• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/81

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

81 Cards in this Set

  • Front
  • Back
Module 7.1 Audition

1. Door welk mechanisme kunnen we lage frequentie geluiden percipiëren? tot ± 100 hz
Bij lage frequenties vibreert het basillaire membraan synchroon met de geluidsgolven, en elke reagerende axon stuurt een actiepotentiaal per geluidsgolf.
2. Hoe percipiëren we midden frequentie geluiden? 100 tot 4000 hz
In deze geluiden vuren niet enkele axonen per geluidsgolf, maar vuren diverse axonen voor verschillende golven, wat resulteert in een groep axonen die vuren op elke geluidsgolf.
3. Hoe percipiëren we hoge frequentie geluiden? boven de 4000 hz
Hoge frequenties zorgen ervoor dat geluidsgolven zich verplaatsen. Dit geeft maximale vibraties op een punt van de basillaire membraan. De receptoren ter plaatse reageren fors.
4. Wat stimuleert een groter deel van het basillaire membraan, een lage of hoge frequentie?
Lage frequenties stimuleren de gehele membraan omdat deze synchroon vibreert met het geluid. Hoge frequenties stimuleren een kleiner deel i.v.m. de verplaatsingsgolven die ze produceren en dit geeft een hoge piek op een plek op het membraan.
5. Wat zijn de 2 soorten gehoorverlies? Voor welke kan een gehoorapparaat een oplossing zijn?
Conductieve doofheid of midden-oor doofheid. De gehoorbeentjes brengen geen geluid meer voort naar de cochlea. Hier kan een gehoorapparaat hulp bij bieden.
Zenuw of binnen oor doofheid. Door schade aan de cochlea, haarcellen of gehoorzenuw.
6. Welke methode voor geluidslokalisatie is geschikt voor een dier met een klein hoofd? En welke voor een dier met een groot hoofd?
Bij een klein hoofd (omdat de oren dicht bij elkaar zitten) kan met beter gebruik maken van geluidsschaduwen.
Bij een groot hoofd kan met beter gebruik maken van verschil in aankomsttijd van geluid in de beide oren.
Module 7.2 The mechanical senses.

1. Iemand met schade aan het vestibulaire systeem heft moeite met het lezen van straatborden terwijl hij loopt. Verklaar dit.
Het vestibulaire systeem stelt het brein in staat om de positie van het hoofd te compenseren met oogbewegingen. Als er geen feedback is over de hoofdpositie kunnen de oogbewegingen niet aangepast worden en is het lezen van de borden net zo moeilijk om te lezen als vanaf een bewegende pagina.
2. Het somatosensorische systeem bevat meerdere zintuigen in plaats van één.
Het somatosensorische systeem is de sensatie van het lichaam en zijn bewegingen, dit is niet 1 zintuig maar meerdere. We kunnen de grootte van een object inschatten (discriminatoire aanraking), diepte aanraking, koude warmte, pijn, kietelen en de positie en beweging van gewrichten.
3. Welke neurotransmitters geven pijn neuronen vrij?
Een milde pijn stimulus maakt glutamate vrij, een sterkere pijnstimulus glutamate en substantie P.
4. Wat gebeurd er met pijnsensatie als glutamatereceptoren geblokkeerd zijn en wat als substantie P receptoren geblokkeerd zijn?
Blokkade van glutamatereceptoren zouden pijnsensatie verhinderen. Blokkade van substantie P doet hevige pijn naar milde pijn veranderen.
5. Waarom proef chilipeper heet?
Chilipeper bevat capsaicine die pijnneuronen substantie P vrijgeeft en stimuleert receptoren die gevoelig zijn voor gemiddelde warmte.
6. Hoe verminderen opiaten pijn?
Opiaten stimuleren endorphin synapses en deze blokkeren het vrijkomen van substantie P.
7. Waarom laten morfine en andere opiaten langzaam scherpe pijn door maar geen milde pijn?
Scherpe pijn wordt gedragen in grote diameter pijn fibers, deze zijn onbeïnvloedbaar door endorfine. Milde pijn wordt gedragen door kleinere pijn fibers die wel reageren op endorfine.
8. Als je wilt bepalen of een nieuwe pijnstillende methode op dezelfde wijze werkt als opiaten, hoe kom je hier achter?
Door de methode aan 2 groepen mensen te geven, waarvan de 1e groep eerst naloxon toegediend krijgt (blokkeert de morfine receptoren). Als de naloxon geen effect heeft en de methode pijnstillend werkt heeft de nieuwe methode dus een andere werking dan de opiaten.
Module 7.3 The chemical senses.
1. Welke is een labeled line code en welke een across fiber pattern code?
* Brandalarm en lichtknop voorbeeld van labeled line (alleen maar 1 boodschap)
* Shift knop op PC voorbeeld van across fiber pattern (meerdere mogelijkheden).
2. Stel dat je een nieuw soort eten proeft, hoe kom je erachter of je een speciale receptor voor deze smaak hebt, of dat we het proeven als een soort combinatie van de andere receptoren?
Cross-adaptie testen; als de nieuwe smaak kruisadaptie vertoont met bestaande smaken dan gebruikt het dezelfde receptoren. Zoniet dan zal het een eigen receptor hebben.
3. Als iemand een stof in je tong zou injecteren die de release van second messengers zou blokkeren, wat zal dan het effect zijn op je smaak ervaringen?
De stof zal de mogelijkheid voor zoet, bitter en umami wegnemen en alleen die van zuur en zout intact laten.
4. Waarom duurt het langer om een nieuwe geur te ruiken dan een nieuw licht te zien of een nieuw geluid te horen?
Omdat de mucus vloeistof in de neus de detectie iets vertraagd, de geur moet hier doorheen diffunderen.
5. Wat is specifieke anosmie?
Het onvermogen om een specifieke geur te ruiken (bijvoorbeeld zweet, andere geuren wel).
6. Op welke manier lijken olfactorische receptoren op metabotropische neurotransmitter receptoren?
Omdat ze beiden reageren d.m.v. een G proteïne dat verdere gebeurtenissen in de cel triggert.
Structures of the ear
When sound waves strike the tympanic membrane in 

