Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
66 Cards in this Set
- Front
- Back
- 3rd side (hint)
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
V I R D |
III.1 Verantwoordelijkheid
III.2 Integriteit III.3 Respect III.4 Deskundigheid |
|
|
III.1 Verantwoordelijkheid
K C V V P V |
III.1.1 De kwaliteit van het beroepsmatig handelen
III.1.2 Continuïteit van het beroepsmatig handelen III.1.3 Voorkómen en beperken van schade III.1.4 Voorkómen van misbruik III.1.5 De psycholoog en zijn werkomgeving III.1.6 Verantwoording |
|
|
III.2 Integriteit
B E R |
III.2.1 Betrouwbaarheid
III.2.2 Eerlijkheid III.2.3 Rolintegriteit |
|
|
III.3 Respect
A A V |
III.3.1 Algemeen respect
III.3.2 Autonomie en zelfbeschikking III.3.3 Vertrouwelijkheid |
|
|
III.4 Deskundigheid
E V G |
III.4.1 Ethisch bewustzijn
III.4.2 Vakbekwaamheid III.4.3 De grenzen van het beroepsmatig handelen |
|
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes:
III.1 Verantwoordelijkheid III.2 Integriteit III.3 Respect III.4 Deskundigheid |
III.1 Verantwoordelijkheid
III.1.1 De kwaliteit van het beroepsmatig handelen III.1.2 Continuïteit van het beroepsmatig handelen III.1.3 Voorkómen en beperken van schade III.1.4 Voorkómen van misbruik III.1.5 De psycholoog en zijn werkomgeving III.1.6 Verantwoording III.2 Integriteit III.2.1 Betrouwbaarheid III.2.2 Eerlijkheid III.2.3 Rolintegriteit |
III.3 Respect
III.3.1 Algemeen respect III.3.2 Autonomie en zelfbeschikking III.3.3 Vertrouwelijkheid III.4 Deskundigheid III.4.1 Ethisch bewustzijn III.4.2 Vakbekwaamheid III.4.3 De grenzen van het beroepsmatig handelen |
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.1 Verantwoordelijkheid III.1.1 De kwaliteit van het beroepsmatig handelen |
III.1.1.1 Vertrouwen in de psychologie en psychologiebeoefening De psycholoog onthoudt zich van gedragingen waarvan hij weet of redelijkerwijs kan voorzien dat deze het vertrouwen in de weten schap van de psychologie, de psychologiebeoefening of in collega’s kunnen schaden.
III.1.1.2 Zorgvuldig handelen In zijn handelen en nalaten is de psycholoog zorgvuldig jegens cliënten en andere betrokkenen. III.1.1.3 Zorg voor kwaliteit De psycholoog dient te zorgen voor een goede kwaliteit van zijn beroepsmatig handelen. III.1.1.4 Professionele en ethische normen De psycholoog handelt in zijn beroepsuitoefening volgens profes sionele en ethische normen. Hij handelt in overeenstemming met de stand van de wetenschap. Hij draagt naar vermogen bij aan het ontwikkelen van dergelijke normen en standaarden in zijn vakgebied. III.1.1.5 Zorgvuldigheid en voorzichtigheid bij nieuwe methoden Bij het toepassen van nieuwe methoden of het betreden van nieuwe toepassingsgebieden gaat de psycho |
|
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.1 Verantwoordelijkheid III.1.2 Continuïteit van het beroepsmatig handelen |
II.1.2.1 Continuïteit van de professionele relatie
De psycholoog is verantwoordelijk voor de continuïteit van de profes sionele relatie. Als dat nodig is schakelt hij daarbij andere deskundigen in. Hij treft maatregelen om zich er van te verzekeren dat een of meer vakgenoten zijn professionele werkzaamheden overnemen dan wel afronden, als hij om welke reden dan ook genoodzaakt is de profes sionele relatie ontijdig te onderbreken of voortijdig af te breken. De psycholoog is verantwoordelijk voor een adequate overdracht. III.1.2.2 Volledigheid, noodzakelijkheid en actualiteit van het dossier Alle gegevens die noodzakelijk zijn voor de professionele relatie en dienen tot het doel van de professionele relatie worden door de psycholoog bewaard, en geen andere. Hij bewaart deze gegevens uitsluitend in het dossier. |
Hij zorgt er voor dat het dossier altijd zodanig bijgewerkt is dat bij een onvoorziene absentie van zijn kant, een deskundige vakgenoot de professionele relatie kan voortzetten.
III.1.2.3 Verantwoordelijkheid na beëindiging van de professionele relatie Al voor het aangaan van de professionele relatie geeft de psycho loog er zich rekenschap van dat na de formele beëindiging van de professionele relatie zijn professionele verantwoordelijkheid ten opzichte van de betrokkenen niet zonder meer ophoudt te bestaan. Als gevolg van de professionele relatie kan er immers na de beëindi ging daarvan nog steeds sprake zijn van belangentegenstellingen of een ongelijke machtsverhouding tussen hem en betrokkenen. Evenzeer blijft zijn professionele verantwoordelijkheid ten opzichte van de betrokkenen bestaan waar deze rechtstreeks voortvloeit uit de voorafgaande professionele relatie. |
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.1 Verantwoordelijkheid III.1.3 Voorkómen en beperken van schade |
III.1.3.1 Verplichtingen jegens de externe opdrachtgever Onverlet het bepaalde in de artikelen III.3.2.12 en III.3.2.19 verstrekt de psycholoog aan de externe opdrachtgever de gegevens die nood zakelijk zijn om zijn declaraties te specificeren.
