Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
257 Cards in this Set
- Front
- Back
Wat bevat de NEN norm 2777?
|
Deze norm bevat termen en definities op het gebied van het beheer en onderhoud van vastgoed.
|
|
Wat wordt in de NEN 2777 verstaan onder Vastgoed?
|
Met vastgoed worden in deze norm gebouwen bedoeld.
|
|
Vastgoed wordt omschreven als gebouwen. Wat wordt verstaan onder "gebouwen"?
|
Gebouwen zijn alle soorten bouwwerken welke overdekt zijn, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten zijn en voor mensen toegankelijk zijn. Enkele voorbeelden van gebouwen zijn woningen, schuren, kantoren, fabriekshallen en loodsen.
|
|
Termen worden op verschillende niveaus binnen de organisatie gebruikt. Welke niveaus worden in deze norm onderscheiden?
|
De niveaus die in deze norm worden onderscheiden zijn strategisch, tactisch en operationeel
|
|
Wat wordt met het niveau "strategisch" bedoeld?
|
Strategisch: het nemen van besluiten over het vastgoed aangaande toepassing, uitvoering en levensduur met de daarbij behorende financiële en juridische modelkeuze.
|
|
Wat wordt met het niveau "tactisch" bedoeld?
|
Tactisch: de monitoring van serviceniveau-eisen (‘service level requirements’) primair versus serviceniveau-overeenkomst (‘service level agreements’ (SLA)) secundair.
|
|
Wat wordt met het niveau "operationeel" bedoeld?
|
Operationeel: de uitvoering en invulling van diensten aangaande de gehele utiliteit.
|
|
Verschillend gebruik van termen kan leiden tot spraakverwarring. Voor de termen in deze norm worden maximaal vier verschillende definities gegeven. Omschrijf deze.
|
een algemene definitie en definities voor respectievelijk het strategische, tactische en operationele niveau.
Indien voor een specifiek niveau geen definitie is omschreven, betekent dit dat de algemene term voor alle niveaus kan gelden dan wel toepasbaar is. Indien de algemene definitie gelijk is aan de definitie voor een van de drie niveaus heeft dit geen impact in beperkende zin voor de andere niveaus, het kan zelfs een algemeen begrip zijn. Indien geen algemene definitie is omschreven, maar de term wel voor een, twee of drie niveaus is omschreven, betekent dit dat er specifieke waarde is voor het desbetreffende niveau en dat ze niet door elkaar kunnen worden gebruikt. Er is een serieuze impact. |
|
Welke twee normen zijn van belang voor deze norm?
|
De NEN 2580 en NEN 3699
|
|
Wat wordt omschreven in de NEN 2580?
|
Oppervlakten en inhouden van gebouwen – Termen, definities en bepalingsmethoden
|
|
Wat wordt omschreven in de NEN 3699?
|
Meetmethode voor het bepalen van nettohoeveelheden van bouwdelen, installatiedelen en resultaten met specificatierichtlijnen
|
|
aanbesteding?
|
Proces om tot de uitvoering van een werk, levering of dienst te komen.
|
|
aanneemsom -- algemeen.
|
bedrag dat is overeengekomen voor de uitvoering van een werk, levering of dienst
|
|
aanneemsom -- operationeel
|
bedrag dat wordt verwacht of gevraagd voor de uitvoering van een werk, levering of dienst
|
|
aannemer
|
partij die de verplichting aangaat (aanneemt) een werk uit te voeren of een product of een dienst te leveren voor de overeengekomen aanneemsom
|
|
aanpassing -- algemeen
|
technische maatregelen om het vastgoed geschikt te houden voor zijn huidige functie zonder dat het tot een meerwaarde leidt
|
|
aanpassing -- operationeel
|
technische maatregelen om het vastgoed geschikt te houden voor zijn huidige functie zonder dat het tot een meerwaarde leidt
|
|
aanvangstijd
|
moment waarop men begint met het uitvoeren van de (onderhouds)werkzaamheid
|
|
achterstallig onderhoud
|
onderhoud dat eerder had moeten worden uitgevoerd maar (bewust of onbewust) niet is uitgevoerd
|
|
activamanagement - algemeen
|
management van de bedrijfsmiddelen van de organisatie
|
|
activamanagement - strategisch
|
wijze waarop een onderneming omgaat met het complete proces van aanschaf tot afschrijving (beheer levenscyclus) van de bedrijfsmiddelen van de onderneming
|
|
activiteitenplan - algemeen
|
beschrijving van een samenhangend geheel van onderhoudswerkzaamheden met prestatie-eisen binnen een onderhoudsinterval
|
|
activiteitenplan - operationeel
|
uitvoering van een samenhangend geheel van onderhoudswerkzaamheden met prestatie-eisen binnen een onderhoudsinterval
|
|
activiteitenplan - tactisch
|
planning van een samenhangend geheel van onderhoudswerkzaamheden met prestatie-eisen binnen een onderhoudsinterval
|
|
afhandelingstijd
|
tijd tussen aanvangstijd en afmelding
|
|
afmelding - algemeen
|
moment waarop men meldt dat de onderhoudswerkzaamheid is uitgevoerd
|
|
afmelding - operationeel
|
moment waarop aan de melder wordt medegedeeld dat een activiteit is uitgevoerd
|
|
afschrijvingsbeleid - algemeen
|
geheel van spelregels inzake de waardering en afschrijving van de activa van de organisatie
|
|
afschrijvingsbeleid - strategisch
|
geheel van spelregels inzake de waardering en afschrijving van activa en de afschrijvingstermijnen
|
|
afschrijvingskosten - algemeen
|
deel van de waardevermindering van een duurzaam productiemiddel dat periodiek ten laste van de resultatenrekening wordt gebracht
|
|
afschrijvingskosten - tactisch
|
deel van de waardevermindering van een duurzaam productiemiddel dat periodiek ten laste van de resultatenrekening wordt gebracht
|
|
afwaarderen - algemeen
|