(a), they cause it to vibrate three tiny bones—the hammer, anvil, and stirrup—that convert the sound waves into stronger vibrations in the fluid-fi lled cochlea 

(b). Those vib
Structures of the ear
When sound waves strike the tympanic membrane in

(a), they cause it to vibrate three tiny bones—the hammer, anvil, and stirrup—that convert the sound waves into stronger vibrations in the fluid-fi lled cochlea

(b). Those vibrations displace the hair cells along the basilar membrane in the cochlea.

(c) A cross-section through the cochlea.

(d) A closeup of the hair cells.
Structures of the ear
When sound waves strike the tympanic membrane in 

(a), they cause it to vibrate three tiny bones—the hammer, anvil, and stirrup—that convert the sound waves into stronger vibrations in the fluid-fi lled cochlea 

(b). Those vib
Structures of the ear
When sound waves strike the tympanic membrane in

(a), they cause it to vibrate three tiny bones—the hammer, anvil, and stirrup—that convert the sound waves into stronger vibrations in the fluid-fi lled cochlea

(b). Those vibrations displace the hair cells along the basilar membrane in the cochlea.

(c) A cross-section through the cochlea.

(d) A closeup of the hair cells.
Pitch Perception

Our ability to understand speech or enjoy music depends on
our ability to diff erentiate among sounds of diff erent frequencies.

How do we do it?
Recall from Chapter 6 that two of the main ways of coding
sensory information are which cells are active and how frequently they fire. Those same principles apply to perception of pitch.
H7.1 Auditief

Geluid en het oor

H7 – ANDERE SENSORISCHE SYSTEMEN


- Amplitude:

- Luidheid:

- Frequentie:

- Pitch:
- Amplitude: intensiteit van een geluidsgolf

- Luidheid: perceptie van de intensiteit

- Frequentie: aantal Hertz per seconde

- Pitch: toonhoogte
1. Via welk mechanisme kunnen we laagfrequente geluiden (tot ca. 100 Hz waarnemen?)
1. Bij lage frequenties, trilt het basilair membraan synchroon met de geluidsgolven, en elke axon in de gehoorzenuw stuurt een actiepotentiaal per geluidsgolf.
2. Hoe nemen we midden-frequenties (100 tot
4000 Hz) waar?
2. op tussenliggende frequenties, vuurt niet 1 axon een actiepotentiaal voor elke geluidsgolf, maar verschillende axonen vuren voor verschillende golven, en dus een volley (groep) van axonen vuren voor elke golf.
3. Hoe nemen we hoogfrequente geluiden (boven
4000 Hz) waar?