III.1.3.2 Negatieve ervaringen De psycholoog stelt betrokkenen niet aan negatieve ervaringen bloot tenzij dat noodzakelijk is voor het bereiken van het doel van zijn beroepsmatig handelen en het de enige manier is waarop dat doel kan worden bereikt. In dat geval tracht hij zoveel mogelijk de gevolgen van de negatieve ervaringen voor de betrokkenen te beperken of te neutraliseren. |
III.1.3.3 Voorkómen en beperken van dierenleed
Als de psycholoog in zijn research werkt met proefdieren, dan geldt mutatis mutandis de voorgaande bepaling met betrekking tot de zorg en de behandeling van deze dieren. III.1.3.4 Onderzoek met en uitspraken over personen zonder hun toestemming. De psycholoog geeft zich rekenschap van zijn verantwoordelijkheid om schade te voorkomen als hij wetenschappelijk onderzoek doet met personen of professionele uitspraken over hen doet zonder dat zij daar toestemming voor hebben gegeven. III.1.3.5 Ingrijpende indirecte effecten van het beroepsmatig handelen De psycholoog realiseert zich dat zijn beroepsmatig handelen niet alleen directe gevolgen kan hebben maar ook ingrijpende indirecte effecten. Als dat het geval is dan handelt hij overeenkomstig de hieraan voorafgaande bepaling. |
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.1 Verantwoordelijkheid III.1.4 Voorkómen van misbruik |
III.1.4.1 Voorkómen van misbruik van resultaten
De psycholoog zorgt ervoor, voor zover dat in zijn macht ligt, dat geen misbruik wordt gemaakt van de resultaten van zijn beroepsmatig handelen. III.1.4.2 Voorkómen van onbedoeld gebruik en misbruik van rapportage De psycholoog treft maatregelen om te voorkomen dat een rappor tage wordt gebruikt voor een ander doel dan waarvoor deze is opgesteld. Daartoe dient in de rapportage te worden vermeld dat deze van vertrouwelijke aard is. Bovendien wordt vermeld dat de conclusies alleen betrekking hebben op de aan de rapportage ten grondslag liggende doel of vraagstelling en niet zonder meer kunnen dienen voor de beantwoording van andere vragen. Ook wordt in de rapportage vermeld na verloop van welke termijn de conclusies redelijkerwijs hun geldigheid verloren kunnen hebben. |
III.1.4.3 Inspanningen van de psycholoog om misbruik van rapportage tegen te gaan
Wanneer het de psycholoog bekend is dat een opdrachtgever niet handelt in overeenstemming met het voorgaande artikel wijst hij deze op diens onjuiste handelwijze. Als dit geen effect heeft, dan overweegt de psycholoog om geen verdere opdrachten meer van de betreffende opdrachtgever aan te nemen, zolang deze zijn handel wijze niet heeft gewijzigd. |
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.1 Verantwoordelijkheid III.1.5 De psycholoog en zijn werkomgeving |
III.1.5.1 Vrijheid om te kunnen handelen conform de beroepscode
Als professioneel beroepsbeoefenaar is de psycholoog volledig verantwoordelijk voor zijn beroepsmatig handelen, ongeacht zijn verplichtingen jegens eventuele leidinggevenden. Voor zover van betekenis, zorgt de psycholoog er voor dat een ieder in zijn werkomgeving op de hoogte is van de eisen die de Beroepscode voor psychologen aan hem stelt en hij verzekert zich van de nodige vrijheid om te kunnen handelen naar die eisen. |
III.1.5.2 Medeverantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het team
Onverminderd de verantwoordelijkheid van medeprofessionals voor hun eigen beroepsmatig handelen draagt de psycholoog medeverantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het handelen van het team waarvan hij deel uitmaakt. |
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.1 Verantwoordelijkheid III.1.5 De psycholoog en zijn werkomgeving |
III.1.5.3 Verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van medewerkers
De psycholoog is verantwoordelijk voor de technische en de ethische kwaliteit van het werk van degenen die onder zijn directe leiding meewerken aan de uitvoering van opdrachten, waarvoorhij zelf de professionele verantwoordelijkheid draagt. Als deze medewerkers niet vanuit hun beroep of functie aan eigen beroepsethische regels zijn onderworpen, wijst hij hen op de afge leide verplichtingen uit deze beroepscode, in het bijzonder op de geheimhoudingsverplichting. Hij vergewist zich van de professionele (en ethische) kwaliteit van degenen die hij bij zijn beroepsmatig handelen anderszins inschakelt. |
III.1.5.4 Hulp en steun aan collega’s, studenten en supervisanten
Met zijn deskundigheid en ervaring verleent de psycholoog hulp en steun aan collega’s, studenten en supervisanten om ertoe bij te dragen dat zij het beroep professioneel en ethisch verantwoord kunnen uitoefenen. Hij onthoudt zich van gedragingen die hen daarin kunnen schaden. III.1.5.5 Collegiaal appèl De psycholoog volgt het beroepsmatig handelen van collega’s kritisch en stelt dat handelen ter discussie als daartoe aanleiding is. Hij spreekt collega’s erop aan als hij meent dat zij in strijd met de bepalingen van de beroepscode handelen of hebben gehandeld. Hij zorgt dat de belangen van cliënten door dit aanspreken niet worden geschaad. De psycholoog dient geen klacht in tegen een collega voordat hem is gebleken dat deze collega weigert zijn handelen te verantwoorden in een collegiaal dispuut of volhardt in het veronderstelde ethisch onjuiste handelen. |
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.1 Verantwoordelijkheid III.1.6 Verantwoording |
III.1.6.1 Afleggen van verantwoording
De psycholoog houdt van zijn professionele activiteiten op zodanige wijze aantekening, dat hij in staat is van zijn handelwijze verant woording af te leggen. III.1.6.2 Bewaartermijn van een op naam gesteld dossier Na beëindiging van de professionele relatie bewaart de psycholoog het op naam gestelde dossier een jaar of zo veel langer als nood zakelijk is voor het doel waarvoor het dossier is aangelegd, dan wel wettelijk is voorgeschreven. Het dossier wordt niet langer bewaard dan de van tevoren vastgestelde termijn. Als er een klacht wordt ingediend bij het College van Toezicht, dan mag de psycholoog bij het verstrijken van de bewaartermijn niet tot vernietiging van het dossier overgaan zolang de klachtbehandeling in eerste, dan wel in tweede aanleg, niet is afgerond, tenzij de cliënt om vernietiging vraagt. |
III.1.6.3 Medewerking aan behandeling van een klachtenprocedure
De psycholoog onttrekt zich niet aan de behandeling van een klachtenprocedure, als die tegen hem wordt ingesteld. Hij zal naar beste weten de vragen van de Colleges beantwoorden en aan hun verzoeken voldoen. |
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes:
III.1 Verantwoordelijkheid III.2 Integriteit III.3 Respect III.4 Deskundigheid |
III.1 Verantwoordelijkheid
III.1.1 De kwaliteit van het beroepsmatig handelen III.1.2 Continuïteit van het beroepsmatig handelen III.1.3 Voorkómen en beperken van schade III.1.4 Voorkómen van misbruik III.1.5 De psycholoog en zijn werkomgeving III.1.6 Verantwoording III.2 Integriteit III.2.1 Betrouwbaarheid III.2.2 Eerlijkheid III.2.3 Rolintegriteit |
III.3 Respect
III.3.1 Algemeen respect III.3.2 Autonomie en zelfbeschikking III.3.3 Vertrouwelijkheid III.4 Deskundigheid III.4.1 Ethisch bewustzijn III.4.2 Vakbekwaamheid III.4.3 De grenzen van het beroepsmatig handelen |
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.2 Integriteit |
III.2.1 Betrouwbaarheid
III.2.2 Eerlijkheid III.2.3 Rolintegriteit |
|
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.2 Integriteit III.2.1 Betrouwbaarheid |
III.2.1.1 Voorwaarden voor aanvang en voortzetting van de professionele relatie
De psycholoog dient een professionele relatie alleen aan te vangen of voort te zetten, als dit professioneel en ethisch verantwoord is. III.2.1.2 Reden tot beëindiging van de professionele relatie De psycholoog zet de professionele relatie niet voort als daar professioneel geen grond meer voor bestaat of als dat niet langer op een professioneel verantwoorde manier mogelijk is. Hij zorgt ervoor dat de professionele relatie in overleg met de cliënt wordt afgerond en dat daarover geen misverstanden blijven bestaan. |
III.2.1.3 Niet meewerken aan werkzaamheden die strijdig zijn met de code
De psycholoog verleent geen medewerking aan werkzaamheden van anderen die met de code in strijd zijn. Evenmin profiteert hij van de resultaten van dergelijke werkzaamheden. III.2.1.4 Onafhankelijkheid en objectiviteit in het beroepsmatig handelen De psycholoog zorgt ervoor dat hij in zijn beroepsmatig handelen onafhankelijk en objectief kan optreden. Hij laat zijn beroepsmatig handelen niet zodanig beïnvloeden, dat hij zijn werkwijze en de resultaten daarvan professioneel niet kan verantwoorden. |
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.2 Integriteit III.2.2 Eerlijkheid |
III.2.2.1 Voorkómen van misleiding
De psycholoog voorkomt misleiding in zijn beroepsmatig handelen. Als tijdelijke misleiding onvermijdelijk is, zorgt de psycholoog ervoor dat de daaruit ontstane misverstanden zo spoedig mogelijk worden weggenomen. III.2.2.2 Geen misbruik van kennis, vaardigheden of overwicht De psycholoog maakt geen misbruik van zijn psychologische kennis en vaardigheden of van het overwicht dat voortvloeit uit zijn des kundigheid of zijn positie. III.2.2.3 Vermelden van opleiding, kwalificaties, ervaring, deskundigheid en titels De psycholoog is nauwgezet bij het vermelden van zijn opleiding en kwalificaties, ervaring, deskundigheid en titels. Hij vermeldt deze uitsluitend wanneer zij relevant zijn. III.2.2.4 Geen irreële verwachtingen wekken De psycholoog zorgt ervoor dat met betrekking tot de aard, de effecten en de gevolgen van zijn dienstverlening geen verwachtingen worden gewekt die niet op de realiteit gestoeld zijn. |
III.2.2.5 Informatie over voorwaarden waaronder opdrachten worden aanvaard
De psycholoog stelt voorafgaand aan of in het vroegste stadium van de professionele relatie de betrokkenen eerlijk en nauwgezet op de hoogte van de financiële en andere voorwaarden waaronder hij zijn opdracht aanvaardt, voor zover deze informatie voor betrokkenen van belang is voor het weloverwogen verlenen van hun medewer king aan de uitvoering van de opdracht. III.2.2.6 Informatie over alternatieve theorieën of verklaringen De psycholoog is nauwgezet bij het verstrekken van informatie aan betrokkenen en informeert dezen passend over eventuele alterna tieve theorieën of verklaringen, en expliciteert zijn professioneel oordeel over deze alternatieven. III.2.2.7 Bronvermelding Bij het presenteren van bevindingen van het beroepsmatig handelen vermeldt de psycholoog op passende wijze de bronnen waaruit hij heeft geput, voor zover de resultaten of het gedachtegoed niet voortkomen uit eigen professionele wer |
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.2 Integriteit III.2.3 Rolintegriteit |
III.2.3.1 Niet oneigenlijk bevorderen van persoonlijke belangen De psycholoog laat na in zijn beroepsmatig handelen zijn zakelijke, persoonlijke, religieuze, politieke of ideologische belangen oneigen lijk te bevorderen.
