• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/48

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

48 Cards in this Set

  • Front
  • Back

Hoofdstuk 8 Evalueren



Er zijn twee belangrijke redenen waarom de casemanager de hulp- en dienstverlening evalueert en eventueel herziet.


1. De eerste reden heeft te maken met de professionele verplichting van de casemanager aan de cliënt en het uitvoeringsteam om aan te geven in hoeverre de bereikte doelen overeen­ komen met wat in het contract is afgesproken: zijn de veranderingen die men pretendeerde in gang te zetten ook werkelijk in gang gezet?



2. Een tweede reden voor evaluatie is dat een expliciete terugblik op en inventarisatie van fou­ten en prestaties een waardevolle leerervaring kan zijn voor ieder die bij de hulpverlening betrokken is, inclusief de casemanager.

Een goede evaluatie kan ertoe bijdragen dat de lessen die te leren zijn uit het hulpverleningsproces, geconsolideerd worden.



Tevens kan zij ertoe bijdragen dat

de cliënt in de toekomst beter met soortgelijke situaties kan omgaan.



Zelfs als er fouten gemaakt zijn en niet alle doelen zijn bereikt, kan het feit dat alle betrokkenen leren waardoor de doelen niet bereikt zijn en hoe in de toekomst soortgelijke fouten vermeden kunnen worden, winst opleveren.



Dit is met name van belang voor de verdere voortgang van het uitvoeringsteam.

Bij evaluatie gaat het om drie aspecten:


1. evaluatie van het hulpverleningsplan met betrekking tot de bereikte doelen en de uitkomsten van de hulpverlening (8.1);
2. evaluatie van de gevolgde werkwijzen en het functioneren van het uitvoerings­ team(8.2);
3. evaluatie van de tevredenheid van de cliënt (8.3).



Het is de taak van de casemanager ervoor te zorgen dat deze evaluaties plaatsvinden, dat hij ze mogelijk maakt en uitvoert of doet uitvoeren.


8.1 Evaluatie van het hulpverleningsplan, de doelen en de uitkomsten



Evaluatie moet een voortdurende activiteit zijn tijdens het geplande hulpverleningsproces. Na ieder afgeronde taak moet de casemanager

kunnen vaststellen of de gestelde doelen zijn bereikt en of de methoden en doelen in het hulpverleningsproces herschikt of opnieuw gedefinieerd moeten worden.



Van tijd tot tijd moeten de casemanager, de cliënt en de leden van het uitvoeringsteam in bredere zin naar het verloop van de hulpverlening kijken en moet de balans van de hulpverlening opgemaakt worden, juist in die gevallen waarin geen tijdslimiet is vastgesteld.



Het hulpverlening plan



1. De 'r....
2. In de tweede plaats moet gekeken worden naar de k......
3. In de derde plaats is het nodig vast te stellen of ........
4. Het is van belang dat de casemanager ........
5. Het gaat bij het evalueren van het hulpverleningsplan om .......

1. De 'route' van de hulpverlening is vastgelegd in een hulpverleningsplan.
2. In de tweede plaats moet gekeken worden naar de kwaliteit van de hulpverlening. Er is nog een ander aspect aan de kwaliteit , namelijk proces. Hier raken monitoring en evaluatie elkaar.
3. In de derde plaats is het nodig vast te stellen of de behoeften van de cliënt en de inhoud en uitvoering van het hulpverleningsplan nog wel in evenwicht met elkaar zijn
4. Het is van belang dat de casemanager de evaluatiebijeenkomsten goed voorbereidt in die zin dat hij zorgt dat het benodigde materiaal van tevoren beschikbaar is.
5. Het gaat bij het evalueren van het hulpverleningsplan om het in beeld krijgen van de sterke en de zwakke kanten in de uitvoering van het plan en het vaststellen van maatregelen om de kwaliteit te verbeteren.

De 'route' van de hulpverlening is vastgelegd in

een hulpverleningsplan. Geen van de opstellers van het plan heeft de garantie dat het plan ook inderdaad werkt zoals bedoeld.



Het plan is een soort optie van wat er gedaan moet worden op basis van een zo goed mogelijk ingeschatte vertreksituatie bij aanvang van de hulpverlening . Het kan echter zijn dat de uitvoering van het plan neveneffecten oproept (Brand 1974) die minder of niet gewenst zijn. Het blijft dus voortdurend de vraag of het plan bijdraagt aan het welzijn van de cliënt.

Het plan is een soort

optie van wat er gedaan moet worden op basis van een zo goed mogelijk ingeschatte vertreksituatie bij aanvang van de hulpverlening .



Het kan echter zijn dat de uitvoering van het plan neveneffecten oproept (Brand 1974) die minder of niet gewenst zijn. Het blijft dus voortdurend de vraag of het plan bijdraagt aan het welzijn van de cliënt.