4. Welk bewijs suggereert dat amusie afhankelijk is van genetische verschillen?

Welk bewijsmateriaal stelt dat het absolute gehoor
afhankelijk is van bijzondere ervaringen?



2. op tussenliggende
frequenties, geen enkele axon fi res een actiepotentiaal voor elke geluidsgolf, maar diff Erent axonen fi re voor diff Erent golven, en dus een volley (groep) van axonen fi res voor elke golf.

3. Bij hoge frequenties, het geluid veroorzaakt maximale trilling van de haarcellen op een plaats langs het basilair membraan.

4. Veel familieleden van een persoon met amusie hebben de aandoening ook. Absoluut gehoor gebeurt bijna volledig onder de mensen die vroege muzikale opleiding gehad en is veel vaker voor bij mensen die tonale talen spreken, wat meer aandacht voor toonhoogte vereisen.
3. Bij hoge frequenties, veroorzaakt het geluid maximale trilling van de haarcellen op een plaats langs het basilair membraan.
3. Hoe nemen we hoogfrequente geluiden (boven
4000 Hz) waar?

4. Welk bewijs suggereert dat amusie afhankelijk is van genetische verschillen?

Welk bewijsmateriaal stelt dat het absolute gehoor
afhankelijk is van bijzondere ervaringen?
4. Veel familieleden van een persoon met amusie hebben de aandoening ook.

Absoluut gehoor gebeurt bijna volledig onder de mensen die vroege muzikale opleiding gehad en komt veel vaker voor bij mensen die tonale talen spreken, wat meer aandacht voor toonhoogte vereist.
5. How is the auditory cortex like the visual cortex?
5. Any of the following: (a) Both vision and hearing have “what” and “where” pathways. (b) Areas in the superior temporal cortex analyze movement of both visual and auditory stimuli. Damage there can cause motion blindness or motion deafness. (c) The visual cortex is essential for visual imagery, and the primary auditory cortex is essential
for auditory imagery. (d) Both the visual and auditory cortices need normal experience early in life to develop normal sensitivities.
6. What is one way in which the auditory and visual cortices differ?
6. Damage to the primary visual cortex leaves someone blind, but damage to the primary auditory cortex merely impairs perception of complex sounds without making the person deaf.
5. Hoe lijkt de auditieve cortex op de visuele cortex?
5. Een van de volgende:
(a) Zowel zicht en gehoor hebben "wat" en "waar" pathways.
(b) Gebieden in de superieure temporale cortex analyseert bewegingen van zowel visuele en auditieve stimuli. Schade er kan beweging blindheid of doofheid beweging veroorzaken.
(c) De visuele cortex is essentieel voor visuele beelden, en de primaire auditieve cortex essentieel voor auditieve beelden.
(d) Zowel de visuele en auditieve cortex nodig normale ervaringen vroeg in het leven om de normale gevoeligheden te ontwikkelen.
6. Wat is een manier waarop de auditieve en visuele cortex
verschillen?
6. Schade aan de primaire visuele cortex maakt iemand blind, maar beschadiging van de primaire auditieve cortex schaadt slechts de waarneming van complexe geluiden zonder dat de persoon doof wordt.
7. Welke soorten geluiden activeren de auditieve cortex het sterkst?
7. elke cel in de primaire auditieve cortex heeft een voorkeursfrequentie. Veel of de meeste cellen reageren het beste op complexe geluiden die harmonieën bevatten.

Buiten de primaire auditieve cortex, reageren de meeste cellen op "auditieve objecten" die iets betekenen.
8. Welk type gehoorverlies komt vaker voor onder de leden van rockbands en waarom? Zouden ze kunnen profiteren van hoortoestellen?
8. Zenuwdoofheid is gebruikelijk onder rockband leden, omdat hun veelvuldige blootstelling aan harde geluiden schade veroorzaakt aan de cellen van het oor.

Hoortoestellen zijn meestal niet nuttig in gevallen van zenuwdoofheid.
9. Welke methode om de lokatie van geluid te bepalen is effectiever voor een dier met een klein hoofd?
En die van een dier met grote kop?

