• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/150

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

150 Cards in this Set

  • Front
  • Back
H7 – ANDERE SENSORISCHE SYSTEMEN

H7.1 Auditief

Geluid en het oor,
Wat speelt een rol bij horen?
- Amplitude: intensiteit van een geluidsgolf
- Luidheid: perceptie van de intensiteit
- Frequentie: aantal Hertz per seconde
- Pitch: toonhoogte
- Amplitude: intensiteit van een geluidsgolf
- Luidheid: perceptie van de intensiteit
- Frequentie: aantal Hertz per seconde
- Pitch: toonhoogte
- Amplitude:
- Amplitude:
intensiteit van een geluidsgolf
- Luidheid:
- Luidheid:
perceptie van de intensiteit
- Frequentie:
- Frequentie:
aantal Hertz per seconde
aantal Hertz per seconde
- Pitch:
- Pitch:
toonhoogte
Structuur van het oor
Structuur van het oor
- Pinna: je oorschelp

-Tympanic membraan: middenoor (eardrum) en trilt op de zelfde frequentie van de geluidsgolven. De vibraties worden dan doorgegeven aan de ovale window: binnenoor

- Cochlea: binnenoor met drie vloeistofkanalen: scale vestibuli, scala media, scala tympani = basilar membrane

- Haarcellen: auditieve receptoren van beide kanten van de cochlei
- Pinna:
- Pinna:
je buitenoren
-Tympanic membraan:
-Tympanic membraan:
middenoor (eardrum) en trilt op de zelfde frequentie van de geluidsgolven. De vibraties worden dan doorgegeven aan de ovale window: binnenoor
- Cochlea:
- Cochlea:
binnenoor met drie vloeistofkanalen: scale vestibuli, scala media, scala tympani = basilar membrane
- Haarcellen:
- Haarcellen:
auditieve receptoren van beide kanten van de cochlei
Pitch Perception
Ons vermogen om spraak te verstaan ​​of te genieten van muziek hangt af van ons vermogen om klanken van diverse frequenties te onderscheiden.
Toonhoogte perceptie: frequentie theorie en plaats theorie
- Frequentie theorie: zelfde vibratie als het geluid waardoor auditieve axonen in zelfde frequentie actiepotentialen vuren, dit is fout want je kunt meer Hz horen dan dat je neuronen kunt vuren

- Plaats theorie: elk gebied in het membraan is ingesteld op een specifieke frequentie en trilt in de aanwezigheid ervan, net als een piano dus, dit is fout want de gebieden zijn te strak met elkaar verbonden

-De huidige theorie:
Een combinatie van beide theorieen.
De huidige theorie combineert gewijzigde versies van beide
theorieën. Voor laagfrequente geluiden (tot ongeveer 100 Hz- meer dan een octaaf onder de centrale C in de muziek, dat is 264 Hz), het basilair membraan trilt synchroon met de geluidsgolven, overeenkomstig de frequentie theorie en gehoorzenuw axonen genereren van een actiepotentiaal per golf. Zachte geluiden activeren weinig neuronen, en sterker geluid te activeren meer. Dus bij lage frequenties, de frequentie van impulsen identificeert het veld, en het aantal firing cellen identificeert
luidheid.

- Volley principe van toonhoogte discriminatie: auditieve zenuwen kunnen als geheel volleys van impulses hebben van 4000 per seconde, zelfs als geen axon de frequentie kan benaderen. Men hoort meestal onder 4000hz
- Hoogste frequenties trillen in de basis en de lage frequenties meer verder weg langs het membraan

- Amusia: tone deaf, ongevoelig voor frequentie en toonhoogte verschillen en kunnen daardoor geen spraak verstaan, geen bekende oorzaak
- Lage frequenties = geluidsgolven, 1 axon, 1 actiepotentiaal

- Middelste frequenties = versch. axonen, versch. actiepotentialen, voor versch. golven, dus een volley (groep) van axonen vuurt voor elke golf

- Hoogste frequenties = haarcellen op 1 locatie in basilare membraan
- Frequentie theorie:
zelfde vibratie als het geluid waardoor auditieve axonen in zelfde frequentie actiepotentialen vuren, dit is fout want je kunt meer Hz horen dan dat je neuronen kunt vuren

Volgens de frequentie theorie trilt het basilair membraan synchroon met een geluid, waardoor de gehoorzenuw
axonen naar actiepotentialen produceren op dezelfde frequentie. Een geluid bij 50 Hz bijv. veroorzaakt 50 actiepotentialen per seconde in de gehoorzenuw.

De ondergang van deze theorie in zijn eenvoudigste vorm is dat de refractaire periode van een neuron, echter variabel, typisch ongeveer 1/1, 000 seconde, zodat de maximale firing snelheid van een neuron ongeveer 1000 Hz is, ver van de hoogste frequenties die we horen.
- Plaats theorie:
elk gebied in het membraan is ingesteld op een specifieke frequentie en trilt in de aanwezigheid ervan, net als een piano dus, dit is fout want de gebieden zijn te strak met elkaar verbonden


Volgens de plaats theorie het basilair membraan
lijkt op de snaren van een piano, dat elk gebied langs de
membraan is afgestemd op een specifieke frequentie. (Als je klinkt een wijzen met een stemvork in de buurt van een piano, je trilt de piano snaar afgestemd op die noot.) Volgens deze theorie, elke frequentie activeert de haarcellen slechts op een plaats langs het basilair
membraan, en het zenuwstelsel maakt onderscheid tussen
frequenties op basis waarvan neuronen reageren. De ondergang van deze theorie is dat de verschillende delen van het basilair membraan met elkaar te strak gebonden voor een deel te resoneren als een pianosnaar.
-De huidige theorie:
-De huidige theorie:
Een combinatie van beide theorieen.
De huidige theorie combineert gewijzigde versies van beide
theorieën. Voor laagfrequente geluiden (tot ongeveer 100 Hz- meer dan een octaaf onder de centrale C in de muziek, dat is 264 Hz), het basilair membraan trilt
Een combinatie van beide theorieen.
De huidige theorie combineert gewijzigde versies van beide
theorieën. Voor laagfrequente geluiden (tot ongeveer 100 Hz- meer dan een octaaf onder de centrale C in de muziek, dat is 264 Hz), het basilair membraan trilt synchroon met de geluidsgolven, overeenkomstig de frequentie theorie en gehoorzenuw axonen genereren van een actiepotentiaal per golf. Zachte geluiden activeren weinig neuronen, en sterker geluid te activeren meer. Dus bij lage frequenties, de frequentie van impulsen identificeert het veld, en het aantal firing cellen identificeert
luidheid.
- Volley principe van toonhoogte discriminatie:
auditieve zenuwen kunnen als geheel volleys van impulses hebben van 4000 per seconde, zelfs als geen axon de frequentie kan benaderen. Men hoort meestal onder 4000hz
- Hoogste frequenties trillen in de basis en de lage frequenties meer verder weg langs het membraan
- Amusia:
tone deaf, ongevoelig voor frequentie en toonhoogte verschillen en kunnen daardoor geen spraak verstaan, geen bekende oorzaak Dit heeft 4% van de mensen
- Lage frequenties = geluidsgolven, 1 axon, 1 actiepotentiaal

- Middelste frequenties = versch. axonen, versch. actiepotentialen, voor versch. golven, dus een volley (groep) van axonen vuurt voor elke golf

- Hoogste frequenties = haarcellen op 1 loc
- Lage frequenties = geluidsgolven, 1 axon, 1 actiepotentiaal

- Middelste frequenties = versch. axonen, versch. actiepotentialen, voor versch. golven, dus een volley (groep) van axonen vuurt voor elke golf

- Hoogste frequenties = haarcellen op 1 locatie in basilare membraan
- Lage frequenties = geluidsgolven, 1 axon, 1 actiepotentiaal

- Middelste frequenties = versch. axonen, versch. actiepotentialen, voor versch. golven, dus een volley (groep) van axonen vuurt voor elke golf

- Hoogste frequenties = haarcellen op 1 loc
- Lage frequenties = geluidsgolven, 1 axon, 1 actiepotentiaal

- Middelste frequenties = versch. axonen, versch. actiepotentialen, voor versch. golven, dus een volley (groep) van axonen vuurt voor elke golf

- Hoogste frequenties = haarcellen op 1 locatie in basilare membraan
Mensen verschillen in hun gevoeligheid voor toonhoogte. Voor bijna elke ander aspect van het gedrag van de mensen de prestaties volgen een "Normale curve" met continue variatie.

