Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
22 Cards in this Set
- Front
- Back
Ik ben bij Main Street 6 in Denver. "
|
I’m at 6 Main Street in Denver. It’s the big store on the corner.
|
|
Ik sta naast een verlaten hutje.
|
I’m standing next to an abandoned shack.
|
|
Ik ben gewond. Ik heb een ambulance nodig!
|
I’ve been hurt. I need an ambulance!
|
|
Vertel me wat er is gebeurd.
|
Please tell me what happened.
|
|
Er is een bosbrand op de berg onder ons.
|
There is a forest fire on the mountain below us.
|
|
We zijn op de I-17 ten noorden van Phoenix.
|
We’re on the I-17 north of Phoenix.
|
|
Ik weet niet precies waar ik ben. Het ziet eruit als een fabriek.
|
I’m not sure where I am exactly. It looks like a factory.
|
|
Ik hoor het geluid van een spoorweg vlakbij.
|
I hear the sound of a railroad nearby.
|
|
Ik ben bij Main Street 6 in Denver. Het is de grote winkel op de hoek.
|
I’m at 6 Main Street in Denver. It’s the big store on the corner.
|
|
Ik wil melding maken van een auto-ongeluk bij de supermarkt aan Charles Street.
|
I want to report a car accident near the supermarket on Charles Street.
|
|
Er is een overval geweest in mijn winkel.
|
There has been a robbery at my store.
|
|
Ik was aan het wandelen en nu ben ik verdwaald.
|
I was hiking but now I’m lost.
|
|
Een man op een motorfiets is aangereden door een auto.
|
A man on a motorcycle has been hit by a car.
|
|
Alle salamanders bewegen snel.
|
All salamanders move fast.
|
|
Het heeft een rode tekening op zijn rug.
|
It has red markings on its back.
|
|
De meeste spinnen hebben lange dunne poten.
|
Most spiders have long, thin legs.
|
|
De krokodil heeft een ruwe bruine huid.
|
The crocodile has a rough, brown skin.
|
|
De buik van de kikker is bedekt met vlekken.
|
The frog’s belly is covered in spots.
|
|
De strepen op deze rups zijn geel.
|
The stripes on this caterpillar are yellow.
|
|
Dit insect is ongeveer 2 cm lang.
|
This insect is about 2 cm long.
|
|
Deze slangensoort leeft in de woestijn.
|
This type of snake lives in the desert.
|
|
De meeste spinnen hebben lange dunne poten.
|
Most spiders have long, thin legs.
|