Waarom?
9. Een dier met een kleine kop lokaliseert geluiden voornamelijk door verschillen in geluidsniveau omdat de oren niet ver genoeg van elkaar staan om de verschillen in aanvangstijd groot genoeg te maken.

Een dier met een groot hoofd lokaliseert geluid vooral door de verwijzingen in aanvangstijd omdat de oren ver uit elkaar staan en goed geschikt om te merken dat er verschillen zijn in fase of aanvangstijd.
10. Mensen met schade aan het evenwichtsorgaan hebben problemen met het lezen van straatnaamborden tijdens het lopen. Waarom?
10. Het vestibulaire systeem maakt het mogelijk dat de hersenen door oogbewegingen verschuivingen compenseren voor veranderingen ren opzichte van de hoofdpositie. Zonder feedback over positie van het hoofd, zou een persoon niet in staat zijn om de oogbewegingen te corrigeren, en de ervaring zou als het kijken zijn naar een wispelturige boekpagina met dansende letters.
11. Op welke manier bestaat 'somatosensation' uit meerdere zintuigen in plaats van een?
11. Wij hebben verschillende types van receptoren, die gevoelig zijn voor aanraking, warmte, enzovoort, en verschillende delen van de somatosensorische cortex reageren op verschillende huidstimulatie.
12. Welk bewijs suggereert dat de somatosensorische cortex essentieel is voor de bewuste waarneming van aanraking?
12. Mensen zijn zich bewust van alleen die aanrakings stimuli die voldoende arousal produceren in de primaire somatosensorische cortex.
13. Stel dat iemand een snede heeft door het ruggenmerg alleen aan de rechterkant. Zal de persoon pijnsensatie aan de linkerkant of rechterkant verliezen?

Zal hij of zij de gevoelsgewaarwording aan de linkerkant of rechterkant verliezen?
13. De persoon verliest pijnsensatie aan de linkerkant van het lichaam, omdat pijninformatie het ruggenmerg tegelijk kruist.

Hij of zij zal gevoelsgewaarwording verliezen aan de rechterzijde omdat de aanrakings paden op de ipsilaterale kant blijven tot ze bij het ​​merg zijn.
14. Hoe veroorzaken jalapeños produceren een warm gevoel?
14. Jalapeños en andere hete pepers bevatten capsaicine. capsaicine stimuleert receptoren die gevoelig zijn voor pijn, zuren en warmte.
15. Wat zou er gebeuren met een pijnsensatie als glutamaat receptoren in het ruggenmerg werden geblokkeerd?

Wat als substance P receptoren werden geblokkeerd?
15. glutamaat receptoren receptoren zou zwak tot matige pijn te elimineren.

(Echter, daarbij zou niet een goede strategie voor het doden van pijn. Glutamaat is de meest voorkomende zender, en het blokkeren zou het praktisch alles wat de hersenen doen verstoren.)