zichtbaar maken van de waardedaling van een bezit (investeringen) door het verlagen (afboeken) van de in de balans opgenomen waarde(n) teneinde de reële waarde tot uitdrukking te laten komen
|
|
afwaarderen - strategisch
|
zichtbaar maken van de waardedaling van een bezit (investeringen) door het verlagen (afboeken) van de in de balans opgenomen waarde(n) teneinde de reële waarde tot uitdrukking te laten komen
|
|
assetmanagement
strategisch voorraadbeleid |
vertalen van de uitgangspunten van het portfoliomanagement ten aanzien van de vastgoed(deel)portefeuille naar het beleid per object, het op basis van het beleid per object aansturen van het vastgoedmanagement en het uitvoeren van analyses van objecten ten behoeve van de ondersteuning van het portfoliomanagement
|
|
basiskwaliteit
|
oorspronkelijke kwaliteit of oorspronkelijk prestatievermogen
|
|
bedrijfstijd
|
totaal aantal uren, gedurende een bepaalde periode (bijvoorbeeld per dag, week of maand), dat een installatie overeengekomen prestaties levert
|
|
bedrijfswaarde - algemeen
|
contante waarde van de aan een actief of samenstel van activa toe te rekenen geschatte toekomstige kasstromen die kunnen worden verkregen met de uitoefening van het bedrijf
|
|
bedrijfswaarde - strategisch
|
contante waarde van de toekomstige inkomsten (onder andere huren, eventuele bijdragen en overige opbrengsten) verminderd met de contante waarde van de toekomstige uitgaven (onder andere onderhoud, beheerkosten, belastingen en verzekeringen) over de restlevensduur van het bezit
|
|
bedrijfszekerheid
|
borging van functionaliteit van het primaire proces
|
|
beleggingsduur
|
periode dat een belegger zijn investering voornemens is om deze te beleggen
|
|
benchmarking - algemeen
|
systematisch onderzoeken van de prestaties (en maatschappelijke effecten) en achterliggende processen en werkwijzen van één of meer toonaangevende referentieorganisaties op een bepaald gebied en het spiegelen van de eigen prestaties en werkmethoden aan deze ‘best practices’, met als doel te komen tot een plaatsbepaling en een verbetering van het eigen presteren
|
|
benchmarking - operationeel
|
systematisch onderzoek naar de prestaties en onderliggende processen en methoden van een of meer toonaangevende referentieorganisaties of -goederen in een bepaalde bedrijfstak en de vergelijking met de eigen prestaties en onderliggende processen met het doel de verschillen te lokaliseren en eigen prestaties te verbeteren
|
|
benchmarking - tactisch
|
proces voor het meten van de prestatie (inclusief de prijs) van facilitaire diensten en het intern en/of extern vergelijken van resultaten
|
|
benchmarking - strategisch
|
continue systematisch proces om prestaties maximaal te verbeteren door prestatieniveaus, processen en werkwijzen te vergelijken met organisaties die toonaangevend zijn in de samenleving
|
|
beschikbaarheid - algemeen
|
tijd in uren dat de installatie beschikbaar was en niet ten gevolge van uitval door technisch falen en de uitvoering van onderhoud (inclusief periodieke keuringen) buiten gebruik in verhouding tot de totale tijd in uren in één jaar, uitgedrukt in een percentage
|
|
beschikbaarheid - tactisch
|
vermogen van een object om in staat te zijn de vereiste functie te realiseren, onder de bepaalde voorwaarden op een bepaald tijdstip of gedurende een bepaalde tijdsinterval, aannemende dat is voorzien in de vereiste externe middelen
|
|
beschrijvende eisen
|
technische product- en procesparameters van onderhoudswerkzaamheden en producten
|
|
bestek
|
beschrijving van een werk, de daarbij behorende tekeningen, de voor het werk geldende voorwaarden, de nota van inlichtingen en het proces-verbaal van aanwijzing
|
|
bestek - tactisch
|
beschrijving van een werk in het verlengde van het contract
|
|
betrouwbaarheid
|
vermogen van een object waarin de vereiste functie kan worden uitgeoefend, onder de bepaalde voorwaarden op een bepaald tijdstip of gedurende een bepaalde tijdsinterval
|
|
bewerkingshoeveelheid
|
omvang van de onderhoudswerkzaamheid
|
|
bouwconstructie
|
samenhangende cluster bouwdelen die samen een functioneel deel van een gebouw vormen (dak, gevel, fundering, draagconstructie)
|
|
bouwdeel/element
|
één of meer materialen die samen een min of meer gebouwonafhankelijk functie vervullen (dakbedekking, kozijn, vloerbedekking, lift)
|
|
bruto-aanvangsrendement
BAR |
op het moment van verwerven geraamd te behalen beleggingsresultaat gedurende het eerste volledige jaar van exploitatie op een vastgoedinvestering
|
|
bruto-inkomensstijging
|
toename in actuele brutohuur op objecten die het gehele jaar in portefeuille zijn gehouden, uitgedrukt als een percentage van de actuele brutohuur aan het begin van het boekjaar
|
|
brutovloeroppervlakte
bvo |
oppervlakte van een ruimte of een groep van ruimten, gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimte omhullen
|
|
calamiteit
|
onverwachte gebeurtenis waardoor het vastgoedobject of de werking daarvan niet (meer) het optimale rendement of gebruiksgenot levert
|
|
classificatie
|
logisch gestructureerde indeling van bouwdelen naar functie
|
|
‘commissioning’
|
voortschrijdend geavanceerd verificatieproces vanaf het voorontwerp van een installatie tot op het moment dat de installatie goed functioneert na afloop van de garantieperiode
|
|
conditie
|
(technische) toestand of staat waarin een bouw- of installatiedeel verkeert
|
|
