Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
23 Cards in this Set
- Front
- Back
|
Aan welke eisen moet het membraam voldoen? |
- Niet te goed mengen met water. - Wel groot genoeg om stabiele dunne laag in water te vormen. |
|
|
Fosfolipiden zijn amfiliel; |
Hebben hydrofiele en hydrofobe kant. |
|
|
Hydrofobe staarten zijn |
naar binnen. |
|
|
Vetten en oliën |
Zijn tri-esters van glycerol en vetzuren. |
|
|
Essentiële vetzuren |
Moet de mens binnenkrijgen via voedsel. |
|
|
Wat zijn er nodig voor de transport van vetten in bloed? |
Lipoproteïnen |
|
|
Vet |
Veel verzadigde vetzuren |
|
|
Oliën |
Veel onverzadigde vetzuren |
|
|
Hoe staan koolhydraten ook wel bekend/ |
Als sachariden |
|
|
Bij de koppeling van twee koolhydraatringen reageren |
2 OH- met afsplitsing van een watermolecuul. |
|
|
Wat ontstaat er bij de koppeling van twee ringen? |
Etherbinding |
|
|
Wat bevat een koolhydraat? |
Veel OH groepen |
|
|
Is onverzadigd vet cis of trans? |
Cis |
|
|
Is verzadigd vet cis of trans? |
Trans |
|
|
Wat is een verzadigd vet? |
Zonder dubbele binding |
|
|
Wat is een onverzadigd vet? |
Met dubbele binding |
|
|
Wanneer is een vet enkelvoudig/meervoudig? |
Met weinig of veel dubbele bindingen. |
|
|
Wat is kenmerkend voor onverzadigde vetten? |
Vloeibaar |
|
|
Wat is kenmerkend voor verzadigde vetten? |
Hebben een hoger kookpunt |
|
|
Hoe polairder de stof |
hoe moeiljker hij door het membraam heengaat |
|
|
Structuur formule vet |
O = C - O |
|
|
Wat veroorzaakt de knip ? |
De dubbele bindingen |
|
|
Hoe worden koolhydraten verbonden? |
Met een ether. H20 splits af. |