Het blokkeren van substance P receptoren maakt intense pijn mild voelen.
18. Hoe kunnen ibuprofen en andere niet-steroïde anti-ontstekings medicatie pijn verminderen?
18. Anti-ontstekings medicijnen blokkeren het vrijkomen van chemische stoffen uit beschadigde weefsels, die anders de pijn effecten van pijnreceptoren zou vergroten
19. Waarom is het beter om te beginnen met morfine voor een operatie in plaats van te wachten tot later?
19. De morfine zal geen pijn verminderen van de operatie zelf. Het zal echter de daaropvolgende spervuur ​​van pijnprikkels die neuronen vuren afnemen.
1. Door welk mechanisme kunnen we lage frequentie geluiden percipiëren? (meer dan 100 hz)
Bij lage frequenties vibreert het basillaire membraan synchroon met de geluidsgolven, en elke reagerende axon stuurt een actiepotentiaal per geluidsgolf.
2. Hoe percipiëren we midden frequentie geluiden? (100 tot 4000 hz)
In deze geluiden vuren niet enkele axonen per geluidsgolf, maar vuren diverse axonen voor verschillende golven, wat resulteert in een groep axonen die vuren op elke geluidsgolf.
3. Hoe verwerken we hoge frequentie geluiden?
(boven de 4000 hz)Hoge frequenties zorgen ervoor dat geluidsgolven zich verplaatsen. Dit geeft maximale vibraties op een punt van de basillaire membraan. De receptoren ter plaatse reageren fors.
4. Welk bewijs suggereert dat amusia afhankelijk is van genetische factoren. Welk bewijs suggereert dat absolut gehoor afhankelijk is van speciale ervaringen?
4. Een groot aantal familieleden van een persoon met amusia hebben ook die verschijnselen. Absolute toonhoogte komt bijna volledig onder mensen voor die vroege muzikale opleiding genoten en is gemeenschappelijker onder mensen die tonale talen sprekn, waarvoor er meer aandacht gaat naar toonhoogte.
5. Wat stimuleert een groter deel van het basillaire membraan, een lage of hoge frequentie?
Lage frequenties stimuleren de gehele membraan omdat deze synchroon vibreert met het geluid. Hoge frequenties stimuleren een kleiner deel i.v.m. de verplaatsingsgolven die ze produceren en dit geeft een hoge piek op een plek op het membraan.
6. Hoe is de auditieve cortex als de visuele cortex?
Beide hebben een wat en een waar pad. Gebieden in de superieure temporele cortex analyseren zowel auditieve als visuele informatie/stimuli. Schade hieraan kan bewegingsdoofheid of bewegingsblindheid veroorzaken. De visuele cortex is essentieel voor visuele verbeelding, en de primaire auditieve cortex is essentieel voor auditieve verbeelding. Beide cortexen, de auditieve en visuele hebben ervaring nodig om goed te kunnen ontwikkelen.
7. Wat is een verschil tussen de auditieve en visuele cortex?
Schade aan de primaire visuele cortex maakt iemand blind, maar schade aan de primaire auditieve cortex maakt iemand niet geheel doof. Het resulteert in moeite met perceptie van geluid.
8. Wat voor soort geluiden activeert de auditieve cortex sterk?
Elke cel heeft een favourite frequentie. Veel cellen reageren het beste op complexe geluiden als harmonieën. Buiten de primaire auditieve cortex reageren de meeste cellen op ‘auditieve objecten’ die iets betekenen.
9. Welk type van gehoorverlies zou meer gewoon zijn onder leden van rockbands en waarom? Zouden zij kunnen profiteren van gehoorapparaten?
Zenuw doofheid is gebruikelijk onder rock bandleden omdat hun frequente blootstelling aan luide geluiden schade aan de cellen van het oor veroorzaakt. Gehoorapparaten zijn meestal niet handig in gevallen van zenuw doofheid.
10. Wat zijn de 2 soorten gehoorverlies? Voor welke kan een gehoorapparaat een oplossing zijn?
Conductieve doofheid of midden-oor doofheid. De gehoorbeentjes brengen geen geluid meer voort naar de cochlea. Hier kan een gehoorapparaat hulp bij bieden.
Zenuw of binnen oor doofheid. Door schade aan de cochlea, haarcellen of gehoorzenuw.
11. Welke methode voor geluidslokalisatie is geschikt voor een dier met een klein hoofd? En welke voor een dier met een groot hoofd?
Bij een klein hoofd (omdat de oren dicht bij elkaar zitten) kan met beter gebruik maken van geluidsschaduwen.
Bij een groot hoofd kan met beter gebruik maken van verschil in aankomsttijd van geluid in de beide oren.
Module 7.2 The mechanical senses.