Echter, voor toonhoogte waarneming, maken een behoorlijk aantal mensen geen deel uit van de normale verdeling. Naar schatting 4% van de mensen heeft namelijk:
amusie,

verminderde detectie van frequentie, gewoonlijk
genaamd "toon doofheid"

Ze zijn niet volledig toondoof maar hebben moeite met herkennen van muziek, en kunnen je niet vertellen of iemand zingt off-key, en kunnen een "verkeerde" noot niet detecteren in een melodie.
Absoluut gehoor (of "perfecte pitch") is de mogelijkheid om
Een noot te horen en te identificeren.
Mensen hebben ofwel hoge nauwkeurigheid op deze taak of bijna geen. Tussenproducten zijn zeldzaam. Genetische aanleg kan bijdragen aan deze voorwaarde, maar de belangrijkste determinant is vroege en uitgebreide muzikale opleiding.
Niet iedereen met muzikale opleiding ontwikkelt absoluut gehoor, maar bijna iedereen met absoluut gehoor had een uitgebreide muzikale opleiding
1. Door middel van welk mechanisme kunnen we geluiden met lage frequentie waarnemen (tot ongeveer 100 Hz)?
1. Bij lage frequenties trilt het basilair membraan synchroon met de geluidsgolven, en elke axon antwoord door in de gehoorzenuw een actiepotentiaal per geluidsgolf te sturen.
2. Hoe kunnen we midden-frequenties (100 tot 4000 Hz) waarnemen ?
2. Bij tussenliggende frequenties, vuurt niet een enkele axon een actiepotentiaal voor elke
geluidsgolf, maar vuren verschillende axonen voor verschillende golven, en dus een volley (groep) van axonen vuren voor elke golf.
3. Hoe horen we hoge frequenties (boven 4000 Hz)?
3. Bij hoge frequenties veroorzaakt het geluid maximale trilling van de haarcellen op een plaats langs het basilair membraan.
4. Welk bewijs suggereert dat amusie afhankelijk is van genetische verschillen?

Welk bewijs suggereert dat het absolute gehoor hangt af van speciale ervaringen?
4. Veel familieleden van een persoon met amusie hebben de aandoening ook.

Absoluut gehoor komt vrijwel geheel onder mensen voor die jong een muzikale opleiding hadden en is veel
vaker aanwezig bij mensen die tonale talen spreken die meer aandacht voor toonhoogte vereisen.
Figuur 7.4 

Het basilair membraan van het menselijk cochlea
Hoogfrequente geluiden prikkelen haarcellen in de buurt van de basis.
Laagfrequente geluiden prikkelen cellen nabij de top.
Figuur 7.4

Het basilair membraan van het menselijk cochlea
Hoogfrequente geluiden prikkelen haarcellen in de buurt van de basis.
Laagfrequente geluiden prikkelen cellen nabij de top.
Figuur 7.4 

Het basilair membraan van het menselijk cochlea
Hoogfrequente geluiden prikkelen haarcellen in de buurt van de basis.
Laagfrequente geluiden prikkelen cellen nabij de top.
Figuur 7.4

Het basilair membraan van het menselijk cochlea
Hoogfrequente geluiden prikkelen haarcellen in de buurt van de basis.
Laagfrequente geluiden prikkelen cellen nabij de top.
De auditieve cortex

- Primaire auditieve cortex (A1), in de superior temporale cortex, en verspreiden van hieruit de informatie

- Where-stroom is voor de locatie en patronen van auditieve stimuli

- Temporale cortex bevat ook de MT, voor geluidsbewegingen (bron van geluid)

- A1 belangrijk voor auditieve plaatjes, songteksten opvullen in je hoofd bijvoorbeeld

- Auditief systeem heeft net als visueel systeem ervaring nodig voor volledige ontwikkeling

- Schade aan A1 leidt niet tot doofheid, maar herkennen geen combinaties van geluid

- Tonotopic map: kaart van geluiden in je auditieve cortex, verschilt per cel op welke toonhoogte hij reageert

- Cellen buiten de A1 zijn gevoelig voor object geluiden, zoals muziek/machinesounds om geluid te interpreteren en A1 zelf is gevoeliger voor harmonie
De organisatie van de auditieve cortex parallel lijkt sterk op die van de visuele cortex
De organisatie van de auditieve cortex parallel lijkt sterk op die van de visuele cortex
Net zoals het visuele systeem heeft het gehorsysteem een "wat" route en een "waar" weg.

Als er schade aan is, wat gebeurd er dan?
Dan zijn ze net als dat patiënten met schade
in het gebied MT geworden beweging blind zijn, zijn patiënten met schade in delen van de superieure temporale cortex bewegingsdoof geworden.

Ze kunnen geluiden horen, maar niet detecteren dat de bron van een geluid beweegt.
- Where-stroom is
voor de locatie en patronen van auditieve stimuli. Waar komt het geluid vandaan?
Het lijkt erg op het visuele systeem.
- Temporale cortex bevat ook de
MT, voor geluidsbewegingen (bron van geluid)

Mensen met schade daar worden niet alleen motion blind, maar ook motion deaf Ze horen het geluid maar kunnen het niet lokaliseren.
- Area A1 is belangrijk voor auditieve plaatjes, songteksten en bijvoorbeeld het opvullen in je hoofd bijvoorbeeld
Net zoals de visuele cortex actief is tijdens visuele beeldspraak, is gebied A1 belangrijk voor auditieve beelden.

In een studie, luisterden mensen naar een aantal bekende en onbekende nummers. op verschillende
punten, werden delen van elke song vervangen door 3 - tot 5-seconden hiaten. Wanneer mensen aan het luisteren waren naar bekende liedjes, rapporteerden zij dat ze in hun hoofd "in hun hoofd" de noten of woorden gehoord hadden die in de gaten behoorden. Die ervaring ging gepaard met activiteit in gebied A1.

Tijdens soortgelijke hiaten in de onbekende nummers,
zij hoorde niets in hun hoofd, en het gebied A1 toonde
geen activering (Kraemer, Macrae, Green, & Kelley, 2005).
- Auditief systeem heeft net als visueel systeem
ervaring nodig voor volledige ontwikkeling.
- Schade aan A1 leidt niet tot doofheid, maar herkennen geen combinaties van geluid.
Hun belangrijkste tekort is in de mogelijkheid om combinaties of sequenties van geluiden, zoals muziek of spraak te herkennen. Klaarblijkelijk is de cortex is niet noodzakelijk voor alle soorten horen, alleen voor geavanceerde verwerking ervan. 


