Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
16 Cards in this Set
- Front
- Back
Burgerij |
De naam voor de bewoners van een stad in de middeleeuwen |
|
Centraal bestuur |
Een gebied wordt vanuit 1 plaats bestuurd |
|
Drieslag stelsel |
Dit is een manier van landbouw bedrijven |
|
Gewest |
Een soort provincie. Elk gewest had zijn eigen regels en wetten |
|
Gezel |
Een ambachtsman die in dienst was bij een meester. Hier kreeg hij zijn opleiding: na ong. 7 jaar mocht de gezel een meesterproef doen |
|
Gilde |
Een verening van mensen met hetzelfde beroep. Elke gilde had zijn eigen regels:de leden van De gilde hielpen elkaar |
|
Halsjuk |
Een stevige band om de hals van een trekdier: hierdoor kon het trekdier meer kracht leveren |
|
Handelsstad |
Een stad waarin de meeste mensen leven van De handel |
|
Kathedraal |
De belangrijkste kerk in een gebied, de bisschop zetelt hier |
|
Meester |
Een ambachtsman met een eigen werkplaats, hij is lid van een gilde |
|
Nijverheid |
Mensen die zelf producten maken om die te verkopen |
|
Ontginnen |
Stukken bos kappen of heidegrond omploegen om daar van te maken |
|
Staat |
Een gebied waar overal dezelfde wetten en regels zijn en dat vanuit 1 punt wordt bestuurd |
|
Stadhuis |
Gebouw waar de bestuurders van een stad met stadsrechten kunnen vergaderen |
|
Stadsrechten |
De heer kan een stad stadsrechten geven:de inwoners besturen dan zelf de stad |
|
950-1300 |
Verdubbeling bevolking in europa |