Focusthema 4

Front 1

Zeg het met één woord:

‘energie die gewonnen wordt uit de natuur en opgevangen wordt via zonnepanelen’.

Back 1

Zonne-energie.

Hint 1

Z...

Front 2

Zeg het met één woord:

‘een paneel dat stralingsenergie van de zon omzet in elektriciteit’.

Back 2

Zonnepaneel.

Hint 2

Z...

Front 3

Zeg het met één woord:

‘een dam die het water tegenhoudt en een stuwmeer vormt’.

Back 3

Stuwdam.

Hint 3

S...

Front 4

Zeg het met één woord:

‘een kunstmatig meer dat ontstaan is door de aanleg van een stuwdam’.

Back 4

Stuwmeer.

Hint 4

S...

Front 5

Zeg het met één woord:

‘een centrale waar men steenkool of gas verbrandt om elektriciteit te maken’.

Back 5

Elektriciteitscentrale.

Hint 5

E...

Front 6

Zeg het met één woord:

‘zet elektrische energie van de batterijen of de netstroom om naar licht, warmte, geluid of beweging’.

Back 6

Omvormer.

Hint 6

O...

Front 7

Zeg het met één woord:

‘daarmee kan je een batterij uit een fototoestel of een gsm opladen’.

Back 7

Adapter.

Hint 7

A...

Front 8

Zeg het met één woord:

‘een batterij die je maar eenmaal kan gebruiken tot ze leeg is’.

Back 8

Wegwerpbatterij.

Hint 8

W...

Front 9

Zeg het met één woord:

‘een batterij waar je terug elektrische stroom kan instoppen’.

Back 9

Oplaadbare batterij.

Hint 9

O...

Front 10

Zeg het met één woord:

‘wanneer je met stoffen uit het ene product een ander product maakt’.

Back 10

Recycleren.

Hint 10

R...

Front 11

Zeg het met één woord:

‘wanneer je een product opnieuw kan gebruiken zoals het was’.

Back 11

Hergebruiken.

Hint 11

H...

Front 12

Zeg het met één woord:

‘een batterij met een platte vorm’.

Back 12

Platte batterij.

Hint 12

P...

Front 13

Zeg het met één woord:

‘een batterij waar geen stroom meer uitkomt’.

Back 13

Lege batterij.

Hint 13

L...

Front 14

Leg het woord ‘zonne-energie’ uit.

Back 14

Energie die gewonnen wordt uit de natuur en opgevangen wordt via zonnepanelen.

Hint 14

zonnepanelen

Front 15

Leg het woord ‘zonnepaneel’ uit.

Back 15

Een paneel dat stralingsenergie van de zon omzet in elektriciteit.

Hint 15

elektriciteit van zon

Front 16

Leg het woord ‘stuwdam’ uit.

Back 16

Een dam die het water tegenhoudt en een stuwmeer vormt.

Hint 16

stuwmeer

Front 17

Leg het woord ‘stuwmeer’ uit.

Back 17

Een kunstmatig meer dat ontstaan is door de aanleg van een stuwdam.

Hint 17

kunstmatig meer

Front 18

Leg het woord 'elektriciteitscentrale’ uit.

Back 18

Een centrale waar men steenkool of gas verbrandt om elektriciteit te maken.

Hint 18

steenkool of gas verbranden

Front 19

Leg het woord ‘omvormer’ uit.

Back 19

Zet elektrische energie van de batterijen of de netstroom om naar licht, warmte, geluid of beweging.

Hint 19

elektrische energie omzetten

Front 20

Leg het woord ‘adapter’uit.

Back 20

Daarmee kan je een batterij uit een fototoestel of een gsm opladen.

Hint 20

opladen

Front 21

Leg het woord ‘wegwerpbatterij’ uit.

Back 21

Een batterij die je maar eenmaal kan gebruiken tot ze leeg is.

Hint 21

eenmaal

Front 22

Leg het woord ‘oplaadbarebatterij’ uit.

Back 22

Een batterij waar je terug elektrische stroom kan instoppen.

Hint 22

terug

Front 23

Leg het woord ‘recycleren’ uit.