1. Iemand met schade aan het vestibulaire systeem heeft moeite met het lezen van straatborden terwijl hij loopt. Verklaar dit.
Het vestibulaire systeem stelt het brein in staat om de positie van het hoofd te compenseren met oogbewegingen. Als er geen feedback is over de hoofdpositie kunnen de oogbewegingen niet aangepast worden en is het lezen van de borden net zo moeilijk om te lezen als vanaf een bewegende pagina.
2. Op welke manier is somatosensatie verschillende zintuigen in plaats van een?
We hebben verschillende soorten receptoren, gevoelige te raken, reageren warmte, en enzovoort, en verschillende delen van de Somatosensorische cortex op verschillende soorten huid stimulatie.
3. Wat bewijs suggereert dat de Somatosensorische cortex essentieel is voor de bewuste perceptie van aanraking?
De mensen zijn zich alleen bewust van die aanrakings stimuli die voor voldoende opwinding/arousal in de primaire Somatosensorische cortex zorgen.
4. Stel dat iemand een snee krijgt door het ruggenmerg aan alleen de rechterkant. Zal de persoon pijn sensatie verliezen op de linkerzijde of de rechterkant? Zal hij of zij aanrakings sensatie op de linkerzijde of de rechterkant verliezen?
De persoon zal sensatie van pijn aan de linker kant van het lichaam verliezen omdat pijn informatie het ruggenmerg direct kruist. Hij of zij zal aanraking sensatie aan de rechterzijde verliezen omdat aanrakings trajecten op de ipsilateral kant blijven totdat zij de medulla bereiken.
5. Het somatosensorische systeem bevat meerdere zintuigen in plaats van één.
Het somatosensorische systeem is de sensatie van het lichaam en zijn bewegingen, dit is niet 1 zintuig maar meerdere. We kunnen de grootte van een object inschatten (discriminatoire aanraking), diepte aanraking, koude warmte, pijn, kietelen en de positie en beweging van gewrichten.

Welke neurotransmitters geven pijn neuronen vrij?
Een milde pijn stimulus maakt glutamate vrij, een sterkere pijnstimulus glutamate en substantie P.
7. Wat gebeurd er met pijnsensatie als glutamatereceptoren geblokkeerd zijn en wat als substantie P receptoren geblokkeerd zijn?
Blokkade van glutamatereceptoren zouden pijnsensatie verhinderen. Blokkade van substantie P doet hevige pijn naar milde pijn veranderen.
8. Waarom proeft chilipeper heet?
Chilipeper bevat capsaïcine die pijnneuronen substantie P vrijgeeft en stimuleert receptoren die gevoelig zijn voor gemiddelde warmte.
9. Hoe verminderen opiaten pijn?
Opiaten stimuleren endorphin synapsen en deze blokkeren het vrijkomen van substantie P.
10. Waarom laten morfine en andere opiaten langzaam scherpe pijn door maar geen milde pijn?
Scherpe pijn wordt gedragen in grote diameter pijn fibers, deze zijn onbeïnvloedbaar door endorfine. Milde pijn wordt gedragen door kleinere pijn fibers die wel reageren op endorfine.
11. Als je wilt bepalen of een nieuwe pijnstillende methode op dezelfde wijze werkt als opiaten, hoe kom je hier achter?
Door de methode aan 2 groepen mensen te geven, waarvan de 1e groep eerst naloxon toegediend krijgt (blokkeert de morfine receptoren). Als de naloxon geen effect heeft en de methode pijnstillend werkt heeft de nieuwe methode dus een andere werking dan de opiaten.
12. Waarom verlichten opiaten doffe pijn maar niet scherpe pijn?
Endorfines blokkeren berichten uit de dunste pijn kanalen die doffe pijn overbrengen, maar niet uit dikker fibers die scherpe pijn geven.
13. Hoe verschillen pijnstillende effecten van Cannabinoïden tussen van die van opiaten?
In tegenstelling tot opiaten oefenen cannabinoïden de meeste van hun pijnstillende effecten uit in het perifere zenuwstelsel, niet het CNS.
14. Hoe verminderen ibuprofen en andere nonsteroide anti-inflammatory drugs pijn?
Anti-infl ammatory drugs blokkeert het vrijkomen van chemische stoffen uit beschadigde weefsels, die anders de effecten op pijnreceptoren zou vergroten.
15. Waarom is het beter om te beginnen met morfine voordat een bewerking in plaats van te wachten tot een later tijdstip?
De morfine zal niet de scherpe pijn van de ingreep zelf doen afnemen. Echter, het zal de latere spervuur van pijn stimuli verminderen die pijn neuronen kunnen sensibiliseren (gevoeliger maken).
16. Zouden opiaten de gewaarwordingen van de jeuk vergroten of verkleinen?
Opiaten verhogen jeuk door het blokkeren van pijn sensaties. (Pijn vermindert jeuk.)
17. Stel dat iemand constante jeuk heeft. Welke soorten medicatie kunnen het helpen verlichten?
Er zijn twee soorten drugs/meicatie die kunnen helpen — histamine of capsaïcine — afhankelijk van de bron van de jeuk. Ook drugs die gastrine-releasing peptide blokkeren kunnen helpen
Module 7.3 The chemical senses.
1. Welke is een labeled line code en welke een across fiber pattern code?
* Brandalarm en lichtknop voorbeeld van labeled line (alleen maar 1 boodschap)
* Shift knop op PC voorbeeld van across fiber pattern (meerdere mogelijkheden).

