• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/606

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

606 Cards in this Set

  • Front
  • Back
achternaam, de
surname
dochter, de
daughter
en
and
familie, de
family, relatives
geven (geeft)
to give
hebben
to have
heten
to be called
huisarts, de
family doctor, general practitioner
jaar, het
year
kinderen, de (het kind)
children (child)
komen
to come
man, de
husband (man)
met
with
moeder, de
mother
naam, de
name
nieuw
new
nu
now
nummer, het
number
op
on, at
uit (ik kom uit…)
out (I am from)
vandaan
from
voornaam, de
first name
vrouw, de
wife (woman)
werken
to work
winkel, de
shop
wonen
to live
zijn (ben, bent, is)
to be
zoon, de
son
zus, de
sister
daar
there
dan
then, than
doen
to do
kunnen
can, to be able to
leuk
nice
mobiele telefoon, de
mobile phone
naar
to
restaurant, het
restaurant
snel
quick(ly), soon
student, de
student
studeren
to study
wachten
to wait
antwoord, het / antwoorden
answer / to answer
bedanken
to thank
beginnen
to begin
bij
at
binnenkomen
come in
broer, de
brother
gaan
to go
goed
oké, good
hoe (hoe heet je?)
how (what's your name)
ja
yes
luisteren
to listen
meedoen
to participate
meneer, de
sir (hello sir) / Mr. (Mr. Bos)
mevrouw, de
madam (hello madam) / Mrs. Ms. Bos
moeten
must / shall
nee
no
ook
also, too
vader, de
father
voorstellen
to introduce
vraag, de / vragen
question / to ask
waar
where
wat
what
wie
who
zitten
to sit, to be
zullen (zal)
shall / will
achter
after, behind
adres, het
address
bellen
to call, to phone
cijfer, het
number
cursus, de
course
dankuwel
thank you (formal)
fijn
nice, lovely, great
geen
no
huis, het
house
kijken
to look
klopt dat?
is that correct?
krant, de
newspaper
niet
not
ongeveer
about
plaats, de
here: town, city
postcode, de
postal code
soms
sometimes
staan (de postcode staat op de brief)
to stand (the postal code is on the letter)
straat, de
street
telefoonboek, het
telephone directory
vandaag
today
volgen
to follow
welk
which, what
groeten
to greet
kennen
to know
vriend, de
friend
weer
again
weggaan
to leave
willen
to want
zeggen
to say
datum, de
date
formulier, het
form
geboorte, de
birth
geslacht, het
gender
handtekening, de
signature
hier
here
invullen
fill in,out
maart
march
nationaliteit, de
nationality
Nederlands(e)
Dutch
onder
here: at the bottom
persoonlijk
personal
zetten (een handtekening zetten)
to put (to put your signature, to sign)
zoeken
to look for
afspraak, de
appointment, engagement
bijna
nearly, almost
douche, de
shower
gelijk
right
minuut, de
minute
net
just
over (over 10 minuten)
about (in 10 minutes)
sorry
sorry
te (te laat)
too (too late)
thuis
at home
tijd, de
time
uur, het (om 3 uur)
hour (at three o' clock)
veel
much, many
wakker
awake
avond, de
evening
leren
to teach / to learn
lesgeven
to teach
middag
afternoon
morgen
tomorrow
morgen, de
morning
nacht, de
night
ochtend, de
the morning
of
or
opschieten
to hurry op
rijden
to drive
vanavond
tonight
vanmiddag
this afternoon
aflopen
to end
alweer
already
collega, de
colleague
eten
to eat, to have dinner, lunch etc.
feest, het
party
graag (welke programma's wil je graag zien?)