conditiegestuurd onderhoud
|
preventief onderhoud gebaseerd op het monitoren van de prestatie en/of parameter en de erop volgende actie
|
|
conditiemeting
|
objectief meten van de aanwezige prestaties van materialen, bouwdelen of constructies in termen van omvang en intensiteit van gebreken
|
|
conditiemodel
|
weergave van het verloop van de conditie van een bouwdeel of een installatiedeel in de tijd
|
|
conditiemonitoring
|
registreren van de conditie gedurende een bepaalde periode
|
|
conditiescore
|
aanwezige prestaties van materialen, bouwdelen of constructie uitgedrukt in objectieve maatschalen
|
|
conformiteit
|
voldoen door een product, proces of dienst aan de specificaties
|
|
consultancy
|
activiteiten met als doel het leveren van een advies
|
|
contractonderhoud
|
veelal kleinere onderhoudswerken op basis van een contract met een bepaalde looptijd
|
|
correctief onderhoud - algemeen
|
onderhoud dat wordt uitgevoerd als een storing heeft plaatsgevonden met als doel de storing op te lossen of het effect van de storing te verkleinen
|
|
correctief onderhoud - tactisch
|
onderhoud dat wordt uitgevoerd na de vaststelling van een gebrek met als doel het object terug te brengen in de staat waarin het de vereiste functie kan uitoefenen
|
|
cyclisch onderhoud
|
onderhoud dat na een vastgestelde periode wordt herhaald
|
|
dagelijks onderhoud
|
onderhoud dat niet te plannen is
OPMERKING Bij woningbeheerders vaak de optelsom van het mutatieonderhoud en het reparatie /klachten /storingsonderhoud. |
|
dagvenster
|
tijdvak dat een gebouw of ruimte(n) in het gebouw toegankelijk is voor onderhoudswerkzaamheden
|
|
degradatie - algemeen
|
onomkeerbaar proces van afname van de eigenschappen van een bouwdeel of een installatiedeel
|
|
degradatie - operationeel
|
manifest van optredende technische veroudering ten gevolge van het ontbreken van een adequaat instandhoudingsbeleid
|
|
degradatie - tactisch
|
onomkeerbaar proces van afname van een of meer kenmerken van een object door tijd, gebruik of een externe oorzaak
|
|
‘Design Build Finance Maintain’
|
overeenkomst, omvattende het ontwerp, de bouw, het financieren en onderhouden van een object, waarbij opdrachtnemer te kennen geeft middelen ter beschikking te stellen aan de andere partij met al dan niet gegarandeerde functie(s) (onder bepaalde omstandigheden), tegen een periodieke vergoeding, die afhankelijk van de geleverde functie(s) eventueel (binnen bepaalde marges) naar beneden of boven kan worden bijgesteld
|
|
‘down time’
|
tijd benodigd voor het functioneel herstel van de in storing gemelde installatie, gerekend vanaf de acceptatie van de melding
|
|
economische levensduur
|
periode waarin de kosten en baten van prestaties door een bouwdeel, constructie of gebouw acceptabel zijn
|
|
economische winst
|
financiële prestatiemethode om de werkelijke winst van een onderneming te bepalen
|
|
eenheidsprijs
|
prijs per eenheid product
|
|
eigenaarbeheer
|
beheer dat voor rekening van de eigenaar is
|
|
eigenaarsonderhoud
|
onderhoud dat voor rekening van de eigenaar is
|
|
esthetische levensduur
|
aantal jaren dat een gebouwdeel, constructie of gebouw voldoet aan de gewenste esthetisch prestatie
|
|
exploitatiekosten
|
jaarlijks gemeten kosten voor het in eigendom hebben, in stand houden en gebruiken van vastgoed gedurende de exploitatieperiode
|
|
exploitatieperiode
|
periode waarover een gebouw in eigendom is
|
|
faalkans
|
op basis van ervaring en kansberekening vastgesteld aantal malen storing in een installatie
|
|
faalkosten
|
alle kosten die ten behoeve van het eindproduct zijn gemaakt, ontstaan door vermijdbaar tekortschieten
|
|
facilitaire productie
|
produceren of leveren van facilitaire diensten
OPMERKING Facilitaire diensten bereiken de moederorganisatie veelal via de facilitaire functie, die uit diverse facilitaire producten en diensten een facilitaire dienst in integrale vorm (geïntegreerde facilitaire dienst) samenstelt ter ondersteuning van haar primaire processen. |
|
facilitaire strategie
|
strategische besluitvorming inzake de facilitaire functie
OPMERKING Hierbij gaat het om uitgangspunten en voorwaarden voor (het organiseren van) de ondersteuning van de primaire functie, gebaseerd op de strategie van de moederorganisatie, zoals stuurmogelijkheden (flexibiliteit), kosten van beschikbaarheid en afbreukrisico’s voor de primaire processen, evenals vermogensbeslag en imago-effecten. |
|
facilitair management
|
integratie van processen binnen een organisatie, om overeengekomen diensten te ontwikkelen en in stand te houden, gericht op de ondersteuning en bevordering van de effectiviteit van het primaire proces
OPMERKING Het betreft dus een managementfunctie die binnen de centrale kaders van de facilitaire strategie van moederorganisatie opereert. |
|
functiebeproeving
|
actie na onderhoudsactiviteiten om te verifiëren of een object in staat is de vereiste functie uit te oefenen
|
|
functionele eisen
|
eisen die worden gesteld aan werkbaarheid, omgevingsparameters, gevoelswaarden en inrichting, bepaald door de gebruiksfunctie
|
|
functionele levensduur - algemeen
|
periode dat een gebouw of bouwdeel de minimaal vereiste prestaties vervult of periode waarin de prestatiecapaciteit van een bouwproduct groter is dan of gelijk is aan de gestelde eisen
|
|
functionele levensduur - strategisch
|