Welke gebruikt een Labeled-line principe en welke een Across-fiber pattern principe:

(a) een vuur alarm
(b) een licht schakelen
(c) een kapitaal letter te typen
(a) een vuur alarm
(b) een licht schakelen
(c) een kapitaal letter te typen

Een kapitaal letter te typen, is een voorbeeld van een Across-fiber pattern principe. (Het resultaat hangt een combinatie van de lettertoets en de shift-toets ingedrukt.)
Een brandalarm en een lichtschakelaar worden lijnen die slechts één boodschap aangeduid, Labeled-line principe.
3. Stel dat je een nieuw soort eten proeft, hoe kom je erachter of je een speciale receptor voor deze smaak hebt, of dat we het proeven als een soort combinatie van de andere receptoren?
Cross-adaptie testen; als de nieuwe smaak kruisadaptie vertoont met bestaande smaken dan gebruikt het dezelfde receptoren. Zoniet dan zal het een eigen receptor hebben.
4. Als iemand een stof in je tong zou injecteren die de release van second messengers zou blokkeren, wat zal dan het effect zijn op je smaak ervaringen?
De stof zal de mogelijkheid voor zoet, bitter en umami wegnemen en alleen die van zuur en zout intact laten.
5. Hoewel de tong receptoren voor bittere smaak heeft, hebben de onderzoekers geen neuronen gevonden in de hersenen zelf die sterker reageren op bittere dan aan andere smaken.

Leg uit: hoe is het mogelijk dat de hersenen bittere smaak detecteren?
Twee mogelijkheden:

ten eerste, een bittere smaak produceerd een onderscheidend temporeel patroon van reacties in cellen die gevoelig zijn voor smaak.

Ten tweede, zelfs als geen één cel sterk op een bittere smaak reageert, kan het patroon van antwoorden over veel cellen worden onderscheiden. Naar analogie, in visie reageert enkele geen kegel voornamelijk op paars, maar we erkennen niettemin paars door haar patroon van activiteit uit een gehele populatie van kegels.
6. Hoe beïnvloeden genen en hormonen smaak gevoeligheid?
Genen en hormonen beïnvloeden het aantal smaakpapillen in de buurt van het puntje van de tong.
7. Waarom duurt het langer om een nieuwe geur te ruiken dan een nieuw licht te zien of een nieuw geluid te horen?
Omdat de mucus vloeistof in de neus de detectie iets vertraagd, de geur moet hier doorheen diffunderen.
8. Wat is specifieke anosmie?
Het onvermogen om een specifieke geur te ruiken (bijvoorbeeld zweet, andere geuren wel).
9. Op welke manier lijken olfactorische receptoren op metabotropische neurotransmitter receptoren?
Omdat ze beiden reageren d.m.v. een G proteïne dat verdere gebeurtenissen in de cel triggert.
10. Wat is de gemiddelde levensduur van een olfactorische receptor?
De meeste olfactorische receptoren overleven iets meer dan een maand vóór dat ze sterven en vervangen worden.
11. Welke substantie zorgt er voor dat een olfactorische axon kopieën van de cels olfactorische receptor eiwit kan maken?
De receptor molecuul fungeert als een soort identificatie om de axon te helpen bij het vinden van de juiste doelcel in de hersenen.
12. Wat is een belangrijk verschil tussen olfactorische receptoren en die van het vomeronasal-orgaan?
Olfactorische receptoren passen zich snel aan een continue geur, receptoren van het vomeronasal orgaan blijven reageren. Ook zijn vomeronasale sensaties in staat gedrag te beïnvloeden zonder het bewust te zijn.
13. Als iemand een bepaalde letter in kleur ziet, op welke manier is verschilt dat met een echte kleur?
Wie een letter als geel ziet (terwijl het in werkelijkheid in zwarte inkt is) ziet hem toch op een gele pagina.