M&o Toetsweek 1

Front 1

Wat is een organisatie?

Back 1

Een samenwerkingsverband van mensen die bepaalde doelen willen bereiken.

Front 2

Noem 3 organisaties.

Back 2

1. school

2. supermarkt

3. sportclub

Front 3

Welke 2 soorten organisaties zijn er?

Back 3

1. commerciële organisaties

2. nier commerciële organisaties

Front 4

Wat is een commerciële organisatie?

Back 4

Een commerciële organisatie streeft naar winst. Dit kan bijvoorbeeld een winkel of fabriek zijn.

Front 5

Hoe wordt een commerciële organisatie ook wel genoemd?

Back 5

Een profitorganisatie.

Front 6

Wat is een niet commerciële organisatie?

Back 6

Een niet commerciële organisatie streeft niet naar winst. Ze hebben bijvoorbeeld als doel om goed onderwijs te geven.

Front 7

Hoe wordt een een niet commerciële organisatie ook wel genoemd?

Back 7

Een non-profitorganisatie.

Front 8

Waarin kun je rechtsvormen splitsen?

Back 8

In natuurlijke personen en rechtspersonen.

Front 9

Wat zijn natuurlijke personen?

Back 9

Dat zijn bijvoorbeeld je ouders, vrienden of jezelf. Die kunnen rechten en verplichtingen hebben

Front 10

Wat zijn rechtspersonen?

Back 10

Rechtspersonen zijn organisaties die rechten en verplichtingen hebben. Ze kunnen hun eigen bezittingen en schulden hebben.

Front 11

Wat is het verschil tussen rechtspersonen en natuurlijke personen?

Back 11

Een rechtspersoon kan alleen via een vertegenwoordiger rechtshandelingen verrichten, terwijl een natuurlijk persoon zelfstandig (dus zonder tussenkomst van een derde) rechtshandelingen kan verrichten.

Daarnaast bent u als natuurlijk persoon met uw privévermogen aansprakelijk voor eventuele schulden van het bedrijf. Bij een rechtspersoon (bijvoorbeeld een bv of nv) bent u alleen in uitzonderlijke gevallen privé aansprakelijk voor de schulden van uw bedrijf.

Front 12

Noem en leg uit de rechtvormen van een commerciële organisatie.

Back 12

De eenmanszaak is een ondernemingsvorm geen rechtspersoonlijkheid bezit. Er is één eigenaar die de leiding heeft, het vermogen heeft ingebracht en verantwoordelijk is voor de schulden van de eenmanszaak. Een eenmanszaak is meestal aan de naam te herkennen doordat er voor of achter de naam niets staat vermeld. Veel winkels zijn eenmanszaken.

De vennootschap onder firma is een een ondernemingsvorm waarbij twee of meer vennoten een bedrijf uitoefenen onder gemeenschappelijke naam. De vennoten brengen het eigen vermogen in en hebben de leiding. Doordat er meer vennoten zijn, is arbeidsverdeling mogelijk. Ook de vennootschap onder firma is geen rechtspersoon: de vennoten zijn verantwoordelijk voor de schulden van de organisatie. Een vennootschap onder firma herken je doordat de letters vof achter de firmanaam zijn vermeld. Het komt ook wel voor dat fa. (firma) voor de naam wordt vermeld, dus bijvoorbeeld Fa. De Groot & Co. Hierbij staat Co voor compagnon.

De naamloze vennootschap is een rechtspersoonlijkheid. De nv heeft dus zelfstandig rechten en verplichten. De eigenaren zijn slechts aansprakelijk voor het gedeelte dat ze in de nv hebben ingebracht.

Een naamlozen vennootschap is een rechtspersoon met een in aandelen verdeeld eigenvermogen, waarin elk van de vennoten (aandeelhouders) voor één of meer aandelen deelneemt.

Omdat nv een rechtspersoon is, zijn niet de eigenaren of is niet de directie verantwoordelijk voor de schulden van nv, maar de nv zelf. Een nv kun je herkennen doordat in de naam helemaal vooraan of achteraan de letters nv zijn opgenomen.

De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid is een rechtspersoon met zelfstandige rechten en verplichtingen. De eigenaren zijn slechts aansprakelijk voor het gedeelte dat ze in de bv hebben ingebracht.