voor het desbetreffende perceel of vastgoedobject aangenomen periode, gemeten in hele kalenderjaren vanaf de ingangsdatum van de huurovereenkomst, waarover de jaarlijks voortschrijdende veroudering resulteert in een dermate lage commerciële, technische en bedrijfskundige gebruikswaarde voor de desbetreffende gebruiker, dat door deze het verder fysiek exploiteren van dat object, met dat kwaliteitsniveau, niet langer verantwoord wordt geacht
|
|
garantieonderhoud
|
onderhoud dat voortvloeit uit een garantie die de leverancier heeft gegeven aan de eigenaar t.a.v de prestaties van het geleverde
|
|
gebouwbeheer
|
geheel van activiteiten om functionele, economische, wettelijke en esthetische prestaties van gebouwen in stand te houden
|
|
gebouwinstallatie is installatie die voldoet aan de volgende criteria:
|
— de installatie is nagelvast verbonden aan het gebouw en/of bouwwerk;
— het tot stand brengen van de installatie is nauw verweven met de bouwkundige werkzaamheden; — de installatie is overwegend gericht op het scheppen van de juiste omstandigheden voor het verblijven of werken in een gebouw; — de installatie is niet gericht op de productie van het bedrijf |
|
gebrek
|
fysieke eigenschap van een materiaal, bouwdeel of constructie waardoor de gewenste prestatie niet wordt bereikt
|
|
gebrekenopname
|
vaststellen van de gebreken aan materialen, bouwdelen en constructies
|
|
gebrekenparameters
|
te kwantificeren kenmerken omvang, intensiteit en belang
|
|
gebruikersonderhoud
|
onderhoud voor rekening van de gebruiker
|
|
gebruiksafhankelijk onderhoud
|
preventief onderhoud uitgevoerd volgens een vastgestelde tijdsplanning of vastgesteld aantal gebruikseenheden, maar zonder voorafgaande bepaling van de conditie/ ongeacht de toestand van dat moment
|
|
geriefsverbetering
|
verhoging van de (functionele) prestaties van een bouwdeel of gebouw
|
|
grenswaarde
|
waarde, welke niet mag worden over- of onderschreden
|
|
groot onderhoud
|
gebundeld (planmatig) onderhoud aan verschillende bouwdelen van een gebouw
|
|
herbestemming - strategisch
|
wijziging van de oorspronkelijke functionele bestemming van een (vastgoed)object of gedeelte daarvan, uit het oogpunt van een beoogde renderende exploitatie en als het resultaat van een aanpassing van het eerdere prestatieniveau van dat object, zodat kan worden voldaan aan de vraag van de nieuwe doelgroep, dan wel invulling kan worden gegeven aan de toegekende functie
|
|
hergebruik
|
aanpassing van het oorspronkelijk (functionele) prestatieniveau van een vastgoedobject of gedeelte daarvan
|
|
herhalingssnelheid van uitval
|
aantal malen dat een object uitvalt in een gegeven tijdsinterval gedeeld door het tijdsinterval
OPMERKING In sommige gevallen kan het nodig zijn tijdsinterval te vervangen door gebruikseenheden. |
|
herontwikkeling
|
ingrijpende aanpassing van het oorspronkelijk (functionele) prestatieniveau van een vastgoedobject mogelijk gecombineerd met een herbestemming
|
|
hersteltijd
|
tijd tussen de aanvang van de werkzaamheden en het oplossen van de storing
|
|
hoofdaannemer
|
aannemer, die na het sluiten van een overeenkomst met een opdrachtgever, delen van de opdracht laat uitvoeren door andere aannemers
|
|
hoofdgroep
|
cluster installatiedelen die samen een zelfstandige installatie vormen
|
|
huurder
|
persoon of organisatie die via een overeenkomst het recht van gebruik van een vastgoed heeft gekregen
|
|
huurdersonderhoud
|
onderhoud voor rekening van de huurder
|
|
huurwaarde-ontwikkeling
|
jaarlijkse ontwikkeling van de huren binnen een vastgoedportefeuille
|
|
incidentregistratiesysteem
|
computersysteem waarin de status van incidenten wordt bijgehouden
|
|
infraroodinspectie
|
methodiek (met een infraroodcamera) om temperaturen te meten, warme plaatsen (hotspots) vast te stellen en warmtelekken (slechte isolatie) zichtbaar te maken
|
|
ingebrekestelling
|
melding dat niet is voldaan aan een verplichting
|
|
inspanningscontract
|
schriftelijke overeenkomst voor het leveren van een inspanning zonder resultaatverplichting door de opdrachtnemer
|
|
inspanningsgericht onderhoud
|
onderhoud uitgevoerd volgens door de opdrachtgever omschreven inspanningen/werkmethode
|
|
inspectie
|
vaststellen van de onderhoudssituatie van materialen, bouwdelen en constructies
|
|
installatiedeel
|
functionele eenheid van een (gebouw)installatie
|
|
instandhouding
|
handhaven van de huidige aanvaarbare conditie van materialen, bouwdelen en constructies
|
|
Wat is de engelse term voor "integraal bedrijfsmiddelenmanagement "
|
‘Certified in Integrated Resource Management’
CIRM |
|
‘Certified in Integrated Resource Management’
CIRM |
besturingsconcept van waaruit voor de organisatie, binnen de centrale kaders van haar strategie, alle ondersteunende facilitaire diensten integraal worden georganiseerd en geregisseerd
OPMERKING Integraal bedrijfsmiddelenmanagement of CIRM is gericht op de bevordering van het succes van de primaire processen van de moederorganisatie en het bijdragen aan de verwezenlijking van haar overige doelen. Het domein van CIRM omvat meestal de facilitaire diensten zoals beschreven in deze norm, evenals het personeel en de financiën. |
|
Wat is de engelse term voor "interne opbrengstvoet"
|
Internal rate of return
IRR |
|
Internal rate of return
IRR |
te hanteren discontovoet waarbij de waarde van de investering gelijk is aan de contante waarde van hieruit voortvloeiende kasstroom
