Articulatie En Slik Logopedie

Front 1

Wat zijn de primaire mondfuncties?

Back 1

Eten, drinken en slikken

Front 2

Waarin zijn de orale reflexactiviteiten te onderscheiden? (2)

Back 2

Adaptieve reflexactiviteiten & beschermende reflexactiviteiten

Front 3

Onder welke reflexactiviteiten valt kokhalzen en hoesten?

Back 3

Beschermende reflexactiviteiten

Front 4

Welke reflexen behoren bij de adaptieve reflexactiviteiten? (3)

Back 4

Zuig-slik reflex, rooting, transversale tongreflex.

Front 5

Zonder ... is er geen slik mogelijk

Back 5

Hyoid

Front 6

Het hyoid zit vast aan? (6)

Back 6

2e nekwervel, schouders, sleutelbeen, onder je schedel, larynx en mondbodem/tong

Front 7

Naarmate je ouder wordt en de voedselbrok dus ook groter, is het noodzakelijk voor de slik dat?..

Back 7

De larynx naar beneden zakt

Front 8

Pasgeborenen kunnen ..?.. cc in een keer slikken, en bij de leeftijd 18-25 is dit ..?.. cc in een keer.

Back 8

Pasgeborenen; 0,2 cc. 18-25; 25-35 cc

Front 9

De gevoelige periode voor smaakgewenning ligt tussen de .. en .. maanden, met een hoogtepunt op .. maanden

Back 9

Tussen de 4 en 8 maanden, hoogtepunt op 6 maanden

Front 10

Het wennen aan fruit kost .. tot .. confrontaties

Back 10

5 tot 10

Front 11

Het wennen aan groente kost .. tot .. confrontaties

Back 11

8 tot 10

Front 12

Waarom gaat de smaakgewenning sneller bij kinderen die borstvoeding krijgen?

Back 12

Er zitten groente-flavours in de moedermelk.

Front 13

De sensorische indrukken van voedsel blijven het hele leven een hoofdrol spelen in het ... van voedsel

Back 13

Verwerpen en accepteren van voedsel

Front 14

Het leren eten van een lepel duurt?

Back 14

4 tot 6 weken

Front 15

Waar of niet waar;

De duur van het leren eten van een lepel is afhankelijk van de start

Back 15

Niet waar

Front 16

Wat zijn de eerste 3 punten van de NOL?

Back 16

1. Opent de mond als de lepel eraan komt.

2. Sluit de lippen als de lepel in de mond komt

3. Gebruikt de bovenlip

Front 17

Wat zijn de laatste 4 punten van de NOL?

Back 17

4. Voedsel blijft direct na inname in de mond.

5. Tong blijft achter de lippen bij transporteren van voedsel.

6. Tong blijft achter de lippen als het kind slikt.

7. Voedsel blijft achter de lippen als het kind slikt

Front 18

De kritieke periode voor het leren eten van kauwbaar voedsel is?

Back 18

8 tot 10 maanden

Front 19

Hoe kun je het beste kauwbaar voedsel aanbieden en waar moet je rekening mee houden?

Back 19

Je kunt het beste opbouwen in kleine stapjes van makkelijk naar moeilijker voedsel. Je moet altijd rekening houden met kokhalzen en spugen.

Front 20

Welk voedsel is niet veilig tot de leeftijd van 5 jaar? (4)

Back 20

1. Cherrytomaatjes

2. Druiven
3. Marshmellows
4. Noten

Front 21

Welke voorwaarde voor het leren drinken uit een beker is vanaf 8 maanden ontwikkelt?

Back 21

Het stabiel kunnen houden van de onderkaak

Front 22

De controle over een beker is pas ontwikkelt vanaf .. - .. jaar, omdat je dan pas

Back 22

1,5 tot 2 jaar, dan kun je pas je hand/arm heffen

Front 23

Wat is een neofobie en waardoor verdwijnt dit?

Back 23

Een afkeer voor alles wat nieuw is, dit verdwijnt door herhaalt aanbieden van in dit geval voedsel in combinatie met een positief voorbeeld (bv samen eten)

Front 24

Honger en verzadiging wordt waargenomen in de ... (5), de signalen worden verwerkt op .. (3)

Back 24

1. mond, 2. keel, 3 slokdarm, 4 maag, 5 darmen.
1. Stamniveau (hersenstam) 2. Cortex 3. en de diepere delen in het centraal zenuwstelsel (CZS)

Front 25

Een baby leert voedsel naar zijn behoefte te reguleren en geeft signalen zoals .. (5)

Back 25

1. Langzamer zuigen

2. Slaperig worden
3. Speen uitspugen
4. Hoofd wegdraaien
5. Huilen

Front 26

Wanneer gaat een kind ontdekken dat het met zijn eetgedrag de omgeving kan beïnvloeden?

