• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/26

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

26 Cards in this Set

  • Front
  • Back

We hebben bijna vakantie. Ik heb een vakantiebaantje nodig.

Wir haben bald Ferien. Ich brauche einen Ferienjob.

Dan zoek er een voor de zomervakantie!

Dann suche dir doch eine für die Sommerferien!

Wat doe jij eigenlijk?

Was machst du eigentlich?

Ik help in een restaurant.

Ich helfe aus in einem Restaurant.

En wanneer werk je?

Und wann arbeitest du?

Ik werk in het weekend, altijd op zaterdag en soms op zondagmorgen.

Ich arbeite am Wochenende, immer samstags und manchmal am Sonntagmorgen.

Waar werk je?

Wo arbeitest du?

Ik werk bij een webshop. We leveren het hele land.

Ich arbeite bei einem Webshop. Wir beliefern das ganze Land.

Wat verkopen jullie zo al?

Was verkauft ihr denn so?

We leveren alles wat men op het kantoor gebruikt.

Wir liefern alles, was men in Büro braucht.

En wat moet jij dan doen?

Und was musst du machen.

Ik beantwoord E-Mails met een speciaal computerprogramma.

Ich beantworte E-Mails mit einem speziellen Computerprogramm.

Wat voor een werk zoek je dan?

Was für eine Arbeit suchst du denn.

Ik heb interesse in een bijbaantje in een elektronische winkel (?)

Ich interessiere mich für einen Nebenjob in einem Elektronikgeschäft.

Heb je al ervaring?

Hast du schon Erfarung?

Ja, ik heb een eigen webshop met computerspellen.

Ja, ich habe einen eigenen Webshop mit Computerspielen.

Hoeveel verdien je?

Wie viel verdienst du?

Mijn loon hangt er vanaf, hoeveel ik verdien.

Mein Lohn hängt davon ab, wie viel ich verkaufe.

Ik ben geïnteresseerd voor het bedrijf van je oom.

Ich interessiere mich für die Firma deines Onkles.

Echt? Dan schrijf hem eens een e-mail en vraag hem, hoe je solliciteren kan.

Wirklich? Dann schreib ihm mal eine E-Mail und frage ihn, wie du dich bewerben kannst.

Kun je mij zijn e-mail adres geven?

Kannst du mir mal seine E-Mail-Adresse geben?

Zeker, ze luid h.schumann@neckermann.de.

Klar, sie loutet h.schumann@neckermann.de.

Weet je, hoe men een sollicitatiebrief schrijft?

Weißt du, wie man einen Bewerbungsbrief schreibt?

Waarom wil je het weten?

Wozu willst du das wissen?

Ik wil bij de Mediamarkt solliciteren.

Ich will mich bei Mediamarkt bewerben.

Ik heb een.., dat je kopiëren kan. Ik stuur jou het document per e-mail.

Ich habe ein Beispiel, das du kopieren kannst. Ich schicke dir die Datei per E-Mail.