which programmes would you like to see
half
half
klaar
ready
kwart, het (tijd)
quarter
kwartier, het
quarter of an hour
laat
late
land, het
land
lang
long
les, de
lesson
lezen
to read
over (kwart over twee)
past (a quarter past two)
precies
precise / right on time
programma, het (tv)
programme
verjaardag, de
birthday
voor (vijf voor acht)
to (five minutes to eight)
vriendin, de
female friend / girlfriend
ander
other
anderhalf
one and a half
bus, de
bus
centrum, het
(town, city) centre
dag, de
day
duren
to last
dus
so
hoeveel
how much, how many
keer, de (twee keer per week)
time (two times a week)
maand, de
month
nemen
to take
per (twee keer per week)
per (two times a week)
station, het
station
tot (van … tot)
from … to
vaak
often
vakantie, de
holiday(s)
volgend
next
vrij
free, a day off
week, de
week
al
already
danken (dank je wel)
to thank (thank you)
feliciteren
to congratulate
geboren
born
hartelijk (hartelijk gefeliciteerd)
congratulations, sincere best wishes
hartelijk (hartelijke groeten)
best regards
jong
young
oud
old
pas (pas 19)
only 19
toch (dat is toch niet oud)
that's not old, is it?
tot (tot zaterdag)
to (see you on Saturday)
vieren
to celebrate
wanneer
when
worden
to become, to get
ziekenhuis, het
hospital
bakker, de
baker
bezorgen
to deliver
brood, het
bread, loaf
glas, het (glaasje)
glass
kopen
to buy
wijn, de
wine
alles
all
band, de
relation
bijzonder
special
gerecht, het
meal
meenemen
bring, take along
mooi
beautiful, nice
pannenkoek, de
pancake
aardappel, de
potatoe
appel, de
apple
banaan, de
banana
bijvoorbeeld
for example
boodschap(pen) de
shopping, purchases
drinken
to drink
fruit, het
fruit
gehakt, het
minced meat
gek zijn op
to be crazy about
groente
vegetables
heerlijk
delightful, lovely
houden van
to like
kaas, de
cheese
kiezen
to choose
kip, de
chicken
kosten
cost
lekker
nice, good, tasty
lekker vinden
to like
lusten
to like
maken
to make
melk, de
milk
mogen
can , may
nooit
never
ontbijt, het
breakfast
patat, de
chips
rijst, de
rice
school, de
school
thee, de
tea
vegetariër, de
vegetarian
vis, de
fish
vlees, het
meat
water, het
water
zo (ik houd niet zo van bier)
so (I don't like beer too much)
zoet
sweet
zout, het
salt
alstublieft
please / here you are (formal)
beurt, de
turn
bruin
brown
champignon, de
mushroom
duur
expensive
ei, het (eieren)
egg(s)
goedkoop
cheap
graag (twee koffie graag)
two coffees please
gram
gram(me)
kilo, de
kilo
markt, de
market
ons, het
a hundred grammes
pond, de
pound (500 grammes)
snijden (gesneden)
to cut, to slice (sliced bread)
supermarkt, de
supermarket
tas, de (tasje erbij?)
bag (would you like a bag?)
tomaat, de
tomato
verkoper, de
salesman, woman, shop assistant
wit
white
aanbieden
to offer
alsjeblieft
please / here you are (informal)
bier(tje), het
beer
dorst, de (dorst hebben)
thirst (to be thirsty)
fris, het
soft drink
gezellig
pleasant, enjoyable, comfortable
halen
to get
iets
something, anything
koffie,de
coffee
kop, de
cup
proost
cheers
wat (iets)
here: something
zin hebben in
to feel like
avondeten, het
dinner, supper
bestellen
to order
boterham, de
sandwich, slice of bread
eten, het
food
klant, de
customer, client
klein
small
lunch, de
lunch
meestal
mostly, usually
salami, de
salami
soort, de
kind
tussen
between
warm
warm, hot
appartement, het
apartment
boot, de
boat
villa, de
villa
arm
poor
eigen
own
eindelijk
at last
alleen