In de tweede plaats moet gekeken worden naar de kwaliteit van de hulpverlening.



De casemanager moet er zeker van zijn dat

de hulpbronnen die nodig zijn om het plan uit te voeren adequaat zijn.



Een algehele evaluatie van de waarde van het plan moet dus ook inhouden een nagaan of de input voldoende is om de geïdentificeerde behoeften van de cliënt te realiseren.

Er is nog een ander aspect aan de kwaliteit , namelijk proces.



Hier raken

monitoring en evaluatie elkaar.



Wanneer wordt nagegaan wat de waarde van de dienstverlening is, kijkt de casemanager ook of het plan op een geëigende en goede manier wordt uitgevoerd . De casemanager hoeft geen goed effect te verwachten als de activiteiten en taken benoemd in het plan slecht worden uitgevoerd.

In de derde plaats is het nodig vast te stellen of de behoeften van de cliënt en de inhoud en uitvoering van het hulpverleningsplan nog wel in evenwicht met elkaar zijn:




het kan zijn dat de behoeften van de cliënt zijn veranderd of verminderd, waardoor het niet nodig is het plan nog steeds 'op volle sterkte' uit te voeren



Vragen die aan de orde kunnen komen in een evaluatie van het hulpverleningsplan zijn bijvoorbeeld:
• Vindt u dat het hulpverleningsplan nog relevant is?
• Zijn de doelen zoals geformuleerd in het plan of in onderdelen van het plan nog relevant gezien de behoeften van de cliënt?
• Zijn bij de cliënt nieuwe behoeften ontstaan waardoor het huidige plan bijgesteld dient te worden?
• Worden de activiteiten zoals omschreven in het hulpverleningsplan goed uitgevoerd en hebt u de indruk dat uw activiteiten als deelnemer aan de uitvoering van het plan aan­ sluiten op die van de andere teamleden?


Vragen die aan de orde kunnen komen in een evaluatie van het hulpverleningsplan zijn bijvoorbeeld:



• Vindt u dat het hulpverleningsplan nog relevant is?
• Zijn de doelen zoals geformuleerd in het plan of in onderdelen van het plan nog relevant gezien de behoeften van de cliënt?
• Zijn bij de cliënt nieuwe behoeften ontstaan waardoor het huidige plan bijgesteld dient te worden?
• Worden de activiteiten zoals omschreven in het hulpverleningsplan goed uitgevoerd en hebt u de indruk dat uw activiteiten als deelnemer aan de uitvoering van het plan aan­ sluiten op die van de andere teamleden?

Het is van belang dat de casemanager de evaluatiebijeenkomsten

goed voorbereidt in die zin dat hij zorgt dat het benodigde materiaal van tevoren beschikbaar is.



Het is niet aan te bevelen om van een evaluatiebijeenkomst een soort brainstorming te maken zonder dat aan de deelnemers duidelijk is met welke vragen zij van tevoren hun materiaal hebben moeten doornemen om adequate informatie over de voortgang van de hulpverlening te kunnen leveren.



Bij de voorbereiding van de evaluatie door de leden van het uitvoeringsteam kan gevraagd worden of zij alvast wat suggesties willen bedenken voor verbeteringen in het plan als zij menen dat die moeten worden aangebracht.


Het gaat bij het evalueren van het hulpverleningsplan om het in beeld krijgen van de sterke en de zwakke kanten in de uitvoering van het plan en het vaststellen van maatregelen om de kwaliteit te verbeteren.

Het is niet aan te bevelen om van een evaluatiebijeenkomst een soort

brainstorming te maken zonder dat aan de deelnemers duidelijk is met welke vragen zij van tevoren hun materiaal hebben moeten doornemen om adequate informatie over de voortgang van de hulpverlening te kunnen leveren.



Bij de voorbereiding van de evaluatie door de leden van het uitvoeringsteam kan gevraagd worden of zij alvast wat suggesties willen bedenken voor verbeteringen in het plan als zij menen dat die moeten worden aangebracht.


Het gaat bij het evalueren van het hulpverleningsplan om het in beeld krijgen van de sterke en de zwakke kanten in de uitvoering van het plan en het vaststellen van maatregelen om de kwaliteit te verbeteren.

Bij de voorbereiding van de evaluatie door de leden van het uitvoeringsteam kan gevraagd worden of zij alvast wat suggesties willen bedenken voor verbeteringen in het plan als zij menen dat die moeten worden aangebracht.



Het gaat bij het evalueren van het hulpverleningsplan om

het in beeld krijgen van de sterke en de zwakke kanten in de uitvoering van het plan en het vaststellen van maatregelen om de kwaliteit te verbeteren.

De doelen



Bij de evaluatie van al of niet bereikte doelen kan de casemanager de volgende stappen zetten.