III.2.3.2 Onderkennen van onverenigbare belangen De psycholoog onderkent de moeilijkheden die kunnen ontstaan doordat cliënt, opdrachtgever en personen die deel uitmaken van een cliëntsysteem, onverenigbare belangen kunnen hebben. In een zo vroeg mogelijk stadium expliciteert hij zijn positiekeuze daarbij aan alle betrokkenen. III.2.3.3 Niet aanvaarden van onverenigbare opdrachten De psycholoog aanvaardt geen nieuwe opdracht die niet goed te verenigen is met een reeds eerder aanvaarde opdracht, ook als er geen sprake is van dezelfde cliënt. Bij motivering van zo’n weigering neemt de psycholoog de vertrouwelijkheid in acht. |
III.2.3.3 Niet aanvaarden van onverenigbare opdrachten
De psycholoog aanvaardt geen nieuwe opdracht die niet goed te verenigen is met een reeds eerder aanvaarde opdracht, ook als er geen sprake is van dezelfde cliënt. Bij motivering van zo’n weigering neemt de psycholoog de vertrouwelijkheid in acht. III.2.3.4 Vermijden van het vermengen van professionele rollen De psycholoog onderkent de moeilijkheden die kunnen ontstaan uit het gelijktijdig of opeenvolgend vervullen van verschillende profes sionele rollen ten opzichte van een of meer betrokkenen. Bij voor keur begeeft hij zich niet in een dergelijke positie. Als de psycholoog onder omstandigheden het vervullen van meerdere rollen na of naast elkaar ten opzichte van betrokkene(n) niettemin aanvaardbaar vindt, dan schept hij daarover duidelijkheid tegenover deze(n). |
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.2 Integriteit III.2.3 Rolintegriteit |
III.2.3.5 Vermijden van het vermengen van professionele en niet-professionele rollen
De psycholoog vermengt professionele en nietprofessionele rollen niet zodanig met elkaar dat hij niet meer in staat kan worden geacht een professionele afstand tot de betrokkene(n) te bewaren of dat de belangen van de betrokkene(n) worden geschaad. III.2.3.6 Geen seksuele gedragingen ten opzichte van de cliënt De psycholoog onthoudt zich van seksuele toenadering ten opzichte van zijn cliënt en gaat niet in op dergelijke toenaderingen van diens kant. Hij onthoudt zich van gedragingen die seksueel getint zijn of in het algemeen als zodanig kunnen worden opgevat. |
III.2.3.7 Geen seksuele relatie met de cliënt
De psycholoog gaat met zijn cliënt geen seksuele relatie aan tijdens de professionele relatie, of direct aansluitend daaraan. Ook nadien is hij daarin terughoudend. Hetzelfde geldt voor de relaties met andere betrokkenen, waarbij sprake is van een aanzienlijk machtsverschil of grote afhankelijkheid, zoals studenten of supervisanten. III.2.3.8 Persoonlijke relatie na het beëindigen van de professionele relatie Bij het aangaan van een persoonlijke relatie na het beëindigen van de professionele relatie, vergewist de psycholoog zich ervan dat de voorgaande professionele relatie geen onevenredige beteke nis meer heeft. Als het hierbij gaat om een seksuele relatie is de psycholoog er verantwoordelijk voor dat hij desgevraagd kan aan tonen dat hij bij het aangaan van deze relatie alle zorgvuldigheid in acht genomen heeft, die van hem als professioneel psycholoog verwacht mag worden. |
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.3 Respect |
III.3.1 Algemeen respect
III.3.2 Autonomie en zelfbeschikking III.3.3 Vertrouwelijkheid |
|
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.3 Respect III.3.1 Algemeen respect |
III.3.1.1 Respect voor kennis, inzicht en ervaring
De psycholoog geeft zich rekenschap van en respecteert de kennis, het inzicht en de ervaring van de betrokkene. III.3.1.2 Respect voor psychische en lichamelijke integriteit De psycholoog respecteert de psychische en lichamelijke integriteit van de betrokkene en tast hem niet in zijn waardigheid aan. Hij dringt niet verder door in het privéleven van de betrokkene dan voor het doel van zijn beroepsmatig handelen noodzakelijk is. |
III.3.1.3 Geen ongerechtvaardigde discriminatie
De psycholoog geeft zich rekenschap van de individuele eigen schappen en omstandigheden van elke cliënt en de culturele verschillen die tussen cliënten bestaan en houdt daar rekening mee. Hij spant zich ervoor in dat ondanks die verschillen een ieder in een soortgelijke situatie dezelfde kansen krijgt. Discriminatie wegens ras, etniciteit, geslacht, levensovertuiging, godsdienst, politieke gezindheid, seksuele geaardheid of op welke grond dan ook, is niet toegestaan. |
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.3 Respect III.3.2 Autonomie en zelfbeschikking |
III.3.2.1 Respect voor autonomie en zelfbeschikking
In zijn beroepsmatig handelen respecteert de psycholoog de auto nomie en zelfbeschikking van de betrokkene, en bevordert deze. In het bijzonder komt die zelfbeschikking van de betrokkene tot uiting in het recht om de professionele relatie met de psycholoog al dan niet aan te gaan, voort te zetten, dan wel te beëindigen. III.3.2.2 Respectvol handelen bij beperkte zelfbeschikking De zelfbeschikking van de cliënt kan worden beperkt door zijn leef tijd, aanleg en ontwikkeling, geestelijke gezondheid, door wettelijke bepalingen of door de beslissingsbevoegdheid van een externe opdrachtgever die deze ontleent aan een hem opgedragen wettelijke taak of rechterlijke beslissing. In dat geval laat de psycholoog binnen deze beperkingen de zelfbeschikking van de cliënt toch zoveel mogelijk tot haar recht komen. |
III.3.2.3 Toestemming bij aangaan of voortzetten van de professionele relatie
De psycholoog kan uitsluitend een professionele relatie met iemand aangaan of voortzetten met diens toestemming. Die toestemming is echter niet nodig als de professionele relatie tot stand komt als gevolg van een opdracht door een externe opdrachtgever die daar toe een door de wet toegekende bevoegdheid heeft. III.3.2.4 Welingelicht aangaan en voortzetten van de professionele relatie Voorafgaande aan en tijdens de duur van de professionele relatie verstrekt de psycholoog zodanige informatie aan de cliënt, dat deze vrijelijk in staat is welingelicht in te stemmen met het aangaan en voortzetten van de professionele relatie. |
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.3 Respect III.3.2 Autonomie en zelfbeschikking |
III.3.2.5 Informatie bij het aangaan en voortzetten van de professionele relatie
De informatie bij het aangaan en voortzetten van de professio nele relatie wordt bij voorkeur schriftelijk gegeven en waar nodig mondeling toegelicht, en bevat voor zover van toepassing: • het doel van de professionele relatie, de context waarin die plaatsvindt en de plaats van de cliënt en de psycholoog hierin; • de methoden van onderzoek of behandeling die in aanmerking komen en wat daarvan wel en niet te verwachten is; • de gang van zaken, de activiteiten en situaties waarmee de cliënt rechtstreeks of indirect zal worden geconfronteerd; • de personen met wie de psycholoog in de professionele relatie samenwerkt, al dan niet in multidisciplinair verband; |