|
|
inventarisatie
|
tellen van hoeveelheden aanwezig bouwdeel, installatiedeel of materiaal
|
|
jaarrendement
|
direct rendement (met de exploitatie samenhangend) en indirect rendement (met waardeontwikkeling samenhangend)
|
|
kengetal
|
uitkomst van een ratio: vuistregel en geeft een gemiddelde aan over een bepaalde situatie/omstandigheid en heeft als eenheid: eenheid x/eenheid y
|
|
klacht
|
uiting van ontevredenheid van een gebruiker over de geleverde prestatie door een materiaal, bouwdeel of constructie
|
|
klachtenonderhoud
|
wegnemen van een gebrek, dat onverwacht optreedt, waarbij herstel meteen moet plaatsvinden
OPMERKING In de praktijk is het vaak kleinschalig. Bij installaties wordt het ook wel storingsonderhoud genoemd. |
|
klusjesman-activiteiten
|
uitvoeren van werkzaamheden van geringe omvang waarvoor geen specifieke kennis en vaardigheden zijn vereist
|
|
kostendrager
|
product waaraan boekhoudkundig de kosten voor de vervaardiging kunnen worden toegerekend
|
|
kostenplaats
|
afdeling of bedrijfsonderdeel (kostengroepering) dat ten behoeve van het productieproces een bepaald soort prestaties levert (functie uitoefent)
|
|
kostensoort
|
onderdeel van een groep kosten die een logisch verband hebben -- typering van het karakter van de gemaakte kosten
|
|
kritische prestatie indicatoren (KPI"s)
|
maat die essentiële informatie levert over de prestaties van de levering van facilitaire diensten
|
|
Levenscyclusanalyse (LCA)
|
kwantificeren van de milieubelasting van een product of dienst gedurende de totale levensduur (van winning van grondstoffen tot afvalverwerking)
|
|
levensduur
|
tijd dat een (kapitaal)goed kan worden gebruikt
OPMERKING 1 De aard van de motivatie (technisch, economisch, juridisch enz.) waarom het kapitaalgoed niet meer kan worden gebruikt bepaalt waarom de levensduur wordt beëindigd. VOORBEELD Een handbrandblusser moet vanwege wet en regelgeving na 20 jaar worden vernieuwd. Er zijn vele handbrandblussers die in het verleden meer dan 20 jaar dienst hebben gedaan en nu is dus niet de techniek meer bepalend maar de wet- en regelgeving. Echter zullen er ook nu brandblussers zijn die na 15 jaar technisch op zijn en dan zal de levensduur maar 15 jaar zijn. |
|
levensduurkosten
|
totale kosten van definitie, ontwerp, bouw, exploitatie en sloop of afstoting van een bouwwerk
|
|
Wat zijn de levensduurkosten voor een gebruiker of eigenaar?
|
Voor een gebruiker of eigenaar zullen de totale levensduurkosten aanschafkosten, kosten voor het gebruik, onderhoudskosten en verwijderingskosten bevatten.
|
|
markthuurwaarde
|
geschatte markthuur die de taxateur verwacht dat het object kan ontvangen als de eenheid zou worden verhuurd tegen de markthuur op de taxatiedatum
|
|
meerjaren-investeringsplanning
|
planning van de te verwachten investeringen in de vastgoedobjecten over verscheidene jaren
|
|
meerjaren-onderhoudsplanning
|
planning van de te verwachten onderhoudswerkzaamheden aan vastgoedobjecten over verscheidene jaren
|
|
meerwerk
|
aanvullende niet-contractueel verplichte werkzaamheden bij de uitvoering van een opdracht
|
|
meetmethode
|
methode waarmee prestaties worden gemeten
|
|
Wat zijn alternatieve benamingen voor de "meetmethode"?
|
Ook wel bepalingsmethode, beproevingsmethode of beoordelingsmethode genoemd.
|
|
minderwerk
|
werkzaamheden die deel uitmaken van de verplichtingen die voortvloeien uit een overeenkomst maar door een wijziging van de overeenkomst niet hoeven te worden uitgevoerd
|
|
modificatie
|
aanpassing t.o.v. het originele uitgevoerde ontwerp
|
|
monitoring
|
waarnemen (registreren) en volgen van bepaalde activiteiten
|
|
montagetijden
|
berekeningsmethode en calculatietabellen voor de montage van verwarmings-, luchtbehandelings-, en sanitaire installaties
|
|
mutatiegraad
|
aantal malen per tijdseenheid dat een ruimte, gebouw of woning wisselt van gebruiker
|
|
mutatieonderhoud
|
onderhoud dat wordt uitgevoerd op het moment dat een ruimte, gebouw of woning muteert (een huurder is vertrokken en een nieuwe erin trekt)
|
|
netto-aanvangstrendement (NAR)
|
op het moment van verwerven geraamd te behalen beleggingsresultaat gedurende het eerste volledige jaar van exploitatie op een vastgoedinvestering
|
|
netto-investeringen
|
kapitaalsinvesteringen in vaste activa bedoeld als uitbreiding en niet als vervanging
|
|
nettovloeroppervlakte
nvo |
oppervlakte van een ruimte of van een groep van ruimten, gemeten op vloerniveau, tussen de begrenzende opgaande scheidingsconstructies van iedere afzonderlijke ruimte
|
|
NL-SfB code
|
gecodeerde beschrijving van een element, bestaande uit een element, variant elementgroep en een variant-element
|
|
normmaatregel
|
onderhoudsmaatregel die als standaardmaatregel in de meerjaren-onderhoudsplanning en de begroting wordt opgenomen bij een bepaald aangetroffen gebrekenbeeld of aangetroffen conditie
|
|
normtijd
|
standaard hoeveelheid tijd voor het uitvoeren van een activiteit
|
|
nulbeurt
|
onderhoud dat bij aanvang van een nieuw contract wordt uitgevoerd om de prestaties van een materiaal, bouwdeel of constructie op een gewenst niveau te brengen
|
|
nulmeting
|
inventarisatie en inspectie om de uitgangssituatie vast te stellen
|
|
Wanneer voer je een nulmeting uit?
|
Dit kan bij een nieuwe eigenaar zijn, een nieuwe onderhoudspartij, invoering van een nieuw onderhoudsconcept enz.