1. Vaststellen w


2. Vaststellen van d
3. Beschrijven van
4. Aangeven van d


5. Beschrijven van


6. Frequentie van

1. Vaststellen welk doel bereikt moet zijn
Dit doel is direct afgeleid van het hulpverleningsplan.


2. Vaststellen van de sleutelbegrip pen die een rol spelen in de evaluatie van al of niet bereikte doelen
3. Beschrijven van de indicatoren
4. Aangeven van de middelen waarmee gegevens verzameld zullen worden


5. Beschrijven van de herkomst van gegevens


6. Frequentie van materiaalverzameling

1. Vaststellen welk doel bereikt moet zijn
Dit doel is direct afgeleid van het hulpverleningsplan.


2. Vaststellen van de sleutelbegrip pen die een rol spelen in de evaluatie van al of niet bereikte doelen
3. Beschrijven van de indicatoren
4. Aangeven van de middelen waarmee gegevens verzameld zullen worden


5. Beschrijven van de herkomst van gegevens


6. Frequentie van materiaalverzameling

De doelen
Bij de evaluatie van al of niet bereikte doelen kan de casemanager de volgende stappen zetten.



1. Vaststellen welk doel bereikt moet zijn
Dit doel is direct afgeleid van het hulpverleningsplan.



2. Vaststellen van de sleutelbegrip pen die een rol spelen in de evaluatie van al of niet bereikte doelen
De casemanager moet die begrippen goed specificeren omdat een globale omschrijving niet te meten is. Bijvoorbeeld: vergroting van sociale vaardigheid is niet te meten wanneer niet duidelijk is op basis van welk soort functioneren van de cliënt af te meten is of en in welke mate zijn ociale vaardigh ·d vergroot is

3. Beschrijven van de indicatoren
De casemanager moet aangeven welke indicatoren richtinggevend zijn bij de beoordeling van de kwaliteit van de bereikte doelen. Deze indicatoren kunnen slaan op gedrag, op hou­ ding, op waarneming of kunnen van fysieke aard zijn zoals werk, huisvesting, et cetera.



4. Aangeven van de middelen waarmee gegevens verzameld zullen worden
Dit betekent dat de casemanager vaststelt welke instrumenten gebruikt zullen worden om bepaalde onderdelen van het plan te onderzoeken. Er is veel geschreven over wat goede in­ strumenten zouden zijn en ook hoe deze instrumenten op het terrein van de hulpverlening gebruikt kunnen worden.
Er staan de casemanager vele instrumenten ter beschikking zoals vragenlijsten , interview­ middelen, logboeken van cliënten en gedragsobservaties. Dezelfde instrumenten kunnen gebruikt worden voor zowel evaluatieve doeleinden als voor assessment zodat de casema­ nager gegevens kan verzamelen die de verandering in de situatie van de cliënt op langere termijn betreffen.



5. Beschrijven van de herkomst van gegevens
Wie en wat zijn de bronnen van de gegevens die de casemanager verzameld heeft? Deze vraag wordt ten dele beantwoord door te weten welke instrumenten gebruikt worden om de relevante gegevens te verzamelen. De casemanager heeft hoe dan ook de beschikking over een reeks bronnen van informatie waardoor hij in staat is een brede keuze te maken. Sommige hiervan betreffen de cliënt, sommige belangrijke anderen, andere professionals, casusverslagen en andere gegevens afkomstig uit instellingsmateriaal.



6. Frequentie van materiaalverzameling
Het is niet nodig informatie slechts op een bepaald vast moment te verzamelen . De casema­ nager kan gebruik maken van verschillende observatieperioden zodat hij de vorderingen van de cliënt met betrekking tot een bepaald doel over een langere periode kan volgen.

De uitkomsten



Van groot belang bij de evaluatie zijn, uiteraard, de

uitkomsten van de hulpverlening tot op dat moment. De uitkomsten kunnen gemeten worden naar de mate waarin de cliënt in staat is beter te functioneren in zijn dagelijks leven. Is zijn zelfstandigheid vergroot, is zijn sociale vaardigheid toegenomen, is hij beter in staat zelfstandig zijn behoeften te realiseren, et cetera?



In feite kunnen we stellen dat alle doelen zoals gesteld in het hulpverleningsplan als vragen in de evaluatie terug moeten komen. Ook hier geldt weer dat er niet te grote en daardoor wat abstracte omschrijvingen van de doelen gemaakt moeten zijn wil het mogelijk zijn op concrete punten te evalueren. De evaluatie van de uitkomsten moet zowel de positieve als de negatieve uitkomsten betreffen. Het is altijd mogelijk dat een situatie (of aspecten daar­ van) verslechteren onder invloed van bepaalde interventies. De oplossing van het ene probleem kan een ander probleem aan de oppervlakte brengen.