 Toe
Hun belangrijkste tekort is in de mogelijkheid om combinaties of sequenties van geluiden, zoals muziek of spraak te herkennen. Klaarblijkelijk is de cortex is niet noodzakelijk voor alle soorten horen, alleen voor geavanceerde verwerking ervan.


Toen onderzoekers cellen onderzochten in de primaire auditieve cortex tijdens het spelen van zuivere tonen, vonden ze dat elke cel een toon voorkeur heeft,
- Tonotopic map:
kaart van geluiden in je auditieve cortex, verschilt per cel op welke toonhoogte hij reageert
- Cellen buiten het A1 gebied zijn gevoelig voor object geluiden, zoals muziek/machinesounds om geluid te interpreteren en gebied A1 zelf is gevoeliger voor harmonie
Area A1
Area A1
Primary auditory cortex
Primary auditory cortex
Blijkbaar is de cortex is niet noodzakelijk voor alle gehoors waarnemingen maar:
alleen voor geavanceerde verwerking ervan.
De auditieve cortex zorgt voor een soort kaart van de geluiden-onderzoekers noemen het een
tonotopische kaart.
De meeste cellen best reageren op wat voor soort geluid?
Een complex geluid, zoals als een dominante toon en een aantal klank harmonieën of andere tonen.
Rondom de primaire auditieve cortex A1 zijn extra
auditieve gebieden, waar meer cellen op veranderingen in geluiden reageren dan een langdurige geluid (Seifritz et al.., 2002).
Net zoals het visuele systeem begint met cellen die reageren op eenvoudige lijnen en zich ontwikkelt tot cellen die gezichten en andere sporen complexe stimuli, hetzelfde geldt voor het gehoorsysteem.

Cellen buiten gebied A1 best reageren op wat wij zouden kunnen noemen auditieve
"Objecten"-geluiden zoals dierlijke kreten, machines geluiden,
muziek, enzovoort
5. Hoe is de auditieve cortex, in verhouding tot de visuele cortex? Wat hebben ze gemeen?
5. Een van de volgende:

(a) Zowel gezicht en gehoor hebben "wat" en "waar" paden.
(b) gebieden in de superieure temporale cortex analyseren beweging van zowel visuele als auditieve stimuli. Schade er kan beweging blindheid of doofheid beweging.
(c) De visuele cortex is essentieel voor visuele beelden, en de primaire auditieve cortex is essentieel voor auditieve beelden.
(d) Zowel de visuele en auditieve cortex hebben normale ervaring vroeg in het leven nodig willen de normale gevoeligheden ontwikkelen.
6. Wat is een manier waarop de auditieve en visuele cortex verschillen?
6. Schade aan de primaire visuele cortex maakt iemand blind, maar schade aan de primaire auditieve cortex schaadt slechts waarneming van complexe klanken zonder dat de de persoon doof wordt.
7. Welke soorten geluiden sterkst activeren van de auditieve cortex?
7. Elke cel in de primaire auditieve cortex heeft een gewenste frequentie. Veel of de meeste cellen beste spelen in op complexe geluiden die harmonischen bevatten. Buiten de primaire auditieve cortex, reageren de meeste cellen op "auditieve objecten" die iets betekenen.
Hoorverlies

- 99% van dove mensen kan wel nog soort van reageren op hele harde geluiden.

Er zijn meerdere soorten doofheid:
- Conductieve doofheid (middenoor doofheid): als de botjes in het middenoor geen geluidsgolven naar de cochlea kunnen sturen, horen wel hun eigen stem, maar moeilijk die van anderen, vaak door infecties, tumoren. Maar wel behandelbaar.

- Zenuwdoofheid (binnenoor doofheid): schade aan de cochlea, de haarcellen en de auditieve zenuwen, slecht frequenties horen en horen vaak een tinnitus: constante rinkeling in de oren en lijkt op fantoompijn, ontstaat meestal door mazelen, weinig zuurstof bij geboorte, ziektes, medicijnen, blootgesteld aan te harde geluiden, dus oorschade. Maar niet behandelbaar
- Conductieve doofheid (middenoor doofheid):
als de botjes in het middenoor geen geluidsgolven naar de cochlea kunnen sturen, horen wel hun eigen stem, maar moeilijk die van anderen, vaak door infecties, tumoren. Maar wel behandelbaar.
- Zenuwdoofheid (binnenoor doofheid):
schade aan de cochlea, de haarcellen en de auditieve zenuwen, slecht frequenties horen en horen vaak een tinnitus: constante rinkeling in de oren en lijkt op fantoompijn, ontstaat meestal door mazelen, weinig zuurstof bij geboorte, ziektes, medicijnen, blootgesteld aan te harde geluiden, dus oorschade. Maar niet behandelbaar
Gehoortoestellen kunnen uitgebreide schade aan de zenuwen niet compenseren, maar ze helpen mensen de verloren receptoren in een deel van de cochlea.

Zenuwdoofheid kan worden geërfd (A. Wang et al.., 1998), of het kan ontstaan uit verschillende problemen of prenatale aandoeningen (Cremers & van Rijn, 1991; Robillard & Gersdorff, 1986), waaronder:
■ Blootstelling van de moeder om rubella (rodehond), syfilis of andere ziekten of toxinen tijdens zwangerschap
■ Onvoldoende zuurstof naar de hersenen tijdens de geboorte
■ Defieciënte werking van de schildklier
■ Bepaalde ziekten, met inbegrip van multiple sclerose en meningitis
■ Childhood reacties op bepaalde medicijnen, waaronder aspirine
■ Herhaalde blootstelling aan harde geluiden
Wat is tinnitus (tin-EYE-tus) -
frequent of constant een piep in de oren. In sommige gevallen wordt tinnitus veroorzaakt door een fenomeen als fantoompijn
fantoompijn
Denk aan het voorbeeld waarin iemands arm geamputeerd is, de axonen rapporteren gezichts sensaties in de hersenen gebieden die eerder gevoelig waren voor de arm, zodat het gezicht een sensatie als een fantoomarm fantoom arm produceerd.

Ook bij schade aan een deel van de cochlea is als een amputatie: Als de hersenen niet langer worden voorzien van de normale input, reageren die axonen van andere delen van het lichaam een hersengebied eerder op geluiden, vooral hoge frequentie geluiden.
Welk type gehoorverlies zou vaker voor te komen onder de leden van rockbands en waarom? Zouden ze baat hebben bij hoortoestellen?
8. Zenuwdoofheid komt vaak voor bij rockband leden omdat hun veelvuldige blootstelling aan harde geluiden schade aan de cellen van het oor veroorzaakt.

Hoortoestellen zijn meestal niet nuttig in gevallen van zenuwdoofheid.
Diverse cues voor geluidslokalisatie
-het verschil in intensiteit tussen de oren
-verschil in aankomsttijd bij de twee oren
-het faseverschil tussen de oren
Een cue voor geluid locatie is het verschil in
intensiteit tussen de oren. 

Voor hoge frequenties met een golflengte korter dan de breedte van het hoofd, creëert het hoofd een geluidschaduw
intensiteit tussen de oren.

Voor hoge frequenties met een golflengte korter dan de breedte van het hoofd, creëert het hoofd een geluidschaduw
Een andere methode is het verschil in
aankomsttijd bij de twee oren. Een geluid direct voor u bereikt beide oren tegelijk. 

Tijd van aankomst is vooral handig voor het lokaliseren van geluiden met een plotseling begin
aankomsttijd bij de twee oren. Een geluid direct voor u bereikt beide oren tegelijk.

