• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/100

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

100 Cards in this Set

  • Front
  • Back
college
Na het college praat Saskia met Karel
ook
Waarom is open software belangrijk, ook voor jij?
hebben zin in
Frank heeft zin in een feetjse.
willen
Ik wil een lange leven.
vanmiddag
Vanmiddag wil ik een film kijken.
nog
Jij moet nog wat tijd wachten.
wat
Waaneer zal jij wat appelsap drinken?
wat
wat weet oma nog?
wel
Hij wil slapen. Ik wil ook wel slapen.
iets
wij zullen iets later eten.
geen
Hij drinkt koffie met melk maar geen suiker.
nemen
Welke bus moet ik naar cafe nemen? Ik neem altijd thee.
op de hoek
Wij eten in het cafe op de hoek.
dichtbij
De bibliotheek is dischtbij het Ballantine Hall.
kijken
Kijk, moeder is nog thuis!
vrij
Ik ben op vrijday vrij.
dus
dus, begrijp je iet?
honger
Ik heb veel honger.
lekker
Ze hebben hier lekkere broodjes.
even
Kunt u even mijn helpen?
Mogen
Mag ik in klas roken?
Zeg het maar
zeggen
zeggen
Wat zeg jij? Ik begrijp het niet.
bestellen
Zullen jullie nu bestellen?
betalen
Moeder betalt vanmiddag de rekening in de restaurant.
rekening
De ober geeft de rekening.
geef(imperative of geven)
Geef dat terug!
Geef mij maar een glas op water.
elkaar
Ik heb 2 vragen en Isaac heeft 3 vragen. Dat is 5 vragen bij elkaar.
vlietuig
Ik nemen een vleigtuig naar Indianapolis.
alstu(je)blieft
Kan u/jij vanavond komen, alstu(je)blieft?
Bedrijfsleider
Een bedrijfsleider verdient een uistekend salaris.
Afspraak
U kan een afspraak maken voor een bezoek aan de ziekenhuis.
Afspreken
Maria en Sakia maken morgen afspreken
Importeren
Meneer Chakraborty importeert auto van uit Duitsland.
Misschien
Misschien ik kan naar Peru reizen.
Zaken
Mevrouw Willems heeft zaken van computers.
Het is voor de gemeente ook een lastige zaak.
Een
ik neem een thee.
ik wil een hond.
Klopt
Het klopt dat ik spreek geen Spaans.
inderdaad
Je kan inderdaad geen alles weten.
aangenaam
Hij gaat een aangenaame vacantie hebben.
welkom
Welkom op mijn blog.
zeker
Amerikaans leger is niet zeker over leider Al Qaida vangen
op
ik wil in de cafe op het Park blein eten.
op mandagmorgen hij studeert Spaans.
toch
ik ben toch zeker dat Sinterklass bestaat.
eraan
de boten komen eraan
iemand
Ik ben iemand die niet makkelijk opgeeft.
ergens
Ergens wacht iemand op je.
herfst
in de hefst zijn de bladered van de bomen heel kleurijk
voorjaar
nabokov's "The Original Man" verscrijnt dit voorjaar.
winter
in de winter is het heel koud in Pittsburgh.
lente
Het voelt altijd zoals lente in Goa.
zomer
in de zomer eten we mango's.
gisteren
de dag voor vandaag.
eergisteren
De dag voor gisteren.
morgen
de dag na vandaag.
overmorgen
de daag na morgen.
klant
een verkoeper moet met zijn klanten een goed relatie onderhouden.
kus
een eerste kus blijft legendarisch.
kussen
je moet rode lippen kussen want daar zijn ze voor gemaakt.
leuk
leuk is raar.
vlug
Zuid-Europeanen willen zo vlug mogelijk met pensioen.
rode
Het Rode Kruis ziekenhuis is een algemeen ziekenhuis voor de mensen.
witte
De witte strand is heel mooi.
rijexamen
Vanaf vandaag wordt rijexamen gemakkelijk.
spelen
De kinderen spelen in het zwembad.
spellen
u kunt met de woordenschat heel eenvoudig uw spellen zoeken.
spreekvaardigheid
in mediatrainingen ontdekt u het geheim van spreekvaardigheid.
stoppen
Weet wanneer moet je stoppen?
sturen
de mail is sturen en ontvangen van FedEx
thuis
wil je thuis drinken?
binnen
Binnen...Ah remco,ga zitten.
daarover
ik studeer gescheidenis over Bengal.Daarover heb ik een afspraak met de gescheidenisleraar.
leraar
Ik wil een goede leraar geworden.
vinden
ik vind wiskunde heel verwarrend.
Wat vind je?
vakken
je moet veel vakken in school studeren.
gelukkig
gelukkig op het werk maakt gelukkig thuis.
moeilijk
zij beweerden dat het aantal moeilijke woorden beperkt.
soms
soms ik wil complete dag slapen.
voorstel
premier heeft een voorstel over de vrijheid van meningsuiting.
afgesproken
Onder het motto "afgesproken" maken wij afspraken met je over onze dienstverlening.
ermee
Wat moet ik ermee?
zenuwachtig
ik ben heel zenuwachtig voor de eindexam.
gezien
lang niet gezien!
Niemand van ons heeft de film al gezien.
langs
kom eens langs.
Veilingheid van spoor is slecht.
jarig
op 15 May ben ik jarig.
meteen
Saskia moet meteen naar de ziekenhuis gaan.
niks
er is niks na de dood.
proberen
elke jaar probeer ik aftreden roken, maar ik verandeer soms snel mijn acties.
cadeautje
ik moet een cadeautje voor mijn moeder kopen.
volgen
ik zal naast jaar NederlandsII volgen.
Wie wil er nog Jezus volgen?
verbeteren
Hoe kan ik mijn woordenschatonderwijs verbeteren?
daarom
zijn daarom en dardoor synoniemen? Nee, daarom geeft een reden aan, en dardoor wijst op een oorzaak.
toevallig
is er toevallig iemand online?
gevorderden
ik heb de boek voor gevorderden Nederlands niet.
docent
docent filosofie heeft enge gedachten.
echt
Zijn de starren nu echt zo bescheiden?
tijdens
deze zijn tips voor goede zaken doen, ook tijdens de crisis.
langzaam
Alles verwachten langzaam economisch herstel.
uitnodiging
je kan uitnodiging met eigen tekst en fotos sturen.
redelijk
Welke maatregelen zijn redelijk?