• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/56

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

56 Cards in this Set

  • Front
  • Back

1.6 Het centraal zenuwstelsel



Het volwassen centraal zenuwstelsel met een vrijwel symmetrische linker- en rechterhelft bestaat uit zeven belangrijke delen :



-het r


-het m,


-de p


-c,


-het m


-het d


-het t



-het ruggenmerg of de medulla spinalis,


-het myelen­cepbalon (medulla oblongata),


-de pons en het


-cerebellum (samen metencephalon ge­noemd),


-het mesencephalon,


-het diencephalon en


-het telencephalon.

-het ruggenmerg of de medulla spinalis,


-het myelen­cepbalon (medulla oblongata),


-de pons en het


-cerebellum (samen metencephalon ge­noemd),


-het mesencephalon,


-het diencephalon en


-het telencephalon.


1.6.1 Medulla spinalis of ruggenmerg



De medulla spinalis is het meest caudale deel van het centraal zenuwstelsel en wordt onderverdeeld in een



c


t


l


s



gedeelte.



-cervicaal,


-thoracaal,


-lumbaal en


-sacraal gedeelte.



De medulla spinalis vormt de route waarlangs sensorische informatie van de huid, de gewrichten en de spieren van ledematen en romp naar de hersenen wordt gestuurd.



Het ruggenmerg bevat ook de baansystemen voor de willekeurige beweging van

de skeletspieren, en laesies van het ruggenmerg geven aanleiding tot ernstige en irreversibele verlammingen.



Bovendien vormen neuronale systemen die gelegen zijn in het ruggenmerg , de fyiolo­gische basis voor de geïntegreerde en gecoördineerde beweging van de ledematen door middel van spinale reflexen (bijvoorbeeld de kniepeesreflex) .



Tenslotte zijn veel van de neuronale systemen die instaan voor de regulatie van de werking van de interne organen, ook in het ruggen merg gelegen (cfr. sympathisch en parasympathisch zenuwstelsel).

Tenslotte zijn veel van de neuronale systemen die instaan voor de regulatie van de werking van de interne organen, ook in het ruggen merg gelegen (cfr. sympathisch en parasympathisch zenuwstelsel).



De baansystemen van het ruggenmerg voorzien dus in een belangrijke verbinding tussen de

hersenen en het lichaam terwijl de neuronale systemen die in het ruggenmerg zelf gelegen zijn, primitieve maar essentiële interne en skeletale motorische functies controleren.




Een dwarsdoorsnede van het ruggenmerg toont dat dit deel van het centrale zenuw­ stelsel verdeeld is in een vlindervormig of H-vormig centraal gedeelte van grijze stof omgeven door een gebied van witte stof.



De grijze stof duidt op

een zone van cellichamen en synaptische verbindingen.



In de grijze stof worden twee belangrijke zones onderscheiden die vanwege hun anatomische positie de dorsale en ventrale hoornen worden genoemd.



Het zijn de neuronen van de grijze stof die een brede waaier van functies ondersteunen waaronder een rudimentaire verwerking van sensorische en motorische informatie.



Centraal in de grijze stof en over de hele lengte van bet ruggen­ merg ligt het met cerebrospinaal vocht gevulde canalis centralis.



De witte stof bestaat vooral uit

uitlopers van de neuronen (de zenuwvezels of axonen) die een opwaarts of neerwaarts traject doorheen het ruggenmerg volgen.



De witte stof ontleent zijn kleur aan de witachtige myelineschede die veel van deze axonen omgeeft. Hoewel het inwendige van het ruggenmerg niet in aparte segmenten is verdeeld, geven de in- en uitgaande spinale zenuwen tussen de ruggemerg een gesegmenteerd uiterlijk.

We zagen reeds dat er eenendertig paar spinale zenuwen bestaan die zich over de gehele lengte van de wervelkolom met het ruggenmerg verbinden .



Elk paar van spinale zenuwen -één aan de linker- en één aan de rechterkant - bestaat uit de vezels van een dorsale en ventrale spinale wortel.



De dorsale en ventrale wortels communiceren respectievelijk met

de dorsale en ventrale hoornen. Dit onderscheid is zowel functioneel als neuroan atomisch.