• de soort gegevens die over de cliënt worden verzameld,
de wijze waarop deze worden bewaard en hoe lang de gegevens worden bewaard; • de wijze van eventuele rapportering en aan wie wordt gerapporteerd; • de regels in de beroepscode met betrekking tot inzage en afschrift, correctie en blokkering van de rapportage; • eventuele instanties die bij de professionele relatie enig belang hebben; • mogelijke neveneffecten van het beroepsmatig handelen; • de gebondenheid van de psycholoog aan de beroepscode en het klachtrecht. |
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.3 Respect III.3.2 Autonomie en zelfbeschikking |
III.3.2.6 Dezelfde informatie voor externe opdrachtgever en cliënt
Vóór de aanvang van de professionele relatie dient de psycholoog zich ervan te vergewissen dat zowel de externe opdrachtgever als de cliënt of het cliëntsysteem over dezelfde informatie beschikken over het doel en de opzet van de professionele relatie en over de voorgenomen werkwijze. De opdracht kan slechts doorgang vinden als over doel en opzet tussen hen overeenstemming bestaat. Bij wijziging van de situatie of van de opdracht dient de psycholoog tot hernieuwde afspraken te komen. III.3.2.7 Overleg over invulling van de professionele relatie De psycholoog biedt de cliënt de gelegenheid voor overleg over diens wensen en meningen betreffende de invulling van de profes sionele relatie, tenzij dat een goede voortgang van de professionele relatie in de weg staat. |
III.3.2.8 Instemming en informatie bij professionele activiteiten in ruimere zin
Als er sprake is van professionele werkzaamheden van de psycho loog, die niet aangemerkt kunnen worden als een professionele rela tie in de zin van deze code, dan gelden de bepalingen in deze para graaf, voor zover zij van toepassing zijn ten opzichte van degenen die betrokken zijn bij die professionele werkzaamheden. |
|
III.3.2.9 Inzage in en afschrift van het eigen dossier
De psycholoog geeft de cliënt desgevraagd inzage in en afschrift van diens dossier. Hij biedt daarbij aan tekst en uitleg te verschaffen. Alvorens de cliënt inzage te geven, verwijdert de psycholoog de gegevens die betrekking hebben op anderen, voor zover die niet door de cliënt zelf zijn verstrekt. Als er sprake is van een professionele relatie met een cliëntsysteem, worden daarbij van de afzonderlijke personen alle gegevens, die niet tegelijkertijd betrekking hebben op andere personen in dat systeem (ook) op zodanige wijze bewaard, dat aan elk afzonderlijk gelegen heid tot inzage gegeven kan worden zonder de vertrouwelijkheid van de gegevens van de anderen te schenden. |
III.3.2.10 Toegankelijkheid van het dossier
De psycholoog richt het dossier naar vorm en inhoud zo in dat het voor de cliënt redelijkerwijs toegankelijk is. III.3.2.11 Verbetering van, aanvulling op of verwijdering van gegevens in het dossier De psycholoog corrigeert die gegevens in het dossier, waarvan de cliënt aannemelijk maakt dat ze onjuist zijn, onvolledig, of niet ter zake doen, gezien de doelstelling van het dossier en voor zover deze op hem betrekking hebben. Op verzoek van de cliënt worden door hem opgestelde notities met zijn opvattingen over de professionele relatie in het dossier opgenomen. |
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.3 Respect III.3.2 Autonomie en zelfbeschikking |
|
III.3.2.12 Recht op vernietiging van het eigen dossier
Op schriftelijk verzoek van de cliënt wordt diens dossier door de psycholoog vernietigd. Het verzoek om vernietiging wordt bewaard. Het verzoek van de cliënt om vernietiging wordt niet ingewilligd als het dossier betrekking heeft op een professionele relatie in opdracht van een externe opdrachtgever die een door de wet toegekende bevoegdheid heeft om nakoming van de opdracht te eisen, en deze opdrachtgever niet met vernietiging instemt. III.3.2.13 Rapportage in opdracht van de cliënt Rapportage in opdracht van de cliënt wordt uitsluitend aan de cliënt uitgebracht en bij voorkeur schriftelijk. III.3.2.14 Toestemmingsvereiste voor rapportage aan derden Voor rapportage aan derden is toestemming van de cliënt noodzakelijk. |
III.3.2.15 Rapportage aan derden
De rapportage aan een derde wordt als regel schriftelijk uitgebracht. Als gemotiveerd kan worden dat schriftelijke rapportage niet in overeenstemming kan worden gebracht met het doel van de opdracht, wordt vooraf afgesproken dat de rapportage mondeling wordt uitgebracht. |
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.3 Respect III.3.2 Autonomie en zelfbeschikking |
|
III.3.2.16 Gelegenheid tot inzage voorafgaand aan de rapportage
Als de psycholoog rapporteert aan een derde, biedt de psycho loog de cliënt de gelegenheid tot inzage in het rapport voordat de rapportage wordt uitgebracht. Het recht op inzage geldt niet voor delen in het rapport die betrekking hebben op anderen. Wanneer de rapportage feitelijk wordt uitgebracht verschaft de psycholoog de cliënt desgewenst een afschrift, voor zover de rapportage op de cliënt betrekking heeft. |
III.3.2.17 Mondelinge rapportage aan een derde
Wanneer, met in achtneming van het artikel III.3.2.15, een rapportage mondeling wordt uitgebracht, dan wordt de inhoud van de rappor tage met de cliënt besproken voorafgaand aan het uitbrengen ervan. |
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.3 Respect III.3.2 Autonomie en zelfbeschikking |
|
III.3.2.18 Correctie, aanvulling of verwijdering van gegevens in de rapportage
De gegevens in de rapportage waarvan de cliënt aannemelijk maakt dat ze onjuist zijn, worden door de psycholoog gecorrigeerd en hij vult ze aan of hij verwijdert ze als ze onvolledig zijn of niet terzake doen gezien de doelstelling van de rapportage. Dit geldt niet voor de bevindingen en conclusies, deze behoren tot de verantwoordelijk heid van de psycholoog. |
III.3.2.19 Blokkeren van de rapportage aan de externe opdrachtgever
Als regel heeft de cliënt het recht om de rapportage aan de externe opdrachtgever te blokkeren. Dat recht is er echter niet als de externe opdrachtgever op grond van een wettelijke regeling een bevoegd heid heeft om rapportage te eisen. In dat geval stelt de psycholoog de cliënt in de gelegenheid eventuele bezwaren tegen de rapportage op schrift te stellen en deze gelijktijdig met de rapportage naar de opdrachtgever te sturen. Als de cliënt geen recht heeft om de rapportage te blokke |