Back 23

Wanneer je met stoffen uit het ene product een ander product maakt.

Hint 23

bv. fleecetrui gemaakt van PET-flessen

Front 24

Leg het woord ‘hergebruiken’ uit.

Back 24

Wanneer je een product opnieuw kan gebruiken zoals het was.

Hint 24

bv. statiegeld op glazen flessen

Front 25

Leg het woord ‘platte batterij’ uit.

Back 25

Een batterij met een platte vorm.

Hint 25

vorm

Front 26

Leg het woord ‘lege batterij’ uit.

Back 26

Een batterij waar geen stroom meer uitkomt.

Hint 26

geen stroom

Front 27

Som vijf verschillende manieren op om energie uit de natuur te halen.

Back 27

Zonnestralen opvangen met zonnepanelen.

Wind opvangen met een windmolen.

Water van stuwmeer laten stromen door stuwdam.

Atomen splitsen in een kerncentrale.

Steenkool of stookolie verbranden in andere centrale dan een kerncentrale.

Hint 27

zon

wind

water

atomen

steenkool of stookolie

Front 28

Werkt dit op batterijen of op netstroom?

Back 28

Op netstroom of elektriciteitsnet.

Hint 28

snoer

Front 29

Werkt dit op batterijen of op netstroom?

Back 29

Op netstroom of elektriciteitsnet.

Hint 29

snoer

Front 30

Werkt dit op batterijen of op netstroom?

Back 30

Op batterijen.

Hint 30

zonder snoer

Front 31

Leg uit wat de tekening betekent i.v.m. veilig omgaan met batterijen.

Back 31

Verbind de positieve en de negatieve pool nooit met elkaar.

Hint 31

positieve en negatieve pool

Front 32

Leg uit wat de tekening betekent i.v.m. veilig omgaan met batterijen.

Back 32

Leg de batterij nooit in de zon of het vuur.

Hint 32

nooit in zon

Front 33

Leg uit wat de tekening betekent i.v.m. veilig omgaan met batterijen.

Back 33

Verzorg de contactpunten voor een goede werking.

Hint 33

contactpunten verzorgen

Front 34

Leg uit wat de tekening betekent i.v.m. veilig omgaan met batterijen.

Back 34

Batterijen lopen beetje bij beetje leeg.

Hint 34

leeglopen

Front 35

Leg uit wat de tekening betekent i.v.m. veilig omgaan met batterijen.

Back 35

Batterijen die stroom leveren, worden warm.

Hint 35

warm

Front 36

Leg uit wat de tekening betekent i.v.m. veilig omgaan met batterijen.

Back 36

Gebruik batterijen alleen als het nodig is.

Hint 36

alleen als het nodig is

Front 37

Leg uit wat de tekening betekent i.v.m. veilig omgaan met batterijen.

Back 37

Kies steeds voor het gebruik van een adapter of een oplaadbare batterij.

Hint 37

adapter of oplaadbare batterij

Front 38

Leg uit wat de tekening betekent i.v.m. veilig omgaan met batterijen.

Back 38

Als de batterij leeg is, dan moet ze bij het klein gevaarlijk afval of kga.

Hint 38

klein gevaarlijk afval

Front 39

Leg uit wat de tekening betekent i.v.m. veilig omgaan met batterijen.

Back 39

Vooraleer je een batterij weggooit, controleer je die eerst met een batterijtester.

Hint 39

batterijtester

Front 40

Leg uit wat de tekening betekent i.v.m. veilig omgaan met batterijen.

Back 40

Kies de juiste batterij. Houd rekening met vorm én grootte.

Hint 40

juiste vorm én grootte

Front 41

Waarin wordt de elektriciteit omgevormd?

Back 41

Beweging.

Hint 41

B...

Front 42

Waarin wordt de elektriciteit omgevormd?

Back 42

Licht.

Hint 42

L...

Front 43

Waarin wordt de elektriciteit omgevormd?

Back 43

Warmte.

Hint 43

W...

Front 44

Waarin wordt de elektriciteit omgevormd?

Back 44

Geluid.

Hint 44

G...

