• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/15

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

15 Cards in this Set

  • Front
  • Back
5 Gesprekken en interviews
Er zijn om antwoord te geven op alle W-stappen diverse soorten onderzoek mogelijk. Zo ook interviews en gesprekken. Welk soort gesprek wordt wanneer gevoerd bij welke W vraag?:
• Wat is het probleem: Intake gesprek, crisisgesprek
• Waarom is het probleem er?: Intake gesprek.
• Waarheen leidt het probleem?: Expertgesprek
• Welke oplossing is er?: Adviesgesprek, slechtnieuwsgesprek, crisisgesprek.
• Waartoe heeft de oplossing geleid? Evaluatiegesprek
• Wat is het probleem:
• Waarom is het probleem er?:
• Waarheen leidt het probleem?:
• Welke oplossing is er?:
• Waartoe heeft de oplossing geleid?:
• Wat is het probleem: Intake gesprek, crisisgesprek
• Waarom is het probleem er?: Intake gesprek.
• Waarheen leidt het probleem?: Expertgesprek
• Welke oplossing is er?: Adviesgesprek, slechtnieuwsgesprek, crisisgesprek.
• Waartoe heeft de oplossing geleid? Evaluatiegesprek
Wat is het probleem?
Crisisgesprek
Doel: Meestal is er sprake van drugs, zware depressie of psychose. Doel is dat de crisis op korte termijn afneemt. Snel informatie verzamelen. Het is een soort intake gesprek.
De ‘welke vraag’ gaat over:
De oplossing van het probleem.
De psycholoog geeft mening over de 5 W vragen
De cliënt is hier in dit gesprek vrij passief en luistert

De Waartoe vraag wordt beantwoord in het evaluatiegesprek
De Waartoe vraag wordt beantwoord in
het evaluatiegesprek
Het waartoe gesprek gaat over
de behaalde of niet behaalde resultaten.
5.1 Gespreksvoering
Om gesprekken goed te laten verlopen moeten er een aantal zaken in orde zijn:
1. Informatie uit bestaande bronnen en een vragenlijst die vooraf is ingevuld, zijn geanalyseerd.
2. Gespreksruimte is rustig, plezierig en neutraal
3. Geen telefoontjes tussendoor
4. Stoelen zitten comfortabel
5. Geen in en uit lopende mensen
6. Persoonlijke problemen gaat makkelijker als gesprekken uit andere ruimtes niet hoorbaar zijn
7. Schrijven blijft beperkt tot een minimum opdat ontspannen en aandachtig geluisterd kan worden
8. Geluidsopnames zijn alleen zinnig als ze later van nut zijn
9. Bejegening is vriendelijk, respectvol en accepterend
10. Geen opvallende kapsels of kleding die irritaties kunne oproepen
11. Gepaste afstand houden
12. Kennis van psychopathologie en specifieke problematiek
13. Kunnen classificeren op grond van de DSMIV
14. Weten welke problemen er zijn, welke weinig
15. Kennis van lichamelijke ziekten die samenhangen met psychische problemen
16. Je kunnen inleven
17. Je bewust zijn van je eigen gedrag, voelen en denken
18. Taal kunnen aanpassen aan dat van een ander
19. Adequate open vragen kunnen stellen
20. Geen starend oogcontact
21. Kunnen aanmoedigen en volgen in woord en gebaar
22. Kort kunnen parafraseren
23. Kunnen structureren en samenvatten
Dat een gesprek moeizaam verloopt kan aan de cliënt liggen maar ook aan de psycholoog. Ze reageren op elkaar.

van groot belang zijn dus:
De reactie, de beroepshouding, kennis en vaardigheden van de onderzoeker
Redenen voor een moeizaam gesprek (De Bruyn, 1999)

Redenen:
• te hoog tempo van gesprek. Client, psychologisch onderzoeker
• te weinig informatie geven. cliënt
• te weinig steun geven. psychologisch onderzoeker
• angst. cliënt
• schaamte. cliënt
• vage antwoorden. cliënt
• liegen. cliënt
• andere verwachtingen. cliënt
• chaotisch gesprek. Client, psychologisch onderzoeker
• wantrouwen. Client, psychologisch onderzoeker
• sekse. Client, psychologisch onderzoeker
• leeftijd. Client, psychologisch onderzoeker
• onderwerpen vermijden. Client, psychologisch onderzoeker
• autoriteitsproblemen. Client, psychologisch onderzoeker
• niet luisteren. Client, psychologisch onderzoeker
• te snel advies geven. psychologisch onderzoeker
• de strijd aangaan. Client, psychologisch onderzoeker
• steeds corrigeren. Client, psychologisch onderzoeker
• agressie. Client, psychologisch onderzoeker
Leeftijd kan een rol spelen in het moeilijk kunnen voeren van een het gesprek.

Er zijn diverse leeftijdsfasen te onderscheiden:
• 0-8
• 8-12 autonomie en relaties
• 12-18
• 18-40 psychische ziekten en tevredenheid met beroep
• 40-60
• 60-70
• 70+ onafhankelijkheid confrontatie met de dood
5.2 Gestructureerde interviews
Gestructureerde interviews worden gebruikt om:
De kwaliteit van het gesprek te verhogen en de subjectiviteit van de psychologisch onderzoeker uit te bannen.
1 van de interviewschema’s die veel wordt gebruikt is de:
DIS Diagnostisch Interview Schedule.

De DIS classificeert op basis van de DSMIV
De afname voor een interview moet voldoen aan:
De voorwaarden voor een goede gespreksvoering
• Je hebt bestaande informatie al geanalyseerd
• De omgeving is rustig en veilig
• Je bejegening is gepast
• Je hebt kennis van psychische problematiek en psychopathologie
• Je beroepshouding is adequaat
• Je gespreksvaardigheden zijn voldoende
Voordelen van een gestructureerd interview boven een ongestructureerd interviewen zijn:
1. Stabiliteit:
het geeft steeds de zelfde uitkomsten bij de zelfde mensen

2. Betere inschatting:
de zwaarte van de symptomen worden meer nagevraagd, dus een probleem wordt minder snel onderschat

3. Trefzekerheid:
Je weet zekerder dat je meet wat je wil meten

4. Compleetheid:
alle problematiek wordt gescreend
Nadelen van gestructureerde interviews ten opzichte van ongestructureerde interviews zijn:
1. Tijdrovendheid:
het interview neemt veel tijd in want alle probleemgebieden komen aan de orde

2. Minder aandacht voor gedrag:
observatie en kijken wordt verdrongen door de opgelegde structuur van vragen

3. ‘Probleemdenken’:
alles wordt gevat in stoornissen, de omgeving, de familie en beleving van de onderzochte blijft op de achtergrond

4. blinde vlekken:
sommige klachten zoals stoornissen die weinig voorkomen staan niet in het interview en komen dus niet aan de orde

5. Gebrek aan achtergrondgegevens:
onderzoek naar de stabiliteit en de trefzekerheid is zeer intensief en wordt niet of nauwelijks gedaan.