• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/38

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

38 Cards in this Set

  • Front
  • Back
  • 3rd side (hint)

5 stappen/centrale activiteiten van casemanagement

1. Assessment


2. Planning


3. Linking


4. Monitoren


5. Evalueren

Welke 3 samenhangende trends zijn er?

1. Empowerment [toegerust maken]


2. Accountability [inzichtelijk maken]


3. Feedback

Wat zijn de overeenkomsten tussen een zorgcoordinatie & casemanagement?

Het gaat bij beide om complexe en continuïteitsproblematiek.

Wat zijn de verschillen tussen zorgcoordinatie en casemanagement?

Bij zorgcoordinatie krijgt de cliënt geen garantie dat hij de zorgt krijgt die hij vraagt, al kan de cliënt wel kiezen.


De nadruk bij zorgcoordinatie ligt op verzorging en zorgen voor.

Client centraal I

Client staat centraal als object van de zorg. Elke professional lijkt vanuit zijn eigen deskundigheid en benoemt zijn eigen bijdrage aan de zorgverlener. De zorgcoordinator zorgt dat deze wordt afgestemde. Er is geen garantie dat de client beter wordt.

Goed of fout!


Bij client centraal I wordt er uitgegaan van de mogelijkheden van de client.

Fout!


Dit is het geval bij client centraal II, bij client centraal I wordt er uit gegaan van de gebreken van de client.

Wat is een voorbeeld van nuanceren met woord betekenissenw

Een buitenlander is niet alleen een persoon uit het buitenland maar ook bijvoorbeeld een arts.

Nuanceringstechniek

Hoe instaan problemen volgens de ecologische visie?

Doordat hij/zij in zijn omgeving niet meer over de contacten of hulpmiddelen beschikt die hij nodig heeft om zijn problemen op te lossen.

Wat zijn de 3 stadia die doorlopen moeten worden voor het werken met sociale contacten?

1. Inventariseren van het netwerk Voorbeeld: hoe ziet het er uit, wat is de conditie.


2. Interpreteren van het netwerk. Voorbeeld: welke tekorten, in hoeverre mogelijk ter ondersteuning.


3. Versterking van het netwerk

Empowerment

Proberen de mogelijkheden van de client te mobiliseren en intact te houden, zodat de client weer baas wordt in zijn eigen situatie.

Incidenteel team

Teams die speciaal voor 1 client zijn samengesteld.

Linking.

Legitimeren van elkaars verschillen

Erkennen van elkaars verschillen als persoon, als positie, als deskundigheid en soms ook in doelstelling.

Wanneer kunnen onderhandelingen mislukken?

- hoge inzet


- vijandigheid


- korte tijd


- onzekerheid

BOZO

De norm waaraan elk voorstel moet worden getoetst. Hoe beter je BOZO hoe groter je macht.

Beste optie zonder overeenstemming

Wat zijn de 4 punten waar de casemanager kritisch naar moet kijken bij de uitvoering

1. Prestaties van het uitvoeringsteam


2. Adequaatheid


3. Kwaliteit


4. Resultaat.

Monitoring

Wat zijn de 2 soorten van monitoring

1. Informeel- kwalitatief (gaat uit op eigen indruk)


2. Formeel- kwalitatief (vooraf gestructureerd en vastgestelde procedures)

Client centraal II

Client staat centraal als uitgangspunt. Client betrekt samen met de casemanager instellingen/deskundigen bij het hulpverleningsplan zoals dat door hemzelf is opgesteld.

Wat zijn de 3 aspecten van evaluatie?

1. Evaluatie van het hulpverleningsplan m.b.t. De bereikte doelen & uitkomsten.


2. Evaluatie van de gevolgde werkwijze & functioneren van het uitvoeringsteam.


3. Evaluatie van de tevredenheid van de client.

geef een voorbeeld van een Individueel probleem

Eenzaamheid, relatieproblematiek, depressie.

Sociaal probleem

Een probleem veroorzaakt door het gedrag van mensen waarvan de gevolgen merkbaar zijn voor mensen buiten de directe levenssfeer.

Structureel probleem

Niet- persoonsgebonden probleem. Bijvoorbeeld: arbeidsongeschiktheid, verandering in landelijk beleid wonen.

