• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/9

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

9 Cards in this Set

  • Front
  • Back
Kwaliteit van leven (KvL) roept een associatie op met hoe goed iemand zich voelt.

De term KvL komt van
de World Health Organization (wHo).
De WHO definieert KvL in termen van
'hoe zie je jouw leven in het licht van je omgeving en in verband met je eigen toekomstvisie en normen'. Waardering voor je leven kan bestaan uit hoe jij je psychisch, lichamelijk en sociaal voelt.

Een andere definitie van KvL is: niet ziek zijn.
KvL gedefinieerd als het functioneren van een mens op fysiek, psychisch en sociaal gebied en hoe men daar zelf tegenover staat.

Deze vorm van KvL kun je onderzoeken met een 'generieke' vragenlijst, bijvoorbeeld de
GHQ.
Andere aspecten van KvL zijn mobiliteit, pijn en denkvermogen.

Deze aspecten kun je meten met specifieke KvL-vragenlijsten, zoals de
GARS, CPV en SCL-90.
Wat is van invloed op de KvL?
Op alle gebieden van de KvL scoren mannen beter dan vrouwen en scoren jongeren beter dan ouderen.

Ook denkvermogen is een aspect dat van invloed is op de KvL, en dat neemt af met het ouder worden. Hoe hoger het opleidingsniveau is, hoe beter dus de KvL. Dit geldt sterker voor lichamelijke dan voor de psychische gebieden.

Ook samenlevingsvorm en burgerlijke staat
zijn van invloed op de KvL. Alleenstaanden, en dan met name gescheiden personen,
rapporteren een slechtere KvL.

Per aandoening verschilt het gebied van KvL dat wordt aangetast, maar als je aan aandoeningen als dementie, slokdarmkanker of de ziekte van Parkinson lijdt, zijn alle gebieden van KvL aangetast.

KvL kun je psychologisch onderzoeken bij iedereen, maar het wordt meestal gedaan bij mensen met specifieke klachten. Je onderzoekt dan bijvoorbeeld de KvL van mensen met reuma.
KvL kun je psychologisch onderzoeken bij iedereen, maar het wordt meestal gedaan bij mensen met
specifieke klachten. Je onderzoekt dan bijvoorbeeld de KvL van mensen met reuma.
In de praktijk zijn er de volgende vier redenen om KvL te onderzoeken:
1 Wat is het effect van een behandeling, bijvoorbeeld hoe werkt gedragstherapie
bij burn-out?
2 Hoe is de KvL van mensen met een psychische ziekte ten opzichte van de KvL van 'gezonde' mensen?
3 Welke hulp hebben mensen nog nodig die al zijn behandeld voor een ziekte?
4 Inzicht in de KvL bij bepaalde behandelingen, de ene behandeling levert een betere KvL dan een andere.
11.1 Vragenlijsten voor het meten van kwaliteit van leven
KvL wordt in de praktijk alleen gemeten met vragenlijsten. Mensen geven dus zelf een mening over hun KvL. Hier worden de vragenlijsten genoemd, uitgelegd en beoordeeld.
Nederlandse versie van de General Health Questionnaire-12 (GHQ; Koeter & Ormel, 1991)
Voldoende tot goed
• somatische symptomen
• angst en slapeloosheid
• sociaal disfunctioneren
(12 vragen)

Nederlandse versie van de Centre for Epidemiological Studies- Depression Scale (cEs-D; Bouma e.a, 199S)
Voldoende tot goed, normgroep onvoldoende
• depressief gevoel
• interpersoonlijk gevoel
• positief gevoel
somatieken remming
(22 vragen)

de Nederlandse versie van de Symptom Checklist (scL-90; Arrindell & Ettema, 2003)
Goed, Normgroep voldoende
• angst, agorafobie, depressie, somatische klachten,
• wantrouwen en interpersoonlijke sensitiviteit,
• insufficiëntie van denken en handelen,
• slaapproblemen, woede, hostiliteit
(90 vragen)


de Nederlandse versie van de Hopkins Symptom Checklist (HSCL; Luteijn e.a., 2003)
Voldoende tot goed, trefzekerheid: onvoldoende
• psychisch en lichamelijk onwelbevinden
(57 vragen)


