Zonne-energie en windenergie kunnen de mensen altijd gebruiken. Waar of niet waar? |
Niet waar. |
Er is niet altijd wind of zon. |
|
|
Hoe meer hernieuwbare energie we gebruiken, hoe beter voor de aarde en het leven op de aarde. Waar of niet waar? |
Waar. |
Hoe meer herbruikbare energie we kunnen gebruiken, hoe beter voor de aarde en leven op aarde. Overal ter wereld doen regeringen hun best om herbruikbare energie te maken. Alleen zo heeft de aarde toekomst. |
|
|
In ons land wordt de meeste elektriciteit gemaakt met windmolens. Waar of niet waar? |
Niet waar. |
In ons land wordt de meeste elektriciteit gemaakt in kern-centrales. Daarvoor gebruikt men uranium, een zeldzame grondstof. Afval is zeer gevaarlijk voor de mens en leven op aarde. |
|
|
Bij niet-hernieuwbare energie verbrand je brandstoffen die uit de aarde komen. Waar of niet waar? |
Waar. |
Die energie kun je slechts 1 keer gebruiken en dan is het op. De aarde kan niet steeds nieuwe grondstoffen voor energie aanleveren. De voorraad raakt ooit op. Ook is er veel afval van die energie. Denk maar aan uitlaatgassen van auto’s of schoorstenen. |
|
|
Planten groeien uit een ei. Waar of niet waar? |
Niet waar. |
Planten planten zich meestal voort met zaden. Zaden zorgen ervoor dat er een nieuwe plant kan groeien. Sporen, bollen of knollen kunnen ook. |
|
|
Alle dieren groeien eerst in de buik van de moeder. Waar of niet waar? |
Niet waar. |
Vogels leggen eieren. Kikkers hebben kikkerdril ... |
|
|
De reu zoogt de kleine hondjes met moedermelk. Waar of niet waar? |
Niet waar. |
De teef zoogt de kleine diertjes met moedermelk. Na een tiental weken kan de pup het nest verlaten. |
|
|
Kuikens worden geboren uit de hen. Waar of niet waar? |
Niet waar. |
Bij de kippen bevrucht de haan een hen. De hen legt één of meerdere eieren. De hen broedt de eieren uit op haar nest. Na ongeveer drie weken komen er kuikens uit het ei. |
|
|
Wij mensen zogen onze kleine kinderen net als alle andere zoogdieren. Waar of niet waar? |
Waar. |
Aan de borsten van mama kan de baby lekkere en voedzame moedermelk drinken. Jawel, wij mensen zogen onze kleine kinderen,net als andere zoogdieren. |
|
|
Een volwassen vrouw draagt haar kind ongeveer 6 maanden. Waar of niet waar? |
Niet waar. |
In de buik van de vrouw groeit een kind. De moeder draagt haar kind ongeveer 9 maanden. Daarna bevalt ze. Een nieuw mensje is geboren. |
|
|
Heel lang geleden was onze planeet heel erg heet. Binnenin is de aarde nog steeds heel erg heet. Waar of niet waar? |
Waar. |
Heel, heel lang geleden was de aarde heel erg heet. Toen de aarde afkoelde, kon er leven ontstaan: planten, dieren, mensen, ... Wij wonen op de afgekoelde korst maar binnenin is de aarde nog steeds heel erg heet. Dat merk je als ‘n vulkaan uitbarst. Dan komt de hete brij uit de aarde naar buiten. |
|
|
In Vlaanderen waait de wind het vaakst uit het noorden. Waar of niet waar? |
Niet waar. |
In Vlaanderen waait de wind het vaakst uit het zuidwesten. |
|
|
De belangrijkste vormen van neerslag zijn regen en sneeuw. Waar of niet waar? |
Niet waar. |
Neerslag is alle vocht dat uit de lucht valt. De belangrijkste vormen van neerslag zijn regen, sneeuw, mist, hagel en ijzel. IJzel is regen die bevriest bij aanraking met de grond. |
|
|
Mist is een wolk die laag tegen de grond hangt. Waar of niet waar? |
Waar. |
Mist is een wolk is die laag tegen de grond hangt. Wat je ziet zijn de kleine druppeltjes van de wolk. Mist is dus bewolking, maar ook een beetje neerslag. |
|
|
Cactussen hebben lange wortels om water uit de grond te halen. Waarmee heeft het te maken: zich aanpassen, zich voortplanten of klein wordt groot? |
Zich aanpassen. |
Zich aanpassen of zich voortplanten? |
|
|
Wij mensen zogen onze kleine kinderen net als alle andere zoogdieren. Waarmee heeft het te maken: zich aanpassen, zich voortplanten of klein wordt groot? |
Zich voortplanten. |
Zich aanpassen of zich voortplanten? |
|
|
Tussen 6 en 12 jaar wisselen je tanden en kiezen voor een volwassen gebit. Waarmee heeft het te maken: zich aanpassen,zich voortplanten of klein wordt groot? |
Klein wordt groot. |
Klein wordt groot of zich voortplanten? |
|
|
In de puberteit verandert ook je gedrag wat. De meeste jongeren in hun puberteit willen wat minder afhangen van hun ouders. Waarmee heeft het te maken: zich aanpassen, zich voortplanten of klein wordt groot? |
Klein wordt groot. |
Klein wordt groot of zich voortplanten? |
|
|
Een kameleon kan van kleur veranderen. Een kameleon die tussen de bladeren van de bomen woont, heeft een groene kleur. Waarmee heeft het te maken: zich aanpassen, zich voortplanten of klein wordt groot? |
Zich aanpassen. |
Zich aanpassen of zich voortplanten? |
|
|
De teef zoogt de kleine diertjes met moedermelk. Na een tiental weken kan de pup het nest verlaten. Waarmee heeft het te maken: zich aanpassen, zich voortplanten of klein wordt groot? |
Zich voortplanten. |
Zich aanpassen of zich voortplanten? |
|
Welk meetinstrument zie je hieronder? |
Een pluviometer of regenmeter. |
|