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.3 Respect III.3.2 Autonomie en zelfbeschikking |
|
III.3.2.20 Inzage- en blokkeringsrecht bij rapportage over een cliëntsysteem
Cliënten kunnen niet zonder meer een beroep doen op boven staande bepalingen met betrekking tot inzage en blokkering van de rapportage als zij deel uitmaken van een cliëntsysteem. Het doel van de rapportage en of de vertrouwelijkheid ten opzichte van de anderen kunnen zich tegen inzage en blokkering verzetten. Voor zover dat het geval is dienen de cliënten voorafgaand aan de professionele relatie daarover te worden ingelicht. |
III.3.2.21 Verstrekking van gegevens over de cliënt
De psycholoog verstrekt aan een derde die niet de opdrachtgever is, uitsluitend die gegevens over de cliënt, waarvoor deze vooraf gerichte toestemming heeft verleend en die relevant en noodzakelijk zijn voor een specifieke vraagstelling van die derde. |
III.3.2.22 Verstrekking van gegevens over een ander dan de cliënt
Wanneer er in het dossier gegevens aanwezig zijn over een ander dan de cliënt, en deze gegevens niet door de cliënt zelf zijn verstrekt, dan verstrekt de psycholoog deze niet aan derden, dan met gerichte toestemming van die ander en alleen voor zover zij relevant en noodzakelijk zijn voor de specifieke vraagstelling. De toestemming wordt schriftelijk vastgelegd. |
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.3 Respect III.3.3 Vertrouwelijkheid |
III.3.3.1 Geheimhouding 22
III.3.3.2 Zorgvuldigheid in de communicatie 22 III.3.3.3 Geheimhouding bij rapportage en gegevensverstrekking 22 III.3.3.4 Doorbreken van de geheimhouding 22 III.3.3.5 Informatie over het doorbreken van de geheimhouding 22 III.3.3.6 Reikwijdte van het doorbreken van de geheimhouding 22 III.3.3.7 Beroep op verschoning 22 III.3.3.8 Vertrouwelijkheid jegens andere personen dan cliënt 22 III.3.3.9 Vertrouwelijkheid jegens personen in een cliëntsysteem 23 III.3.3.10 Beveiliging van het dossier 23 III.3.3.11 Verstrekking van gegevens en beoordelingen zonder toestemming 23 III.3.3.12 Wettelijk verplichte verstrekking van gegevens en van beoordelingen 23 III.3.3.13 Gegevensverstrekking aan medewerkers 23 III.3.3.14 Informatieverstrekking voor research en statistiek 23 III.3.3.15 Gebruik van gegevens voor publicaties, onderwijs, supervisie en intervisie 23 III.3.3.16 Rapporteren over anderen dan de cliënt 23 |
|
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.3 Respect III.3.3 Vertrouwelijkheid III.3.3.1 Geheimhouding III.3.3.2 Zorgvuldigheid in de communicatie III.3.3.3 Geheimhouding bij rapportage en gegevensverstrekking III.3.3.4 Doorbreken van de geheimhouding III.3.3.5 Informatie over het doorbreken van de geheimhouding III.3.3.6 Reikwijdte van het doorbreken van de geheimhouding III.3.3.7 Beroep op verschoning III.3.3.8 Vertrouwelijkheid jegens andere personen dan cliënt III.3.3.9 Vertrouwelijkheid jegens personen in een cliëntsysteem III.3.3.10 Beveiliging van het dossier III.3.3.11 Verstrekking van gegevens en beoordelingen zonder toestemming III.3.3.12 Wettelijk verplichte verstrekking van gegevens en van beoordelingen III.3.3.13 Gegevensverstrekking aan medewerkers III.3.3.14 Informatieverstrekking voor research en statistiek III.3.3.15 Gebruik van gegevens voor publicaties, onderwijs, supervisie en intervisie III.3.3.16 Rapporteren |
III.3.3.1 Geheimhouding
|
In het directe contact met de betrokkene gaat de psycholoog een vertrouwensrelatie met hem aan. Daarom is de psycholoog verplicht tot geheimhouding van hetgeen hem uit hoofde van de uitoefening van zijn beroep ter kennis komt, voor zover die gegevens van vertrouwelijke aard zijn. Onder deze verplichting valt ook het professionele oordeel van de psycholoog over de betrokkene.
De geheimhoudingsverplichting blijft na beëindiging van de professionele contacten bestaan. |
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.3 Respect III.3.3 Vertrouwelijkheid III.3.3.1 Geheimhouding III.3.3.2 Zorgvuldigheid in de communicatie III.3.3.3 Geheimhouding bij rapportage en gegevensverstrekking III.3.3.4 Doorbreken van de geheimhouding III.3.3.5 Informatie over het doorbreken van de geheimhouding III.3.3.6 Reikwijdte van het doorbreken van de geheimhouding III.3.3.7 Beroep op verschoning III.3.3.8 Vertrouwelijkheid jegens andere personen dan cliënt III.3.3.9 Vertrouwelijkheid jegens personen in een cliëntsysteem III.3.3.10 Beveiliging van het dossier III.3.3.11 Verstrekking van gegevens en beoordelingen zonder toestemming III.3.3.12 Wettelijk verplichte verstrekking van gegevens en van beoordelingen III.3.3.13 Gegevensverstrekking aan medewerkers III.3.3.14 Informatieverstrekking voor research en statistiek III.3.3.15 Gebruik van gegevens voor publicaties, onderwijs, supervisie en intervisie III.3.3.16 Rapporteren |
III.3.3.2 Zorgvuldigheid in de communicatie
|
De psycholoog neemt in redelijkheid alle voorzorgen dat er in de schriftelijke, telefonische of elektronische communicatie met de cliënt of met andere betrokkenen geen vertrouwelijke gegevens over de cliënt, zonder diens instemming, ter kennis komen van derden. In een vroeg stadium overlegt de psycholoog daartoe
met de cliënt of met betrokken derden hoe de communicatie het best kan verlopen en hoe deze moet worden vormgegeven om de vertrouwelijkheid met bet |
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.3 Respect III.3.3 Vertrouwelijkheid III.3.3.1 Geheimhouding III.3.3.2 Zorgvuldigheid in de communicatie III.3.3.3 Geheimhouding bij rapportage en gegevensverstrekking III.3.3.4 Doorbreken van de geheimhouding III.3.3.5 Informatie over het doorbreken van de geheimhouding III.3.3.6 Reikwijdte van het doorbreken van de geheimhouding III.3.3.7 Beroep op verschoning III.3.3.8 Vertrouwelijkheid jegens andere personen dan cliënt III.3.3.9 Vertrouwelijkheid jegens personen in een cliëntsysteem III.3.3.10 Beveiliging van het dossier III.3.3.11 Verstrekking van gegevens en beoordelingen zonder toestemming III.3.3.12 Wettelijk verplichte verstrekking van gegevens en van beoordelingen III.3.3.13 Gegevensverstrekking aan medewerkers III.3.3.14 Informatieverstrekking voor research en statistiek III.3.3.15 Gebruik van gegevens voor publicaties, onderwijs, supervisie en intervisie III.3.3.16 Rapporteren |
III.3.3.3 Geheimhouding bij rapportage en gegevensverstrekking
|
Als er met toestemming van de cliënt bepaalde gegevens worden verstrekt of wordt gerapporteerd aan derden, dan geldt er geen geheimhoudingsplicht jegens de ontvanger van die gegevens of van het oordeel dat in de verklaring of rapportage is vervat. Voor het overige dat hem ter kennis mocht komen heeft de psycholoog een geheimhoudingsplicht.
