Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
41 Cards in this Set
- Front
- Back
Representaties |
Eigenschappen van de wereld gemanifesteerd in cognitieve systemen(mentaal) en neurale systemen(neuraal) |
|
Single cell recordings |
Meten van ontvankelijkheid van een neuroon bij bepaalde stimuli (actiepotentialen per seconde) |
|
EEG elektroencephalography |
Metingen van elektrische signalen gegenereerd bij het brein door elektroden geplaatst op de scalp, handig voor relatieve timing van cognitieve eventen en neurale activiteit |
|
ERP event related potential |
De gemiddelde hoeveelheid verschil in voltage gelinkt aan de timing van een bepaald cognitief event |
|
Reactietijd |
De tijd tussen de stimuli/event en de productie van een gedragsreactie daarop |
|
Intracellular recording |
Implementatie kleine elektrode in neuroon. Voornamelijk bij dieren |
|
Extracellular recording |
Implementatie kleine elektrode buiten celmembraam. Spike rate meten |
|
Multi cell recording |
De elektrische activiteit van meerdere individueel opgenomen neuronen gemeten met een elektrode |
|
Grandmother cell |
Een hypothetische neuroon die alleen reageert op een bepaalde stimuli |
|
3 types representaties op neuraal level volgens rolls/deco |
1. Lokale representatie - alle informatie over stimulus/event wordt gedragen in een 1 vd neuronen 2. Volledig verdeelde representatie - alle informatie over stimulus/event wordt gedragen door alle neuronen 3. Schaars verdeelde representatie - een verdeelde representatie waarin een klein gedeelte neuronen informatie draagt over stimulus/event |
|
Rate coding |
De informatie content van een neuroon kan gerelateerd worden aan het aantal actie potentialen per seconde |
|
Temporal coding |
De synchronisatie van executie kan gebruikt worden bij een populatie van neuronen om hetzelfde event of stimulus te coderen |
|
EEG op fysiologisch level waar wordt signaal gemeten |
De lading wordt gemeten in de postsynaptic dendrieten ipv actiepotentiaal van axon. Non invasive en recording |
|
2 Eisen waaraan detectie elektrisch signaal moet voldoen |
1. Een populatie neuronen moet synchroon actief zijn om een groot genoeg elektrisch signaal te creeeren 2. Deze populatie moet parallel georienteerd zijn zodat ze samenvatten ipv elkaar annuleren. Dit is voor een groot gedeelte zo in de cerebrale cortex |
|
Type signaal EEG |
Mits lang genoeg gemeten, rythmische signalen, oscillerend met verschillende frequency banden vernoemd naar het griekse alfabet |
|
Synchronisatie en desynchronisatie van alpha en gamma etc zijn gelinkt aan |
grote verscheidenheid cognitieve functies in verschillende gebieden en suggereert dat niet alleen hoeveelheid activiteit belangrijk is maar ook synchronisatie |
|
Signal to noise ratio in EEG |
In 1 trial erg laag. Neem gemiddelde over meerdere trials |
|
Dipole |
Een paar negatief of positief elektrische lading gescheiden door een korte afstand |
|
Mentale chronometrie |
De studie van tijdspan van informatie verwerking in het zenuwstelsel |
|
Additatieve factoren methode 4 sternberg |
Een algemene methode om reactietijden te verdelen in fases 1. Coderen digit 2. Vergelijken digit met items in geheugen 3. Keuze voor reactie 4. Reageren met executie reactie |
|
N170 |
ERP component gelinkt aan waarnemen gezicht (negatief potentiaal van -170mv) |
|
Associatief priming |
Reactie tijd is sneller van stimulus X gepresenteerd na Y als X en Y eerder geassocieerd zijn |
|
2 classificaties ERP componenten |
1. Exogenous - gerelateerd aan eigenschappen stimulus 2. Endogenous - gerelateerd aan eigenschappen taak |
|
Ruimtelijke resolutie ERP. Inverse problem |
Lastig om bron elektrische activiteit in brein te lokaliseren met ERP |
|
Dipole modelling |
Een poging om inverse problem te tackelen in ERP onderzoek waarbij geraden wordt hoeveel dipolen bijdragen aan het gemeten signaal |
|
MEG magnetoencephalograpy |
Non invasive methode voor opnemen magnetische velden van het brein |
|