De dorsale wortels bestaan uit sensorische vezels en brengen de informatie vanuit de sensorische receptoren van het lichaam naar het ruggenmerg. De sensorische regio die door één enkele dorsale wortel wordt bereikt, noemen we een dermatoom.



Omgekeerd bestaan de ventrale wortels vooral uit motorische neuronen (van spinale, sympathische en sommige parasympathische neuronen) die bevelen vanuit het ruggen­ merg naar de spieren en interne organen sturen.

Omgekeerd bestaan de ventrale wortels vooral uit

motorische neuronen (van spinale, sympathische en sommige parasympathische neuronen) die bevelen vanuit het ruggen­ merg naar de spieren en interne organen sturen.

De stijgende en dalende vezels van de witte stof kunnen worden onderverdeeld in

een aantal afzonderlijke baansystemen die elk worden gedefinieerd door hu n oorsprong en bestemming.



De stijgende zenuwbanen



De stijgende zenuwbanen worden verdeeld in

een anterolateraal , een dorsaal en een spinocerebellair baansysteem . Veel van deze zenu wvezels kruisen de middellijn op hun weg naar de hersenen. Deze decussatio verklaart het feit dat veel sensorische impulsen van één lichaamshelft worden ontvangen en verwerkt door de contralaterale hersenhelft.




Het belangrijkste dalende baansysteem.



Het belangrijkste dalende baansysteem is

de tractus cortico­ spinalis (merk op dat de regio van waaruit het baansysteem vertrekt in de samenstelling op de eerste plaats komt en dat de regio van bestemming op de laatste plaats staat).



Dit baansysteem vertrekt vanuit verspreide gebieden in de hersenen en synapteert met neuronen over de gehele lengte van het ruggenmerg .

De meeste axonen van de tractus corticospinalis kruisen de middellijn ter hoogte van de medulla oblongata (myelence­ phalon) alvorens te synapteren met de motorische neuronen van het ruggenmerg .



Deze motorische neuronen bezenuwen de

spieren van het lichaam.



Door het kruisen van de axonen oefent de linkerhersenhelft de willekeurige controle uit over de rechterlichaams­ helft en vice versa (zie 'Motoriek en bewegingscontrole' voor een meer uitgebreide beschrijving van de organisatie van het ruggenmerg) .

In het rostrale gedeelte verdikt de medulla spinalis tot de hersenstam die in de informatie-uitwisseling voorziet tussen het ruggenmerg en de hersenen .



De hersenstam bevat onder meer

verschillende afzonderlijke groepen van cellichamen , de kernen van de craniale zenuwen.



Sommige craniale kernen ontvangen informatie van de huid en spieren van het hoofd, andere controleren de motoriek van het aangezicht, de nek en de ogen.



Weer andere zijn gespecialiseerd in de overdracht van zintuiglijke informatie : het gehoor, het evenwicht, de smaak.

De hersenstam reguleert ook het bewustzijnsniveau van het individu door middel van

een diffuus georganiseerd reticulair netwerk : de formatio reticularis.

De hersenstam wordt onderverdeeld in drie delen :



m


p


m

het myelencephalon ,


de pons en


het mesencephalon


1.6.2 Myelencephalon (medulla oblongata)



Het myelencephalon (medulla oblongata) ligt onmiddellijk boven de medulla spinalis en bevat stijgende en dalende banen die ruggenmerg en hersenen verbinden en instaan voor een verticale uitwisseling van informatie.



Ter hoogte van de medulla oblongata kruisen de meeste corticospinale vezels de


middellijn.

Het myelencephalon bevat ook verschillende celgroepen die verantwoordelijk zijn voor vitale autonome functies zoals

spijsvertering, ademhaling, slikken en braken, posturale en positionele reacties en de controle van het hartritme.



Het vormt tevens het aangrijpingspunt voor de craniale zenuwen IX, X, XI en XII.

In de overgang van de medulla spinalis naar de medulla oblongata gaat het karakteris­tieke vlindervorm ige uitzicht van het ruggenmerg verloren.