Front 45

Waarin wordt de elektriciteit omgevormd?

Back 45

Koelte.

Hint 45

K...

Front 46

Welk deel van het schema van een elektrisch toestel staat hier afgebeeld?

Back 46

Omvormer.

Hint 46

O...

Front 47

Welk deel van het schema van een elektrisch toestel staat hier afgebeeld?

Back 47

Schakelaar.

Hint 47

S...

Front 48

Welk deel van het schema van een elektrisch toestel staat hier afgebeeld?

Back 48

Voeding.

Hint 48

V...

Front 49

Is de stroomkring open of gesloten?

Werkt het toestel of niet?

Back 49

Gesloten stroomkring. ==> Toestel werkt.

Hint 49

gesloten stroomkring

Front 50

Is de stroomkring open of gesloten?Werkt het toestel of niet?

Back 50

Open stroomkring. ==> Toestel werkt niet.

Hint 50

open stroomkring

Front 51

Teken de stroomkring volgens de omschrijving op een blaadje. Gebruik de symbolen voor omvormer, schakelaar en voeding. Ik druk op de schoolbel.

Back 51

Hint 51

gesloten stroomkring

Front 52

Tekende stroomkring volgens de omschrijving op een blaadje. Gebruik de symbolen vooromvormer, schakelaar en voeding. De schakelaar van de tv staat uit.

Back 52

Hint 52

open stroomkring

Front 53

Waar of niet waar?

Je mag de negatieve en positieve pool van een batterij met elkaar verbinden.

Back 53

Niet waar.

Als je de negatieve en de positieve pool met elkaar verbindt, krijg je kortsluiting. Je batterij gaat stuk.

Hint 53

Als je de negatieve en de positieve pool met elkaar verbindt, krijg je kortsluiting. Je batterij gaat stuk.

Front 54

Waar of niet waar?

Batterijen zijn niet schadelijk voor het milieu.

Back 54

Niet waar.

Batterijen zijn schadelijk voor het milieu, de gezondheid van mens, dier en plant.

Hint 54

Batterijen zijn schadelijk voor het milieu, de gezondheid van mens, dier en plant.

Front 55

Waar of niet waar?

Een adapter is schadelijk voor het milieu.

Back 55

Niet waar.

Een adapter is milieuvriendelijk.

Hint 55

Een adapter is milieuvriendelijk.

Front 56

Waar of niet waar?

Batterijen die veel stroom moeten leveren, worden warm.

Back 56

Waar.

Ze worden warm, soms zelfs heet.

Hint 56

Ze worden warm, soms zelfs heet.

Front 57

Waar of niet waar?

Wanneer je een batterij in een toestel steekt, hoef je niet te kijken of de positieve en negatieve pool op de juiste plaats zitten.

Back 57

Niet waar.

Je moet altijd goed kijken of je toestel werkt niet.

Hint 57

Je moet altijd goed kijken of je toestel werkt niet.

Front 58

Waar of niet waar?

De uitvinder van de batterij is Alessandro Volta.

Back 58

Waar.

In het begin van de 19e eeuw maakte Volta een toestel dat voor langere tijd elektriciteit kon leveren. Hij is dus de uitvinder van de eerste batterij.

Hint 58

In het begin van de 19e eeuw maakte Volta een toestel dat voor langere tijd elektriciteit kon leveren. Hij is dus de uitvinder van de eerste batterij.

Front 59

Waar of niet waar?

Er zijn bedrijven die niets anders doen dan lege batterijen onschadelijk maken en recycleren.

Back 59

Waar.

Er bestaan inderdaad zulke bedrijven.

Hint 59

Er bestaan inderdaad zulke bedrijven.

Front 60

Waar of niet waar?

Als een toestel op netspanning én batterijen kan werken, dan zit er in dat toestel een transformator.

Back 60

Waar.

Je hebt een transformator nodig om de netspanning van 220 volt om te zetten naar 9 of 12 volt (en omgekeerd).

Hint 60

Je hebt een transformator nodig om de netspanning van 220 volt om te zetten naar 9 of 12 volt (en omgekeerd).