Allright 2Gt Unit 3 Expressions

Front 1

Hoe teken je een kangoeroe?

Back 1

How do you draw a kangaroo?

Front 2

Waar begin ik mee?

Back 2

Where do I start?

Front 3

Wat moet ik daarna doen?

Back 3

What should I do next?

Front 4

Kun je controleren of ik het goed doe?

Back 4

Could you check if I’m doing it right?

Front 5

Moet het zo?

Back 5

Is this how you do it?

Front 6

Dit is wat je moet doen.

Back 6

Here’s what you should do.

Front 7

Zorg ervoor dat je alles bij de hand hebt.

Back 7

Make sure you have everything at hand.

Front 8

Je moet eerst de vormen schetsen.

Back 8

You need to sketch the shapes first.

Front 9

Teken een kleine ovaal en een grotere cirkel.

Back 9

Draw a small oval and a larger circle.

Front 10

Vergeet niet de voeten te tekenen.

Back 10

Don’t forget to draw the feet.

Front 11

Leg eerst het papier met de korte kant naar je toe.

Back 11

First, put the paper down with the short side in front of you.

Front 12

Vouw ten tweede het papier dubbel.

Back 12

Second, fold the paper in half.

Front 13

Knip nu het gevouwen papier in de vorm van een bloemblad.

Back 13

Now, cut the folded paper into the shape of a petal.

Front 14

Tot slot vouw je het papier open.

Back 14

Finally, unfold the paper.

Front 15

Laat ik het zo zeggen: de korte zijde ligt recht voor je.

Back 15

Let me put it this way: the shorter side is right in front of you.

Front 16

Met andere woorden: breng de onderste helft naar de bovenkant.

Back 16

In other words: bring the bottom half towards the top.

Front 17

Het zou eruit moeten zien als een ijshoorntje.

Back 17

It should look like an ice cream cone.

Front 18

Als ik ‘decoreren’ zeg, bedoel ik dat je wat kleur zou moeten toevoegen.

Back 18

When I say ‘decorate’ I mean you should add some colour.

Front 19

Het is vandaag jouw beurt om de keuken schoon te maken.

Back 19

It’s your turn to clean the kitchen today.

Front 20

Zou jij mijn beurt kunnen overnemen?

Back 20

Could you take my turn?

Front 21

Je moet niet vergeten de vuilnisbak buiten te zetten.

Back 21

You mustn’t forget to take out the bin.

Front 22

Vergeet niet je kamer op te ruimen.

Back 22

Don’t forget to tidy your room.

Front 23

Ik wil dat je de kat eten geeft.

Back 23

I need you to feed the cat.

Front 24

Je moet je blouse / overhemd strijken.

Back 24

You have to iron your shirt.

Front 25

Probeer eraan te denken dat je haar een kaart stuurt.

Back 25

You should remember to send her a card.

Front 26

Kun je alsjeblieft de woonkamer stofzuigen vanmiddag?

Back 26

Can you please vacuum the living room this afternoon?

Front 27

Als jij de meubels afstoft, dan maak ik de badkamer schoon.

Back 27

If you dust the furniture, I’ll clean the bathroom.