Goed of fout!


Client centraal II betreft coördinatie van de hulp- & dienstverlening op het niveau van de instelling & disciplines.

Fout!


Dit is bij client centraal I. Bij client centraal II is dit op het niveau van de client.

Goed of fout!


De functies van de casemanager verlopen als volgt:


1. Assessment.


2. Planning


3. Linking


4. Monitoring


5. Evaluatie.

Goed!!

Emanciperende hulpverlening

Proberen de mogelijkheden van de client te mobiliseren en intact te houden, zodat de client weer baas wordt in zijn eigen situatie.

Wat zijn de 2 zaken die van belang zijn om te doen bij een assessment?

1. Verzamelen van relevante informatie.


2. Nemen van adequate beslissingen.

Wat zijn de 5 stappen die de casemanager en de client maakt bij een assessment?

1. Inventariseren van wat de behoefte zijn.


2. Vaststellen op welke gebieden deze behoeften liggen.


3. Per gesignaleerd behoefte gebied nuanceren in deelbehoeften.


4. Omzetten van genuanceerde behoeften in een hulpvraag met daaraan gekoppelde doelstelling.


5. Per genuanceerde hulpvraag obderzoeken:


- welk aandeel de client zelf op zich kan nemen.


- welke het sociale netwerk.


- welke de professionele hulpverlening.

Wat wordt er onderzocht bij problematiseren?

Of er op een andere manier naar het gestelde probleem kan worden gekeken.

Dit kan door bijvoorbeeld een ecogram.

Wat zijn de 5 behoeften van maslow in chronologische volgorde?

1. Fysiologische behoeften


2. Veiligheidsbehoeften


3. Behoefte aan liefde & saamhorigheid


4. Behoefte aan herkenning


5. Behoefte aan zelfrealisering en zelfontplooiing.

Wat zijn de 11 behoefte gebieden van Moxley:

1. Inkomen


2. Huisvesting


3. Werk.


4. Gezondheid


5. Geestelijke gezondheid


6. Sociale & interpersoonlijke relaties.


7. Ontspanning & vrije tijd


8. Activiteiten dagelijks leven


9. Vervoer


10. Wettelijke voorzieningen


11. Opleiding

Wat zijn de 4 gebieden waarop moet worden getoetst bij een assessment?

1. Fysieke functioneren —> = client gezond genoeg


2. Cognitief functioneren —> kan client het verstandelijk aan.


3. Emotioneel functioneren


4. Gedragsmatig functioneren.

Waarom is het belangrijk om een BOZO te hebben?

Omdat het je kan beschermen tegen het accepteren van ongunstige voorstellen of van het afwijzen van gunstige voorstellenS

Geef een voorbeeld van een situatie waarbij je beter gebruik kan maken van formele monitoring, en in welke situatie beter voor informele?wa

Informele: als er een crisis is. De casemanager gaat hierbij uit op zijn eigen indrukken.


Formele: als je harde feiten wilt verzamelen, bij bijvoorbeeld de officiële evaluatie van het hulpverleningsplan.

Wat zijn de type casemanagement?

1. Client gericht (maximale betrokkenheid van de client);


2. Vraaggestuurd (vraag staat centraal maar aanbod bepaald)


3. Onafhankelijke indicatiestelling (aparte en externe vorm)

Wanneer pas Je de techniek nuanceren met woordbetekenissen toe?

Dit is tijdens het assessment als de behoeften worden omgezet naar deelbehoeften.

Waarom is het een meerwaarde om een ecogram samen met de client op te stellen?

Omdat het meer informatie oplevert en je dus een beter zicht krijgt op het netwerk en omdat de client zich dan meer bewust wordt van zijn client en eventuele steun die het hem kan bieden.

Wat zijn probleemvelden?

Problemen die door de casemanager wel worden gesignaleerd maar door de client zelf niet.

Emanciperende hulpverlening

Bewust maken van hun situatie en op basis daarvan besluiten maken.

Globale inhoud van het hulpverleningsplan (planning)

1. Specificeren van de relevante behoeften


2. Benoemen van het te bereiken resultaat


3. Benoemen van subdoelen


4. Wie welk subdoel opzich neemt


5. Hoeveel tijd aan welke activiteit


6. Verwachte veranderingen