Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
3 Cards in this Set
- Front
- Back
hoe vind je het onderwerp?(2) |
1.a zoek de persoonsvorm. b zet streepjes tussen de zinsdelen. c verander de persoonsvorm van getal. d het zinsdeel dat mee verandert is het onderwerp. 2.a zoek de persoonsvorm. b zet streepjes tussen de zinsdelen. c vraag wie (soms wat) + persoonsvorm d het antwoord op die vraag is het onderwerp. |
|
lastige onderwerpen? |
zijn vraagwoorden als onderwerp |
|
wat te doen bij lastige onderwerpen? |
bij manier 2 op de plaats van het vraagwoord een antwoord zetten. bij manier 1 kan het soms niet dan moet je manier 2 gebruiken |