|
|
nuttige vloeroppervlakte (NVO)
|
deel van de nettovloeroppervlakte dat rechtstreeks is gericht op de doelstelling en het gebruik van het gebouw of een deel daarvan, bepaald volgens NEN 2580
|
|
object
|
gebouw of deel ervan dat uit oogpunt van onderhoud fysiek en administratief wordt onderscheiden
|
|
objectgegevens
|
alle gegevens van een object die voor beheer en onderhoud van belang zijn
|
|
omvang
|
nettohoeveelheid waarin het desbetreffende gebrek zich manifesteert ten opzichte van de totale beschouwde nettohoeveelheid van het bouw- of installatiedeel volgens NEN 3699
|
|
onderhoud
|
bundeling van preventieve; correctieve en modificatieve werkzaamheden
|
|
onderhoud op afstand
|
onderhoud van een object uitgevoerd zonder fysieke toegang van het onderhoudspersoneel tot het object
|
|
onderhoud ter plaatse
|
onderhoud uitgevoerd op de locatie waar het object wordt gebruikt
|
|
onderhoudbaarheid
|
mogelijkheid om op een normale wijze werkzaamheden uit te voeren aan gebouwen en/of installaties
|
|
onderhoudsactivititeit
|
inspanning (fysiek of mechanisch) om de oorspronkelijke prestaties van een materiaal, bouwdeel of constructie te handhaven of opnieuw te bereiken
|
|
onderhoudsbehoefte
|
behoefte waarvan de noodzaak is aangetoond dat door verrichtingen de functionaliteit blijft behouden
|
|
onderhoudsbon
|
document waarop alle gegevens zijn vastgelegd voor planning, uitvoering en facturering van onderhoudswerken
|
|
onderhoudsconcept
|
vooraf gekozen strategie om het onderhoud uit te voeren waarbij men verwacht (precies) binnen de gestelde eisen te blijven
|
|
onderhoudscontract
onderhoudsovereenkomst |
schriftelijke overeenkomst die de rechten en plichten tussen twee of meer partijen regelt voor de uitvoering van onderhoudswerkzaamheden
|
|
onderhoudscyclus
|
periode tussen twee gelijke onderhoudswerkzaamheden aan een materiaal, bouwdeel, installatiedeel of constructie
|
|
onderhoudsdiscipline
|
in de praktijk herkenbare vakmatige vaardigheid op het gebied van onderhoud van vastgoed
|
|
onderhoudsdoelstellingen
|
doelen die zijn geformuleerd met betrekking tot het onderhoud van vastgoed
|
|
onderhoudskosten
|
kosten voor het geheel aan technische activiteiten dat is gericht op het handhaven of opnieuw bereiken of benaderen van de oorspronkelijke of daarmee naar gebruiksmogelijkheden gelijk te stellen staat van een object gedurende de economische levensduur van het object
|
|
onderhoudsmaatregel
|
type werkzaamheid dat nodig is om de prestatie van een materiaal, bouwdeel of constructie te handhaven of opnieuw te bereiken
|
|
onderhoudsmanagement
|
organisatorische en administratieve organisatie die nodig is om het onderhoudsproces effectief en efficiënt te laten plaatsvinden
|
|
onderhoudsmanagement - tactisch
|
alle managementactiviteiten die de onderhoudsdoelstellingen, onderhoudsstrategie, verantwoordelijkheden en implementatie bepalen, met middelen als onderhoudsplanning, onderhoudsbeheersing en supervisie en verbetermethoden in een organisatie inclusief economische aspecten
|
|
onderhoudsniveau
|
aanduiding voor de mate waarop het vastgoedobject in technische zin wordt onderhouden (minimaal, basis, plus, luxe enz.)
|
|
onderhoudsperiode
|
periode die contractueel is overeengekomen tussen opdrachtgever en aannemer gedurende welke periode de aannemer zorgt voor de levering van de gevraagde prestaties garandeert
|
|
onderhoudsplanning
|
<werkzaamheden> planning van de te verwachten onderhoudsactiviteiten voor gebouwen over verscheidene jaren
|
|
onderhoudsprognose - algemeen
|
rapportage over toekomstig onderhoud, zonder beleidstoepassing (onderhoudsbehoefte) en met beleidstoepassing (onderhoudsbegroting)
|
|
onderhoudsprognose - operationeel
|
planning voor het vervangen van (onderdelen van) duurzame productiemiddelen, waarvan de planning tot vervanging uitsluitend is gebaseerd op economische veroudering
|
|
onderhoudsrichtlijnen
|
technisch programma van eisen betreffende het te verrichten onderhoud aan de installaties die in de gebouwen voorkomen, per installatie benoemd
|
|
onderhoudsscenario
|
meerjarenplanning en -begroting van onderhoudswerkzaamheden om aan de gewenste of vereiste prestaties te voldoen
|
|
onderhoudssoort
|
organisatorische indeling van onderhoud
|
|
onderhoudsstrategie - algemeen en tactisch
|
managementmethode gebruikt om de onderhoudsdoelstellingen te realiseren
|
|
onderhoudsstrategie - operationeel
|
wijze waarop het onderhoudsbeleid moet worden gerealiseerd
|
|
onderhoudsstrategie - strategisch
|
niveau dat enerzijds vorm geeft aan het langetermijnbeleid en de -planning en dat anderzijds sturing geeft aan zaken die gevolgen hebben voor personele en/of materiële en /of financiële plafonds dan wel uitgaan boven de primaire doelstelling
|
|
onderhoudstijd
|
tijdsinterval waarin onderhoud wordt uitgevoerd aan een object, inclusief technische en logistieke vertragingen
|
|
online-onderhoud
|
onderhoud dat wordt uitgevoerd terwijl het object wordt gebruikt
|
|
oplevering
|
door de voorlopige oplevering worden de werken in ontvangst genomen
OPMERKING De voorlopige oplevering stelt dan de beëindiging van de werken vast waarbij in een proces-verbaal de eventuele gebreken en opmerkingen worden vastgesteld. De voorlopige oplevering voorziet meestal in een proeftermijn en in een termijn voor de aannemer om de vastgestelde gebreken te verhelpen. De eindoplevering impliceert de erkenning door de bouwheer dat de werken volgens overeenkomst en volgens de regels van de kunst zijn uitgevoerd, waarna de aannemer van zijn verplichtingen is ontslagen (onverminderd zijn 10-jarige aansprakelijkheid en zijn aansprakelijkheid wegens verborgen gebreken). |
