• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/1164

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

1164 Cards in this Set

  • Front
  • Back
  • 3rd side (hint)

naam

name

goedemorgen

good morning

nieuw

new

collega

colleague

Amerikaan

american

komen (uit)

come (from)

wonen (in)

live

uit

out

in
in

en

and

Nederlander

someone from the netherlands

spreken

speak

mag ik

may I

voorstellen

introduce

Belgisch

belgian

werken

work

nu

now
ook
also
als
as / if
secretaresse

secretary

geen

none

aangenaam

nice to meet you

willen

to want / would like

koffieautomaat (de)

coffee vending machine

graag
please
alsjeblieft

1. if you please (also


2. "here you are" and


3. "as you like").


If formal: Alstublieft

ontmoeten

to meet

Onderdel

subsection

bladzijde

page

lessen
lessons
hoofdstukken

chapters

Antwoorden

Answers

wie

who

Niveau

Level

waroom
why
hoe
how
welke

which

Buren

neighbors

buurvruow

neighbor (woman)

buurman

neighbor (man)

enkele
few
oefening

Exercise

getrouwd

married (informal use)

gehuwd

married (formal use)

allemaal

all (for specified objects, Helemaal for onspecified objects)

dag

day

meneer

sir, mr.

mevrouw

mrs, maam

gaan
go
met

with

dank u

thank you

uitstekend
outstanding
en met jou?
and with you?
heel goed
very good
vroeg

early

werk

work

vergadering

meeting (work)

uur
hour
beginnen

begin

zo

so / right way

wat

1. what


2. some, any as in "Ik wil wat informatie over jouw...."

agenda

schedule

zoeken
seek
bureau
desk
telefoon

phone

hoe laat

what time

om

1. at,


2. on (if referring to days "om Mondag")

kamer

room

naar
to
dat klopt

that is true, that's right

dat is goed

that is true, that's right

al

already

tot ziens

see you

prettige avond

have a nice evening

tot morgen

until tomorrow

groeten

greetings

vrouw

woman, wife

echtgenoot
husband
nou

well (as modifier: oh, nou)

kies

choose

hun

their

baas

bos

kantoor
office

Snap/Begrijp

Understand

tijd

time

voor

for

kopje

cup (small)

lezen

read

dossier
file
schrijven

write

even

just, just a moment, every

wachten (op)
wait
klaar

finished, ready

melk
milk
zwart
black
ik heb liever
I prefer
thee

tea

zonder

without

lopen

walk

staan
stand (is)
appelflap

apple turnover

afdeling

department

waarom
why
geven (aan)
give
jarig zijn

having a brithday

kijken

Look, Watch

nemen

to take

natuurlijk

naturally, sure, of course

zeggen
to say
maar

but, just, only

sinds
since
week
week
oud
old
bijna
almost
koud

cold

de verjaardag

birthday

cursus
course
verandering
change
werkwoord

verb

Akoord

Agree

al lang
a long time
duizend

thousand

miljard

billion

miljoen

million

fout

fault, mistake

interessant
interesting

begroet

to greet

afscheid nemen

to say goodbye

bedanken

to thank

dank u wel

thak you, formal

dank je wel

thank you formal but to a friend

bedankt
thanks
graag gedan

you're welcome, don't mention it

niets te danken

not at all (i.e. no need to thank)

tot uw dienst

at your service

feliciteren

to congragulate

gefeliciteert

congratulations

hartelijk

sincere (i.e. heart felt)

geboorte

birth

jubileum

jubilee, anniversary

huwelijk
marriage

condoleren

condolences

pardon

excuse me, pardon

neem me niet kwalijk
I beg your pardon
sorry

sorry

geeft niet

doesn't matter

het beste

all the best

veel geluk

good luck

veel plezier
have fun (lots of pleasure)
sterkte
all the best
goede reis

have a good trip

smakelijk eten
enjoy your meal
success

good luck

hetzelfde

Same to you, the same

Bedrijf

Company

bezoek

to visit

komt u binnen

come in

dochter (de)

daughter

prima

fine

limonade (de)

lemonaid

koekje (het)
cookie/biscuit
toch

confirmation "don't you?"