by yourself / only
bad, het
bath
balkon, het
balcony
beetje, het
a little
beneden
downstairs
boven
upstairs
daarom
therefore
delen
to share
dorp, het
village
fantastisch
fantastic
gezin, het
family (parents and children)
groot
big
kamer, de
room
kast, de
cupboard
keuken, de
kitchen
licht
bright
meter, de
metre
muziek, de
music
natuurlijk
of course
plattegrond, de
(street) map
praten
to talk
raam, het
window
rustig
quiet(ly)
slaapkamer, de
bedroom
stad, de
town, city
toilet, het
toilet
tuin, de
garden
verdieping, de
floor
vierkante meter, de
square meter
vrij (vrij klein)
rather (rather small)
wasmachine, de
washing machine
werkkamer, de
study
zelfs
even
zolder, de
attic
zon, de
sun
zonder
without
aantal, het
the number
algemeen
all
bedoelen
to mean
betalen
to pay
helaas
unfortunately
helpen
to help
hoog
high
huren, de huur
to rent, rent
inschrijven
to register
jammer (het is jammer voor u)
a pity, too bad (I am sorry for you)
kleur, de
colour
krijgen
to get, to receive
laag
low
leeftijd, de
age
misschien
perhaps
prachtig
beautiful, wonderful
reageren
to respond, to react
ruim
spacious
salaris, het
salary
spijten
to be sorry
te koop
for sale
verder (verder zoeken)
farther, further (to go on looking)
verhuizen
to move
verkeerd
wrong
via
through
woning, de
house
zien
to see
bank, de (meubel)
couch, sofa
bed, het
bed
echt (waar)
real(ly) / yes it is
erg
very
geld, het
money
idee, het
idea
kussen
pillow
passen bij / in
to go / to match with - to go well in
stoel, de
chair
tafel, de
table
bekijken
to look at
brief, de
letter
momen(tje), het
moment (just a moment, hold on please)
prima
excellent
spreken
to speak, to talk
vanaf
from
woningbouwvereniging, de
housing association
auto, de
car
fiets, de
bicycle
reizen
to travel
vertraging, de
delay
advies, het
advice
eiland, het
island
provincie, de
region, province
binnengaan
to go in(to)
boek, het
book
computer, de
computer
eind, het
the end
hoezo
what do you mean
kaart, de (plattegrond, de)
(street) map
lift, de
lift
lopen
to walk
meegaan
go along, go with, accompany
niks/niets
nothing
over (over zijn schouder)
over (over his shoulder)
plein, het
square
rechts
(on / to the) right
regenen
to rain
snappen
to get, to catch, to grasp
trap, de
stairs
universiteit, de
university
ver
far
vlakbij
close by, nearby
weg, de
road
kerk, de
church
kilometer, de
kilometre
langs (langs de supermarkt)
you pass the supermarket
langs (langs het water)
along the water's edge
linkerkant, de
left side
links
left
linksaf
(to the) left
na
after
naast
next to
oversteken
to cross the street
pad, het (fietspad)
(bi)cycle track/path
pad, het (in de supermarkt)
isle (in supermarkets)
parkeren
to park
pinnen
to pay with an ATM card
rechtdoor
straight ahead
rechtsaf gaan
to turn right
schrijven
to write (down)
steeds
always, constantly
uitstappen
to get off
vinden
to find
zebrapad, het
pedestrian crossing, zebra crossing
aankomen
to arrive
brug, de
bridge
door
through
drukken
to press, push
feestdag, de
public holiday
fout, de
mistake, error, fault
gesloten
closed
heel (de hele dag)
the whole day
heel (heel mooi)
very (very beautiful)
ingang, de
entrance, entry
instappen
get in / on
kaart, de (toegangskaart, de)
ticket
kassa, de
check out
klas, de (school)
grade, class
korting, de
discount
metro, de
subway, tube, underground
naartoe (waar gaat u naartoe?)
to (where are you going to)?
