• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/47

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

47 Cards in this Set

  • Front
  • Back

Sociale cognitie

Hoe mensen denken over zichzelf en de sociale wereld; specifieker: hoe mensen sociale informatie selecteren, interpreteren, herinneren en gebruiken om oordelen te vormen en beslissingen te nemen

Automatisch denken

Denken dat onbewust, onopzettelijk, onwillekeurig en zonder inspanning geschiedt

Schema's

Mentale structuren die mensen gebruik om hun kennis over de sociale wereld te organiseren rond thema's of objecten en die invloed hebben op de informatie die mensen oopmerken, waarover ze nadenken en die ze zich herinneren

scripts

Schema's over specifieke gebeurtenissen, oftewel de beschrijving van hoe zo'n gebeurtenis gewoonlijk verloopt

Toegankelijkheid

Mate waarin schemas en concepten zich op de voorgron van ons bewustzijn bevinden waardoor het waarschijnlijker is dat we ze gebruiken bij onze oordelen over de sociale wereld (blijvend en toevallig)

Priming

Het proces waarbij recente ervaringen de toegankelijkheid van een schema, kenmerk of concept verhogen

Perseveratie-effect

Bevinding dat opvattingen van mensen over zichzelf en de sociale wereld aanhouden, ondanks bewijzen van het tegendeel.

Bestraffingseffect

Bevinding dat positieve opvattingen van mensen over de sociale wereld ten gevolge van bewijzen van het tegendeel kunnen omslaan naar zeer negatieve opvattingen

Selffulfilling prophecy

Situatie waarbij mensen een verwachting hebben over hoe iemand is, die van vinvloed is op de manier waarop ze zich tegen die persoon gedragen, waardoor die persoon zich consistent met deze verwachtingen gaat gedragen zodat hun verwachting wordt bevestigd.

Pygmalioneffect

Een positieve selfulfilling prophecy: als er positieve verwachtingen zijn van mensen (bijvoorbeeld studenten of werknemers) gaan zij beter presteren.

Fysieke sensatie? (bijv schaakbord)

Effect op onze geest primen

Beoordelingsheuristiek

Mentale aanname die mensen gebruiken om snel en efficient te kunnen oordelen

Beschikbaarheidsheuristiek

Mentale aanname waarbij mensen een oordeel baseren op het gemak waarmee ze zich iets voor de geest kunnen halen. (availability bias?)

Representativiteits heuristiek

mentale aanname waarbij mensen iets classificeren op grond van de mate waarin het lijkt op een karakteristiek geval

Informatie over de basisfrequentie

Informatie over de regelmaat waarmee leden van de verschillende categorieen in de populatie voorkomen (drenthe in groningen).

Anker- en correctieheuristiek

Mentale aanname waarbij mensen een getal of waarde als beginpunt gebruiken en vervolgens onvoldoende op dit ankerpunt corrigeren.

3 manieren van ankerwaarden beinvloedden

beginpunt --> toegankelijkheid. Ookal heel raar --> toch niet voldoende afgeweken. en priming--> waarden die overeenkomen toegankelijk.

Analytische denkstijl

Manier van denken waarbij mensen zich richten op de kenmerken van objecten zonder aandacht te schenken aan de context; deze manier van denken is gebruikelijk in de westerse wereld

Holistische denkstijl

Manier van denken waarbij mensen zich richten op het geheel, met name de wijze waarop objecten zich tot elkaar verhouden; deze manier van denken is gebruikelijk in oost-aziatische culturen.

Gecontroleerd denken

Denken dat bewust, opzettelijk en uit vrije wil plaatsvindt en dat inspanning vereist.

Tegenfeitelijk denken

Een aspect van het verleden op mentaal niveau veranderen zodat je je kunt voorstellen hoe het had kunnen zijn

Gedachteonderdrukking

Poging om alle gedachten over iets wat we zo snel mogelijk willen vergeten, te vermijden

Barriére van overdreven zelfvertrouwen

Gegeven dat mensen gewoonlijk te veel vertrouwen op de nauwkeurigheid van hun eigen oordelen

Attributietheorie

Beschrijving van de manier waarop mensen de oorzaken van hun eigen en andermans gedrag verklaren.

