• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/31

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

31 Cards in this Set

  • Front
  • Back

Uit welke drie fasen bestaat de bloedstolling globaal?

1. Het proces van primaire hemostase


2. De vorming van een bloedstolsel


3. Het opruimen van een bloedstolsel (fibrinolyse)

Hoe werkt primaire hemostase?

- Defect vaatwand


- trombocyten binden von-willebrand-factor


- von-willebrand-factor bindt collageen


- vormverandering trombocyt


- via fibrogeen verbindingen tussen trombocyten

Lekenterm voor trombocyt?

bloedplaatje

Hoe werkt acetylsalicylzuur op de bloedstolling? (4)

- Geactiveerde trombocyten scheiden arachidonzuur uit.


- Het enzym cyclo-oxygenase zet dit om in Tromboxaan A2


- Tromboxaan A2 zorgt voor vasoconstrictie en trombocyten activatie


- Acetylsalicylzuur remt het enzym cyclo-oxygenase dat voor de omzetting zorgt.

Waar worden stollingsfactoren geproduceerd?

In de lever

Welke stollingsfactoren zijn afhankelijk van carboxylering onder invloed van vitamine K?

Stollingsfactoren II, VII, IX en X

Noem twee fysiologische stollingsremmingen:

- Proteïne C systeem


- Antitrombine

Ziekte Von Willebrand


- symptomen


- tekort aan welke factor en gevolg?


- Overerving


- Behandeling

Slijmvliesbloedingen: tandvlees, huid, excessieve menstruatie




Is ook een carriereiwit voor stollingsfactor VIII dus ook stoornis in fibrine vorming




Autosomaal dominant overervingspatroon




Behandeling


- DDAVP (vasopressineanaloog)


- gezuiverde von willebrandfactor uit donorplasma

Welke medicatie kan de primaire hemostase beïnvloeden? (4)

Antibiotica, acetylsalicylzuur, NSAIDs, SSRIs

Komt hemofilie A of B meer voor?

A, 85%

Bij welke stollingsstoornis is er zowel sprake van uitgebreide stolling als ernstige bloedingen? Noem drie onderliggende oorzaken.

Diffuse intravasale stolling (DIS)


- Sepsis


- Ernstig trauma


- Maligniteit

Welke stollingsstoornissen passen bij de volgende bloedingen?


1) Slijmvliesbloedingen


2) Petechieën


3) Spier- en gewrichtsbloedingen

1) Afwijking in primaire hemostase


2) Ernstige trombocytopenie


3) Stoornis in fibrine vorming

Noem oorzaken vitamine K deficiëntie (5) en welke labwaarden afwijkend zijn (2)

- Cholestase


- Malabsorptie (coeliakie)


- Antibiotica


- Slechte voeding


- Vitamine K antagonisten (coumarine)




Eerst verlenging PTT, bij ernstig vitamine K tekort ook APTT.

Interpretatie stollingstijden:


- aPTT verlengd, PT normaal (3)


- aPTT normaal, PT verlengd (2)


- aPTT verlengd en PT verlengd (4)

aPTT verlengd, PT normaal


- geïsoleerde stollingsfactordeficiëntie ( VIII, IX, XI)


- therapie met ongefractioneerde heparine


- lupus anticoagulans




aPTT normaal, PT verlengd


- geïsoleerde stollingsfactordeficiëntie (VII)


- milde vitamine K-deficiëntie




aPTT verlengd en PT verlengd


- geïsoleerde stollingsfactordeficiëntie (II, V, X of fibrinogeen)


- globale stollingsfactordeficiëntie


- ernstige vitamine K-deficiëntie


- cumarinederivaten gebruik

Voor welk antistollingsmiddel moet je INR regelmatig gecontroleerd worden?

Cumarinederivaten (vitamine K-antagonisten) en ongefractioneerde heparine

Hoe heet het middel dat selectief trombine remt?

Dabigatran

Hoe heet het middel dat selectief factor Xa remt?

Rivaroxaban

Noem twee nadelen van heparine:

- Kan alleen intraveneus of subcutaan worden toegediend


- Intensiteit is zeer variabel dus frequente controle en dosis aanpassing

Noem twee trombolytica

- Recombinant t-PA


- streptokinase


- urokinase

Noem de medische termen:


1) niet vloeiend praten


2) Niet kunnen uitvoeren eenvoudige handelingen bij intact begrip


3) Niet herkennen van zintuigelijke indrukken

1) Afasie


2) Apraxie


3) Agnosie

Alzheimer




Behandeling psychose (1e en 2e keus)

- Risperidon


- Haloperidol

Noem de mineralen die macro-elementen heten (6)

- Natrium


- Kalium


- Calcium


- Magnesium


- Chloride


- Fosfaat

Noem de mineralen die micro-elementen ofwel spoorelementen heten (6)

- Koper


- Fluoride


- Jodium


- Ijzer


- Selenium


- Zink

Op welk gebrek lopen vegetariërs een risico?

Ijzergebrek, en ook vergiftiging door megadoses supplementen

Wat bepaalt met name de osmolaliteit van de extracellulaire vloeistof? (2)

Natrium


Chloor

Waarom ontwikkelen ouderen sneller hypernatriëmie?

Omdat bij hen het dorstmechanisme minder efficiënt werkt.

Wat kan je in een direct preparaat van de ontlasting aantonen?

Giardia en Entamoeba

Welk medicijn maak je vatbaarder voor salmonella?

Een PPI, dan ontbreekt je maagzuurbarrière

Hoe zit het met kanker en het down syndroom?

Het totaal risico is onveranderd, maar mensen met het syndroom van down hebben:




méér kans op leukemie


minder kans op solide tumoren




Dit zou wat te maken kunnen hebben met de tumor suppressor genen op chromosoom 21

Downsyndroom




Wat is de oorzaak van de dementie?

Een overmaat aan amyloid beta peptide, net als bij de ziekte van Alzheimer.

Wat is de levensverwachting van een kind met Down?

mild-matige geestelijke handicap: 55 jaar


ernstige geestelijke handicap: 45 jaar