meer

more

kind (het)

child

dat klopt

that's right

zoon (de)

son

broer (de)

brother

zus (de)

sister

school (de)

school

thuis

home (when present). If not present and referring to home use "huis"

gezin (het)

family

jongen (de)

boy

meisje (het)

girl

kleinkind (het)

grand child

logeren
to stay with
vaak
often
vriendin (de)

female friend

sporten

to play sports

sport (de)

sports

doen

to do

voetballen
play foodball
tennissen

play tennis

want
because, as, for
markt (de)

market, store

mango (de)

mango

appel (de)

apple

groente (de)

vegetables

tomaat (de)

tomato

familie

family

grootouders
grandparents
grootvader
grandfather
opa
grandpa
oma
grandmother, grandma
oom

uncle

tante

aunt

neef
male cousin
nicht
female cousin
neefje

nephew

nichtje

niece

ouders

parents

vader
father
moeder

mother

kleinzoon
grandson
kleindochter

grand daughter

echtpaar

married couple

schoonouders

parents-in-law

schoonvader

father-in-law

schoonmoeder
mother in law
schoonzus (de)

sister in law

schoonzoon (de)

son in law

schoondochter (de)

daughter in law

verjaardag (de)

birthday

jarig zijn

having a birthday

geboren zijn

born

cadeau (het)

present

bloemetje (het)

flowers

gebak (het)

pastry
gebakje (het)
fancy pastry or cake
taart (de)
cake, pie, taart
trakteren
to treat

vieren

to celebrate
feest (het)

party (feast)

uitnodiging (de)
invitation
uitnodigen
to invite
maandag
Monday

dinsdag

Tuesday
woensdag

Wednesday

donderdag
Thursday
vrijdag
Friday
zaterdag
Saturday

zondag

Sunday
januari

january

februari
feb
maart
march
april
apr

mei

may

juni

june

juli
july
augustus

august

september

september

oktober

october

november

november

december

december

lente

spring

zomer

summer

herfst
fall
winter
winter
vanmorgen
in the morning

vanmiddag

in the afternoon
vanavond
in the evening
vannacht
in the night
deochtend/de morgen
the morning
de middag
the afternoon
de nacht
the night

relatief

relative
rest

the rest (meaning the rest of a group of something)

tussen

between / enclosed

haakjes

parentheses
meervoud
plural form
pronomen
pronoun
vorstellen

introduce

net

just (i.e. net nieu=brand new)

stamboom

Pedigree, family tree

zaterdagmiddag
Saturday afternoon
vandaag
today
meegaan

to go with

naar
to
stad
city
idee
idea
gezellig
enjoyable/ pleasant
zien

to see

afgesproken!

al right, ok done!

minute
minute
parkeergarage
parking garage
vinden
to find
moeilijk
difficult
parkeerplats

parking lot, parking place

plaats (de)
palce, space
achter
behind
station (het)

station

boekhandel (de)

book store

schoenenwinkel (de)
shoe store
naast
next to, beside
postkantoor (het)

post office

tegenover

opposite, across from

bioscoop (de)

movie

lopen

walk

leuk zijn

be nice

dat is leuk
that's nice
tijd (de)

time.