Back 26

Rond de 8 maanden

Front 27

Wat is een FEES, en wat is het nadeel hiervan?

Back 27

Flexibele Endoscopische Evaluatie v/h Slikken. Nadeel: De werkelijke slik wordt niet gezien

Front 28

Een normale slik ? (4)

Back 28

1. Snel
2. Gemakkelijk
3. Er blijft niks achter
4. Er komt niets in de luchtpijp

Front 29

Wat is een faryngeaal residu en waarom is dit niet goed?

Back 29

Voeding dat blijft hangen in de keel, de keel moet leeg zijn in verband met verslikken. Resten kunnen dan de luchtpijp in gaan.

Front 30

Aspriatie is, en op welk niveau?

Back 30

Voeding komt in de slokdarm en luchtpijp tijdens de slik, beneden stemplooi niveau

Front 31

Op welk niveau is penetratie?

Back 31

Vloeistoffen tot aan stemplooi niveau

Front 32

Geef de latijnse benaming voor:
Mondholte
Keelholte
Strottenhoofd
Slokdarm

Back 32

Cavum oris
Farynx
Larynx
Oesofagus

Front 33

Benoem de 3 mondbodem spieren

Back 33

M. Mylohyioideus.
M. Geniohyoideus
M. Digastrictus

Front 34

Fysiologie van de mondholte (3)

Back 34

1. Opnemen van voedsel

2. Kauwen van voedsel
3. In gang zetten van de slikbeweging (orale fase)

Front 35

Slikken gebeurt meestal ..... ... ademing

Back 35

Tussen in en uitademing of tijdens uitademing

Front 36

De frequentie van het slikken is wakker ... keer per minuut en in slaap ... keer per minuut

Back 36

Wakker: 2x
In slaap 1 x

Front 37

Naam eerste slikfase, is deze fase willekeurig of onwillekeurig en noem hierbij 6 kenmerken

Back 37

Naam: Pre-orale fase
Deze fase is willekeurig
1. Zithouding

2. Hoofdhouding --> Naar beneden
3. Kijken naar het voedsel
4. Voedsel naar ed mond brengen
5. Kaak//lip-opening passen zich aan +/- 20 cm voor de mond.
6. Ademhaling past zich aan

Front 38

Naam tweede slikfase, is deze fase willekeurig of onwillekeurig en noem hierbij 6 kenmerken

Back 38

Naam: voorbereidende orale fase
Deze fase is willekeurig
1. Happen en bijten
2. Kauwen en malen
3. Mengen van voedsel + speeksel
4. Registratie van de consistentie van het voedsel
5. vormen van voedselbolus geschikt om door te slikken. Hoe vaster hoe kleiner
6. Larynx en farynx in rust, luchtwegen open; ademen door neus

Front 39

Naam derde slikfase, is deze fase willekeurig of onwillekeurig en noem hierbij 5 kenmerken

Back 39

Naam: orale transportfase
Deze fase is willekeurig
1. Tong vormt kommetje met voedselbolus
2. Tong zuigt aan
3. Bolus is gevangen
4.Tong komt omhoog van voor naar achteren (wave)

5. Bolus wordt naar farynx gewerkt

Front 40

Naam van de vierde slikfase, is deze fase willekeurig of onwillekeurig en noem hierbij 5 kenmerken

Back 40

Naam: Faryngeale fase
Deze fase is onwillekeurig
1. Verloopt via de hersenstam;
sensorisch N. IX, X, XI
motorisch; N. IX, X
2. Trigger voedselbolus; kind; farynxbogen, volwassene; tongbasis.
3. Orale fase gaat bijna altijd vooraf
4. Geen ademhaling mogelijk
5. Meestal tijdens uitademen

Front 41

Naam van de vijfde slikfase, is deze fase willekeurig of onwillekeurig en noem hierbij 3 kenmerken

Back 41

Naam: Oesofageale fase
Deze fase is onwillekeurig
1. Duur is afhankelijk van de consistentie van het voedsel, van 8-20 sec.
2. Peristaltische golfbewegingen van boven naar beneden.
3. Onderste sfincter wordt opengedrukt door voedselbolus

Front 42

Drinken uit een rietje is mogelijk door?