De evaluatie van de uitkomsten is in zekere zin een kwestie van rekenen: de positieve uitkomsten (zowel bedoelde als onbedoelde, de neveneffecten) moeten gewogen worden ten opzichte van de negatieve uitkomsten (voorzien en onvoorzien) . Wanneer winst en verlies vergeleken worden kan een evenwichtig beeld van de situatie verkregen worden. Ook zal bij de uitkomsten gekeken moeten worden naar effectiviteit en efficiency.

In feite kunnen we stellen dat

alle doelen zoals gesteld in het hulpverleningsplan als vragen in de evaluatie terug moeten komen. Ook hier geldt weer dat er niet te grote en daardoor wat abstracte omschrijvingen van de doelen gemaakt moeten zijn wil het mogelijk zijn op concrete punten te evalueren.



De evaluatie van de uitkomsten moet zowel de positieve als de negatieve uitkomsten betreffen. Het is altijd mogelijk dat een situatie (of aspecten daar­ van) verslechteren onder invloed van bepaalde interventies. De oplossing van het ene probleem kan een ander probleem aan de oppervlakte brengen.



De evaluatie van de uitkomsten is in zekere zin een kwestie van rekenen: de positieve uitkomsten (zowel bedoelde als onbedoelde, de neveneffecten) moeten gewogen worden ten opzichte van de negatieve uitkomsten (voorzien en onvoorzien) . Wanneer winst en verlies vergeleken worden kan een evenwichtig beeld van de situatie verkregen worden. Ook zal bij de uitkomsten gekeken moeten worden naar effectiviteit en efficiency.

De evaluatie van de uitkomsten moet zowel de positieve als de negatieve uitkomsten betreffen. Het is altijd mogelijk dat

een situatie (of aspecten daar­ van) verslechteren onder invloed van bepaalde interventies. De oplossing van het ene probleem kan een ander probleem aan de oppervlakte brengen.



De evaluatie van de uitkomsten is in zekere zin een kwestie van rekenen: de positieve uitkomsten (zowel bedoelde als onbedoelde, de neveneffecten) moeten gewogen worden ten opzichte van de negatieve uitkomsten (voorzien en onvoorzien) . Wanneer winst en verlies vergeleken worden kan een evenwichtig beeld van de situatie verkregen worden. Ook zal bij de uitkomsten gekeken moeten worden naar effectiviteit en efficiency.

De evaluatie van de uitkomsten is in zekere zin een kwestie van rekenen:

de positieve uitkomsten (zowel bedoelde als onbedoelde, de neveneffecten) moeten gewogen worden ten opzichte van de negatieve uitkomsten (voorzien en onvoorzien) .



Wanneer winst en verlies vergeleken worden kan een evenwichtig beeld van de situatie verkregen worden. Ook zal bij de uitkomsten gekeken moeten worden naar effectiviteit en efficiency.

• Effectiviteit slaat op
• Efficiency slaat op

• Effectiviteit slaat op
de mate waarin de gebruikte methoden effectief (doeltreffend) waren in relatie met de uitkomst.
• Efficiency slaat op
de krachtsinspanningen en de kosten die besteed zijn om het doel te bereiken .




Het mag soms effectief zijn om een punaise met een voorhamer in de muur te slaan, het is niet erg efficiënt omdat het werkje ook gedaan kan worden met gebruikmaking van een minder krachtig werktuig.



Een methode is dus efficiënt als de uitkomst bereikt kan worden met een minimum aan kosten. Onder kosten worden dan verstaan:



g


t


s


b



Zou een hulpverlener dezelfde doelen bereikt kunnen hebben door drie maanden met een gezin te werken in plaats van zes? Was de toegevoegde winst in de laatste drie maanden het waard de extra tijd eraan te spenderen? Wat zouden werker en gezin in die tijd anders hebben kunnen doen?
Hoewel dergelijke vragen natuurlijk bij de aanvankelijke planning door de casemanager bezien moeten worden, moeten ze opnieuw aan het eind van de hulpverlening bekeken worden in het licht van de actuele ervaringen. Het mag misschien een spelletje lijken je af te vragen hoe dingen anders gegaan zouden kunnen zijn, maar een dergelijk kritisch onder­ zoek schept wel het klimaat voor professionele groei.


Een andere vraag die gesteld moet worden bij het evalueren van de uitkomsten betreft ook de evaluatie van de methoden die in de hulpverlening gebruikt zijn.


• Waardoor zijn er veranderingen opgetreden?
• Hoe werkten de daarbij gebruikte methoden?
• Wat bevorderde en wat belemmerde het proces?
• Trad verandering (positief of negatief ) op dankzij of in weerwil van de interventie van het uitvoeringsteam?
• Kunnen de veranderingen worden toegeschreven aan factoren die het team kan herkennen?