Het met cerebrospinaal vocht gevulde canalis centralis gaat er zijn centrale positie verlaten voor een meer dorsale koers, verwijdt zich en vormt er

het onderste deel van het ventriculus quartus, het vierde ventrikel van de hersenen .




In het myelencephalon begint het onderste deel van een diffuus neuronaal netwerk, de formatio reticularis dat zich rastraal over de pons tot het diencephalon uitstrekt.



Met reticulaire stof (van het Latijnse 'rete' wat 'net' betekent vanwege zijn wit-grijs gespik­ kelde uiterlijk) wordt een mengeling van kleine kernen (grijze stof) en zenuwvezels (witte stof) bedoeld.



Het netwerk heeft geen duidelijke motorische of sensorische functie en zendt vezels naar verschillende gebieden in hersenen, hersenstam en ruggenmerg.



De formatie reticularis wordt geassocieerd met

de controle over bet bewustzijnsniveau (waak en slaap) en wordt vaak aangeduid als het activerend reticulair systeem.

dwarsdoorsnede, mediaal zicht op de hersenen.

Het metencephalon bestaat uit de pons en het daaraan verbonden cerebellum of kleine hersenen.



De pons ligt onmiddellijk rastraal van de medulla oblongata en is ervan gescheiden door een groeve van waamit verschillende craniale zenuwen (VI, VU en VIII) ontspringen.



Net zoals het myelencephalon voorziet de pons in

een verticale informatie­ overdracht en zorgt in een aantal celgroepen voor posturale, respiratoire en cardiovasculaire controle.

De pons (letterlijk : 'brug') ligt ventraal van het cerebellum en is ermee verbonden door middel van twee belangrijke vezelbanen, de pedunculi cerebellaris (horizontale informatieoverdracht).



Het ventriculus quartus (vierde ventrikel) is hier op zijn breedst en reikt tot in de cerebellaire pedunculi.



De pons zendt informatie over onze bewegingen van de cerebrale hemisferen naar

het cerebellum of 'kleine hersenen '.



Het cerebellum vertoont een zeer geribbeld uiterlijk en bestaat ui t een dikke laag grijze stof (cellichamen) gewikkeld rond een centrale massa van witte stof (zenuwvezels). In deze witte stof liggen verschillende grijze kernen .

Het cerebellum is een fylogenetisch oude structuur en waarschijnlijk vooral betrokken bij de sensorimotorische coördinatie.



De delen van het cerebellum die sterk verbonden zijn met het vestibulair systeem, dragen bij tot het behoud van het lichaamsevenwicht. Andere delen ontvangen vooral somatosen­sorische informatie en zijn betrokken bij posturale reflexen (houdingsveranderingen) en het coördineren van functioneel verwante spiergroepen.



De meeste informatie komt echter vanuit de neocortex en blijkt van belang voor het

adequaat uitvoeren van aange­leerde bewegingen.

Beschadiging van het cerebellum geeft aanleiding tot

evenwichts­ stoornissen, houdingsafwijkingen en verstoringen van aangeleerde motorische vaardig­ heden.



Vlotte bewegingen vallen uiteen in afzonderlijke 'rukjes', gerichte bewegingen schieten hun doel voorbij, een abnormale spiertonus maakt dat de beweging moeilijker opgestait kan worden en het snel uitvoeren van alternerende bewegingen is verstoord.



Recent onderzoek wijst bovendien op de mogelijke rol van het cerebellum in de (moto­rische aspecten van de) geheugenwerking.


1.6.4 Mesencephalon



Het mesencephalon is een kort gedeelte van de hersenstam gelegen tussen pons en hypothalamus (diencephalon).



Ventraal vinden we de cerebrale pedunculi, twee grote vezelbu ndels die sensorische (afferente) vezels naar de thalamus en motorische (efferente) vezels weg van de hersenen leiden (verticale transmissie).



Mediaal bevindt zich de met cerebrospinaal vocht gevulde aqueductus cerebri die het metencephale vierde ventrikel met bet diencephale derde ventrikel verbindt.