Back 42

Zuigkracht door intraorale onderdruk, niet door inademen

Front 43

Neurogene dysfagie is?

Back 43

Een slikstoornis, boven of onder de hersenstam

Front 44

Neurologie van het slikken, motorisch? (6)

Back 44

1. V Trigimus
2. VII Facialis
3. IX glossofaryngeus- m. stylofaryngeus
4. X vagus; orofarynx en larynx
5. XII Hypogglossus; intrinsieke tongspieren

Front 45

Neurologie van het slikken, sensorisch? (4)

Back 45

1. V Trigiminus - voorste 2/3-deel van de tong, velum en nasofarynx
2. VII Facialis; smaak, gevoel lippen, voorste 2/3-deel van tong
3. IX glossofaryngeus, smaak en gevoel achterste 2/3-deel van de tong
4. X Vagus, farynx, larynx tongbasis

Front 46

Wat is fonetiek?

Back 46

Motorische realisatie van klanken

Front 47

Wat is fonologie?

Back 47

Betekenis onderscheidende functie van klanken

Front 48

Volgorde van klankverwerving bij vocalen

Back 48

Ongerond voor gerond
Open voor gesloten
Kort voor lang

Front 49

Volgorde van klankverwerving bij consonanten

Back 49

Contrasten vanaf 1;3 jaar.
Start met bilabialen in initiale positie
Explosieven voor fricatieven
Feature stem vanaf 2;3

Front 50

Noem de 4 syllabestructuur processen

Back 50

1. Deletie eindconsonant; dak --> da
2. Deletie onbeklemtoonde lettergreep cadeau --> deau
3. Reduplicatie; water --> wawa
4. Clusterreductie; klaar --> kaar

Front 51

Noem twee assimilatie processen

Back 51

1. Consonanteharmonie(bv. Iedereen – ieneneen)
2. Contextgevoelige stemgeving (van occlusieven / fricatieven worden stemhebbendvooral initiaal en voor een vocaal bv. Tong – dong )

Front 52

Noem 4 substitutieprocessen

Back 52

1.Fronting

2. GlidingStopping
3.Vocalisering syllabische consonant
4. Devoicing

Front 53

Fonetiek valt te bekijken vanuit 4 invalshoeken, welke?

Back 53

1. Articulatorische fonetiek; productie
2. Akoestische fonetiek; geluid
3. Auditieve fonetiek; waarneming

Front 54

Noem de 4 aangezichtsspieren

Back 54

1. M. Orbicularis oris - lipspier
2. M. Mentalis - kinspier
3. M. Masseter - kaak
4. M. Buccinator wang

Front 55

Bij het functieonderzoek spraak let je op 3 dingen, welke?

Back 55

1. Algemene verstaanbaarheid
2. Gebruik van spraakklanken in hun linguïstische context
3. De consistentie van de fouten

Front 56

Hoe ziet een context onderzoek eruit en wat is het doel?

Back 56

Doel: vinden aanknopingspunten voor behandeling, positie waarin de klank beste wordt gerealiseerd.
Bestaat uit; minimaal 25 woorden, 3 kolommen; initiaal mediaal en finaal. heeft voldoende afwisseling vocalen en consonanten. Past bij de belevingswereld van een cliënt

Front 57

5 soorten onderzoek bij klankfouten

Back 57

1. FAN; fonologische analyse spontane spraak.
2. 3 positieonderzoek NAO en NAO-vv (verwervingsvolgorde)

3. CAI (2-7j), op de computer
4. PSv (2;6 - 4-6 j) Percentage Spraakverstaanbaarheid
5. Stimulatietest

Front 58

Articulatieonderzoek van Winitz, doel en principes [bestaat uit] (6)

Back 58

Doel: Aanknopingspunten voor behandeling
> Spontane spraak
> Hypothese; logopedische indruk
> Contextonderzoek
> Stimuleerbaarheid
> Feature analyse
> Is er een algemene regel?

Front 59

Na het onderzoek vraag je je 4 dingen af, welke?

Back 59

1. Hoe is de algehele ontwikkeling?
2. Wat is de mogelijke oorzaak?
3. Valt er een algemene regel te vinden?
4. Valt het onder fonologie of fonetiek?