Deze vragen kunnen alleen beantwoord worden door middel van goed opgezette evaluaties. Zij kunnen ook inzicht geven op welke manier procedures en technieken werken of niet werken, hoe er in de toekomst verder mee gewerkt kan worden en hoe ze eventueel veranderd kunnen worden .

geld,


tijd,


stress,


belasting.



Zou een hulpverlener dezelfde doelen bereikt kunnen hebben door drie maanden met een gezin te werken in plaats van zes?


Was de toegevoegde winst in de laatste drie maanden het waard de extra tijd eraan te spenderen?


Wat zouden werker en gezin in die tijd anders hebben kunnen doen?



-Zou een hulpverlener dezelfde doelen bereikt kunnen hebben door drie maanden met een gezin te werken in plaats van zes?


-Was de toegevoegde winst in de laatste drie maanden het waard de extra tijd eraan te spenderen?


-Wat zouden werker en gezin in die tijd anders hebben kunnen doen?



Hoewel dergelijke vragen natuurlijk bij de aanvankelijke planning door de casemanager bezien moeten worden, moeten ze opnieuw

aan het eind van de hulpverlening bekeken worden in het licht van de actuele ervaringen.



Het mag misschien een spelletje lijken je af te vragen hoe dingen anders gegaan zouden kunnen zijn, maar een dergelijk kritisch onder­ zoek schept wel het klimaat voor professionele groei.



Een andere vraag die gesteld moet worden bij het evalueren van de uitkomsten betreft ook de evaluatie van de methoden die in de hulpverlening gebruikt zijn.



• Waardoor zijn er veranderingen opgetreden?
• Hoe werkten de daarbij gebruikte methoden?
• Wat bevorderde en wat belemmerde het proces?
• Trad verandering (positief of negatief ) op dankzij of in weerwil van de interventie van het uitvoeringsteam?
• Kunnen de veranderingen worden toegeschreven aan factoren die het team kan herkennen?




Een andere vraag die gesteld moet worden bij het evalueren van de uitkomsten betreft ook de evaluatie van de methoden die in de hulpverlening gebruikt zijn.



• Waardoor zijn er veranderingen opgetreden?
• Hoe werkten de daarbij gebruikte methoden?
• Wat bevorderde en wat belemmerde het proces?
• Trad verandering (positief of negatief ) op dankzij of in weerwil van de interventie van het uitvoeringsteam?
• Kunnen de veranderingen worden toegeschreven aan factoren die het team kan herkennen?




Deze vragen kunnen alleen beantwoord worden door middel van goed opgezette evaluaties. Zij kunnen ook inzicht geven op welke manier procedures en technieken werken of niet werken, hoe er in de toekomst verder mee gewerkt kan worden en hoe ze eventueel veranderd kunnen worden .

Deze vragen kunnen alleen beantwoord worden door middel van

goed opgezette evaluaties.



Zij kunnen ook inzicht geven op welke manier procedures en technieken werken of niet werken, hoe er in de toekomst verder mee gewerkt kan worden en hoe ze eventueel veranderd kunnen worden .

Een andere vraag die gesteld moet worden bij het evalueren van de uitkomsten betreft ook de evaluatie van de methoden die in de hulpverlening gebruikt zijn.


• Waardoor zijn er veranderingen opgetreden?
• Hoe werkten de daarbij gebruikte methoden?
• Wat bevorderde en wat belemmerde het proces?
• Trad verandering (positief of negatief ) op dankzij of in weerwil van de interventie van het uitvoeringsteam?
• Kunnen de veranderingen worden toegeschreven aan factoren die het team kan herkennen?




Deze vragen kunnen alleen beantwoord worden door middel van goed opgezette evaluaties.

Zij kunnen ook inzicht geven op welke manier procedures en technieken werken of niet werken, hoe er in de toekomst verder mee gewerkt kan worden en hoe ze eventueel veranderd kunnen worden .




Ook het punt van goede

timing is belangrijk bij het verzamelen van gegevens ten dien­ ste van de evaluatie.



Omdat de mogelijkheid bestaat dat de uitkomst aan het eind van de hulpverlening niet de laatste is, kan het wenselijk zijn na verloop van tijd een follow-up evaluatie te plannen. Maar er bestaan ook problemen bij zulke follow-up studies.



Zo bestaan er ethische vragen zoals in hoeverre een follow-up na beëindiging van de hulpverlening een overschrijding van het recht van de cliënt op privacy betekent . Er zijn ook praktische problemen. Hoe langer de casemanager wacht met het doen van de follow-up, des te meer vertrouwen hij erin kan hebben dat het gewenste gedrag of de wijzingen in de omstandig­ heden van de cliënt blijven bestaan, maar des te moeilijker wordt het ook om te onderscheiden welke effecten te maken hebben met de hulpverlening en welke bijvoorbeeld met het dagelijks leven van de cliënt.

