• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/25

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

25 Cards in this Set

  • Front
  • Back


5.2 De fysiologische basis van de emotionele uitdrukking



Het autonoom zenuwstelsel (AZS) is het onderdeel van het perifeer zenuwstelsel dat

onze lichamelijke reacties op stress en emotionele opwinding medieert (zie 'Het perifeer zenuwstelsel' in het eerste hoofdstuk).

Traditioneel gezien wordt het AZS vooral als een efferent systeem gezien dat verantwoordelijk is voor de (meestal onbewuste en reflexieve) controle van het hart, het spijsverteringssysteem (gladde spieren) en de klierwerking, en dit in tegenstelling tot het somatomotorisch zenuwstelsel dat verantwoordelijk is voor

de (meestal bewuste en willekeurige) controle van de (gestreepte) skeletspieren.



De eenvoudige, algemene structuur van een autonome zenuwbaan bestaat meestal uit twee neuronen.



Het cellichaam van het eerste neuron , ook wel preganglionair neuron genoemd, is gelegen in

het centraal zenuwstelsel en zendt zijn axon ter synaps naar het tweede of postganglionair neuron.



De cellichamen van de postganglionaire neuronen vormen samen een celcluster of ganglion dat buiten het centraal zenuwstelsel in het lichaam is gelegen.



Vanuit de perifeer in het lichaam gelegen autonome ganglia gaan de postganglionaire axonen verder naar hun eindpu nt reizen (Figuur 5.1.).



Een preganglio­nair neuron kan meerdere postganglionaire neuronen beïnvloeden (ratio 1:32) (Chusid, 1985). Dit betekent dat de autonome functie van een relatief groot eindgebied worden gecontroleerd door een relatief klein aantal verbindingen.

Vanuit de perifeer in het lichaam gelegen autonome ganglia gaan de postganglionaire axonen verder naar hun eindpunt reizen (Figuur 5.1.).



Een preganglio­nair neuron kan meerdere postganglionaire neuronen beïnvloeden (ratio 1:32) (Chusid, 1985).



Dit betekent dat

de autonome functie van een relatief groot eindgebied worden gecontroleerd door een relatief klein aantal verbindingen.

de autonome functie van een relatief groot eindgebied worden gecontroleerd door een relatief klein aantal verbindingen.

Strikt genomen functioneert het AZS ook als een sensorisch systeem.



Vrijwel alle viscerale zenuwen hebben afferente vezels die de hersenen van feedback voorzien.



De sensorische vezels reizen meestal samen met de motorische vezels en voeren de informa­tie terug naar


de autonome efferente controlecentra in het centraal zenuwstelsel.



De informatie van sensorische autonome vezels zal echter zelden in ons bewustzijn door­ dringen, en veel van de activiteit van het AZS kan niet willekeurig worden gecontroleerd.





De twee belangrijkste systemen van het AZS zijn



s


p

-het sympathisch en


-het parasympa­thisch systeem.



Het AZS onderhoudt het interne evenwicht van het lichaam, of homeo­ stase, door de viscerale organen (ingewanden) binnen hun normale grenzen te laten functioneren.



Het hartritme, bijvoorbeeld , wordt gemoduleerd door zowel sympathische als parasympathische takken van het AZS waarbij beide takken een tegengestelde invloed hebben. Wanneer het hart te vlug klopt, zal de parasympathische nervus vagus (de tiende craniale zenuw) haar signaalfrequentie naar de haitspier vergroten en aldus het hartritme vertragen.



Een toegenomen sympathische activiteit daarentegen versnelt het hartritme en vergroot de hartcontractiliteit.



De twee belangrijkste takken van het AZS werken samen om

de viscerale activiteit soepel te controleren en een gepast patroon van activatie over
het hele lichaam te verzekeren.



Figuur 5.1.



Diagram van de algemene structuur van het somatomotorisch zenuwstelsel (boven), en van de sympathische (midden) en parasympathische (onder) systemen van het autonoom zenuwstelsel.



ACh : Acetylcholine ,


NE : norepinephrine

 


 


 



Er zijn enkele belangrijke verschillen tussen het sympathisch en parasympathisch systeem.



Hoewel beide systemen georganiseerd zijn als een keten van pre- en postganglionaire neuron en, ontstaan zij vanuit andere delen van het centraal zenuwstelsel (Figuur 5.2.).

De sympathische efferente vezels van het AZS vertrekken meestal vanuit


de preganglionaire neuronen in een sympathische ganglionaire keten die langs beide zijden van het ruggenmerg is gelegen.

Het merendeel van de sympathische vezels verlaat het ruggenmerg van het thoracale T1- tot het lumbale L3-niveau , met andere woorden :

van de schouders tot juist boven de lenden.



Hoewel sommige motorische vezels de gladde spieren en klieren rechtstreeks bezenuwen, eindigen de meeste preganglionaire neuronen eerst in

de ganglia om van daaruit middels een postganglionair neuron de ingewanden te activeren.



Ook het parasympathische zenuwstelsel kent een dergelijke structuur, maar de oorsprong van de preganglionaire parasympathische zenuwen ligt in

de hersenstam of de onderrug, en de parasympathiscbe ganglia zijn meestal in de onmiddellijke nabijheid van het doelorgaan gelokaliseerd.