Tijd van aankomst is vooral handig voor het lokaliseren van geluiden met een plotseling begin
Een derde cue is
Een derde cue is
het faseverschil tussen de oren. 

Elk geluid golf heeft fasen met twee opeenvolgende pieken van 360 graden uit elkaar. 

Figuur 7.8 toont geluidsgolven die in fase en 45 graden, 90 graden of 180 graden uit fase. Als een geluid ontstaat aan de zijkant
het faseverschil tussen de oren.

Elk geluid golf heeft fasen met twee opeenvolgende pieken van 360 graden uit elkaar.

Figuur 7.8 toont geluidsgolven die in fase en 45 graden, 90 graden of 180 graden uit fase. Als een geluid ontstaat aan de zijkant van het hoofd, slaan de twee oren de geluidsgolf uit fase, zoals getoond in figuur 7.9.
In het kort...
Kortom, de mens lokaliseren lage frequenties door faseverschillen en hoge tonen door loudness verschillen.
We lokaliseren een geluid..
We lokaliseren een geluid van een bepaalde frequentie door de tijd van het begin als het plotseling genoeg optreedt. We lokaliseren de meeste klanken door hun tijdstip van aanvang.
Wat zou er gebeuren als iemand doof werd aan een oor?
Er treed compensatie op.

mensen leren om signalen te interpreteren als ze vertrouwde geluiden horen in een vertrouwde locatie. Zij concluderen dat hardere geluiden uit de zijde van het intacte oor komen en zachtere geluiden afkomstig van de andere kant.

De juistheid ervan komt niet overeen met dat van de mensen met twee oren, maar het wordt nauwkeurig genoeg om bruikbaar te zijn onder bepaalde voorwaarden.
SAMENVATTING
1. Geluidsgolven trillen het trommelvlies. Drie kleine botjes zetten deze trillingen om in meer krachtige trillingen van de kleinere ovale venster, en zetten de vloeistof in het slakkenhuis in gang. Golven van vloeistof in het slakkenhuis stimuleren de haarcellen die vervolgens berichten naar de hersenen sturen. 191

2. We detecteren de toonhoogte van laagfrequente geluiden door de frequentie van actiepotentialen in het auditieve systeem. Bij tussenliggende frequenties, ontdekken we volleys van de reacties over vele receptoren. We detecteren de toonhoogte van de hoogste frequenties door het gebied van de grootste respons langs het basilair membraan. 192

3. De auditieve cortex lijkt op vele manieren op de visuele cortex. Beide hebben een "wat" en een "waar"-systeem. Beide hebben gespecialiseerde gebieden voor bewegingsdetectie, en daarom is het mogelijk voor een persoon met hersenschade bewegings of bewegings blind of doof te zijn. De visuele cortex is essentieel voor visuele beelden, en de auditieve cortex is essentieel voor auditieve beelden. 194

4. Elke cel in de primaire auditieve cortex reageert het beste op een bepaalde frequentie van tonen, hoewel ze veel beter inspelen op complexe tonen dan op een enkele frequentie. 195

5. Gebieden grenzend aan de primaire auditieve cortex analyseren de betekenis van geluiden. 195

6. Doofheid kan het gevolg zijn van beschadiging van de zenuwcellen of de botten die geluiden uit moeten voeren naar de zenuwcellen. 196

7. We lokaliseren hoge frequenties volgens verschillen in volume tussen de oren. We lokaliseren lowfrequency geluiden op basis van verschillen in phase. Als een geluid plotseling optreedt, lokaliseren we door de tijd van ontstaan in de twee oren. 196
SAMENVATTING
1. Geluidsgolven trillen het trommelvlies. Drie kleine botjes zetten deze trillingen om in meer krachtige trillingen van de kleinere ovale venster, en zetten de vloeistof in het slakkenhuis in gang. Golven van vloeistof in het slakkenhuis stimuleren de haarcellen die vervolgens berichten naar de hersenen sturen. 191

2. We detecteren de toonhoogte van laagfrequente geluiden door de frequentie van actiepotentialen in het auditieve systeem. Bij tussenliggende frequenties, ontdekken we volleys van de reacties over vele receptoren. We detecteren de toonhoogte van de hoogste frequenties door het gebied van de grootste respons langs het basilair membraan. 192

3. De auditieve cortex lijkt op vele manieren op de visuele cortex. Beide hebben een "wat" en een "waar"-systeem. Beide hebben gespecialiseerde gebieden voor bewegingsdetectie, en daarom is het mogelijk voor een persoon met hersenschade bewegings of bewegings blind of doof te zijn. De visuele cortex is essentieel voor visuele beelden, en de auditieve cortex is essentieel voor auditieve beelden. 194

4. Elke cel in de primaire auditieve cortex reageert het beste op een bepaalde frequentie van tonen, hoewel ze veel beter inspelen op complexe tonen dan op een enkele frequentie. 195

5. Gebieden grenzend aan de primaire auditieve cortex analyseren de betekenis van geluiden. 195

6. Doofheid kan het gevolg zijn van beschadiging van de zenuwcellen of de botten die geluiden uit moeten voeren naar de zenuwcellen. 196

7. We lokaliseren hoge frequenties volgens verschillen in volume tussen de oren. We lokaliseren lowfrequency geluiden op basis van verschillen in phase. Als een geluid plotseling optreedt, lokaliseren we door de tijd van ontstaan in de twee oren. 196
SAMENVATTING
1. Geluidsgolven trillen het
trommelvlies. Drie kleine botjes zetten deze trillingen om in meer krachtige trillingen van de kleinere ovale venster, en zetten de vloeistof in het slakkenhuis in gang. Golven van vloeistof in het slakkenhuis stimuleren de haarcellen die vervolgens berichten naar de hersenen sturen. 191
2. We detecteren de toonhoogte van laagfrequente geluiden door de frequentie van
actiepotentialen in het auditieve systeem. Bij tussenliggende frequenties, ontdekken we volleys van de reacties over vele receptoren. We detecteren de toonhoogte van de hoogste frequenties door het gebied van de grootste respons langs het basilair membraan. 192
3. De auditieve cortex lijkt op vele manieren op
de visuele cortex. Beide hebben een "wat" en een "waar"-systeem. Beide hebben gespecialiseerde gebieden voor bewegingsdetectie, en daarom is het mogelijk voor een persoon met hersenschade bewegings of bewegings blind of doof te zijn. De visuele cortex is essentieel voor visuele beelden, en de auditieve cortex is essentieel voor auditieve beelden. 194
4. Elke cel in de primaire auditieve cortex reageert het beste op e
en bepaalde frequentie van tonen, hoewel ze veel beter inspelen op complexe tonen dan op een enkele frequentie. 195
5. Gebieden grenzend aan de primaire auditieve cortex analyseren
de betekenis van geluiden. 195
6. Doofheid kan het gevolg zijn van beschadiging van
de zenuwcellen of de botten die geluiden uit moeten voeren naar de zenuwcellen. 196
7. We lokaliseren hoge frequenties volgens verschillen in volume tussen
de oren. We lokaliseren lowfrequency geluiden op basis van verschillen in phase. Als een geluid plotseling optreedt, lokaliseren we door de tijd van ontstaan in de twee oren. 196
H7.2 De mechanische sensoren