Zo bestaan er ethische vragen zoals in hoeverre een follow-up na beëindiging van de hulpverlening een overschrijding van het recht van de cliënt op privacy betekent . Er zijn ook praktische problemen.



Hoe langer de casemanager wacht met het doen van de follow-up, des te meer

vertrouwen hij erin kan hebben dat het gewenste gedrag of de wijzingen in de omstandig­ heden van de cliënt blijven bestaan, maar des te moeilijker wordt het ook om te onderscheiden welke effecten te maken hebben met de hulpverlening en welke bijvoorbeeld met het dagelijks leven van de cliënt.

8.2 Evaluatie van de werkwijze van het uitvoeringsteam



Een tweede gebied waar de evaluatie zich op dient te richten is


het functioneren van het uitvoering steam, zowel voor de proceskant als de productkant .



Het feit dat er een team van nogal gemengde samenstelling (cliënt, leden van diens sociale netwerk, professionals) aan het werk is betekent wel dat goed gelet moet worden op de effectiviteit ervan. Hierbij zijn twee dimensies van evalueren van belang. In de eerst plaats moet gekeken worden naar de effectiviteit van de interactie in het team.

Het feit dat er een team van nogal gemengde samenstelling (cliënt, leden van diens sociale netwerk, professionals) aan het werk is betekent wel dat goed gelet moet worden op de effectiviteit ervan.



Hierbij zijn twee dimensies van evalueren van belang.


1. In de eerste plaats moet gekeken worden naar de effectiviteit van de interactie in het team.
2. In de tweede plaats moet gekeken worden of het werk wat het team doet werkelijk een bijdrage levert m.b.t. de problematiek van de cliënt.


Evaluatie van het teamwerk is vormend in die zin dat

de evaluatie kan gebeuren tijdens de afronding in iedere bijeenkomst .



Deze informatie kan dan tijdens de oriëntatieronde op de volgende bijeenkomst bezien worden .



Door op een dergelijke manier te werken kan het team de vinger aan de pols houden met betrekking tot het effect van wat het doet.

8.3 Evaluatie van de tevredenheid van de cliënt



In toenemende mate zien we dat instellingen op het gebied van de hulpverlening in het kader van kwaliteitszorg

tevredenheidsonderzoeken onder hun cliënten doen.



Zo is bekend dat verschillende Sociaal Pedagogische Diensten (Vaartjes 1995) al geruime tijd tevredenheidsonderzoeken uitvoeren onder cliënten en hun familieleden.




Tevredenheidsonderzoeken zijn het belangrijkste onderdeel van de evaluatie omdat

hiermee uiteindelijk de waarde van de hulp- en dienstverlening getoetst wordt.



Het gaat er niet om of het team tevreden is, maar het gaat er om dat de cliënt als meest belangrijke participant aan de hulpverlening tevreden is.



Het is ook een van de meest lastige onderdelen van de evaluatie omdat er soms irrationele factoren een rol in spelen.



Zo kan het voor de cliënt soms

lastig zijn om zijn ontevredenheid over de hulpverlening te uiten als hij zich afhankelijk voelt van de leden van het uitvoeringsteam of als hij op hen is gesteld.



Zeker wanneer mensen uit het sociale netwerk van de cliënt bij de uitvoering van de hulpverlening betrokken zijn kan het zijn dat de cliënt zich niet vrij voelt kritiek op hun prestaties te leveren.



Het is dan juist de taak van de casemanager cliënt en teamleden te leren feedback te geven en te ontvangen met betrekking tot de vraag wat uiteindelijk de waarde van de hulpverlening voor de cliënt is.


Dat vereist kundigheid van de casemanager om een klimaat van niet-veroordeling en van veiligheid te creëren .
De casemanager kan de cliënt uitnodigen zijn evaluerende uitspraken te doen op vier items:
1. Ervaart de cliënt de hulpverlening als relevant gezien zijn behoeften?
2. Merkt de cliënt in zijn dagelijks leven dat zijn behoeften gerealiseerd worden met behulp van het uitvoeringsteam?
3. Ervaart de cliënt de hulpverlening als een bijdrage aan de groei van zijn eigenwaarde, zelfrespect en zelfbepaling?
4. Ervaart de cllent zich als een volwaardig lid van het uitvoeringsteam?

Zeker wanneer mensen uit het sociale netwerk van de cliënt

bij de uitvoering van de hulpverlening betrokken zijn kan het zijn dat de cliënt zich niet vrij voelt kritiek op hun prestaties te leveren.



Het is dan juist de taak van de casemanager cliënt en teamleden te leren feedback te geven en te ontvangen met betrekking tot de vraag wat uiteindelijk de waarde van de hulpverlening voor de cliënt is.