lekker

nice, lovely, tasty

terrasje (het)

outdoor caffe, terrae

bedrijf (het)
company
groot
big
huis (het)

house

bijna

almost

verhuizen
to move( house)

volgend(e)

next , following

maand (de)

month

eens

one day, once, sometime

verder

further on, forward

verdergaan

to go on, to go forward

pinautomaat

pin transaction, automaat

bankpas

bank card

kopen

to buy

verkopen

to sell

leasen

lease

leaseauto

company car

wisselen

exchange

zuinig

frugal

gierig

miserly, mean

btw

VAT

bank

bank

rekening

receipt/ account

sparen

to save

spaarrekening

savingsaccount

spaarport

piggy bank

storten

to deposit

opnemen (van)

withdraw

overmaken (op)

transfer

rente

interest

hypotheek
mortgage
salaris

salary

verdienen
earn
volg

follow

gebruiken

to use

trui

sweater

tuin

garden

uit
out
buitenland

foreign land

buiten

outside

duidelijk

clear

ruim

space, spacious

kruin

crown

suiker

sugar

zuid

south

duin

dune
ruit
rhombus (diamond shape)

ieder

every

dubbeltje

dime

juiste

correct

verbeteren

improve

morgen

tomorrow (morning)

vragen

question

dag (de)

day

druk

busy

moeten

must

opstaan

to get up, to wake up

douche (de)

shower

vertrekken

to travel

afspraak (de)

meeting (work)

eerst

first

baas (de)

boss

reis (de)

trip

hotel (het)
hotel
regelen

arrange

lunchen

lunch

eten

food

altijd
always
kantine (de)
Canteen/cafeteria
meestal
mostly, most of the time
soms

some

heel
very
na

after

boterham (de)

sandwich, slice of bread

tijdens

during

inderdaad

really, actually, "indeed",

vrij
free
uitslapen
Sleep in (sleep late)
zich wassen

wash oneself

ei (het)
egg
opruimen

tidy or clean up

kunnen
can
boodschappen doen
grocery shopping
iets leuks

something nice

zeker

certainly (jazeker= yes, certainly)

squashen

play squash

adv-dag (de)

comp day from work

jammer

pitty

eigenlijk

actually, really, in fact

samen

together

koken

cookie/biscuit

afgesproken

deal (as in "as you've said")

supermarkt

supermarket

elke
each
iedere
every
mobiele telefoon
cell phone
kalender
calandar
hoofd
head
verschil

difference

onthoud

remember

houden (hou aan)

to keep

draadsel
puzzle
kruiswoordraadsel
cross word puzzle
ongeveer

approximately

weg

1. leave (as verb)


2. road (as a noun)

hoezo

why do you ask? ("how so")

koopavond (de)

shopping evening

meegaan

come along with me

vaatwasser (de)

dishwasher

inruimen

to clear out/load

pakken

to take

leeg

empty

fles (de)

bottle

statiegeld (het)
deposit (money)
glasbak (de)

"bottle bank", recycle station

boodschappenkrat (het)

shopping crate

kelder (de)

cellar, basement

supermarkt (de)

supermarket

emballage (de)

bottle return

winkelwagentje (het)

shopping cart

nodig hebben

to need something

geval (het)

case

in ieder geval

in any case

yoghurt (de)
yogurt
vlees (het)

meat

brood (het)

bread

rij (de)

line, row

vast

1. meanwhile


2. To remain steady or still "hou vast"

halen

to fetch or get

anders nog iets?

will there be anything else

broodje (het )

bun, small bread

zacht

soft

hard

hard

ribkarbonade (de)
porkchop
tartaartje (het)

raw hamburger patty

pond (het)

pound

peer (de)

pear

nog niet

not yet

pak (het)

packet

kassa (de)

store check out

leggen

to put, place or lay

band (de)

1. belt (groery belt)


2. Tire

klantenkaart (de)

customer card/bonus card

vergeten

forget

sparen

to collect, save

zegel (de)

stamp

legeflessenbon (de)

return voucher

pinnen

electronic payment method using card and pin

pinpas (de)

debit card

pincode (de)

pin code

toets (de)

button

drukken

to press

u hebt betaald

you have paid

kassabon (de)

receipt

hetzelfde (de)

the same to you

winkel

shop

webwinkel

online shop

ruilen
to exchange
bakker
baker
slager

butcher

gorentewinkel

produce market

slijterij
wine shop
kledingwinkel

clothing shop

warenhuis

department store

gooien

throw

wensen
to wish
beeldscherm

display (computer display)

