Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
41 Cards in this Set
- Front
- Back
Congenitale afwijkingen |
afwijkingen bij geboorte en groei. |
|
avasculaire kopnecrose |
verminderde doorbloeding,waardoor de proximale femurkop afsterft |
|
Inflammatoïre arthritis |
gewrichtsontsteking (kan eenmalig zijn) |
|
Resurfacing, Minimaal invasieve chirurgie, Standaard gecementeerde THP, Standaard ongecementeerde THP, Revisie THP |
verschillende soorten thp |
|
Patellapees graft, Hamstring graft. |
2 soorten vkb operaties |
|
Autograft |
lichaamseigen vkb (operatief)
|
|
Allograft |
niet lichaamseigen vkb (operatief) |
|
20% bloedig 80% niet bloedig |
cva verhouding % |
|
TIA (Transient ischamic attack) |
voorbijgaande herseninfarct |
|
Face, Arm, Speach, Time |
FAST |
|
dysartrie |
moeite met spraak / onduidelijke spraak |
|
motorische apraxie |
veel moeite met / onvermogen tot motorisch bewegen. |
|
verbale apraxie |
veel moeite met / onvermogen tot praten. |
|
afasie van broca en afasie van wernicke |
2 soorten Afasie |
|
spreken en schrijven alleen deinhoudswoorden van de zinnen.De zinnen hebben eentelegramstijl (ontbreken vanlidwoorden. Meestal wel bewustvan hun afasie. |
afasie van broca |
|
spreken vlot en vloeiend, maar zezijn geneigd door te blijvenpraten zonder rekening tehouden met degesprekspartner. Meestal nietbewust van hun afasie. |
afasie van wernicke |
|
better in better out |
Hoe fitter de PT de operatie in gaat, hoe fitter hij eruit komt.
|
|
hypocampus en hypothalamus, (zorgd voor emotie en genot en omzetten van korte t geheugen naar lange t geheugen) |
Limbisch systeem |
|
hierbij lijdt men aan geheugen verlies |
amnesie |
|
1 Anterograde: kan geen gebeurtenissen onthouden / opbouwen. (na accident). 2 Retrograde: ouder herinneringen worden vergeten. (voor accident). |
amnesie 2 vormen |
|
expliciet leren |
onbewust leren (komt vanuit een ander). |
|
impliciet leren |
bewust leren (komt vanuit jezelf) |
|
imitatie leren |
voordoen/nadoen |
|
verbale zelfsturing |
verbaal herhalen van (deel)beweging |
|
mental practice |
in gedachten de (deel)beweging maken. |
|
1. Zenuwstelsel 2. Motoriek 3. Intrinsieke en/of extrinsieke feedback 4. Sensoriek |
sensomotorische circel bestaat uit 4 dingen |
|
1 cognitieve fase 2 associatieve fase 3 autonome fase |
drie-stadiamodel voor motorische leerprocessen (3 fases). |
|
archiniveau |
(is het oudst). Ruggenmerg, Hersenstam en Formatio reticularis. Functies zijn eenvoudige, automatisch verlopendeprocessen. |
|
poleoniveau |
(is minder oud). middenhersenen. Functies omvatten bijvoorbeeld automatische beweegpatronen alszwemmen en lopen en expressie van emotie. |
|
neoniveau |
(is het jongst). cortex. Betrokken bij mentale processen, bewuste waarneming en willekeurige motoriek. |
|
frequentie gradatie |
enkele motor-untis leveren meer kracht dan anderen. Ditresulteert in het krachtiger aanspannen van spiervezels |
|
recruteringsgradatie |
er worden meet moter-untis aangezet om een krachtoverwinnen. Krachtiger aanspannen van de hele spier. |
|
motorische eindplaat |
bevindt zich op de overgang tussen spiercellen en motorische zenuwvezels, |
|
motor unit |
Een groep spiervezels die door 1 axon wordt bediend |
|
alpha motor neuron |
is een motorneuron + bijbehorende spiervezels. |
|
gedrag,persoonlijkheid, aansturing/ motoriek (spraak). |
frontale kwab |
|
tast /gevoel, binnenkomen vanpropriosensoriek (standvan ledematen in ruimte). |
pariatale kwab |
|
reuk,proeven, horen(spraakcentrum om teverstaan). |
temporale kwab |
|
zien |
occipitale kwab |
|
redeneren en taal |
linker hemisfeer |
|
muziek, creativiteit, (ruimtelijk) inzicht |
rechter hemisfeer |