Dat vereist kundigheid van de casemanager om een klimaat van niet-veroordeling en van veiligheid te creëren .
De casemanager kan de cliënt uitnodigen zijn evaluerende uitspraken te doen op vier items:
1. Ervaart de cliënt de hulpverlening als relevant gezien zijn behoeften?
2. Merkt de cliënt in zijn dagelijks leven dat zijn behoeften gerealiseerd worden met behulp van het uitvoeringsteam?
3. Ervaart de cliënt de hulpverlening als een bijdrage aan de groei van zijn eigenwaarde, zelfrespect en zelfbepaling?
4. Ervaart de cllent zich als een volwaardig lid van het uitvoeringsteam?

Het is dan juist de taak van de casemanager cliënt en teamleden te leren feedback te geven en te ontvangen met betrekking tot de vraag wat uiteindelijk de waarde van de hulpverlening voor de cliënt is.



Dat vereist kundigheid van de casemanager om een klimaat van niet-veroordeling en van veiligheid te creëren.



De casemanager kan de cliënt uitnodigen zijn evaluerende uitspraken te doen op vier items:



1. Ervaart de c
2. Merkt de c
3. Ervaart de c
4. Ervaart de c

1. Ervaart de cliënt de hulpverlening als relevant gezien zijn behoeften?
2. Merkt de cliënt in zijn dagelijks leven dat zijn behoeften gerealiseerd worden met behulp van het uitvoeringsteam?
3. Ervaart de cliënt de hulpverlening als een bijdrage aan de groei van zijn eigenwaarde, zelfrespect en zelfbepaling?
4. Ervaart de cllent zich als een volwaardig lid van het uitvoeringsteam?

Evalueren is de laatste basisfunctie van de casemanager.



Allereerst dient de casemanager deze taak uit te voeren omdat het een goede leerervaring voor iedereen kan zijn als er kritisch naar het verloop van de hulp- en dienstverlening wordt gekeken.



Daarnaast dient deze taak uitgevoerd te worden omdat de casemanager de verplichting heeft ten opzichte van het uitvoeringsteam en de cliënt om vast te stellen of de bereikte doelen ook kloppen met hetgeen in het contract staat.



De drie aspecten van evaluatie komen overeen met de titels van de drie paragrafen in dit hoofdstuk.


8.1 Evaluatie van het hulpverleningsplan, de doelen en de uitkomsten
8.2 Evaluatie van de werkwijze van het uitvoeringsteam
8.3 Evaluatie van de tevredenheid van de cliënt

8.1 Evaluatie van het hulpverleningsplan, de doelen en de uitkomsten



Wanneer een activiteit is afgerond, zal de casemanager beoordelen of doelen zoals deze in het hulpverleningsplan staan beschreven bereikt zijn en of er misschien doelen en methoden bijgesteld dienen te worden.



Het hulpverleningsplan dient goed geëvalueerd te worden, omdat het vooraf geen garantie biedt voor het vlekkeloos slagen van de hulpverlening. De uitvoering kan neveneffecten geven die niet bijdragen aan het welzijn van de cliënt. Hiervoor dient de casemanager te waken. Ook de kwaliteit en het proces moeten goed geëvalueerd worden om
te garanderen dat de betrokkenen zich voldoende inzetten om de hulpverleningsdoelen te behalen.



Ten slotte dient de casemanager na te gaan of


de uitvoering van het plan en de behoeftes van de cliënt nog in balans zijn.



De essentie van het evalueren van het hulpverleningsplan is om de kwaliteiten en de zwakke punten in kaart te brengen en hierop in te spelen.

Bij het evalueren van de doelen dienen de volgende stappen doorlopen te worden:



1. Bepalen welk h
2. Bepalen welke b
3. De i
5. Bro
6. De fr

1. Bepalen welk hulpverleningsdoel bereikt moet zijn.
2. Bepalen welke begrippen een aandeel hebben in de evaluatie van het (niet) bereikte doel.
3. De indicatoren beschrijven.
4. Het vaststellen van de middelen die de gegevens zullen verzamelen.
5. Bronvermelding.
6. De frequentie vaststellen van het verzamelen van informatie.

Om te beoordelen wat de uitkomsten zijn van de hulpverlening dient men te kijken in hoeverre de cliënt beter functioneert. Ook de negatieve resultaten dienen aan bod te komen bij de evaluatie.



Daarnaast wordt er gekeken naar

de efficiency:


de inspanning en kosten die voor het bereiken van het doel zijn gegeven.



Ook de effectiviteit zal vastgesteld worden. Dit houdt de mate in waarin de toegepaste werkwijze doeltreffend was met betrekking tot de uitkomst.

Ook de effectiviteit zal vastgesteld worden.