bedoel

meaning

uit eten gaan

eating out

binnen
inside
eruit zien

to look

hebt u gereseveerd

do you have a reservation

raam

window

bar

bar

fiets
bike
wijn
wine
rood
red / rare
wit

white

spa blauw

bottled water-no bubbles

nog

still, yet, ready,

rijden

drive
alvast

meanwhile/already

kaart

1. menu


2. map, as in road map


3. card


4. ticket

dagmenu

day's special

zalm
salmon
salade
salad
tomatensoup

tomato soup

vorraf

to begin with

voorgerecht
starter course (appetizer)
zelf
self
bestellen

order

lijken

to seem

houden van

to love

vis
fish
geitenkaas
goat cheese
hoofdgerecht

main dish

zin hebbe in
to have a preference for
biefstuk
steak
champiognsaus

mushroom sauce

medium

medium

doorbakken

well done

zo'n

1. such as,


2. another,


3. and so on

ogenblik

moment (blink of an eye)

anders
otherwise
worden

to get

koud
cold
zonde zijn
to be a shame/ waste
proost
cheers
leven

life

maaltijd

meal time (maaltijd salade is a dinner salad as opposed to a side salad)

ontbijt

breakfast

middagetenn

lunch

dinner

dinner

avondeten

dinner

warm eten

hot meal

brood
bread
bruinbrood

brown bread

witbrood

white bread

volkoren brood

whole grain break

krentebol
current loaf
stokbrook
baguette, french bread
beleg

filling

kaas

cheese

vleeswaren
lunch meat/ sliced cold meat
ham
ham
boter
butter
ei

egg

margarine

margarine

halvarine
low fat margarine
vla
pudding
kwark

thick yogurt

drinkontbijt

liquid breakfast

kroqet

croquet (kind of like a toranado)

frites met saus

fries with mayo

vlees
meat
varkensvlees
pork
rundvlees
beef
kip
chicken
spek

bacon

gehakt
minced
gronte

vegetables

sperziebonnen
green beans

erwtjes

peas
sla
lettuce / salad
komkommer
cucumber

champiogn

mushrooms
worteltjes

baby carrots

bloemkool
cauliflower
borenkool
kale
zuurkool

sour kraut

spruitjes
brussel sprouts
pasta
pasta
rijst
rice
fruit

fruit

druiven

grapes

mango
mango
kiwi

kiwi

sinaasappel

orange

grapefruit

grapefruit

mandarijn
mandarin orange
aardbei

strawberry

perzik
peach
nectarine
nectarine
abrikoos
apricot
drop

licorice

snoepje

candy. Sweets

chocolade
chocolate
ijsje
icecream
ranja

orange drink (concentrate, like lemonaid)

bier

beer

sherry

sherry

ooit
ever

geweest (zijn)

have been

daarom

therefore
over

about

avond

evening

toneelstuk

performance

1. Garnalen,


2. Gambas

1. Small or regular size shrimp


2. Jumbo shrimp

ergens

somewhere

ierereen

everyone

niedereen

no one

nergens

no where

kwijt

lost
overal

Everywhere

allemaal enz

all, etc.

gewoon

ordinary

werkdag (de)

workday

bedrijfspresentatie (de)

company presentation

volgens mij

according to me (often used as "I believe")

laten zien

show

studiedag (de)

training day

denken

think

even
(just) (for) a moment
klant (de)
client
honger (de)

hunger

paard (het)

horse

blijven

stay

vanmiddag

this afternoon

computerdeskundige (de)

computer expert
installeren
install
groentesoep (de)

vegetable soup

uitsmijter (de)