|
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.3 Respect III.3.3 Vertrouwelijkheid III.3.3.1 Geheimhouding III.3.3.2 Zorgvuldigheid in de communicatie III.3.3.3 Geheimhouding bij rapportage en gegevensverstrekking III.3.3.4 Doorbreken van de geheimhouding III.3.3.5 Informatie over het doorbreken van de geheimhouding III.3.3.6 Reikwijdte van het doorbreken van de geheimhouding III.3.3.7 Beroep op verschoning III.3.3.8 Vertrouwelijkheid jegens andere personen dan cliënt III.3.3.9 Vertrouwelijkheid jegens personen in een cliëntsysteem III.3.3.10 Beveiliging van het dossier III.3.3.11 Verstrekking van gegevens en beoordelingen zonder toestemming III.3.3.12 Wettelijk verplichte verstrekking van gegevens en van beoordelingen III.3.3.13 Gegevensverstrekking aan medewerkers III.3.3.14 Informatieverstrekking voor research en statistiek III.3.3.15 Gebruik van gegevens voor publicaties, onderwijs, supervisie en intervisie III.3.3.16 Rapporteren |
III.3.3.4 Doorbreken van de geheimhouding
|
De psycholoog is niet gehouden geheimhouding in acht te nemen
als hij gegronde redenen heeft om te menen dat het doorbreken van de geheimhouding het enige en laatste middel is om direct gevaar voor personen te voorkomen, dan wel wanneer hij door wettelijke bepalingen of een rechterlijke beslissing daartoe wordt gedwongen. |
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.3 Respect III.3.3 Vertrouwelijkheid III.3.3.1 Geheimhouding III.3.3.2 Zorgvuldigheid in de communicatie III.3.3.3 Geheimhouding bij rapportage en gegevensverstrekking III.3.3.4 Doorbreken van de geheimhouding III.3.3.5 Informatie over het doorbreken van de geheimhouding III.3.3.6 Reikwijdte van het doorbreken van de geheimhouding III.3.3.7 Beroep op verschoning III.3.3.8 Vertrouwelijkheid jegens andere personen dan cliënt III.3.3.9 Vertrouwelijkheid jegens personen in een cliëntsysteem III.3.3.10 Beveiliging van het dossier III.3.3.11 Verstrekking van gegevens en beoordelingen zonder toestemming III.3.3.12 Wettelijk verplichte verstrekking van gegevens en van beoordelingen III.3.3.13 Gegevensverstrekking aan medewerkers III.3.3.14 Informatieverstrekking voor research en statistiek III.3.3.15 Gebruik van gegevens voor publicaties, onderwijs, supervisie en intervisie III.3.3.16 Rapporteren |
III.3.3.5 Informatie over het doorbreken van de geheimhouding
|
Als te voorzien is dat een dergelijke situatie zich kan voordoen, stelt de psycholoog de betrokkene ervan op de hoogte dat hij in dat geval genoodzaakt kan zijn de geheimhouding te doorbreken, tenzij door een dergelijke mededeling acuut gevaar voor hemzelf of derden kan ontstaan.
|
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.3 Respect III.3.3.6 Reikwijdte van het doorbreken van de geheimhouding III.3.3.7 Beroep op verschoning III.3.3.8 Vertrouwelijkheid jegens andere personen dan cliënt III.3.3.9 Vertrouwelijkheid jegens personen in een cliëntsysteem III.3.3.10 Beveiliging van het dossier III.3.3.11 Verstrekking van gegevens en beoordelingen zonder toestemming III.3.3.12 Wettelijk verplichte verstrekking van gegevens en van beoordelingen III.3.3.13 Gegevensverstrekking aan medewerkers III.3.3.14 Informatieverstrekking voor research en statistiek III.3.3.15 Gebruik van gegevens voor publicaties, onderwijs, supervisie en intervisie III.3.3.16 Rapporteren over anderen dan de cliënt |
III.3.3.6 Reikwijdte van het doorbreken van de geheimhouding
|
Als de psycholoog besluit tot het doorbreken van de geheimhou ding dan mag die doorbreking zich niet verder uitstrekken dan in de gegeven omstandigheden is vereist en dient hij de betrokkene van zijn besluit op de hoogte te stellen, tenzij door een dergelijke mede deling acuut gevaar voor hemzelf of derden kan ontstaan.
|
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.3 Respect III.3.3.7 Beroep op verschoning III.3.3.8 Vertrouwelijkheid jegens andere personen dan cliënt III.3.3.9 Vertrouwelijkheid jegens personen in een cliëntsysteem III.3.3.10 Beveiliging van het dossier III.3.3.11 Verstrekking van gegevens en beoordelingen zonder toestemming III.3.3.12 Wettelijk verplichte verstrekking van gegevens en van beoordelingen III.3.3.13 Gegevensverstrekking aan medewerkers III.3.3.14 Informatieverstrekking voor research en statistiek III.3.3.15 Gebruik van gegevens voor publicaties, onderwijs, supervisie en intervisie III.3.3.16 Rapporteren over anderen dan de cliënt |
III.3.3.7 Beroep op verschoning
|
De psycholoog is verplicht zich tegenover de rechter te beroepen op verschoning, als het afleggen van een getuigenis of het beantwoorden van vragen hem in strijd brengt met zijn geheimhoudingsplicht.
|
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.3 Respect III.3.3.8 Vertrouwelijkheid jegens andere personen dan cliënt III.3.3.9 Vertrouwelijkheid jegens personen in een cliëntsysteem III.3.3.10 Beveiliging van het dossier III.3.3.11 Verstrekking van gegevens en beoordelingen zonder toestemming III.3.3.12 Wettelijk verplichte verstrekking van gegevens en van beoordelingen III.3.3.13 Gegevensverstrekking aan medewerkers III.3.3.14 Informatieverstrekking voor research en statistiek III.3.3.15 Gebruik van gegevens voor publicaties, onderwijs, supervisie en intervisie III.3.3.16 Rapporteren over anderen dan de cliënt |
III.3.3.8 Vertrouwelijkheid jegens andere personen dan cliënt
|
Als het noodzakelijk is om gegevens in het dossier op te nemen, die betrekking hebben op andere personen dan de cliënt en die gegevens niet door de cliënt zelf zijn verstrekt, dan worden deze
in zodanige vorm opgenomen, dat ze tijdelijk te verwijderen zijn, zodat bij inzage door de cliënt de vertrouwelijkheid van die gegevens gewaarborgd kan worden. |
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.3 Respect III.3.3.9 Vertrouwelijkheid jegens personen in een cliëntsysteem III.3.3.10 Beveiliging van het dossier III.3.3.11 Verstrekking van gegevens en beoordelingen zonder toestemming III.3.3.12 Wettelijk verplichte verstrekking van gegevens en van beoordelingen III.3.3.13 Gegevensverstrekking aan medewerkers III.3.3.14 Informatieverstrekking voor research en statistiek III.3.3.15 Gebruik van gegevens voor publicaties, onderwijs, supervisie en intervisie III.3.3.16 Rapporteren over anderen dan de cliënt |
III.3.3.9 Vertrouwelijkheid jegens personen in een cliëntsysteem
|
Voor zover gegevens noodzakelijkerwijs op meerdere personen tegelijk betrekking hebben, dan worden deze verzameld in een dossier over het betreffende cliëntsysteem. Geen van de personen in het cliëntsysteem heeft recht op inzage en afschrift van die gegevens, tenzij de andere(n) schriftelijk toestemming hiertoe verleent of verlenen. Voorafgaand aan het opnemen van gegevens in zo’n dossier deelt de psycholoog dat aan elk van hen mee, en wijst hen erop dat daaruit een beperking kan voortvloeien van het recht op inzage en afschrift, voor zover dat noodzakelijk is om de vertrouwelijkheid van elkaars gegevens te waarborgen.
|
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.3 Respect III.3.3.10 Beveiliging van het dossier III.3.3.11 Verstrekking van gegevens en beoordelingen zonder toestemming III.3.3.12 Wettelijk verplichte verstrekking van gegevens en van beoordelingen III.3.3.13 Gegevensverstrekking aan medewerkers III.3.3.14 Informatieverstrekking voor research en statistiek III.3.3.15 Gebruik van gegevens voor publicaties, onderwijs, supervisie en intervisie III.3.3.16 Rapporteren over anderen dan de cliënt |
III.3.3.10 Beveiliging van het dossier
|
De psycholoog zorgt er voor dat het dossier op zodanige wijze wordt bewaard dat zonder zijn toestemming niemand toegang daartoe heeft, zodat de vertrouwelijkheid van de gegevens bewaard blijft.