De boven- en ondergrens van de aqueductus cerebri wordt respectievelijk het


tectum (het 'dak') en het tegmentum (de 'vloer') mesencephale genoemd.



Aan de dorsale zijde van het mesencephalon ter hoogte van het tectum mesencephale liggen twee paar·uitstulpingen :

-de colliculi superior (visus) en


-colliculi inferior (auditus) (colliculus betekent 'heuveltje').



De colliculus superior ontvangt informatie van de optische zenuw.


De colliculus inferior verbindt de auditieve signalen met de auditieve cortex in de temporale lob.



In het mesencephaal weefsel liggen tevens enkele kernen die belangrijk zijn voor de motoriek:



-s


-r


-g


-c


-l



-substantia nigra: met dopamine als neurotransmitter,


-raphe nuclei: met serotinine als neurotransmitter,


-griseum centrale mescence phale: met multiple neurotransmitters,


-craniale kernen (aangrijpings punten voor de nervi cranialis III en IV die beide verantwoordelijk zijn voor de oogbeweging), en


-de locus coerulus (een belangrijk deel van de formatio reticularis met norepinefrine als belangrijkste neurotransmitter).



De mesencephale kernen zorgen voor de koppeling van motorische aspecten aan visus en auditus zoals het hoofd draaien naar een geluid en het volgen van een bewegend voorwerp (rudimentaire visuele oriëntatie).


1.6.5 Diencephalon : thalamus en hypothalamus



Het diencephalon ligt rostraal van het mesencephalon en bestaat uit twee voorname structuren ;



t


h



• de thalamus (betekent 'binnenste kamer') en
• de hypothalamus (betekent 'onder de binnenste kamer').



-De (linker- en rechter)thalamus vormt de wanden van het ventriculus tertius (derde ventrikel) en verwerkt de meeste informatie vanuit de rest van het centraal zenuwstelsel voor die naar de cerebrale cortex wordt gestuurd.


-De hypothalamus reguleert de autonome endocriene en viscerale functies.

De thalamus bestaat uit verschillende kernen en wordt algemeen beschouwd als

een belangrijk schakelstation voor informatie vanuit de zintuigen.



Bovendien heeft het een belangrijke integratieve functie. De thalamus ontvangt input van de somatosensorische en somatomotorische systemen van het brein en het ruggenmerg.

Zowel visuele, auditieve als somatosensorische signalen worden geprojecteerd op de thalamus en lopen van daaruit naar specifieke neocorticale gebieden.



Merk op dat enkel het olfactorisch systeem (reukzin)

niet via de thalamus naar de cortex loopt. Ook posterieure secundaire en tertiaire cortices zenden en ontvangen projecties naar/van de (pulvinaire) thalamische kernen.



Bovendien bestaan er uitgebreide thalamische verbindingen met subcorticale motorische kernen (waaronder de basale ganglia) en limbische structuren .

De hypothalamus bestaat uit ongeveer tweeëntwintig kleine kernen die onderling sterk met elkaar verbonden zijn.



De hypothalamus speelt een belangrijke rol in de homeosta­tische controle van de lichaamsfuncties zoals

temperatuur, seksuele drift, dorst en honger.



Het controleert de uitscheiding van hormonen via de hypofyse door middel van een eigen familie hypothalamische hormonen en slaat daarmee een brug tussen het centrale zenuw­ stelsel en het endocrien systeem.



Hoewel de hypothalamus de hormonale huishouding regelt, wordt dit kerncomplex via feedback geregeld door de concentratie van hormonen in bet bloed.

1.6.6 Telencephalon



Het telencephalon bestaat uit het cerebrum of de grote hersenen waarin we naast de grote laterale ventrikels het sterk gerimpelde grij -bruine oppervlak van de cerebrale cortex en de vlak daaronder gelegen witte stof van de zenuwvezels kunnen onderscheiden.



Diep in het telencephalon liggen nog enkele functioneel belangrijke structuren :



-b


-l


-k


-de basale Ranglia die bijdragen tot de motoriek


-limbische structuren als de hippocampus die een belang­ rijke rol speelt bij de geheugenwerking


-de kernen van amygdala en septum die autonome en endocriene reacties controleren op basis van de emotionele toestand van het individu.