|
performance-analyse
|
vergelijking van het rendement en het risico van de portefeuille van de deelnemer met het gemiddelde rendement van de markt
|
|
portfoliomanagement
portefeuillemanagement |
afstemming van de vastgoedportefeuille op de langetermijnbedrijfsstrategie en het alloceren van vermogen naar de vastgoed(deel)portefeuille
|
|
prestatiecontract
prestatieovereenkomst |
schriftelijk vastgelegde overeenkomst waarin is vastgelegd dat de contractnemer de contractgever waarborgt dat een materiaal, bouwdeel, constructie of gebouw een bepaalde prestatie gedurende een bepaalde periode zal leveren
|
|
prestatie-eis
|
niveau van functionele, economische, wettelijke en esthetische eigenschappen waaraan een materiaal, bouwdeel, constructie of gebouw moeten voldoen
|
|
prestatiegericht onderhoud
|
werkzaamheden uitgevoerd volgens een werkmethode van de opdrachtnemer om de te onderhouden bouwdelen, constructies of gebouwen aan de gestelde prestatie-eisen te laten voldoen
|
|
prestatie-indicator
|
algemeen
eigenschap van een bouwdeel waarvoor of waarover een prestatie-eis is vastgesteld tactisch afgesproken niveau waaraan een dienst moet voldoen en waaraan dienstverlening wordt getoetst |
|
prestatiekeuring
|
meting met als doel de geleverde prestaties van bouwdelen te keuren
|
|
prestatiemeting
|
bepalen van de gebreken in termen van omvang en intensiteit bij materialen, bouwdelen en constructies
|
|
prestatiemetingsplan
|
schema waarin staat hoe en wanneer de prestatiemeting(en) word(t)(en) uitgevoerd (en door wie)
|
|
preventief onderhoud - algemeen
|
werkzaamheden die worden uitgevoerd om de kans dat storingen kunnen optreden te verkleinen
|
|
preventief onderhoud - operationeel
|
werkzaamheden gericht op het voorkomen van storingen op de korte termijn, afhankelijk van de preventieve vorm periodiek, gebruiksafhankelijk of toestandsafhankelijk resp. werkzaamheden gericht op de volgende periode, het volgende gebruik of tot de volgende inspectie
|
|
preventief onderhoud - tactisch
|
werkzaamheden uitgevoerd volgens vooraf bepaalde intervallen of volgens vooraf gestelde criteria en bedoeld om de kans op uitval of degradatie van het functioneren van een object af te laten nemen
|
|
primaire processen - algemeen en operationeel
|
processen die worden uitgevoerd door organisaties om hun bestaansreden waar te kunnen maken
|
|
primaire processen - tactisch
|
tactisch
reeks van activiteiten in de waardeketen van de organisatie die leidt tot producten en diensten waarmee een organisatie zich onderscheidt OPMERKING Het gaat hierbij om de kernactiviteiten, waar de organisatie haar uniciteit en haar bestaansrecht mee borgt. Deze activiteiten vormen de voortbrengingsprocessen en de daarmee samenhangende bestuurlijke processen: de primaire functie van een organisatie. |
|
procedure
|
stelsel van samenhangende werkafspraken en mogelijkheden om afspraken te maken, om zo een proces efficiënt uit te voeren
|
|
project
|
volgens plan uit te voeren taak met een begin en een einde, die is gericht op een helder omschreven en meetbare doelstelling en die binnen de gestelde tijd met de toegewezen middelen moet worden gerealiseerd onder de verantwoordelijkheid van een projectleider
|
|
projectplanning
|
overzicht van activiteiten en leveringen in de tijd die nodig zijn voor de realisatie van een werk
|
|
‘quick scan’
|
oppervlakkige/globale inspectie
|
|
reactietijd
responstijd |
tijd tussen de melding van het probleem (oproep tot hulp) en het moment dat de ontvanger het probleem accepteert
|
|
‘reliability centered maintenance’
RCM |
methodiek om onderhoudsstrategie te definiëren door enig risico op falen, de kans erop en het effect ervan te bepalen
|
|
rendement
|
nuttig effect van een machine; resultaat in verhouding tot de inspanning; opbrengst van een economische activiteit
|
|
renovatie
|
integrale aanpak van een vastgoedobject, gericht op de verbetering van het prestatieniveau en het verlengen van de oorspronkelijke functionele levensduur, met behoud van de functionele bestemming
|
|
reparatie
|
onderhoud dat wordt uitgevoerd op verzoek van een gebruiker of objectbeheerder, waarbij het verzoek betrekking heeft op het niet of minder functioneren van een bouw- of installatiedeel
|
|
restauratie
|
onderhoud gericht op het instandhouden of terugbrengen van de oorspronkelijke materiële situatie van monumentale gebouwen
|
|
restlevensduur - algemeen
|
periode dat een gebouw of bouwdeel naar verwachting nog voldoet aan de minimaal vereiste prestaties
|
|
restlevensduur - operationeel
|
aantal jaren dat naar verwachting een gebouw of bouwdeel nog voldoet aan de prestatie-eisen van een eigenaar (functioneel, economisch, wettelijk en esthetisch)
|
|
resultaatcontract
|
overeenkomst, waarbij één der partijen te kennen geeft een aantal handelingen of werkzaamheden onder eigen regie of verantwoordelijkheid te zullen verrichten voor de andere partij, welke leiden tot een overeengekomen resultaat en die zullen worden verrekend tegen een vast bedrag
|
|
resultaatgericht onderhoud
|
overeenkomst, waarbij één der partijen te kennen geeft een aantal handelingen of werkzaamheden onder eigen regie of verantwoordelijkheid te zullen verrichten voor de andere partij, welke leiden tot een overeengekomen resultaat en die zullen worden verrekend tegen een vast bedrag
|
|
revisie
|
uitgebreide reparatie van het object om te kunnen voldoen aan de oorspronkelijke functie(eisen) van de klant
|
|
servicecontract
serviceovereenkomst |
schriftelijk vastgelegde overeenkomst voor het uitvoeren van serviceonderhoud aan bouwdelen of gebouwen gedurende een bepaalde periode door de opdrachtnemer
