• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/23

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

23 Cards in this Set

  • Front
  • Back

DEF.: Wat is schoolcultuur?

= het geheel van gedeelde betekenisgeving tussen alle deelnemers aan het schoolgebeuren.


(↔️ focus op kerncomponenten: waarden, normen, assumpties)

💡Wat zijn de niveaus van schoolcultuur?

Volgens Hoy en Miskel zijn dit:


1️⃣Gedeelde normen


Omschreven en informele verwachtingen en regels ➡️ concrete gedragsregels binnen context


2️⃣Gedeelde waarden


2.1 Morele en niet-morele gedeelde voorstellingen van wat wenselijk is


2.2 Principes, idealen, levenshouding


3️⃣Gedeelde assumpties


3.1 meest diepgaande/abstracte aspecten schoolcultuur


3.2 Vanzelfsprekende veronderstellingen die hun dienst hebben bewezen bij uitdagingen/goede werking


DEF.: Wat is normgedrag?

= Wanneer leden van een schoolorganisatie zich schikken naar gestelde normen. Gedeelde normen bepalen handelen en schoolcultuur.

💭Bij wegvallen van externe druk blijft waardegedrag overeind en valt normgedrag weg. Leg uit.

Normen zijn minder verinnerlijkt dan waarden.

💡Wat zijn 3 uitwendige, waarneembare uitdrukkingen van schoolcultuur?

1️⃣symbolen (logo, motto, trofee, humor, taalgebruik, dresscode, ouders, rapport, ...)


2️⃣rituelen (ceremonies en gewoonten: diploma-uitreiking, voetbalmatch, ...)


3️⃣verhalen, mythes, legenden (➡️normen en waarden)

💡Welke 3 cultuurtypes onderscheidt Staessens en welke indicatoren vormen de basis?

Indicatoren:


1️⃣schoolhoofd als cultuurbouwer en -drager


2️⃣overeenkomst in doelgerichtheid


3️⃣professionele relaties tussen lkr.


Types:


➡️familieschool


➡️professionele instelling


➡️'Living Apart Together'-school

💡 Welke indicatoren linkt Staessens aan een familieschool?

1️⃣grootvaderschoolhoofd


-contact: informeel


-focus: sociaal en organisatorisch


2️⃣'overleven'


- functioneel


3️⃣team als dorpsfanfare


- vrienden > collega's


- informeel


- organisatorisch>pedagogisch-didactisch

💡 Welke indicatoren linkt Staessens aan een professionele instelling?

1️⃣architect-schoolhoofd


-contact: professioneel


-focus: pedagogisch-didactisch


- deskundige met visie


2️⃣'allesdoordringende basisfilosofie'


- actief nagestreefd


3️⃣professioneel voetbalteam


- overleg- en samenwerkingsmomenten


- formeel

💡 Welke indicatoren linkt Staessens aan een 'Living Apart Together' - school?

1️⃣figurant-schoolhoofd


-contact: weinig


-focus: administratieve taken


- ver van klaspraktijk: 'van dag tot dag'-beleid


2️⃣'schip zonder kompas'


- ontbreekt


-individueel lkr soms wel


3️⃣loszandteam


- afwezigheid samenwerking


- geen overleg

DEF.: Wat is schoolstructuur?

= omvat de functies die in de school onderscheiden worden en de wijze waarop de samenwerking tussen die functies gecoördineerd wordt.


🔗opgesplitst in positionele en procedurele organisatie

💭De invulling van de procedurele dimensies (🔗schoolstructuur) moet afgestemd worden op het beleid en de fase v/d beleidscyclus. Leg uit.

1️⃣Sterke centralisatie, standaardisatie en formalisatie:


ONDERSTEUNEND:


stabiliteit, duidelijkheid


afstemming verwachtingen


DWINGEND:


❗️flexibiliteit


❗️passiviteit en vervreemding


❗️hiërarchie/macht


2️⃣Zwakke centralisatie, standaardisatie en formalisatie:


openheid, innovatie


❗️chaos, vrijblijvendheid

DEF.: Wat is positionele organisatie?