- Mechanisch sensoren:
reageren op druk, buigingen en andere verstoringen van een receptor, zoals auditief geluid waarbij haarcellen gemodificeerde tastreceptoren zijn geworden
Vestibulaire, evenwichtsorgaan, sensatie
- Vestibulaire orgaan zorgt dat de cochlea elke beweging en richting compenseert met de beweging van je ogen, waardoor je dus eerder kunt lezen met een bewegend hoofd, i.p.v. met een bewegend boek

- Vestibulaire orgaan bestaat uit de saccule en utricle en drie semicirculaire kanalen met otoliths als tastreceptoren

- Drie semicirculaire kanalen: gelvloeistof met haarcellen, schade hieraan kan tot OOBE’s leiden
- Vestibulaire orgaan zorgt dat
de cochlea elke beweging en richting compenseert met de beweging van je ogen, waardoor je dus eerder kunt lezen met een bewegend hoofd, i.p.v. met een bewegend boek
- Vestibulaire orgaan bestaat uit
de saccule en utricle en drie semicirculaire kanalen met otoliths als tastreceptoren

- Drie semicirculaire kanalen: gelvloeistof met haarcellen, schade hieraan kan tot OOBE’s leiden
- Drie semicirculaire kanalen:
gelvloeistof met haarcellen, schade hieraan kan tot OOBE’s leiden
De mechanische zintuigen reageren op druk, buigingen of andere verstoringen van de receptor.

Zij omvatten:
Zij omvatten aanraking, pijn en andere lichaamssensaties, evenals vestibulaire sensatie, die de positie en beweging van het hoofd detecteert. Audition is ook een mechanische zin omdat de haarcellen gemodificeerde tastreceptoren zijn.
10. Mensen met schade aan het evenwichtsorgaan hebben problemen met het lezen van straatnaamborden tijdens het lopen. Waarom?
10. Het vestibulaire systeem maakt het mogelijk dat de hersenen door oogbewegingen verschuivingen compenseren voor veranderingen ren opzichte van de hoofdpositie. Zonder feedback over positie van het hoofd, zou een persoon niet in staat zijn om de oogbewegingen te corrigeren, en de ervaring zou als het kijken zijn naar een wispelturige boekpagina met dansende letters.
Somatosensatie
- Somatosensorisch systeem: sensatie van het lichaam en zijn bewegingen

- Somatisatie vooral voor bewuste tast ervaringen

Somatosensorische receptoren

- Pacinian corpuscle: detecteert plotselinge misplaatsingen van hoge frequentie vibraties in de huid
Somatosensorische receptoren
- Pacinian corpuscle: detecteert plotselinge misplaatsingen van hoge frequentie vibraties in de huid
Somatosensation

Het somatosensorische systeem, de sensatie van het lichaam en zijn bewegingen, is niet een ervaring, maar vele, waaronder
discriminerende touch (die identificeert de vorm van een object), diepe druk, koude, warmte, pijn, jeuk, kietelen, en de positie en beweging van de gewrichten.
Somatosensatie

- Somatosensorisch systeem: sensatie van het lichaam en zijn bewegingen
- Somatisatie is vooral voor bewuste tast ervaringen
Somatosensorische receptoren
- Pacinian corpuscle: detecteert plotselinge misplaatsingen van hoge frequentie vibraties in de huid
- Diverse chemicaliën stimuleren receptoren voor warmte en koude
- De meeste receptoren reageren op meer dan 1 soort stimulus
Somatosensorische receptoren
- Pacinian corpuscle: detecteert plotselinge misplaatsingen van hoge frequentie vibraties in de huid
- Diverse chemicaliën stimuleren receptoren voor warmte en koude
- De meeste receptoren reageren op meer dan 1 soort stimulus
Waarom kun je jezelf niet kietelen ?
Het is om dezelfde reden dat je jezelf niet kunt verrassen. Wanneer je jezelf aanraakt vergelijkt je brein de verwachtte situatie met de onverwachte situatie. en produceert, omdat je het verwacht een zwakkere respons.
Somatosensory Receptors and Their Possible Functions
Somatosensory Receptors and Their Possible Functions
Somatosensory Receptors and Their Possible Functions
Some sensory receptors found in the skin, the human body’s largest organ

Different receptor types respond to different stimuli, as described in Table 7.1.
Some sensory receptors found in the skin, the human body’s largest organ 

Different receptor types respond to different stimuli, as described in Table 7.1.
Some sensory receptors found in the skin, the human body’s largest organ

Different receptor types respond to different stimuli, as described in Table 7.1.
Input naar de ruggengraat en de hersenen
Informatie van tastreceptoren in het hoofd komen binnen in het central nervous system (CNS) door craniale zenuwen

Informatie van receptoren onder het hoofd komt binnen in de spinal cord (ruggegraad) en komt binnen in het brein via 31 spinale zenuwen

Elke spinale zenuw heeft een sensorische component en een motorische component

- Het huidgebied verbonden aan één sensorische ruggengraat zenuw noem je een dermatome

- Cutaneous rabbit illusion: aanraking arm waardoor het sprong van sensatie is met een middenstop
The human central nervous system (CNS)

Spinal nerves from each segment of the spinal cord exit through the correspondingly numbered opening between vertebrae.
The human central nervous system (CNS)

Spinal nerves from each segment of the spinal cord exit through the correspondingly numbered opening between vertebrae.
Dermatomes innervated by the 31 sensory spinal
nerves

Areas I, II, and III of the face are not innervated by the spinal
nerves but instead by three branches of the fi fth cranial nerve.
Although this figure shows distinct borders, the dermatomes act
Dermatomes innervated by the 31 sensory spinal
nerves

Areas I, II, and III of the face are not innervated by the spinal
nerves but instead by three branches of the fi fth cranial nerve.
Although this figure shows distinct borders, the dermatomes actually overlap one another by about one third to one half of
their width.
Input naar de ruggengraat en de hersenen
Informatie van tastreceptoren in het hoofd komen binnen in het central nervous system (CNS) door craniale zenuwen
Informatie van receptoren onder het hoofd komt binnen in de spinal cord (ruggegraad) en komt binnen in het brein via 31 spinale zenuwen

Elke spinale zenuw heeft een sensorische component en een motorische component
De diverse gebieden van de somatosensorische thalamus zenden hun impulsen naar diverse gebieden van de primaire somatische cortex, die in de pariëtale kwab (lobe) ligt.

In het kort, diverse aspecten van lichamelijk ervaringen zijn deels gescheiden op weg naar de cortex
Je reageert op wat je ervaart, niet per se op wat er echt gebeurd. Twee tikjes kunnen kort na elkaar voelen als 1.