opladen
to charge
overstappen
to change / to transfer
reis (enkele reis)
trip (single / one-way ticket)
retour, het (trein)
return trip / ticket
scherm, het
screen
spoor, het
track, platform
tijdens
during
trein, de
train
vertrekken
to leave
voordeel, het
advantage
weekend, het
weekend
automaat, de
ticket machine
elk
every, each
fietsen
to cycle
onderweg
on the way
ouder, de
parent
rechterkant, de
right(-hand) side
richting, de
direction
tram, de
tram
vol
full
woonplaats, de
(place of) residence
bloes, de
blouse, shirt
broek, de
trousers
geel
yellow
jas, de
coat
jurk, de
dress
laten zien
to show
paars
purple
rok, de
skirt
rood
red
schoen, de
shoe
sok, de
sock
t-shirt, het
t-shirt
zwart
black
aanhebben
to wear
bank, de (geld)
bank
belangrijk
important
blauw
blue
donker
dark
dragen
to wear
figuur
figure
gympen, de
sneakers
hardlopen
to run
kleren, de
clothes
kort
short
lichtblauw
light blue
model, het
model
modeshow, de
fashion show
net (voor kleren)
good / Sunday best (for clothes)
overhemd, het
shirt
paar, het
pair
pak, het (kleding)
suit
pet, de
cap
politie, de
police
trui, de
sweater
uitgaan
to go out
uniform, het
uniform
voorjaar, het
spring
zomer, de
summer
zo'n
about
blond
blond
bril, de
glasses, spectacles
ding, het
thing
eruitzien
to look
groen
green
haar, het
hair
jongen, de
boy
klas(se), de (openbaar vervoer)
class
krul, de
curl
oog, het
eye
pauze, de
break
raden
to guess
steil (haar)
straight
uiterlijk, het
appearance
verliefd
in love
bon, de
the receipt
dezelfde
the same
gat, het
hole
gisteren
yesterday
kapot
torn, broken
knoop, de
button
maat, de
size
plezier, het
fun
probleem, het
problem
ruilen
to exchange
stuk
broken
vervelend
annoying, unpleasant
baas, de
boss
buurman, de
neighbour (male)
compliment, het
compliment
dame, de
lady
elkaar
each other, one another
niemand
nobody, no one
opstaan
to get up / to stand up
film, de
film
reus, de
gigant
bekend
familiar
bioscoop, de
cinema
borrel, de
alcoholic drink; a get-together
daarna
after that, afterwards
eerst
first
honger, de (ik heb honger)
appetite (I am hungry)
kroeg, de
café, pub
plan, het
plan
rekening, de
bill
straks
later
terugbellen
to call back
traditie, de
tradition
voorstel, het
proposal, proposition
want
because, for
zielig
pitiful, pathetic
aankomen
to gain weight
citroen, de
lemon
fles, de
bottle
geloven
think, believe
gewoon
simply, just, usual
kaart, de (menukaart, de)
menu
knoflook, de
garlic
lijken (de zalm lijkt me erg lekker)
seem, appear (the salmon looks very nice)
nog (nog een witte wijn)
another (another white wine)
nog (nog leuker)
even (even nicer)
ober, de
waiter
plaats, de
place
saus, de
sauce
taart, de
cake, pie
tegen (daar kan ik geen nee tegen zeggen)
against, by, to (I can't say no to that)
tonijn, de
tuna
voorgerecht, het
first course, starter
werkdag, de
working day
zalm, de
salmon
aanstaande
next
bloem, de
flower
bruiloft, de
wedding
gelukkig
happy (glad to hear it)
geweldig
terrific, fantastic
hapje, het
bite
koken
cook, do the cooking
lenen
to borrow
lied(je), het
song
maaltijd, de
meal
namelijk
you see, as it happens
om een uur of (twee)
about (two) o' clock
pakken
to get
slecht
bad
suiker, de
sugar
trouwen
to get married
uitnodigen
to invite
uitnodiging, de
invitation
voetbal, het
football
volgens
according to
vraag, de
question
wedstrijd, de
match, game
al(le)
general
bang
frightened
bang voor
afraid of
dagelijks
daily, every day
dier, het
animal
gebouw, het
building
gratis
free
informatie, de
information
minstens
at least
open
open
openbaar vervoer
public transport
openingstijden, de
opening hours
park, het
park
praktisch
practical
spannend
exciting
sprookje, het
fairy tale
toegang, de
entrance
toegangskaartje, het
ticket
varen
to sail