Front 60

Wat is een omissie?

Back 60

Het weglaten van een klank

Front 61

Wat is een substitutie

Back 61

Klank toevoegen

Front 62

Wat is een disortie?

Back 62

Het vervormen van een klank

Front 63

Wanneer er problemen zijn met de klankproductie is het fouten patroon? en bij spontaan, imiteren of allebei?
Mogelijke oorzaak kan zijn?

Back 63

Het fouten patroon is consequent, altijd zelfde omissie, substitutie of disortie. Vindt plaats zowel in spontane spraak als bij imiteren.
Oorzaak is organisch bv schisis

Front 64

Wanneer er problemen zijn met de klankproductie is het fouten patroon? en bij spontaan, imiteren of allebei?
Mogelijke oorzaak kan zijn?

Back 64

Foutenpatroon: soms wel, soms niet.
Bij spontaan dus wisselend, bij imiteren komen geen problemen voor.
De oorzaak is problemen met fonologische regels van de taal

Front 65

Fase 1 van Van Riper

Back 65

1. Training sensorische waarneming
1.1 identificeren en discrimineren
1.2 waarnemen en vergelijken

Front 66

Fase 2 van Van Riper

Back 66

2. Productietraining
2.1 variëren en corrigeren
2.2 stabiliseren

Front 67

Fase 3 van Van Riper

Back 67

Transfer
Inslijping in het dagelijkse leven

Front 68

Op welke volgorde gaan alle fasen van Van Riper met betrekking tot de realisatie?

Back 68

1. klankniveau
2. Syllabeniveau
3. Woordniveau
4. Zinsniveau

Front 69

Welke 3 klanken zijn bilabiaal?

Back 69

p,b,m

Front 70

Welke 3 klanken zijn labiodentaal?

Back 70

f, v, w

Front 71

Welke 7 klanken zijn alveolair?

Back 71

Z, T, D, N, L , R , S

Front 72

Welke klank is palataal?

Back 72

J

Front 73

Welke 2 klanken zijn velair?

Back 73

K, G

Front 74

Welke klank is uvulair?

Back 74

R

Front 75

Welke klank is glottaal/laryngeaal

Back 75

H

Front 76

Benoem de explosieven (4)

Back 76

P, D, T, K

Front 77

Benoem de fricatieven

Back 77

f, v, s, z, g

Front 78

Benoem de nasalen

Back 78

m, n ,ng

Front 79

Benoem de liquide

Back 79

L, r R

Front 80

Benoem de halfvocalen

Back 80

J, w, h

Front 81

Wat kan een kind motorisch en op gebied van spraak bij; 1 maand

Back 81

Reflexieve vocalisatie
Armen en benen bewegen evenveel

Front 82

Wat kan een kind motorisch en op gebied van spraak bij; 2-3 maanden

Back 82

Geluiden maken,
Naar eigen handen kijken

Front 83

Wat kan een kind motorisch en op gebied van spraak bij; 4-6 maanden

Back 83

Vocaal spel
Iets vastpakken

Front 84

Wat kan een kind motorisch en op gebied van spraak bij; 7-9 maanden

Back 84

Brabbelen
Zitten

Front 85

Wat kan een kind motorisch en op gebied van spraak bij; 10-12 maanden

Back 85

Gevarieerd brabbelen
Zich optrekken tot staan

Front 86

Wat kan een kind motorisch en op gebied van spraak bij; 12-18 maanden

Back 86

Veel gevarieerd brabbelen
Los staan

Front 87

Wat kan een kind motorisch en op gebied van spraak bij; 2-3 jaar

Back 87

Woordopbouw nog onvolledig
Bal schoppen zonder om te vallen

Front 88

Wat kan een kind motorisch en op gebied van spraak bij; 3-3;6 jaar

Back 88

Ongeveer 50% verstaanbaar
Kledingstukken aantrekken

Front 89

Wat kan een kind motorisch en op gebied van spraak bij; 3;6 - 4 jaar

Back 89

50-75% verstaanbaar

Potlood met vingers vasthouden

Front 90

Wat kan een kind motorisch en op gebied van spraak bij; 4;5 - 5;6 jaar

Back 90

75-90% verstaanbaar
Min 5 seconde op 1 been staan

Front 91

Wat kan een kind motorisch en op gebied van spraak bij; Boven 5;6 jaar

Back 91

Goed verstaanbaar