Een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid is een rechtspersoon met een in aandelen verdeeld eigen vermogen, waarin ieder van de vennoten voor één of meer aandelen deelneemt.

De aandelen van de bv zijn, in tegenstelling tot de aandelen van de nv, niet vrij aan anderen overdraagbaar. Meestal mogen ze slechts verkocht worden aan familieleden of andere aandeelhouders. In de naam van een besloten vennootschap zijn helemaal vooraan of achteraan de letter bv opgenomen.

Front 13

Beschrijf een vereniging.

Back 13

Een vereniging kunnen we omschrijven als een organisatie die leden kent en bepaalde doelen nastreeft. Het doel van een vereniging is bijvoorbeeld het behartigen van de belangen van de watersporters door het bieden van een ligplaats in een bepaalde gemeente. Een vereniging is een rechtspersoon. De leden betalen contributie en kiezen

Front 14

Beschrijf een stichting.

Back 14

Een stichting is een rechtspersoon zonder leden die een bepaald doel wil bereiken. Haar bestuur probeert het doel van de stichting te realisten, bijvoorbeeld het beheer van een school. Het vermogen wordt vaak verkregen door subsidies of schenkingen.

Front 15

Wat betekent management?

Back 15

het bepalen van doelstellingen van de organisatie, het plannen, het organiseren, het geven van leiding en het controleren.

Front 16

Wat is plannen?

Back 16

Het plannen is de gedetailleerde uitwerking van de doelstellingen.

Front 17

Wat is organiseren?

Back 17

Het scheppen van doelmatige verhoudingen tussen mensen, middelen en handelingen om een bepaald doel te bereiken.

Front 18

Wat wordt bedoeld met doelmatig?

Back 18

De meest geschikte manier.

Front 19

Wanneer is het nodig om te controleren?

Back 19

Zodra er in een organisatie meer dan één persoon werkzaam is.

Front 20

Waarom is controle nodig?

Back 20

Om te zien of de medewerkers hun taken zo doelmatig mogelijk uitvoeren.

Front 21

Wat zinn de verschillende soorten doelstellingen?

Back 21

- Strategische doelstellingen: zaken die pas op lange termijn door de directie gerealiseerd kunnnen worden (voor de komende 10 jaar).
- Tactische doelstellingen: moeten door de directie en het hoger management gerealiseerd worden, de periode waarin deze doelstellingen gerealiseerd moeten worden bedraagt 1 tot 3 jaar.
- Operationele doelstellingen: worden door het midden- en lager management uitgevoerd en bestrijken een zeer korte periode.

Front 22

Wat is informatie?

Back 22

Informatie omvat gegevens die de kennis van de ontvanger vergroten.

Front 23

Wat zijn gegevens?

Back 23

Gegevens zijn op zichzelf staande feiten die de kennis van de ontvanger vergoten.

Front 24

Noem de eisen van informatie.

Back 24

- betrouwbaar
- relevant
- tijdig

Front 25

Noem de verschillende soorten informatie.

Back 25

- beslissingsinformatie: als we het gebruiken om een beslissing te nemen.

- verantwoordingsinformatie: informatie om verantwoording af te leggen.

Front 26

Wat is communicatie?

Back 26

Het uitwisselen van informatie tussen een sender en een ontvanger.

Front 27

Wat is interne communicatie?

Back 27

Als de communicatie plaatsvindt tussen personen of afdelingen binnen die organisatie.

Front 28

Wat is externe informatie?

Back 28

De informatie die afkomstig is van de organisatie en gericht is aan de buitenwereld of omgekeerd.

Front 29

Wanneer wordt er gesproken van informatiestromen?

Back 29

Als de overdracht van informatie als doorlopend proces plaatsvindt.

Front 30

Wat is een informatiesysteem?

Back 30

Een informatiesysteem is het geheel van personen, hulpmiddelen en activiteiten dat gericht is op het verzamelen, verwerken en verstrekken van gegevens om te kunnen voorzien in de informatiebehoeften van personen binnen en buiten de organisatie.

Front 31

Wat is een informatieverzorgingsproces?

Back 31

Dat alle activiteiten die bij boven genoemde uitleg plaats vinden.