Groningen Activiteiten Restrictie Schaal (GARS; Kempen e.a., 1993)
Voldoende tot goed, trefzekerheid: onvoldoende
• algemene dagelijkse levensverrichtingen en
• huishoudelijke dagelijkse levensverrichtingen
(18 vragen)


Multidimensionele Vermoeidheidsindex (MVI-20; Smets e.a., 1995)
Voldoende tot goed, Normgroep en trefzekerheid: onvoldoende
• lichamelijke vermoeidheid, reductie in activiteit,
• reductie in motivatie, cognitieve vermoeidheid
(20 vragen)

Specifieke vragenlijsten (hart, kanker, eten, pijn, en tandheelkunde)
Medisch Psychologische vragenlijst voor hartpatienten (MPVH, erdman 1982)
Voldoende tot goed
• Welbevinden
• Invaliditeitsbeleving
• Ontstemming
• Sociale geremdheid
52 vragen
Nederlandse versie van de General Health Questionnaire-12 (GHQ; Koeter & Ormel, 1991)

Nederlandse versie van de Centre for Epidemiological Studies- Depression Scale (cEs-D; Bouma e.a, 199S)

de Nederlandse versie van de Symptom Checklist (scL-90; Arrindell & Ettema, 2003)
Goed, Normgroep voldoende

de Nederlandse versie van de Hopkins Symptom Checklist (HSCL; Luteijn e.a., 2003)

Groningen Activiteiten Restrictie Schaal (GARS; Kempen e.a., 1993)

Multidimensionele Vermoeidheidsindex (MVI-20; Smets e.a., 1995)

Specifieke vragenlijsten (hart, kanker, eten, pijn, en tandheelkunde)
Medisch Psychologische vragenlijst voor hartpatiënten (MPVH, erdman 1982)
Nederlandse versie van de General Health Questionnaire-12 (GHQ; Koeter & Ormel, 1991)
Voldoende tot goed
• somatische symptomen
• angst en slapeloosheid
• sociaal disfunctioneren
(12 vragen)

Nederlandse versie van de Centre for Epidemiological Studies- Depression Scale (cEs-D; Bouma e.a, 199S)
Voldoende tot goed, normgroep onvoldoende
• depressief gevoel
• interpersoonlijk gevoel
• positief gevoel
somatieken remming
(22 vragen)

de Nederlandse versie van de Symptom Checklist (scL-90; Arrindell & Ettema, 2003)
Goed, Normgroep voldoende
• angst, agorafobie, depressie, somatische klachten,
• wantrouwen en interpersoonlijke sensitiviteit,
• insufficiëntie van denken en handelen,
• slaapproblemen, woede, hostiliteit
(90 vragen)


de Nederlandse versie van de Hopkins Symptom Checklist (HSCL; Luteijn e.a., 2003)
Voldoende tot goed, trefzekerheid: onvoldoende
• psychisch en lichamelijk onwelbevinden
(57 vragen)


Groningen Activiteiten Restrictie Schaal (GARS; Kempen e.a., 1993)
Voldoende tot goed, trefzekerheid: onvoldoende
• algemene dagelijkse levensverrichtingen en
• huishoudelijke dagelijkse levensverrichtingen
(18 vragen)


Multidimensionele Vermoeidheidsindex (MVI-20; Smets e.a., 1995)
Voldoende tot goed, Normgroep en trefzekerheid: onvoldoende
• lichamelijke vermoeidheid, reductie in activiteit,
• reductie in motivatie, cognitieve vermoeidheid
(20 vragen)

Specifieke vragenlijsten (hart, kanker, eten, pijn, en tandheelkunde)
Medisch Psychologische vragenlijst voor hartpatienten (MPVH, erdman 1982)
Voldoende tot goed
• Welbevinden
• Invaliditeitsbeleving
• Ontstemming
• Sociale geremdheid
52 vragen