1.6.6.1 De cerebrale cortex



De cerebrale cortex of de geribbelde buitenste laag van het brein is het belangrijkste deel van het cerebrum.



De cortex bestaat uit naar schatting tien tot honderd biljoen neuronen die in verschillende lagen tegen bet hersenoppervlak liggen gerangschikt. De dikte van de cortex varieert van 1,5 mm in de primaire visuele area tot ongeveer 4 mm in de primaire motorische area. In de dunne grijs-bruine schorslaag die sterk dooraderd is met capillaire bloedvaatjes en die voornamelijk uit de cellichamen van neuronen is opgebouwd, kan men zes afzonderlijke lagen van cellen onderscheiden.



De oppervlakte van de cortex is doorploegd met

een aantal diepe en variabele groeven (sulcus, meervoud sulci). Tussen deze groeven liggen de windingen (gyrus , meervoud : gyri).


Diepere sulci worden ook wel fissuren genoemd. Voorbeelden van grote fissuren zijn de sulcus (fissura) lateralis of de fissuur van Sylvius die de frontale en temporale lobben van elkaar scheidt, en de fissura longitudinalis die de hersenen in twee corticale hemisferen verdeelt.



De begrippen sulcus en fissuur worden soms door elkaar gebruikt. Ongeveer twee derde van de hersenschors ligt in de diepte van de groeven verborgen.

Naar conventie wordt de cortex in vier grote hersenkwabben of hersenlobben onderscheiden.



Meest anterior (vooraan) bevindt zich de frontale lob die door de sulcus centra/is, ook wel fissuur van Rolando genoemd , van de rest van de cortex wordt gescheiden. Lateraal gezien kunnen in de frontale lob vier neocorticale windingen worden onderscheiden.



Het meest anterior lopen drie min of meer horizontale windingen met



-bovenaan de gyrus frontalis superior,


-in het midden de gyrus frontalis medius, en


onderaan de gyrus frontalis inferior die van (onder)voor naar (boven)achter in een pars orbitalis, pars triangularis en een pars opercularis wordt verdeeld .



Achter deze drie horizontale gyri loopt net voor de sulcus centralis (Rolando) de (verticale) gyrus precentralis die instaat voor

de willekeurige motoriek van de contralaterale lichaamshelft.

Posterior van de frontale lob en dus onmiddellijk achter de sulcus cemralis bevindt zich de pariëtale lob.



Meest anterior ligt hier de verticale gyrus postcentralis waar de lichamelijke sensaties van de contralaterale lichaamshelft worden verwerkt.



Daarachter ligt weer horizontaal de

lobulus parietalis superior en de lobulus parietalis inferior.



Daaronder en van elkaar gescheiden door het achterste deel van de sulcus lateralis vinden we de gyrus supramarginalis en de gyrus angularis.

Inferior aan de frontale en pariëtale lobben en ervan gescheiden door de sulcus lateralis of fissuur van Sylvius bevindt zich de temporale lob.



De temporale lob wordt verdeeld in drie horizontale groeven ,



gts


gtm


gti



-de gyrus temporalis superior,


-gyrus tempora/is medius en


-de gyrus temporalis inferior.



Het meest posterieure (achterste) deel van de cortex en niet afgebakend door een belangrijke corticale fissuur is de occipitale lob.



De grove onderverdeling van het corticale oppervlak in vier hersenlobben is vooral gebaseerd op

anatomische criteria maar heeft ten dele ook een functionele betekenis. In de vier lobben kunnen verschillende cognitieve functies worden gesitueerd .



Een fijnere onderverdeling van de verschillende regio's in de cortex is gebaseerd op microanatomische bevindingen gebaseerd op de cytoarchitecturale variaties in de corticale su·uctuur.



Cytoarchitectuur verwijst voornamelijk naar de relatieve grootte van de zes cellagen in de hersenschors .



Het relatieve overwicht van één bepaalde cellaag binnen deze zeslagige structuur weerspiegelt een

functionele specialisatie voor dit bepaald deel van de hersenschors. De meest verspreide en aanvaarde cytoarchitecturale hersenkaart werd voorgesteld door Korbinian Brodmann in 1908.