Breakfast sandwich (open face)

plaats (de)
place

plan (het)

plan
overleggen
to consult
oppas (de)
baby sitter

roepen

to call

plicht (de)

duty

beroep (het)

occupation, profession

journalist (de)

journalist journaliste

analist (de)

analyst

leraar/lerares (de)

teacher
verpleegster (de)
nurse
dokter (de)
doctor
tandarts (de)

dentist

ambtenaar (de)

official, civil servant

secretaresse (de)

secretary

secretaris (de)
secretary
telefoniste (de)
telephonist
boekhouder (de)
accountant

accountant (de)

auditor

vertegenwoordiger (de)

representative

verkoper/verkoopster (de)
salesman/saleswoman
kapper/kapster (de)
hairdresser
monteur (de)
mechanic, engineer

manager (de)

manager

directeur (de)

manager,(managing)director
programmeur (de)
programmer
onderzoeker (de)
researcher
makelaar (de)
rea I estate agent

notaris (de)

notary (public)

chauffeur (de)

driver conducteur
bakker (de)
baker
slager (de)
butcher
bureau (het)

desk

computer (de)

computer

laptop (de)

laptop computer

beeldscherm (het)
screen
toetsenbord (het)
keyboard
muis (de)

mouse

diskette (de)

diskette

memorystick (de)

memorystick

usb-stick (de)

usb stick

programma (het)
program
CD-Rom (de)
CD-ROM

telefoon (de)

telephone

fax

fax

kopierapparaat

copier

nietmachine

stapler

perforator

paper punch
pen
pen

potlood

pencil

stift

felt tip pen

voorbij

over/ past

een beetje

a little bit
gisteren
yesterday
weer (het)
weather

mooi

beautiful
zon
sun
te
to
wind
wind
winkelen
shopping

gat

hole

jas

jacket

horloge
watch
helaas
alaas, unfortunately
toevallig
by chance

er

replacement word for it, there, here and other non personal pronouns

etentje

dinner party
ook al weer
already, again, which
pas
only, just
sinds
since
niets bijzonders

nothing special

visschotel

baked fish dish

klinken

sounds

vertellen
tell
sportief
sporty
‘s middags

afternoons

skeeleren

roller blading

wandelen

hiking/ walking

daarna

after that,

moe

tired

meevallen

to be not bad

dat valt wel mee

that's not so bad

krijgen

get, receive

lijn
line
ophangen
hand up
telefoontje
phone conversation
tot gauw

see you later

weer (het)

the weather

weerbericht

weather report

weersverwachting

forecast

regenen

rain

het regent
it is raining
sneeuwen

snowing

sneeuwt

it is snowing

waaien
to blow
wind
wind
stormen
storm
storm
gale, storm
onweren

thunder

onweer

thunderstorm

ijzelen
to freeze over
ijzel

black ice, frost

dooien

to thaw

vriezen

to freeze over

wolk

cloud

bewolkt
cloudy/ overcast
opklaring

bright sunny spell

mist

fog

bui

rain shower

motregen

drizzle

schaduw

shade

temperature

temperature

graad
degree
zon

sun

schijnen

shine

zonnig

sunny

grijs

gray/overcast

guur

bleak

ijs

1. icecream


2. ice (as in weather)


3. Ice as in cubes (iceblokjes)

lucht

air, sky

ster

star

maan
moon

klimaat

climate

plotseling

suddenly

uitkomen
to be convenient
snel

fast

pijpenstelen regenen

Raining Hard (Lit: "Raining steel Pipe")

verhuiskaart (de)

change of address card

in plaats van
Instead of
nieuwsgierig

curious

trots (op)
proud of
prachtig
very beuatiful
rustig
quiet
verkeer (het)
traffic
voldoende

sufficient

begin (het)
beginning
eeuw (de)

century

bouwen

to build

helemaal

completely (all) (more abstract: undetermined objects)

stijl (de)
style
gang (de)

hall

hoog

high

plafond (het)
ceiling
ornament (het)

decorative, molding surrounding ceiling mount light fixtures.