6 voor/na delen MEG. Extreem krachtige machine die magnetische velden van brein meet |
1. Signaal onaangetast schedel/hersenvliezen 2. Slechte detectie diepe dipolen 3. Meer gevoelig voor activiteit sulci 4. Milliseconde temporale resolutie 5. Potentieel goeie ruimtelijke resolutie 6. Duur en gelimiteerd beschikbaar |
|
6 voor/na delen EEG met methode ERP. Meet elektrische signalen gegenereerd bij het brein door elektrodes te plaatsen |
1. Signaal beinvloed door schedel/hersenvliezen 2. Detectie diepe en ondiepe dipolen 3. Gevoelig voor activiteit van sulci en gyri 4. Millieseconde temporale resolutie 5. Slechte ruimtelijke resolutie 6. Goedkoper en algemeen beschikbaar |
|
Structural imaging |
Metingen van de ruimtelijke ordening van verschillende types tissue in het brein |
|
Functional imaging |
Meet tijdelijke veranderingen in het brein die fysiologisch geassocieerd zijn met cognitief verwerken |
|
CT computarized tomography |
Werkt op de hoeveelheid xray absorptie van verschillende tissue radiatie. Typisch voor vinden tumoren |
|
MRI magnetic reasonance imaging. 4 voordelen |
1. Geen ionized radiatie en dus veilig voor gebruik 2. Goeie ruimtelijke resolutie van individuele vouwen en gyri 3. Betere onderscheiding witte en grijze massa 4. Kan gebruikt worden voor zuurstof gehalte in bloed wat geassocieerd is met neurale activiteit |
|
7 stappen mri |
1. Sterk magnetisch veld wordt gecreeerd 2. De waterstof nuclei in H2O zijn bron van magnetisch signaal 3. Na vorming sterk magnetisch veld zal een kleine fractie hiervan zich uitlijnen 4. Na deze uitlijning volgt een korte radio frequency pulse die de protonen 90° draait 5. Deze draaing veroorzaakt een magnetisch veld wat de basis is van het signaal 6. Daarna worden ze teruggetrokken naar orginele houding in magnetisch veld 7. Herhaling proces voor target slices. Met echo planar imaging kan een heel brein gescanned worden in 2 seconde met slices van 3mm |
|
Verschil tussen functioneel en structuraal in beeld brengen |
Structureel is meten van permanentele en functioneel is moment tot moment en geassocieerd met cognitief functioneren |
|
Basis fysiologie functioneel in beeld brengen van het brein |
Brein gebruikt 20% van lichaams zuurstof. Het slaat geen zuurstof op en weinig glucose. Als metabolische activiteit toeneemt, neemt bloedtoevoer toe. PET meet verandering bloed toevoer. Fmri gevoelig voor concentratie zuurstof in bloed. Hemodynamische methodes |
|
VBM voxel based morphometry |
Een techniek met mri voor segregatie en meet verschillen in witte en grijze massa |
|
DTI diffusion tensor imaging |
Gebruikt mri on witte massa connectiviteit tussen regio's te meten |
|
FA fractional anisotropy |
Met MRI Meet of difussie in een bepaalde richting meer gaat dan een andere |
|
PET positron emission tomography. 8 punten |
Grotendeels vervangen door mri voor beeld vorming. Het is goed voor volgen paden en geen signaal verstoring rondom lucht ruimtes. 1. Gebasseerd op bloed volume 2. Omvat radioactiviteit 3. Deelnemers worden 1 keer gescanned 4. Temporale resolutie 30s 5. Effectieve ruimtelijke resolutie 10mm 6. Moet geblokkeerd design gebruiken 7. Gevoelig voor hele brein 8. Kan gebruik maken van farmacologische volgers |
|
Fmri functional reasonance imaging. 2 termen en 3 fases |
BOLD - blood oxygen level dependent contrast HRF - hemodynamic response function Is hoe bold evolueert over tijd in reactie tot neurale activiteit 3 fases HRF 1. Initiele dip - neuronen verbruiken zuurstof en scheiden deoxyhemoglobine uit, resulteert in reductie BOLD signal 2. Overcompensatie - toename zuurstof verbruik laat bloedtoever stijgen. Stijging BOLD 3. Undershoot - bloedflow en zuurstof consumptie dip en daarna terug naar normaal |
|
7 punten Fmri |
1. Gebasseerd op zuurstof/bloed ratio 2. Geen radio activiteit 3. Deelnemers kunnen meerdere keren gescanned worden 4. Temporale resolutie 1-4 s 5. Ruimtelijke resolutie 1mm 6. Kan geblokkeerd of event gerelateerd design gebruiken 7. Sommige brein regio's (luchtruimtes) lastig te zien |