Brodmann onderscheidde zevenenveertig cytoarchitecturale regio's waarmee de cerebrale cortex in kleinere anatomisch verschillende regio's kon worden onderverdeeld.



Men kan zich voor een indeling van de cortex ook baseren op de projecties van

zenuwbanen.



De primaire sensorische areas zijn die areas die een directe input ontvangen van de subcorticale sensorische systemen.



De projecties van oog, oor en lichamelijke gewaarwording kunnen worden gevolgd naar

specifieke gebieden in het brein.



-Het visuele systeem projecteert naar de achterste occipitale zone,


-het auditieve systeem projecteert naar een zone in de gyrus temporalis superior en


-het somatosensorische systeem projecteert naar de gyrus postcentralis in de pariëtale lob.



Omgekeerd projecteren de primaire motorische areas direct naar

de subcorticale motorische systemen.



Areas die gelegen zijn rond de primaire sensorische gebieden en er projecties uit ontvangen, worden secundaire projectie-areas genoemd.



De areas van de cortex die geen direct sensorische noch motorische verbindingen maken, worden beschouwd als associatiecortex- of tertiaire projectie-areas waarin hogere cognitieve functies, zoals de integratie van de sensorische waarneming met de motorische actie, worden opgebouwd.

1.6.6.2 Zenuwvezels en banen



De witte stof van de cerebrale hemisferen bestaat uit de axonen van de neuronen die de informatie van en naar het corticale oppervlak brengen.



De trajecten die de zenuwvezels volgen, zijn sterk georganiseerd in vezelbanen en kunnen worden ingedeeld op basis van

hun oorsprong en doelregio's.



De associatievezels of fasciculi associativi verbinden verschillende delen van de cortex met elkaar binnen dezelfde hemisfeer.



Sommige associatiebundels zijn erg kort en verbinden regio's die vlak naast elkaar gelegen zijn.


Andere zijn veel langer en verbinden celgroepen uit verschillende hersenlobben.

Commissurale vezels of fasciculi transversi zijn vezels of banen die de twee cerebrale hemisferen met elkaar verbinden.



Het grootste commissurale vezelsyteem is

het corpuscallossum.



Het corpus callosum is een hoefijzervormige band van miljoenen zenuwvezels die de linker- en rechterhemisfeer met elkaar verbindt.



Naast het corpus ca!Josum worden de beide hersenhelften ook verbonden door de fijnere commissura anterior en posterior die respectievelijk juist voor en achter het derde ventrikel zijn gelegen.



Met projectieve vezels of fasciculi projectivi bedoelen we

de witte stof die de cortex met de hersenstam verbindt.



Er zijn zowel stijgende als dalende projectievezels en veel ervan verbinden de tbalarnus met de cortex.



Andere projectievezels verbinden de cortex met meer caudale regio's van de hersenstam en het ruggenmerg. De corticospinale projecties die de cortex met het ruggenmerg verbinden, kunnen bij de men een lengte van bijna één meter bereiken.

1.6.6.3 Limbische structuren



Het limbisch systeem of limbische lob bestaat uit verschillende neuronale structuren waaronder



a


h


g


g

-de amygdala en septale kernen,


-de hippocampus,


-gyrus parahippocampalis en


-gyrus cinguli.



Het woord 'limbus' (Latijn voor 'grens') verwijst naar het onderscheid tussen de omliggende (fylogenetisch) nieuwe of neocortex en de oudere allocortex die een aantal limbische structuren bedekt .

Het is juister te verwijzen naar limbische structuren in plaats van de oude term 'limbisch systeem' te gebruiken omdat het inmiddels duidelijk is geworden dat

deze structuren geen apart systeem vormen maar geassocieerd zijn met verschillende andere structuren en functies in de hersenen.



De limbische structuren vormen een hoog interactief systeem dat betrokken is bij de corticale controle van emotie, motivatie en geheugen.

De limbische structuren zijn gelokaliseerd tussen de temporale lob en de basale ganglia en hebben aanzienlijke verbindingen met de hypothalamus.