deur (de)

door

hout (het)

wood

houten

wooden

vloer (de)

floor

fantastisch
fantastic
alles
Everything (all)
hard

hard

afgelopen

past, over, leave

badkamer (de)
bathroom
nogal
rather
klein
small
modern
modern
keuken (de)

kitchen

opknappen

to fix up, to re-do, remodel

alleen

alone

een paar

a few, a pair

iedereen

everyone
helpen
to help
blauw

blue

gordijn (het)

curtain

woonkamer (de)
living room
schilderen
to paint

verhuizing (de)

move, remove, move house

geleden

past, (as in "long ago")

klaar

finished

vol

full

doos (de)
box
klusje (het)

chores

tuin (de)
garden
smal

narrow

diep

deep

groen
green

buiten

outside
droogmaken

to dry

thee zetten
to make tea
rijden

ride

zo

right away

precies

exact

waar(naartoe)
where to
rondvaart

boat trip

gracht

canal

typisch
typical
brug
bridge
langs

past, along, by (as in passing by something)

breed
wide, broad
gids
guide

daar(naartoe)

there

trein
train
stoppen
to stop
uitstappen
to get off (step out)
lijn
line
halte

stop

lopend

on foot

rechtdoor
straight ahead
paleis

palace

oversteken
to cross

rechts(af)

right (direction)

links(af)

left

rechterkant
right side
leven
to live
oorlog
war
onderduiker
person in hiding
dagboek

diary

ter

in the


(Les 12,p 145, line 62-63 " haar dagboek is het meest gelezen dagboek ter werld")

wereld

world

geheim
secretary
ingang
entrance

periode

period of time

de weg vragen

to ask the way

aan de rechterkant

on the right

aan de linkerkant
on the left
stoplicht
traffic lights
oversteken
to cross
langs rijden

to drive past/along

rotonde

roundabout

verkeersplein
roundabout
zebrapad

zebra crossing

voetganger
pedestrian
kruispunt

crossing, junct ion

verkeersbord
traffic sign
verkeersdrempel

speed bump

verkeer

traffic

auto

car

fiets

bicycle

bromfiets
moped
motor
motorbike/cycle
taxi

taxi

vrachtwagen

lorry

bus

bus

tram

tram

halte
stop
parkeren
to park

voorrang

right of way

bekeuring

fine, ticket

omleiding

diversion

file
line, queue
ongeluk
accident

rijbewijs

driving license
nummerbord

license plate

voorbijganger

passer by, bystander

uitleg
explanation

wegenwacht (de)

AA/RAC Patrol

inhalen
to overtake, pass
tanken

to fill up,refuel

tankstation (het)

petrol/filling station

liften
to hitchhike

navigatiesysteem (het)

navigation system

openbaar vervoer

public transport

loket (het)

ticket office, window

trein

train

sprinter/stoptrein

slow train

Intercity/sneltrein
express/intercity
kaartje (het)
ticket
enkele reis (de)
single trip
enkeltj e (het)

single ticket

retourtje (het)

return ticket

kaartjesautomaat (de)
ticket machine
strippenkaart (de)
bus and tram card smartcard for PT
OV Chipkaart
electric payment
OV-fiets (de)

rental bike

railrunner (de)

child's ticket

kortingkaart (de)
discount card

perron (het)

platform
spoor (het)
track

vertraging (de)

delay

abonnement (het)

season ticket

instappen
to get in
uitstappen
to get off
overstappen

to change

dagtocht (de)
daytrip

aankomst (de)

arrival
vertrek (het)
departure
eerste klas (de)

first class

tweede klas (de)
second class

noodrem (de)

emergency brake, communicat ion cord
groene kaart

a green card

snellweg

motorway

voorwerpen
objects
vergelijking
comparison
laag
low
vakantie
vacation
productie

production

politie

police

selectie
selection

receptie

receptiom
optie

option

garantie

warranty/ guarantee

recreatie

recreation

variatie

variation
natie
nation
spatie
space

relatie

realtionship

hartstikke

awfully (as in awfully nice)

fitnessen

to work out

keer (de)

instance of occurrence

vast en zeker

certainly

sms’en

sms

fitnesscentrum (het)