= het geheel van taken en verantwoordelijkheden die in een school onderscheiden worden en door iemand (moeten) worden opgenomen.


➡️ niet HOE wel OF


🔗1/2 aspecten schoolstructuur

DEF.: Wat is procedurele organisatie?

= manier waarop de uit te voeren taken worden gecoördineerd.


= opgedeeld in 5 dimensies:


1. Centralisatie


2. Formalisatie


3. Standaardisatie


4. Specialisatie/afhankelijkheid


5. Flexibiliteit


🔗2/2 aspecten schoolstructuur

💭Geef een voorbeeld van positionele en procedurele organisatie.

Positioneel:


Gedragsproblemen aanpakken


Procedureel:


Niet enkel klaslkr. ➡️ meldingsfiches, vergadering, stappen

(🔗1/5 dimensies procedurele organisatie - schoolstructuur)


Leg het begrip centralisatie uit.

= mate waarin besluitvorming en het gezag gecentraliseerd of gedelegeerd zijn.


(1 punt ↔️ brede basis)

(🔗2/5 dimensies procedurele organisatie - schoolstructuur)


Leg het begrip standaardisatie uit.

= op een uniforme manier uitvoeren van werkzaamheden in de school.


= (onbewust) vastleggen van 1️⃣werkzaamheden 2️⃣uitkomsten 3️⃣capaciteiten/gedrag

(🔗3/5 dimensies procedurele organisatie - schoolstructuur)


Leg het begrip formalisatie uit.

= mate waarin gedragsvoorschriften, bevoegdheden en procedures duidelijk (of schriftelijk) zijn vastgelegd.


➡️ bewuster dan standaardisatie

(🔗4/5 dimensies procedurele organisatie - schoolstructuur)


Leg de begrippen specialisatie en afhankelijkheid uit.

= differentiatie in taken en functies in de organisatie ➡️ uitsplitsen en verdelen over personen


↪️afhankelijkheidsdimensie: anderen zijn afhankelijk van persoon met specialisatie of formele regels rond wie doet wat (Vb.: ICT-coördinator)

(🔗5/5 dimensies procedurele organisatie - schoolstructuur)


Leg het begrip flexibiliteit uit.

= in hoeverre een school flexibel is in haar 1️⃣opstelling, 2️⃣reactie, 3️⃣manier van beleid voeren, 4️⃣omgaan met gegevendheden en 5️⃣andere dimensies.

💭De procedurele organisatie is sterk situatiegebonden. Leg uit.

Afhankelijk van de kenmerken van een taak:


1️⃣inhoud (simpel/complex, waarde)


2️⃣aard (ind./col., plannend/uitvoerend)


3️⃣tijdstip (nieuw/routine, LT/KT)


4️⃣uitvoerder (volgzaam/innovator, zelfzeker/twijfelaar)

💭De organisatie van scholen is organisch en dynamisch. Leg uit.

1️⃣complex geheel van gestructureerde, gestandaardiseerde en formele procedures.


2️⃣ Ongestructureerde, onvoorspelbare en informele relaties en activiteiten.

💭"Wat je zegt is minder belangrijk dan hoe je gehoord wordt."


Leg aan de hand van dit citaat het belang van perceptie bij regels binnen schoolstructuur uit.

Hoe de regels geïnterpreteerd worden door teamleden (overeenkomst↔️bevel) bepaald hun beeld over de schoolorganisatie.

DEF.: Wat is een kwaliteitshandboek en wat kan de meerwaarde zijn?

= omschrijft hoe men dingen aanpakt in de school.


afspraken, checklists, wie/wat, verwachtingen, transparantie, communicatie, doelbewust, handvaten, reflecteren, ...


❗️kritisch benaderen, geen keurslijf, groeidocument (borgen + verbeteren)