- Het huidgebied verbonden aan één sensorische ruggengraat zenuw noem je een dermatome

- Cutaneous rabbit illusion: aanraking arm waardoor het sprong van sensatie is met een middenstop
Elke spinale zenuw heeft een sensorische component en een
motorische component
De diverse gebieden van de somatosensorische thalamus zenden hun impulsen naar diverse gebieden van
de primaire somatische cortex, die in de pariëtale kwab (lobe) ligt.
In het kort, diverse aspecten van lichamelijk ervaringen zijn deels gescheiden op weg naar de cortex
Je reageert op wat je ervaart, niet per se op wat er echt gebeurd. Twee tikjes kunnen kort na elkaar voelen als 1.
- Het huidgebied verbonden aan één sensorische ruggengraat zenuw noem je een
dermatome
- Cutaneous rabbit illusion:
Een andere demonstratie van dit beginsel wordt de huid konijn illusie genoemd. Als iemand u heel snel zes keer op de pols en vervolgens driemaal in de buurt van de elleboog tikt, zult u een gevoel van iets als een koppend konijn hebben van de pols naar de elleboog, met een extra, illusionaire, stop er tussen in.
Schade aan de somatosensorische cortex belemmert
lichamelijke waarnemingen.
11. In welke context is somatosensatie meerdere zintuigen in plaats van een?
11. Wij hebben verschillende types receptoren, gevoelig voor aanraking, warmte, enz., en verschillende delen van de somatosensorische cortex reageren anders op soorten huidstimulatie.
12. Welk bewijs suggereert dat de somatosensorische cortex essentieel is voor de bewuste waarneming van aanraking?
12. Mensen zijn bewust van alleen die aanraking stimuli die voldoende opwinding produceren in de primaire somatosensorische cortex.
Spinal pathways for touch and pain Touch information and pain information both project to the cortex of the contralateral hemisphere, but the pain information crosses to the contralateral side of the spinal cord at once, whereas touch information does not
Spinal pathways for touch and pain Touch information and pain information both project to the cortex of the contralateral hemisphere, but the pain information crosses to the contralateral side of the spinal cord at once, whereas touch information does not cross until the medulla. Touch and pain sensations from the right side of the body (not shown in the figure) are the mirror image of what you see here. The inset at lower left shows the location of the slices.
De spinale routes voor pijn en aanraking zijn parallel, maar met een belangrijk verschil, De pijn weg kruist onmiddellijk van receptoren
aan een kant van het lichaam een stuk oplopende de contralaterale
zijde van het ruggenmerg. Touch informatie reist d
De spinale routes voor pijn en aanraking zijn parallel, maar met een belangrijk verschil, De pijn weg kruist onmiddellijk van receptoren
aan een kant van het lichaam een stuk oplopende de contralaterale
zijde van het ruggenmerg. Touch informatie reist de ipsilaterale zijde van het ruggenmerg naar de medulla, de kruising aan de contralaterale zijde. Dus pijn en aanraking komen nabijgelegen bezienswaardigheden
in de cerebrale cortex.
13. Stel iemand een snede door het ruggenmerg heeft alleen aan de rechter kant. Zal de persoon pijnsensatie verliezen aan de linkerkant of aan de rechterkant? Zal hij of zij gevoelsgewaarwording verliezen aan de linkerkant of aan de rechterkant?
13. De persoon verliest pijnsensatie aan de linkerkant van het lichaam omdat de pijninformatie het ruggenmerg tegelijk kruist. Hij of zij verliest gevoelsgewaarwording aan de rechterkant, omdat aanrakings paden op de ipsilaterale zijde blijven totdat ze de medulla bereiken.
14. Hoe produceren jalapeños een warm gevoel?
14. Jalapeños en andere hete pepers bevatten capsaïcine, receptoren die gevoelig zijn voor pijn, zuren, en warmte stimuleren.
15. Wat zou er gebeuren met een pijnsensatie als glutamaat receptoren in het ruggenmerg werden geblokkeerd? Wat als substantie P receptoren werden geblokkeerd?
15. Het blokkeren van glutamaat receptoren zou zwakke tot matige pijn elimineren. (Het Zou echter geen goede strategie voor het doden van pijn zijn. Glutamaat is de meest voorkomende zender, en met het blokkeren er van zou praktisch alles wat de hersenen doen verstoren.) Het blokkeren van substance P receptoren maakt dat intense pijn mild voelt.
De prefrontale cortex, belangrijk voor aandacht, reageert meestal kort na elke nieuwe stimulus, bij pijn blijft de prefrontale cortex reageren ...
zo lang de pijn duurt


- Capsaicin: chemicaliën in hete pepers zoals jalapeños stimuleren ook pijnreceptoren

- Transport van axonen met een pijn boodschap gaat relatief traag. Het breinproces gaat echter heel snel. Motorische responsen van pijn zijn sneller dan die van aanraking.

- Pijn Axonen dragen pijn naar het ruggengraat en laten twee neurotransmitters vrij:

- Milde pijn zorgt voor glutamaat en intense pijn zorgt voor substantie P en glutamaat
- De pijn gevoelige cellen in het ruggenmerg gaan naar diverse gebieden in de hersenen

- Niet alleen de sensatie zelf doet pijn maar ook de emotionele kwaliteit van associaties ermee
- Capsaicin:
chemicaliën in hete pepers zoals jalapeños stimuleren ook pijnreceptoren
- Transport van axonen met een pijn boodschap gaat relatief traag. Het breinproces gaat echter
heel snel. Motorische responsen van pijn zijn sneller dan die van aanraking.
- Pijn Axonen dragen pijn naar het ruggengraat en laten twee neurotransmitters vrij:
- Milde pijn zorgt voor glutamaat en intense pijn zorgt voor substantie P en glutamaat
- De pijn gevoelige cellen in het ruggenmerg gaan naar diverse gebieden in de hersenen
- Niet alleen de sensatie zelf doet pijn maar ook
de emotionele kwaliteit van associaties ermee
Nadat pijn je heeft gewezen op ,gevaar, worden continue pijn boodschappen nutteloos Het brein gaat de pijn te lijf met
Opiod mechanismen. Systemen die reageren als opiaten en andere chemische drugs
Opiaten die zich binden aan receptoren bevinden zich voornamenlijk in
de Periaqueductal grey area van het midden bein
De neuro transmitters die zich op de zelfde plek hechten als morphine worden ook wel ........ genoemd.
endorphine genoemd.
Vermoedelijk is in de evolutionaire functie functie van pijn dat
aanhoudende intense gevoelens van pijn geen functie hebben, en niet nuttig zijn wanneer ontsnappen onmogelijk is.
Way’s of relieving pain. Manieren om pijn te verlichten.
Ongevoeligheid voor pijn is gevaarlijk.

Opioïden en Endorfines.
Pijn waarschuwd voor
gevaar. Het brein reduceert pijn door opioide mechanismen. We hebben opiate receptoren.. De meeste in het ruggenmerg en het periaqueductal grijs gebied van de middenhersenen. 

Later vonden de onderzoekers dat opiaatreceptoren werken door de afgifte van
gevaar. Het brein reduceert pijn door opioide mechanismen. We hebben opiate receptoren.. De meeste in het ruggenmerg en het periaqueductal grijs gebied van de middenhersenen.

Later vonden de onderzoekers dat opiaatreceptoren werken door de afgifte van substantie P.

Het lichaam maakt dus zelf opiaten aan.De transmitters die zich hechten aan de zelfde receptoeren als morphine worden endorphinen genoemd. Deze naam lijkt uiteraard op morphine.
Onvermijdelijke pijn is zeer actief bij het aanmaken van endorphinen. Blijkbaar is pijn sensatie in evolutionaire context niet
functioneel als ontsnappen onmogelijk is.
De Gate theorie (robert melzack en P.D. Wall)
De gate theorie wil uitleggen
waarom de ene beter tegen pijn kan dan de ander. De ruggengraat neuronen ontvangen boodschappen van pijn receptoren maar ook van tastreceptoren van andere axons. Andere ingangen kunnen de "poorten" sluiten voor de pijn boodschappen en ze dat doen op zijn minst gedeeltelijk door het vrijgeven van endorfine.

Hoewel sommige details van poort Melzack en Wall’s theorie bleek verkeerd, bleek wel het algemene principe te gelden Niet pijnlijke stimuli wijzigen/verlichten van de intensiteit van pijn. Denk aan vermindering van de pijn door zachtjes te wrijven op de huid eromheen of je te concentreren op iets anders.
Placebo’s & Nocebos
Een placebo is een drug of iets anders zonder pharmacologisch effect. Verlichten placebo’s pijn? Nee, ze produceren ontspanning door deels meer opiaten af te geven.