OPMERKING De contractnemer is bijna altijd de partij die ook het storingsonderhoud uitvoert. |
|
servicekosten
|
kosten die een huurder op grond van de huurovereenkomst bovenop de (kale) huurprijs betaalt voor het leveren van bepaalde diensten door de verhuurder
|
|
serviceniveau-overeenkomst
service level agreement SLA |
overeenkomst van afspraken over de prestaties waaraan diensten moet voldoen
OPMERKING Een facilitair managementovereenkomst bestaat uit algemene bepalingen die van toepassing zijn op de gehele overeenkomst en SLA-specifieke bepalingen die alleen van toepassing zijn op een facilitaire dienst. In een facilitair managementovereenkomst zijn verschillende SLA's opgenomen. |
|
standaardwerkzaamheid
|
duidelijk omschreven veel voorkomende onderhoudsactiviteit die wordt gebruikt bij het begroten van onderhoudswerken
|
|
stilstandtijd
|
tijdsduur dat de installatie niet beschikbaar is binnen de bedrijfstijd als gevolg van geplande en ongeplande onderhoudswerkzaamheden
|
|
storing
|
plotseling opkomend aantoonbaar technisch gebrek met als gevolg het niet goed of geheel niet functioneren van een installatie of deel daarvan
|
|
storingsafhankelijk onderhoud
|
onderhoud dat wordt uitgevoerd na het optreden van een storing
|
|
strategielabel
|
eenduidige weergave van het toekomstperspectief van de vastgoedportefeuille (of delen ervan)
OPMERKING De vastgoedportefeuille kan worden onderscheiden in deelportefeuilles op basis van een of meer gelijkwaardige kenmerken. |
|
technisch beheer
|
geheel van technische en daarmee samenhangende administratieve en managementactiviteiten dat is gericht op het onderhouden en aanpassen van een object
operationeel technische zorg en verantwoording hebben voor een object OPMERKING Na de oplevering wordt de zorg en verantwoording pas overgedragen aan de technisch beheerder. Het operationeel krijgen is dus geen technisch beheer. Veelal zijn dit ook projecten terwijl beheer wel een begin kent maar geen eind en daarmee ook geen project is. |
|
technische levensduur
|
strategisch
voor het desbetreffende vastgoedobject aangenomen periode, gemeten in hele kalenderjaren vanaf het moment van oplevering, waarover de voortschrijdende veroudering resulteert in een dermate laag technisch en constructief kwaliteitsniveau voor de opstallen, dat het verder fysiek exploiteren ervan niet langer verantwoord wordt geacht |
|
theoretische levensduur
|
tijd dat een materiaal, bouwdeel of constructie op basis van ervaring gemiddeld de gewenste prestatie blijft leveren
|
|
tijdsafhankelijk onderhoud
|
onderhoud dat periodiek plaatsvindt op basis van de theoretische levensduur van materialen, bouwdelen of constructies
|
|
toestandsafhankelijk onderhoud
|
onderhoud dat wordt uitgevoerd als een bepaalde normwaarde is onder- of overschreden
|
|
uitval
|
beëindiging van het vermogen van een object om de vereiste functie uit te oefenen
OPMERKING 1 Na een uitval heeft het object een gebrek, welke gedeeltelijk of geheel is. OPMERKING 2 Uitval is een gebeurtenis, te onderscheiden van de status/toestand van ‘gebrek’. |
|
vastgoed
|
grond en het daarop gebouwde, inclusief de aard- en nagelvaste zaken
|
|
vastgoedbeheer
|
administratief, financieel, technisch en commercieel beheer van vastgoed
|
|
vastgoedmanagement
|
beheer van de vastgoedportefeuille door of vanwege de eigenaar hiervan
|
|
vastgoedportefeuille
|
geheel aan vastgoedobjecten dat een organisatie in eigendom, gebruik of beheer heeft of waarin vermogen wordt belegd
|
|
vastgoedsturing
|
bepalen en beheersen van de ontwikkelrichting van de vastgoedportefeuille door het uitvoeren van een samenhangend proces van portfoliomanagement, assetmanagement en vastgoedmanagement
|
|
veiligheids checklist aannemers
VCA |
keurmerk voor vakbekwaamheid op het gebied van veilig werken
|
|
verborgen gebrek
|
gebrek aan een materiaal, bouwdeel of constructie dat tijdens een inspectie niet zichtbaar is
OPMERKING Als een gebrek wel zichtbaar is maar niet wordt gezien is het niet verborgen maar niet opgemerkt. |
|
verbruiksmaterialen
|
kleine materialen die vaak worden gebruikt bij (preventief) onderhoud van bouwdelen en constructies en in voorraad worden gehouden
|
|
verduurzamen
|
uitvoeren van maatregelen of treffen van voorzieningen die de levensduur van een materiaal, bouwdeel of constructie verlengen zonder extra belasting voor het milieu
|
|
vereiste functie
|
activiteit of een combinatie van activiteiten van een object, die noodzakelijk wordt geacht om te voorzien in een gewenste dienst
|
|
verouderingskromme
|
lijn die het verband weergeeft tussen prestatie en levensduur van een materiaal, bouwdeel, constructie of gebouw
|
|
vervangingsplanning
|
tijdschema met momenten waarop naar verwachting bouw- en/of installatiedelen moeten worden vervangen
|
|
voldoende onderricht persoon
|
persoon, die door vakbekwame personen voldoende is geïnstrueerd of onder toezicht staat, waardoor hij of zij in staat is gevaren te vermijden en het optreden van risico’s te verhinderen, die door elektriciteit kunnen worden veroorzaakt
|
|
waarderingsgrondslagen
|
basis waarop een waardeoordeel wordt uitgesproken
|
|
wettelijk onderhoud
|
onderhoud dat op basis van regelgeving is vereist
|
|
wettelijke inspecties
|
inspecties die op basis van regelgeving zijn vereist
|
|
zelf aangebrachte voorziening
ZAV |
door huurder voor eigen rekening aangebrachte voorzieningen, al of niet met toestemming van de verhuurder, zonder de plicht de voorzieningen bij opzegging weg te nemen. (wettelijke regeling sociale woningbouw)
|