Non-verbale communicatie

Manier waaro pmensen opzettelijk of onopzettelijk communiceren zonder woorden non=verbale signalen zijn onder meer gelaatsuitdrukkingen, stemgeluid, gebaren, lichaamshouding en -beweging, anraking en oogcontact.

Spiegelneuronen

Neuronen die reageren als wij zelf een bepaalde handeling verrichten en als we een ander deze handeling zien verrichten.

Coderen

Uitdrukken of voortbrengen van non-verbaal gedrag, zoals glimlachen of iemand op de rug kloppen

Decoderen

Interpretern van de betekenis van non-verbaal gedrag van andere mensen, zoals de conclusie dat een klopje op de rug een uitdrukking van minachting is, en niet van vriendelijkheid.

Vermenging van affect

Een gelaatsuitrdukking waarin een deel van het gezicht de ene emotie uitdrukt, terwijl een ander deel van het gezicht een andere emotie uitdrukt

Manifestatieregels

Cultureel bepaalde regels over welke non-verbale gedragingen gepast zijn om te laten zien

Emblemen

Non-verbale gebaren met een duidelijk omschreven definitie binnen een bepaalde cultuur, meestal met een rechtstreeks verbaal equivalent, zoals de opgeheven duim

Impliciete persoonlijkheidstheorie

Soort schema dat mensen gebruiken om verschillende persoonlijkheidstrekken te groeperen; zo menen veel mensen dat iemand die vriendelijk is, ook wel gul zal zijn.

Attributietheorie

Beschrijving van de manier waarop mensen de oorzaken van hun eigen en andermans gedrag verklaren

Interne attributie

Gevolgtrekking dat iemand zich op een bepaalde manier gedraagt als gevolg van de persoon zelf, zoals attitude, karakter of persoonlijkheid

Externe attributie

Gevolgtrekking dat iemand zich op een bepaalde manier gedraagt als gevolg van de situatie waarin diegene zich bevindt; de aanname is dat de meeste mensen op dezelfde manier op zo'n situatie zouden reageren.

Covariatiemodel

Theorie die stelt dat om een attributie te kunnen maken over de oorzaak van iemands gedrag, we systematisch kijken naar het patroon tussen de aan- of afwezigheid van mogelijke causale factoren en het wel of niet optreden van het gedrag

Informatie over consensus

Informatie over de mate waarin anderen zich op dezelfde manier als de betrokkene zelf gedragen ten opzichte van een bepaalde stimulus

Informatie over kenmerkendheid

informatie over de mate waarin de betrokkene zich op dezelfde manier gedraagt ten opzichte van verschillende stimulie

Informatie over de consistentie

Informatie over de mate waarin het gedrag tussen een betrokkene en een stimulus het zelfde is onder verschillende omstandigheden en over tijd

Fundamentele attributiefout

Neiging omd e mate waarin iemands gedrag wordt veroorzaakt door interne, dispositionele factoren te overschatten en de rol van externe, situationele factoren te onderschatten.

Perceptuele alliantie

Het ogenschijnlijke belang van de informatie waarop mensen hun aandacht gericht hebben. (bijv de persoon ipv de situatie)

Tweeledig proces van attributie

Andermans gedrag analyseren door eerst een automatische interne attributie te maken en dan pas na te denken over mogelijke situationele oorzaken van het gedrag, waarna de oorspronkelijke interne attributie eventueel aangepast kan worden.

Collectivistische cult en faf?

Minder fundamentele attributiefout

Zelfdienende attributies

verklaringen van eigen successen toeschrijven aan interne, dispositionele factoren en verklaringen van eigen mislukkingen toeschrijven aan externe, situationele factoren.

Defensieve attributies

Verklaringen voor gedrag waarmee we gevoelens van kwetsbaarheid en sterfelijkheid vermijden.

Geloof in een rechtvaardige wereld

Vorm van defensieve attributie waarmee we aannemen dat mensen krijgen wat ze verdienen en verdienen wat zekrijgen, slechte mensen overkomen nare dingen, goede mensen overkomen goede dingen. (karma)

Bias blind spot

De neiging om te denken dat andere mensen ontvankelijker zijn voor attributionele fouten dan wijzelf.