Nocebos maken pijn erger door de angst te verhogen.
Cannabinoïden en Capsaïcine.
Cannabinoïden, chemicalien gerelateerd aan marihuana blokkeren ook pijn soorten. Ze zijn actief in het perifere deel van het lichaan en niet in het centrale zenuwstelsel (CNS).
Ook heb je Capsaïcine. Capsaïcine verlicht pijn door ’substance P’ aan te maken.
Elektrische Stimulatie van het zenuwstelsel
Als iemand in bijna constante pijn en geen andere behandeling effectief wordt, ook wel directe elektrische stimulatie in of nabij de pijnbanen in het ruggenmerg of in de thalamus toegepast.
Vermoedelijk verstoort deze stimulatie pijn synapsen. Maar de details blijven onzeker.
16. Waarom verlichten opiaten doffe pijn, maar niet scherpe pijn?
16. Endorfines blokkeren berichten van de dunste pijn vezels, die doffe pijn transporteren, maar niet van dikkere vezels, die scherpe pijn veroorzaken.
17. Hoe werken de pijnstillende effecten van cannabinoïden anders van die van opiaten?
17. In tegenstelling tot opiaten, oefenen de meeste cannabinoïden hun pijnstillende effecten in het perifere zenuwstelsel uit, en niet het CZS.
Representation of pain in the
human brain
A pathway to the thalamus, and from there to
the somatosensory cortex, conveys the sensory
aspects of pain. A separate pathway to the
hypothalamus, amygdala, and other structures
produces the emotional aspects. (Hunt &
Mantyh, 2001)
Representation of pain in the
human brain
A pathway to the thalamus, and from there to
the somatosensory cortex, conveys the sensory
aspects of pain. A separate pathway to the
hypothalamus, amygdala, and other structures
produces the emotional aspec
Representation of pain in the
human brain
A pathway to the thalamus, and from there to
the somatosensory cortex, conveys the sensory
aspects of pain. A separate pathway to the
hypothalamus, amygdala, and other structures
produces the emotional aspects. (Hunt &
Mantyh, 2001)
Synapses responsible for
pain and its inhibition
The pain aff erent neuron releases
substance P as its neurotransmitter.
Another neuron releases endorphin at
presynaptic synapses; the endorphin
inhibits the release of substance P and
therefore alleviates pain.
Synapses responsible for
pain and its inhibition
The pain aff erent neuron releases
substance P as its neurotransmitter.
Another neuron releases endorphin at
presynaptic synapses; the endorphin
inhibits the release of substance P and
therefore alle
Synapses responsible for
pain and its inhibition
The pain aff erent neuron releases
substance P as its neurotransmitter.
Another neuron releases endorphin at
presynaptic synapses; the endorphin
inhibits the release of substance P and
therefore alleviates pain.
The periaqueductal gray area, where electrical stimulation relieves pain
Periaqueductal means “around the aqueduct,” a passageway of cerebrospinal fl uid between the third and fourth ventricles.
The periaqueductal gray area, where electrical stimulation relieves pain
Periaqueductal means “around the aqueduct,” a passageway of cerebrospinal fl uid between the third and fourth ventricles.
The periaqueductal gray area, where electrical stimulation relieves pain
Periaqueductal means “around the aqueduct,” a passageway of cerebrospinal fl uid between the third and fourth ventricles.
Jeuk.
Onderzoekers hebben de receptoren niet geïdentificeerd die verantwoordelijk zijn voor jeuk, maar het lijkt een aparte sensatie,
Je hebt ten minste twee soorten van jeuk. Ze voelen hetzelfde, maar de oorzaken zijn anders
Ten eerste, als u een lichte weefselschade-zoals wanneer je huid aan het genezen is laat je huid histamine los, die verwijden de bloedvaten en produceren een jeuk.

Ten tweede, contact met bepaalde planten, vooral cowhage (een tropische plant met prikkeldraad haren),
produceert ook jeuk. Antihistaminica blokkeren de jeuk die histamine veroorzaken, maar niet de jeuk die cowhage oorzaken.
Jeuk is nuttig omdat je op de jeukende gebied verwijdert wat irriterend is voor uw huid.
Krachtige krassen veroorzaakt milde pijn, en pijn remt jeuken.

Opiaten, die afname pijn, jeuk (toename Andrew &Craig, 2001).

deze remmende relatie tussen pijn en jeuk is het sterkste bewijs die jeuken geen type pijn is.
20. Zouden opiaten jeuk verhogen of verlagen?
20. Opiaten zorgen voor van toename jeuk door het blokkeren van pijn sensaties. (Pijn vermindert
jeuk.)
21. Stel dat iemand lijdt aan constante jeuk. Welke soorten van drugs kan helpen verlichten?
21. Twee soorten drugs kunnen helpen. -histaminica of capsaïcine. -afhankelijk van de bron van de jeuk. Ook geneesmiddelen die gastrine-aansporen peptide aan te maken blokkeren zouden kunnen helpen
H7.3 De chemische sensoren


Algemene problemen met chemische codering
- Labeled-line principe: elke receptor zou op een gelimiteerde oppervlakte van stimuli reageren en stuurt een directe lijn naar de hersenen (net als een lichtknop)

- Across-fiber pattern principe: elke receptoren reageert juist op een grote oppervlakte van stimuli en zorgt voor de perceptie van elke stimuli (net als shift en een letter indrukken voor een hoofdletter)
- Labeled-line principe:
elke receptor zou op een gelimiteerde oppervlakte van stimuli reageren en stuurt een directe lijn naar de hersenen (net als een lichtknop)
- Across-fiber pattern principe:
elke receptoren reageert juist op een grote oppervlakte van stimuli en zorgt voor de perceptie van elke stimuli (net als shift en een letter indrukken voor een hoofdletter)
Ook elke smaak en geur stimulus wekt verschillende soorten betekenis van een bepaalde respons van een bepaald neuron op en is afhankelijk van de context van de antwoorden van andere neuronen.
Kortom, alle of bijna alle waarnemingen zijn afhankelijk van het patroon op een reeks van axonen.
22. welke van de volgende gebruiken een label-lijn code te gebruiken en die een lineaire vezelpatroon code gebruiken?
(a) een brandalarm
(b) een lichtschakelaar
(c) het typen van een hoofdletter
22. Het typen van een hoofdletter is een voorbeeld van een lineaire vezelpatroon code. (Het resultaat is afhankelijk van een combinatie van de toets en de letter shift toets.) Een brandalarm en een lichtschakelaar worden gelabeld lijnen die slechts een boodschap over te brengen.
The organs of taste

(a) The tip, back, and sides of the tongue are covered with taste buds. Taste buds are located in papillae. 

(b) Photo showing crosssection of a taste bud. Each taste bud contains about 50 receptor
cells.
The organs of taste

(a) The tip, back, and sides of the tongue are covered with taste buds. Taste buds are located in papillae.

(b) Photo showing crosssection of a taste bud. Each taste bud contains about 50 receptor
cells.
The organs of taste

(a) The tip, back, and sides of the tongue are covered with taste buds. Taste buds are located in papillae. 

(b) Photo showing crosssection of a taste bud. Each taste bud contains about 50 receptor
cells.
The organs of taste

(a) The tip, back, and sides of the tongue are covered with taste buds. Taste buds are located in papillae.

(b) Photo showing crosssection of a taste bud. Each taste bud contains about 50 receptor
cells.
Smaak

- Taste buds:
receptoren op de tong.