De parasympathische neuronen verlaten het brein via een aantal craniale zenuwen



de oculomotorische (ill),


faciale (VII),


glossopharyngeale (IX) en


vagale (X) craniale zenuwen)



aan de hersen basis, of verlaten het ruggemerg ter hoogte van de laatste sacrale wortels.



De nervus vagus (X) is ongetwijfeld de belangrijkste parasympathische zenuw. Ze is de langste van alle autonome zenuwen en reikt vanuit de

hersenstam tot de blaas en de ingewanden waarbij zij zich op haar weg vertakt naar nek, thorax en abdomen.



Vagus betekent dan ook 'zwervend'.

De oorsprong van de motorische component van de nervus vagus is gelokaliseerd in twee kernen, de

-nucleus dorsalis nervi vagis en


-de nucleus ambiguus



die zich beide ter hoogte van de bodem van het vierde ventrikel in de medulla oblongata bevinden. Deze kernen ontvangen input van verschillende hersenregio's zoals de hypothalamus en de formatio reticularis.

Een tweede verschil tussen beide systemen ligt in het gebruik van


neurotransmitters.



De preganglionaire neurotransmitter van het sympathisch systeem is acetylcholine (ACh), de postganglionaire neurotransmitter is norepinephrine (NE). In het parasympa­thisch zenuwstelsel is echter acetylcholine en niet norepinephrine de postganglionaire neurotransmitter.


Ten derde hebben beide systemen een verschillende functie in de controle van emotioneel gedrag en homeostase.



Het sympathische systeem wordt beschouwd als

een eerder diffuus en alles-of-niets systeem omdat het in een noodsituatie alle aanwezige energie zal mobiliseren (Guyton, 1992).



Het parasyrnpathisch systeem is een fijner regelsysteem met eerder subtiele effecten op de bezenuwde organen.



Het sympathisch systeem bereidt het lichaam voor op dringende activiteit :

vlucht- of vechtreacties.



Het parasympathisch stelsel is verantwoordelijk voor rust en spijsvertering.



Het contrast tussen vecht- of vluchtgedrag en normale functie is evenwel een grove vereenvoudiging. De twee systemen werken harmonisch samen om in het lichaam een gepast activatieni­ veau te onderhouden.

Wanneer we een intense emotie ervaren zoals angst of woede, kunnen we ons bewust worden van een aantal lichamelijke veranderingen.



Veel van de fysiologische verande­ ringen die plaatsgrijpen tijdens emotionele arousal, ontstaan door activatie van het sympathisch deel van het autonoom zenu wstelsel dat het lichaam

op (onmiddellijke) actie voorbereidt.

Het sympathisch systeem is verantwoordelijk voor onder meer de volgende veranderingen :

stijging van bloeddruk en hartritme, versnelling van het ademhalingsrit­me, dilatatie (verwijding) van de pupillen, verhoogde zweet- en speekselsecretie, verho­ging van het bloedsuikerniveau om meer energie vrij te maken, een hoger stollingsver­ mogen van het bloed in geval van verwondingen, daling van de activiteit van het spijsverteringsstelsel, het bloed wordt afgeleid van de maag en ingewanden naar de hersenen en skeletspieren, rechtzetten van de haren van de huid (pilo-erectie), er ontstaat 'kippenvel ' (Figu ur 5.3.).

Het dier waarbij het sympathisch systeem experimenteel wordt verwijderd, kan overleven zolang het niet blootgesteld wordt aan lichamelijke stress.



Een dergelijk dier kan geen

stresserend werk uitvoeren, noch voor zichzelf opkomen. Het gaat niet op zoek naar voedsel in functie van een verlaagde bloedsuikerspiegel en het reageert niet op koude met een normale vasoconstrictie en pilo-erectie van de lichaamsbeharing.



Wanneer de emotie verdwijnt, neemt het paraympathisch systeem over en keert het organisme naar zijn normale status terug.



Parasympatbische invloed zorgt voor een basaal haitritme, een normaaJ metabolisme en een rustige ademhalingsfrequentie (Figuur 5.3.).

Reacties van het autonoom zenuwstelsel worden uitgelokt door activiteit inbepaalde hogere hersenregio's, met name de hypothalamus die eveneens een belangrijke rol speelt bij vele biologische driften (motivaties).



Impulsen vanuit de hypothalamus worden doorgezonden naar


kernen in de hersenstam die het functioneren van het autonoom zenu w telsel controleren.



Het autonoom zenuwstelsel ageert direct op de gladde spieren en interne organen om verschillende bcbaamsveranderingen te initiëren en ageèrt indirct door het stimuleren van de adrenale hormonen om andere lichaamsveranderingen te bewerkstelligen.



Bijkomende hormonen die een cruciale rol spelen bij de stressreacties, worden afgescheiden door de hypofyse op een direct signaal vanuit de hypothalamus.



De verhoogde fysiologische arousal die we beschreven hebben, is karakteristiek voor emotionele reacties zoals woede of angst gedurende de welke het organisme zich moet voorbereiden op actie.



Gelijkaardige responsen kunnen echter ook voorkomen bij

seksu­ele opwinding of blijheid.



Bij emoties zoals verdriet kunnen dergelijke lichaamsprocessen juist worden onderdrukt of vertraagd.