fitness center

open
open
ieder
every
behalve
except
gesloten

closed

kosten (de)
cost
per
per
begeleiding (de)
supervision, coaching
altijd

always

sportleraar (de)

sport coach/personal trainer

aanwezig

present ( as in being present somewhere)

meelopen

go along with

individueel

individual

opstellen

to draw up

klinken

to sound

brochure (de)

brochure

opsturen

to send

opschrijven
to write down
inschrijfformulier (het)

registration form

invullen
to fill in
terugsturen

to send back

(zich) inschrijven

subscribe

eerder

earlier, before

langskomen

to drop by

indruk (de)
impression
activiteit (de)
activity
binnenlopen
to look or drip in
Pasen

Easter

hoeven (niet)

to need, to have to (only used in negative form)

nieuwjar

New Year's day

oud en nieuw
New Year's eve
vuurwerk

firework

chanmpagne

champagne

receptie

reception

Driekoningen
Epiphany feast (3 kings)
carnaval
mardigras (carnival)
optocht
parade
borenkiel

peasant blouse, smock

zich verkleden

to dress up-costume

aswoensdag

ash wednesday

Goede Vrijdag

Good Friday

Paashaas
Easter bunny
paasei

Easter Egg

ieren verven
Coloring Eggs
koninginnedag
Queen's Birthday
Koningsdag
Kings Day
vlag

flag

Dodenherdenking

Rememberance Day (Neumonic: remembering the dead)

bevrijdingsdag

liberation day (neumonic: freed tuesday)

Hemelvaart

Ascention (neumonic: trip to heaven)

Pinksteren

White Sunday

Allerheiligen

All Saint's

Allerzielen

All Souls' Day

Sinterklaas
St Nicholas
cadeau

gift

Zwarte Peit

Black Peter
rijmpje
rhyme

surprise

surprise/gift
marsepein
Marzepan
taai-taai
gingerbread
pepernoten

small crunchy bite size spice coojkies

Kerstmis

Christmas

kerstboom
Christmas Tree
kerststal

Nativity (neumonic: Christ's stall)

kerstdiner
Christmas dinner
oudjaars dag

New Year's Eve

oliebolen

cake donutholes

appelbeignet

applefritter

leveren
supply, furnish, deliver
ontvangen

receive

Zwager

Brother-in-law

Vrijmarkt

Unregulated street matket

Goedemorgen

Good morning

Waar

1. Where


2. Correct/True as in Dat Waar

Zwanger

Pregnant

huisarts (de)
family doctor
ongeluk (het)
accident
voelen
to feel
tijdje (het)
a while
gebeuren
to happen
portier (het)
door
opendoen
to opendoen
vallen
to fall
pijn (de)
pain
last heben van
to suffer from
rug (de)
back
constant
constant,continuous
hoofdpijn (de)
headache
rugpijn (de)
backache
erg
bad
tegen
against
plekje (het)
place
hersenschudding (de)
concussion
rust (de)
rest
adviseren
to adviseren
ziekenhuis (het)
hospital
rontgenfoto (de)
X–ray
zodra
as soon as
uitslag (de)
result
waarschijnlijk
probably
licht
light
laten maken
to have made
ernstig
serious
noteren
to note(down)
hoofd (het)
"headacheneus (de)
nose"
mond (de)
mouth
tong (de)
tongue
tand (de)
tooth
kies (de)
molar, back tooth
oor (het)
ear
oog (het)
eye
wang (de)
cheek
kin (de)
chin
keel (de)
throat
nek (de)
nape, back of the neck
hals (de)
neck
borst (de)
chest, breast
schouder (de)
shoulder
hart (het)
heart
arm (de)
"armelleboog (de)
elbow"
pols (de)
wrist
hand (de)
hand
vinger (de)
finger
buik (de)
belly
maag (de)
stomach
been (het)
leg
dijbeen (het)
thighbone
knie (de)
knee
scheenbeen (het)
shinbone
enkel (de)
ankle
hiel (de)
heel
voet (de)
foot
teen (de)
toe
spier (de)
muscle
zenuw (de)
nerve
rib (de)
rib
long (de)
lung
nier (de)
kidney
ziek zijn
to be ill
dokter (de)
doctor
specialist (de)
specialist
verpleegster (de)
nurse
ziekenhuis (het)
hospital
operatie (de)
operation
narcose (de)
narcosis, anaesthesia
verdoving (de)
anaesthetic
injectie, prik (de)
injection
inenten
to vaccinate, inoculate
koorts (de)
fever
besmettelijk
contagious, infectious
genezen
to cure
termometer (de)
thermometer
griep (de)
flu, influenza
hoesten
to cough
overgeven, braken
to vomit
medicijn (het)
medicine
pil (de)
pill
pleister (de)
(sticking) plaster
verband (het)
bandage
gips (het)
plaster
jodium (het)
iodine
apotheek (de)
pharmacy
drogist (de)
chemist's
wond (de)
wound
jeuk (de)
itch
uitslag (de)
rash, eruption
snee (de)
cut
breuk (de)
fracture
blauwe plek (de)
bruise
bloed (het)
blood
verkoudheid (de)
cold
verkouden
to have a cold
keelpijn (de)
sore throat
flauwvallen