|
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.3 Respect III.3.3.11 Verstrekking van gegevens en beoordelingen zonder toestemming III.3.3.12 Wettelijk verplichte verstrekking van gegevens en van beoordelingen III.3.3.13 Gegevensverstrekking aan medewerkers III.3.3.14 Informatieverstrekking voor research en statistiek III.3.3.15 Gebruik van gegevens voor publicaties, onderwijs, supervisie en intervisie III.3.3.16 Rapporteren over anderen dan de cliënt |
III.3.3.11 Verstrekking van gegevens en beoordelingen zonder toestemming
|
Voor het verstrekken van gegevens en het geven van beoordelingen aan andere beroepsbeoefenaren is geen gerichte toestemming van de cliënt nodig als die andere beroepsbeoefenaren de cliënt behan delen of onderzoeken in verband met hetzelfde als dat waarop de professionele relatie van de psycholoog betrekking heeft, of met iets dat daaraan sterk gerelateerd is. De verstrekking wordt beperkt tot die gegevens en beoordelingen die noodzakelijk zijn voor de werk zaamheden van die andere beroepsbeoefenaren.
|
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.3 Respect III.3.3.12 Wettelijk verplichte verstrekking van gegevens en van beoordelingen III.3.3.13 Gegevensverstrekking aan medewerkers III.3.3.14 Informatieverstrekking voor research en statistiek III.3.3.15 Gebruik van gegevens voor publicaties, onderwijs, supervisie en intervisie III.3.3.16 Rapporteren over anderen dan de cliënt |
III.3.3.12 Wettelijk verplichte verstrekking van gegevens en van beoordelingen
|
Voor het verstrekken van gegevens of van een beoordeling aan derden is geen toestemming van de cliënt nodig wanneer de psycholoog
op grond van een wettelijke bepaling verplicht is deze te verstrekken. De cliënt wordt hiervan van tevoren op de hoogte gesteld. |
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.3 Respect III.3.3.13 Gegevensverstrekking aan medewerkers III.3.3.14 Informatieverstrekking voor research en statistiek III.3.3.15 Gebruik van gegevens voor publicaties, onderwijs, supervisie en intervisie III.3.3.16 Rapporteren over anderen dan de cliënt |
III.3.3.13 Gegevensverstrekking aan medewerkers
|
Er is geen toestemming van de cliënt nodig voor het verstrekken van gegevens aan iemand die onder leiding van de psycholoog meewerkt aan de uitvoering van de professionele relatie.
|
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.3 Respect III.3.3.14 Informatieverstrekking voor research en statistiek III.3.3.15 Gebruik van gegevens voor publicaties, onderwijs, supervisie en intervisie III.3.3.16 Rapporteren over anderen dan de cliënt |
III.3.3.14 Informatieverstrekking voor research en statistiek
|
Ten behoeve van research en statistiek mag de psycholoog desgevraagd aan een derde gegevens en beoordelingen verstrekken. Deze gegevens en beoordelingen dienen zo te worden aangeleverd, dat herkenbaarheid van de persoon daarbij wordt uitgesloten, tenzij dat gezien het doel van het onderzoek niet mogelijk is. In dat geval kunnen die gegevens, respectievelijk beoordelingen, alleen met toestemming van de cliënt worden verstrekt.
|
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.3 Respect III.3.3.15 Gebruik van gegevens voor publicaties, onderwijs, supervisie en intervisie III.3.3.16 Rapporteren over anderen dan de cliënt |
III.3.3.15 Gebruik van gegevens voor publicaties, onderwijs, supervisie en intervisie
|
Voor wetenschappelijke publicaties, onderwijsdoelen, supervisie en intervisie mag de psycholoog uitsluitend gegevens van en oordelen over een cliënt gebruiken waaruit diens identiteit niet te herleiden is. De combinatie van gegevens en beschreven omstandigheden mag er niet toe kunnen leiden dat derden daaruit de cliënt herken
nen, tenzij de cliënt toestemming heeft gegeven voor een dergelijke gegevensverstrekking. |
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.3 Respect III.3.3.16 Rapporteren over anderen dan de cliënt |
III.3.3.16 Rapporteren over anderen dan de cliënt
|
Bij het uitbrengen van rapportages beperkt de psycholoog zich bij het geven van oordelen en adviezen tot die aangaande de cliënt, en geeft hij geen oordelen of adviezen met betrekking tot een ander dan de cliënt.
Indien het voor het doel van de rapportage noodza kelijk is over een ander dan de cliënt gegevens te verstrekken, dan beperkt de psycholoog zich zo mogelijk tot die gegevens die hij uit eigen waarneming of onderzoek heeft verkregen. Voor het verstrekken van dergelijke gegevens is gerichte toestemming van betrokkene noodzakelijk. Indien de psycholoog het noodzakelijk acht in een rap portage gegevens over een ander dan de cliënt te vermelden, die hij niet uit eigen waarneming of onderzoek heeft verkregen, dan is hij daarin uiterst terughoudend en geeft steeds de bron en relevantie van de gegevens aan. |
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.4 Deskundigheid |
III.4.1 Ethisch bewustzijn
III.4.2 Vakbekwaamheid III.4.3 De grenzen van het beroepsmatig handelen |
|
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.4 Deskundigheid III.4.1 Ethisch bewustzijn |
III.4.1.1 Beroepsuitoefening in
III.4.1.2 Noodzaak van kritische bezinning III.4.1.3 Kennis van wettelijke bepalingen |
|
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.4 Deskundigheid III.4.1 Ethisch bewustzijn III.4.1.1 Beroepsuitoefening in overeenstemming met de beroepscode III.4.1.2 Noodzaak van kritische bezinning III.4.1.3 Kennis van wettelijke bepalingen |
III.4.1.1 Beroepsuitoefening in overeenstemming met de beroepscode
De psycholoog is zich bewust van de ethische aspecten van zijn beroepsmatig handelen en beoefent zijn professie in over eenstemming met de Beroepscode voor psychologen. III.4.1.2 Noodzaak van kritische bezinning De psycholoog denkt kritisch na over zijn beroepsmatig handelen en over zijn persoonlijke waarden en motieven die bij dat handelen een rol spelen. Hij stelt zijn beroepsmatig handelen met enige regelmaat aan de orde in (inter)collegiaal overleg, zoals bijvoorbeeld intervisie. Hij volgt de ethische discussie binnen zijn beroepsgroep. III.4.1.3 Kennis van wettelijke bepalingen De psycholoog stelt zich op de hoogte van de wettelijke bepalingen die in zijn werkveld van toepassing zijn en handelt ernaar. |
|
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.4 Deskundigheid III.4.1.1 Beroepsuitoefening in III.4.1.2 Noodzaak van kritische bezinning III.4.1.3 Kennis van wettelijke bepalingen |
III.4 Deskundigheid
III.4.1 Ethisch bewustzijn III.4.1.1 Beroepsuitoefening in overeenstemming met de beroepscode III.4.1.2 Noodzaak van kritische bezinning III.4.1.3 Kennis van wettelijke bepalingen III.4.2 Vakbekwaamheid III.4.2.1 In stand houden en verder ontwikkelen van de professionele deskundigheid III.4.2.2 Gebruik van doeltreffende en doelmatige methoden III.4.3 De grenzen van het beroepsmatig handelen III.4.3.1 Professionele en persoonlijke beperkingen III.4.3.2 Grenzen van de eigen deskundigheid III.4.3.3 Grenzen van het domein van de psychologiebeoefening III.4.3.4 Kwalificatie III.4.3.5 Relevantie en beperkingen van conclusies III.4.3.6 Rapportage beperken tot relevante gegevens III.4.3.7 Professionele verantwoording van het beroepsmatig handelen III.4.3.8 Voorkómen van verminderd vermogen tot verantwoorde beroepsuitoefening III.4.3.9 Staken van het beroepsmatig handelen bij verminderd vermogen |
|
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.4.1 Ethisch bewustzijn III.4.1.1 Beroepsuitoefening in overeenstemming met de beroepscode |
III.4.1.1 Beroepsuitoefening in overeenstemming met de beroepscode
De psycholoog is zich bewust van de ethische aspecten van zijn beroepsmatig handelen en beoefent zijn professie in over eenstemming met de Beroepscode voor psychologen. |
|
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.4.1 Ethisch bewustzijn III.4.1.2 Noodzaak van kritische bezinning |
III.4.1.2 Noodzaak van kritische bezinning
De psycholoog denkt kritisch na over zijn beroepsmatig handelen en over zijn persoonlijke waarden en motieven die bij dat handelen een rol spelen. Hij stelt zijn beroepsmatig handelen met enige regelmaat aan de orde in (inter)collegiaal overleg, zoals bijvoorbeeld intervisie. Hij volgt de ethische discussie binnen zijn beroepsgroep. III.4.1.3 Kennis van wettelijke bepalingen De psycholoog stelt zich op de hoogte van de wettelijke bepalingen die in zijn werkveld van toepassing zijn en handelt ernaar. |
|
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.4.1 Ethisch bewustzijn III.4.1.3 Kennis van wettelijke bepalingen |
III.4.1.3 Kennis van wettelijke bepalingen
De psycholoog stelt zich op de hoogte van de wettelijke bepalingen die in zijn werkveld van toepassing zijn en handelt ernaar. |
|
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.4 Deskundigheid III.4.2 Vakbekwaamheid |
III.4.2.1 In stand houden en verder ontwikkelen van de professionele deskundigheid
III.4.2.2 Gebruik van doeltreffende en doelmatige methoden |
|
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.4 Deskundigheid III.4.2 Vakbekwaamheid III.4.2.1 In stand houden en verder ontwikkelen van de professionele deskundigheid |
De psycholoog houdt zijn professionele deskundigheid in stand en ontwikkelt deze in overeenstemming met de recente ontwikkelingen in de psychologie. Hij volgt de voor hem relevante vakliteratuur en neemt deel aan relevante bij en nascholing.
