Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
16 Cards in this Set
- Front
- Back
Hoofdstuk 2: De neurologische praktijk
|
Aansluitend wordt ingegaan op het brede palet van de tests en vragenlijsten waarmee de neuropsycholoog werkt. |
|
De eerste klinisch neuropsychologen
Eerdere psychologen richtten zich meer op
|
observatie.
Franz had grote belangstelling voor plasticiteit: hersenen zich kunnen aanpassen. Hij was een tegenstander van de lokalisatie theorie. Grü nbaum was de eerste Nederlandse neuropsycholoog. |
|
Franz had grote belangstelling voor |
plasticiteit: hersenen zich kunnen aanpassen. Hij was een tegenstander van de lokalisatie theorie. Grü nbaum was de eerste Nederlandse neuropsycholoog. |
|
Ook richtte hij zich op |
substitutie.
Dat andere delen van hersenen functies kunnen overnemen. Hij was een tegenstander van de lokalisatie theorie. |
|
Grünbaum was |
de eerste Nederlandse neuropsycholoog. |
|
Het neuropsychologisch onderzoek
|
|
|
|
in hoeverre de resultaten van een test hetzelfde zijn als deze op een ander moment of door verschillende onderzoekers worden verzameld. Dit noemt men ook wel de test- hertestbetrouwbaarheid. Dit wordt weergegeven door een correlatiecoëfficiënt.
De mate van overeenstemming tussen de uitkomsten van verschillende onderzoekers wordt de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid genoemd. Deze wordt weergegeven in Cohens kappa. |
|
De mate van overeenstemming tussen de uitkomsten van verschillende onderzoekers wordt de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid genoemd.
Deze wordt weergegeven in C |
Cohens kappa. |
|
De validiteit is de geldigheid van een test:
|
meet een test wat hij zou moeten meten?
De validiteit of ‘geldigheid’ van een test valt uiteen in face validity, inhoudsvaliditeit, begripsvaliditeit en criteriumvaliditeit.
Daarnaast wordt er ook gesproken over ecologische validiteit. |
|
De validiteit of ‘geldigheid’ van een test valt uiteen in
f i b c
|
face validity, inhoudsvaliditeit, begripsvaliditeit en criteriumvaliditeit.
Daarnaast wordt er ook gesproken over ecologische validiteit. |
|
Daarnaast wordt er ook gesproken over ecologische validiteit.
|
Daarnaast wordt er ook gesproken over ecologische validiteit.
|
|
De betrouwbaarheid en validiteit van testscores kan door vele stoorfactoren worden ondermijnd.
Formeel kan een stoorfactor omschreven worden als |
een element dat een testprestatie beïnvloedt maar dat niet binnen de meetpretentie van een test valt. Voorbeelden zijn zintuiglijke beperkingen, een beperkte mentale belastbaarheid, culturele achtergrond, beperkte scholing, vermoeidheid, enzovoort.
Een bijzondere stoorfactor is onderpresteren bij het neuropsychologisch onderzoek. Met onderpresteren of suboptimaal presteren wordt bedoeld dat een patiënt slechter presteert dan waar hij feitelijk toe in staat is als hij zich normaal zou inzetten. |
|
Een bijzondere stoorfactor is onderpresteren bij het neuropsychologisch onderzoek. Met onderpresteren of suboptimaal presteren wordt bedoeld dat |
een patiënt slechter presteert dan waar hij feitelijk toe in staat is als hij zich normaal zou inzetten. |
|
Neuropsychologische behandeling
|
emotionele en gedragsmatige stoornissen als gevolg van hersenletsel.
Naast geheugen-, aandachts- of planningsproblemen, kunnen hersenletsel patiënten ook ernstige problemen ervaren op het gebied van rouw, depressie en angst, of last hebben van relatieproblemen, seksuele problemen of intolerantie.
Een neuropsycholoog dient daarom geschoold te zijn in een breed scala aan klinisch psychologische behandeltechnieken. |
|
Naast geheugen-, aandachts- of planningsproblemen, kunnen hersenletsel patiënten ook ernstige problemen ervaren op het gebied van rouw, depressie en angst, of last hebben van relatieproblemen, seksuele problemen of intolerantie.
Een neuropsycholoog dient daarom geschoold te zijn in |
een breed scala aan klinisch psychologische behandeltechnieken. |
|
Werkveld
|
|