to faint

uitstapje (het)
trip, outing
plan (het)
plan
omdat
because
afhangen van
to depend on
het hangt ervan af
it depends
volgens
according to
worden
will be, become
redelijk
reasonable, fair
trouwens
by the way
echt
really
op zijn
used up
idee (het)
idea
museum (het)
museum
architect (de)
architect
allebei/Beide
both
tenminste
at least
vragen of
to ask if
verwachten
to expect
terugweg (de)
way back
rondtoeren
to drive around
heuvel (de)
hill
heuvelland (het)
hilly country
journaal (het)
TV news
kleiding (de)
clothing
kleren (de)
clothes
herenkleiding (de)
men's wear
dameskleiding (de)
ladies' wear
kinderkleiding (de)
children's wear
sportkleiding (de)
sporswear
overhemd (het)
shirt
stropdas (de)
tie
T–shirt (het)
T–shirt
hemd (het)
vest
kraag (de)
collar
mouew (de)
sleeve
knoop (de)
button
gesp (de)
buckle
riem (de)
belt
broek (de)
trousers
lange broek (de)
trousers
spijkerbroek (de)
jeans
bermuda (de)
Bermuda shorts
zak (de)
pocket
pak (het) / kostuum (het)
suit
colbert (het)
(suit–)jackket
stropdas (de)
tie
pyjama (de)
pajamas
jas (de)
coat
regenjas (de)
raincoat
jack (het)
jacket, coat
trui (de)
jumper, sweater
vest (het)
waistcoast
jurk (de) / japon (de)
dress
rok (de)
skirt
bloes (de)
blouse
panty (de)
tights
sok (de)
sock
kous (de)
stocking
zwembroek (de)
bathing trunks
zwempak (het)
swimming suit
bikini (de)
bikini
schoen (de)
shoe
laars (de)
boot
klomp (de)
clog, wooden shoe
pantoffel (de)
slipper
veter (de)
lace
handschoen (de)
glove
want (de)
mitten
sjaal (de)
scarf, shawl
das (de)
scarf
hoed (de)
hat
muts (de)
cap, bonnet
pet (de)
cap
aandoen/–trekken
to put on
uitdoen/–trekken
to take off
maat (de)
size
passen
to try on, fit
dragen
to wear
wol (de)
wool
katoen (de)
cotton
nylon (de)
nylon
linnen (het)
linen
zijde (de)
silk
effen
plain, uniform
geruit
check(ed)
gestreept
striped
rood
red
blauw
bleu
zwart
black
wit
white
geel
yellow
groen
green
oranje
orange
grijs
grey
paars
purple
bruin

brown