|
|
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.4 Deskundigheid III.4.2 Vakbekwaamheid III.4.2.1 III.4.2.2 Gebruik van doeltreffende en doelmatige methoden |
III.4.2.2 Gebruik van doeltreffende en doelmatige methoden De psycholoog kiest methoden die doeltreffend en doelmatig zijn en geeft zich rekenschap van de beperkingen van die methoden.
|
|
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.4 Deskundigheid III.4.1 III.4.2 III.4.3 De grenzen van het beroepsmatig handelen |
III.4.3.1 Professionele en persoonlijke beperkingen
III.4.3.2 Grenzen van de eigen deskundigheid III.4.3.3 Grenzen van het domein van de psychologiebeoefening III.4.3.4 Kwalificatie III.4.3.5 Relevantie en beperkingen van conclusies III.4.3.6 Rapportage beperken tot relevante gegevens III.4.3.7 Professionele verantwoording van het beroepsmatig handelen III.4.3.8 Voorkómen van verminderd vermogen tot verantwoorde beroepsuitoefening III.4.3.9 Staken van het beroepsmatig handelen bij verminderd vermogen |
|
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.4 Deskundigheid III.4.3 De grenzen van het beroepsmatig handelen III.4.3.1 Professionele en persoonlijke beperkingen |
III.4.3.1 Professionele en persoonlijke beperkingen
De psycholoog onderkent zijn professionele en persoonlijke beper kingen en is daar open over. Waar nodig roept hij deskundig advies en ondersteuning in, en verwijst zo nodig door. |
|
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.4 Deskundigheid III.4.3.2 Grenzen van de eigen deskundigheid |
III.4.3.2 Grenzen van de eigen deskundigheid
De psycholoog neemt in zijn beroepsmatig handelen de grenzen van zijn deskundigheid in acht en aanvaardt geen opdrachten waarvoor hij de deskundigheid mist. |
|
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.4 Deskundigheid III.4.3 De grenzen van het beroepsmatig handelen III.4.3.3 Grenzen van het domein van de psychologiebeoefening |
III.4.3.3 Grenzen van het domein van de psychologiebeoefening Aan elke opdracht dient een duidelijk omschreven doel of vraag stelling ten grondslag te liggen. De psycholoog neemt geen
opdracht aan, waarvan de doel of vraagstelling niet valt binnen het domein van de psychologiebeoefening. Evenmin doet hij dat als de beschikbare methoden en technieken ontoereikend zijn voor een behoorlijke interventie of beantwoording van de vraagstelling. Als de psycholoog een dergelijke opdracht krijgt, treedt hij met de opdrachtgever in overleg om de doel of vraagstelling te herformu leren voordat hij de opdracht kan aannemen. |
|
|
III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes
III.4 Deskundigheid III.4.3 De grenzen van het beroepsmatig handelen III.4.3.4 Kwalificatie |
III.4.3.4 Kwalificatie
De psycholoog hanteert alleen methoden, waarvoor hij door opleiding, training en/of ervaring is gekwalificeerd. |
|
|
III.4.3.5 Relevantie en beperkingen van conclusies
|
III.4.3.5 Relevantie en beperkingen van conclusies
De psycholoog geeft zich er rekenschap van in hoeverre de conclusies die hij uit zijn bevindingen trekt relevant zijn en welke beperkingen aan deze conclusies kleven. In overeenstemming daarmee nuanceert hij zijn conclusies. |
|
|
III.4.3.6 Rapportage beperken tot relevante gegevens
|
III.4.3.6 Rapportage beperken tot relevante gegevens
De psycholoog beperkt zich in rapportages tot het vermelden van die gegevens en oordelen die voor het doel van de rapportage noodzakelijk zijn. Hij doet dat in voor de ontvanger van het rapport begrijpelijke en in ondubbelzinnige termen. Uit de rapportage moet duidelijk blijken wat de beperkingen zijn van de uitspraken en de gronden waarop deze berusten. Wanneer er een verzoek is om een beoordeling te geven over de (toekomstige) toestand of het (toekomstig) functioneren van de cliënt, dient de psycholoog zicht te beperken tot een beoordeling die kan worden gedragen door de hem bekende gegevens. |
|
|
III.4.3.7 Professionele verantwoording van het beroepsmatig handelen
|
III.4.3.7 Professionele verantwoording
van het beroepsmatig handelen De psycholoog moet zijn beroepsmatig handelen kunnen verantwoorden in het licht van de stand der wetenschap ten tijde van dat handelen, zoals deze uit de vakliteratuur blijkt. |
|
|
III.4.3.8 Voorkómen van verminderd vermogen tot verantwoorde beroepsuitoefening
|
III.4.3.8 Voorkómen van verminderd vermogen tot verantwoorde beroepsuitoefening
Voor zover mogelijk onderkent de psycholoog in een vroeg stadium tekenen die wijzen op zodanige persoonlijke, psychische of fysieke problemen, dat zijn beroepsmatig handelen negatief beïnvloed dreigt te worden. Hij roept tijdig deskundig advies en ondersteuning in om de problemen te voorkomen of te verminderen. |
|
|
III.4.3.9 Staken van het beroepsmatig handelen bij verminderd vermogen
|
III.4.3.9 Staken van het beroepsmatig handelen bij verminderd vermogen
Als zijn psychische, lichamelijke of oordeelkundige vermogens zodanig zijn aangetast of verminderd, dat dit een verantwoorde beroepsuitoefening in de weg staat, staakt de psycholoog zijn beroepsmatig handelen zolang als deze toestand duurt. |
|