Het zijn geen echte receptoren maar gemodoificeerde huidcellen.
Smaak receptoren

- Paillae:
structuren op de oppervlakte
Hoeveel verschillende smaakreceptoren zijn er?
- Aanpassing (adaption): traagheid van receptoren die sensitief zijn voor zure smaak want als je eerst citroen proeft en dan azijn, proeft de azijn minder zuur

- Cross-aanpassing: minder respons op de smaak van iets na het proeven van iets anders, zoals zout, zoet

- We hebben tenminste 5 smaakreceptoren, inclusief monosodium glutmaat (MSG), umami en vetreceptor
Mechanismen van smaakreceptoren
- Zout zorgt dat sodium ionen door de membranen mogen
- Zuur sluit kalium in de cel
- Zoetheid en bitterheid en umami receptoren activeert 2e messengers
-we kunnen omdat we zo veel bitterheids- receptoren hebben een groot aantal soorten gevaarlijke chemicaliën waarnemen.
-Het nadeel is dat we van elke soort detector er niet heel veel hebben, we kunnen dus niet direct hele lage concentraties waarnemen.
Smaakcodering in de hersenen
- De smaakzenuwen projecteren in de nucleus of the tractus solitarius (NTS), structuur in de medulla

Apart genoeg ontvangt elke hemisfeer uit de cortex imput ipsilateraal in plaats van contralatteraal, zoals bij zicht, horen, en voelen.
Er zijn Individuele verschillen in smaak noem wat soorten.
- Mensen die insensitief zijn voor de smaak PTC zijn ook minder sensitief voor andere smaken

- Supertasters: mensen met de hoogste sensitiviteit van alle smaken, hebben meeste fuingiforme papillae
- Fungiforme papillae:
hoeveelheid van deze papil op de punt van je tong zorgt voor de variatie in smaak sensitiviteit
Major routes of impulses related to the sense of taste in the human brain

The thalamus and cerebral cortex receive impulses from both the left and the right sides of the tongue. (Based on Rolls, 1995)
Major routes of impulses related to the sense of taste in the human brain

The thalamus and cerebral cortex receive impulses from both the left and the right sides of the tongue. (Based on Rolls, 1995)
Percentage of nontasters in several human populations
Most of the percentages are based on large samples, including more than 31,000 in Japan and 35,000 in India. (Based on Guo & Reed, 2001)
Percentage of nontasters in several human populations
Most of the percentages are based on large samples, including more than 31,000 in Japan and 35,000 in India. (Based on Guo & Reed, 2001)
De variatie in proef vermogen zit in de hoeveelheid
Fungiform papillae.

Dit is vooral genetisch bepaald, maar ook hormonaal
Fungiform papillae.

Dit is vooral genetisch bepaald, maar ook hormonaal
Hoe beinvloeden genen en hormonen smaakgevoeligheid?
Genen en hormonen beinvloeden de hoeveelheid taste buds (smaakpapillen) op de tip van de tong.
Olfaction

- Olfaction: detectie en herkenning van geuren die je neus in gaan en passen zich sneller aan dan
zicht of gehoor
Reukzin:
het gevoel van geur is chemische respons op stoffen die contact hebben met de membranen in de neus. Voor de meeste zoogdieren is reukzin van cruciaal belang voor het vinden van voedsel, soortgenoten en het voorkomen van gevaar.
Functies van geur:
Geur en het herkennen ervan is nuttig voor bijvoorbeeld selectie van voedsel. Ook speelt er een sociale rol bij bijvoorbeeld het selecteren van een partner
(a) Location of receptors in nasal cavity. (b) Closeup of olfactory cells.
(a) Location of receptors in nasal cavity. (b) Closeup of olfactory cells.
One of the olfactory receptor proteins If you compare this protein with the synaptic receptor protein shown in Figure 3.13 on page 62, you will notice a great similarity. 

Each protein traverses the membrane seven times; each responds to a chemical out
One of the olfactory receptor proteins If you compare this protein with the synaptic receptor protein shown in Figure 3.13 on page 62, you will notice a great similarity.

Each protein traverses the membrane seven times; each responds to a chemical outside the cell and triggers activity of a G-protein inside the cell. The protein shown is one of a family; diff erent olfactory receptors contain different proteins, each with a slightly different structure.

Each of the little circles in this diagram represents one amino acid of the protein. The white circles represent amino acids that are the same in most of the olfactory receptor proteins;
the purple circles represent amino acids that vary from one protein to another. (Based on Buck &
Axel, 1991)
Gedragsmethoden van het identificeren van olfactoire receptoren
- Olfactoire cellen: zijn neuronen die verantwoordelijk zijn voor geur. Ze liggen in de cilia, maar hoeveel olfactoire cellen hebben we daarvan?

- Olfactoire cellen triggeren ook G-eiwitten net als metabotropische cellen

- Anosmia: een tekort aan olfaction, detectie en herkenning van geur

- Specifieke anosmia: onmogelijkheid om een bepaalde geur te ruiken
Biochemische identificatie van receptor types
- Olfactoire receptoren zijn eiwitten, responsief voor bepaalde chemicaliën en sturen hun axonen naar een olfactoire cluster en van daaruit naar de olfactoire cortex
Implicaties van codering
- Olfactoire neuronen overleving alleen een maand, als de hersenen nieuwe cellen genereren om ze te vervangen, worden de nieuwe cellen sensitiever
2. Stel dat je een nieuw soort eten proeft, hoe kom je erachter of je een speciale receptor voor deze smaak hebt, of dat we het proeven als een soort combinatie van de andere receptoren?
Cross-adaptie testen; als de nieuwe smaak kruisadaptie vertoont met bestaande smaken dan gebruikt het dezelfde receptoren. Zoniet dan zal het een eigen receptor hebben.
3. Als iemand een stof in je tong zou injecteren die de release van second messengers zou blokkeren, wat zal dan het effect zijn op je smaak ervaringen?
De stof zal de mogelijkheid voor zoet, bitter en umami wegnemen en alleen die van zuur en zout intact laten.
4. Waarom duurt het langer om een nieuwe geur te ruiken dan een nieuw licht te zien of een nieuw geluid te horen?
Omdat de mucus vloeistof in de neus de detectie iets vertraagd, de geur moet hier doorheen diffunderen.
5. Wat is specifieke anosmie?
Het onvermogen om een specifieke geur te ruiken (bijvoorbeeld zweet, andere geuren wel).
6. Op welke manier lijken olfactorische receptoren op metabotropische neurotransmitter receptoren?
Omdat ze beiden reageren d.m.v. een G proteïne dat verdere gebeurtenissen in de cel triggert.
Vomeronasale sensatie en feromenen

- Vomeronasale orgaan (VNO): s
et receptoren die dichtbij, maar gescheiden zijn, van de olfactoire receptoren en reageert alleen op feromonen: stofje bij dieren die het gedrag van anderen beïnvloed qua seksueel gedrag. VNO beinvloed dus gedrag en VNO heeft egen adaptie aan geuren (in tegenstelling tot olfactoire cellen)
Synestesia:
Geen zintuig maar een combinatie. Synesthesie is de ervaring van een zintuig als respons op een stimulus op een ander zintuig,

Maw.: Biefstuk smaakt bijv. blauw.
Als iemand een specifieke letter in kleur ziet, op wat voor wijze is ze anders dan een echte kleur?
Iemand die een letter als bijv gele kleur ziet (als ze in het echt in het zwart is) kan ie hem toch nog zien.