Dit houdt de mate in

waarin de toegepaste werkwijze doeltreffend was met betrekking tot de uitkomst.

8.2 Evaluatie van de werkwijze van het uitvoeringsteam



Het functioneren van het uitvoeringsteam dient ook geëvalueerd te worden.



Hierbij wordt er onderscheid gemaakt in


de productkant en de proceskant.



• De proceskant houdt in dat er gekeken wordt naar de effectiviteit van de communicatie binnen het uitvoeringsteam.
• De productkant houdt in dat er wordt gekeken in hoeverre het werk van het uitvoeringsteam een bijdrage heeft geleverd aan het realiseren van de vastgestelde doelen.


• De proceskant houdt in dat

er gekeken wordt naar de effectiviteit van de communicatie binnen het uitvoeringsteam.



• De productkant houdt in dat er wordt gekeken in hoeverre het werk van het uitvoeringsteam een bijdrage heeft geleverd aan het realiseren van de vastgestelde doelen.

• De productkant houdt in dat

er wordt gekeken in hoeverre het werk van het uitvoeringsteam een bijdrage heeft geleverd aan het realiseren van de vastgestelde doelen.


• Moxley (1989) geeft de volgende checklist voor de procesevaluatie van het team.



Effectiviteit van de communicatie binnen het uitvoeringsteam:



Ja/Nee


1. In het team nemen de leden tijd elkaar op meer persoonlijke basis te leren kennen.
2. Het team neemt voldoende tijd om alle leden in de gelegenheid te stellen zich te oriënteren op de doelen van de bijeenkomst .
3. Groepsnormen versterken de samenwerking in plaats van dat ze competitie oproepen.
4. Leden worden aangemoedigd hun gevoelens en ideeën met betrekking tot het werk van het team te uiten.
5. Leden worden aangemoedigd en uitgenodigd een bijdrage te leveren aan het teamwork .
6. Het team bevordert deelname van de cliënt.
7. Conflicten tussen team leden mogen openlijk aan de orde komen en er mag aan gewerkt worden .
8. Teamleden kennen elkaars taken en bevoegdheden in het team.
9. Leiderschap wordt toegekend aan degene die het best in staat is de taken die vervuld moeten worden te verdelen .
10. Er zijn teamleden die in staat zijn deelname te bevorderen, spanning te verminderen, actief te luisteren, conflicten op te lossen.
11. Het team is klein genoeg om de leden in staat te stellen effectief te werken .
12. Het team bekijkt elke bijeenkomst of het nog steeds goed werkt.
13. Er worden besluiten genomen die inderdaad van belang zijn om goed werk te leveren.
14. Besluiten worden meestal met consensus genomen .
15. Tijdens de team bijeenkomsten kunnen informele trainingen plaatsvinden bedoeld om als team effectiever te leren werken.


• Productkant van de evaluatie.



Om dit in beeld te brengen maken we opnieuw gebruik van een schema van Moxley (1989).




Ja Nee


1. De behoeften van de cliënt staan centraal in het werk van het team.
2. Leden zijn op de hoogte va n de agenda van iedere vergadering.
3. Het tea m bekijkt de agenda bij aanvang van iedere bijeenkomst.
4. De informatie over en de hulpmiddelen voor het bereiken van het doel van de vergadering zijn adequaat.
5. De duur van de vergadering is voldoen de om de agenda af te werken .
6. Het tea m heeft een aantal procedures vastgesteld om goed te kunnen werken.
7. Tijdens iedere bijeen komst worden vorderingen gemaakt m.b.t. het bijstellen en uitvoeren van het hulpverleningsplan .
8. In het plan zijn de opvattingen van de cliënt opgenomen.
9. In het plan zijn opvattingen van leden va n het sociale netwerk opgenomen.
10. Het team is voldoen de toegerust om het werk aan te kunnen.
11. Aa n het eind van iedere bij een komst wordt het product van de werkzaam heden bekeken.
12. Over het geheel genomen werkt het team effectief.
13. Over het geheel genomen werkt het team efficiënt.

8.3 Evaluatie van de tevredenheid van de cliënt



Het belangrijkste onderdeel van evalueren is het onderzoeken van


de tevredenheid van de cliënt, omdat dit aangeeft wat de waarde is van de hulp- en dienstverlening die geboden is.



Het is van belang dat de cliënt vaardigheden aangeleerd krijgt om feedback te geven en te
ontvangen, omdat het soms vanwege irrationele factoren lastig is voor de cliënt om eerlijk aan te geven in hoeverre hij tevreden is over de hulpverlening.

Het is van belang dat de cliënt vaardigheden aangeleerd krijgt om

feedback te geven en te
ontvangen, omdat het soms vanwege irrationele factoren lastig is voor de cliënt om eerlijk aan te geven in hoeverre hij tevreden is over de hulpverlening.