Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
18 Cards in this Set
- Front
- Back
De eerste maand van het jaar is...
|
januari
|
|
De tweede maand van het jaar is...
|
februari
|
|
De derde maand van het jaar is...
|
maart
|
|
De vierde maand van het jaar is...
|
april
|
|
De vijfde maand van het jaar is...
|
mei
|
|
De zesde maand van het jaar is...
|
juni
|
|
De zevende maand van het jaar is...
|
juli
|
|
De achtste maand van het jaar is...
|
augustus
|
|
De negende maand van het jaar is...
|
september
|
|
De tiende maand van het jaar is...
|
oktober
|
|
De elfde maand van het jaar is...
|
november
|
|
De twaalfde maand van het jaar is...
|
december
|
|
De eerste seizoen van het jaar is...
|
de lente, of de voorjaar
|
|
De tweede seizoen van het jaar is...
|
de zomer
|
|
De derde seizoen van het jaar is...
|
de herfst, of de najaar
|
|
De vierde seizoen van het jaar is...
|
de winter
|
|
De lente, de zomer, de herfst, en de winter zijn de vier...
|
seizonen
|
|
Een jaar heeft twaalf...
|
maanden
|