Traditioneel wordt de rol van de limbische structuren gezien als

de controle van emoties en het emotioneel gedrag.



Een beschadiging van de temporale lobben en de amygdala leidt tot het Klüver-Bucysyn­droom.



Een dier met het Klüver-Bucysyndroom slaagt er niet in om

op een adequate manier emotioneel gedrag aan zintuiglijke waarneming te koppelen.



Resusaapjes met dergelijke letsels zullen (hoewel ze herbivoren zijn) rauw vlees eten en mannelijke dieren zullen met andere mannelijke dieren trachten te copuleren.



Elektrische stimulatie van de verschillende regio 's van de amygdala en andere limbische structuren veroorzaakt angst en aanvalsgedrag.

Een andere belangrijke limbische structuur is de hippocampus (Latijn voor 'zeepaard­ je', naar de anatomische gelijkenis) .



De hippocampus vormt de vloer van het laterale ventrikel van de temporale lob en wordt geassocieerd met

de inprenting van nieuwe informatie.



In tegenstelling met de karakteristieke zeslagige cytoarchitectuur van de neocortex bestaat de hippocampus en de ermee geassocieerde structuren (gyrusparahip­pocampalis en gyrus cinguli) uit een evolutief oudere soort van cortex, de allocortex die slechts uit drie lagen is opgebouwd.


1.6.6.4 De basale ganglia



De basale ganglia bestaan uit een aantal grijze celclusters die gelokaliseerd zijn aan weerszijden van het derde ventrikel lateraal van linker- en rechterthalamus .



De basala ganglia bestaan uit de globus pallidus, de nucleus caudatus en het putamen.



Meer recent worden ook hersenstamkemen als de nucleus subthalamicus en de substantia nigra functioneel tot de basale ganglia gerekend.



De basale ganglia functioneren als

een motorisch controlesysteem dat de bewegingen van het lichaam via de skeletspieren regelt in samenwerking met de motorische cortex en het cerebellum.


1.6.6.5 Bloedvoorziening van het telencephalon



De hersenen hebben nood aan een voortdurende toevoer van bloed.



De enige brandstof die ze immers kunnen gebruiken, is in bloed opgeloste glucose. Deze bloedglucose wordt door oxygenatie omgezet in energie die noodzakelijk is voor de zenuwcel.



Oxygenatie is een

chemische interactie tussen de in het bloed aanwezige glucose en zuurstof.



Gezien er geen energetische reserve in het brein voorhanden is, veroorzaakt een onderbreking in de bloedtoevoer van langer dan twee tot drie minuten onherstelbare schade aan de neuronen.



De hersenen worden van bloed voorzien door een linker- en rechter-arteria carotis interna en arteria vertebralis die beide vertakken uit de ascenderende (stijgende) boog van de aorta.



De arteriae vertebralis dringen de basis van de schedel binnen en lopen als arteria basilaris verder tot vertakkingen in de arteria cerebralis posterior die de occipi­tale lob en delen van de pariëtale en temporale lobben bevloeit.



Vanuit de arteriae vertebralis en basilaris splitsen zich arteriae af die het posterior gelegen cerebellum van bloed zullen voorzien.



De arteriae carotis interna dringen iets meer ventraal de schedel­ basis binnen en vertakken zich in de arteria cerebralis anterior en media.



De arteria cerebralis anterior bevloeit de

mediale gebieden van de pariëtale, temporale en frontale lobben.



De laterale gebieden van de hersenen worden vooral bevloeid door de arteria cerebralis media.



We merken op dat de arteriae carotis interna en de arteriae basilari door middel van een aantal arteriae communicans met elkaar verbonden zijn en zo in de schedelbasis een cirkelvormig bloedvatsysteem vormen (de cirkel van Willis genoemd) .



Dit communicerend principe verzekert

onder meer de bloedtoevoer naar beide hemisferen bij een stenose (vernauwing) of zelfs occlusie (verstopping) van een linker- of rechter­halsslagader.

Mediaal en lateraal aangezicht van de arteriele bloedvoorziening van het brein

De cirkel van willis