Reading...
Play button
Play button
Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
52 Cards in this Set
- Front
- Back
|
Psychologie kan alleen een echte wetenschap zijn als ze zich beperkt tot objectieve, waarneembare stimuli en responsen, Mentale processen vallen daar dus buiten. Dit is de mening van de ....
|
behavioristen
|
|
|
sterk door genetische programmering beïnvloed
|
instinctief gedrag
|
|
|
niet reageren op een stimulus
|
habituatie
|
|
|
voorkeur voor stimuli waaraan we eerder zijn blootgesteld
|
mere exposure effect
|
|
|
elementaire vorm van leren waarbij een stimulus die een aangeboren reflex oproept, wordt geassocieerd met een voorheen neutrale stimulus, die daardoor het vermogen krijgt om dezelfde respons op te roepen.
|
klassieke conditionering
|
|
|
een stimulus die automatisch - dus zonder conditionering - een reflexieve respons oproept
|
ongeconditioneerde stimulus (UCS)
|
|
|
In Pavlovs experimenten (met hond/bel/voedsel) was speekselvorming na het zien van voedsel de ...... respons
|
ongeconditioneerde respons (UCR)
|
|
|
het samen aanbieden van een neutrale stimulus (bijvoorbeeld een geluid) samen met een ongeconditioneerde stimulus (bijvoorbeeld voedsel).
|
contiguïteit
|
|
|
Wanneer de centrale stimulus dezelfde respons oproept als de ongeconditioneerde stimulus (UCS).
|
geconditioneerde respons (CR)
|
|
|
proces van het verwijderen van de geconditioneerde respons (kwijlen bij het horen van de bel) door het aanbieden van de geconditioneerde stimulus (bel) terwijl de ongeconditioneerde stimulus (voedsel) achterwege wordt gelaten
|
extinctie
|
|
|
wanneer de geconditioneerde stimulus na een periode zonder blootstelling aan de geconditioneerde respons, opnieuw verschijnt
|
spontaan herstel
|
|
|
als je een geconditioneerde respons geeft op stimuli die op de geconditioneerde stimulus lijken.
|
stimulusgeneralisatie
Pavlov kon het principe van generalisatie aantonen door een goed getrainde hond die ook reageerde op een bel die een fractie anders klonk dan de bel die gebruikt was tijdens de conditionering. |
|
|
Een organisme leert op een bepaalde stimulus te reageren maar niet op gelijksoortige stimuli.
|
stimulusdiscriminatie/selectief leren
|
|
|
Wanneer het onderscheid tussen stimuli niet meer duidelijk is - bijvoorbeeld in experiment van Pavlov met een cirkel (gepaard met voedsel) en een ellips (gepaard met een elektrische schok) - en de proefpersoon/het proefdier gestrest raakt
|
experimentele neurose
|
|
|
naam van kleuter in een experiment van Watson met een witte rat en het harde geluid van een hamer. Het kind werd bang voor alle stimuli die leken op de witte rat (ook de namaakbaard van Santa)
|
Kleine Albert
|
|
|
soort versnelde extinctie doordat aan de geconditioneerde (CS) een nieuwe ongeconditioneerde stimulus (UCS) gekoppeld wordt die een ongeconditioneerde respons uitlokt die onverenigbaar is met de oorspronkelijke ongeconditioneerde respons. Techniek is vooral effectief in therapieën voor fobieën en kan helpen bij vliegangst.
|
contraconditionering/desensitisatie
|
|
|
Selectieve verbinding tussen geconditioneerde stimulus (CS) en ongeconditioneerde stimulus (UCS), waarbij de link gelegd wordt tussen voedsel en ziekte.
|
geconditioneerde voedselaversie
|
|
|
ingebouwd vanuit onze voorouders waardoor we voorbestemd zijn om angsten aan te leren voor dingen die gevaarlijk zijn, zoals slangen, hoogtes, bloed, bliksem.
|
genetische preparedness
|
|
|
de consequentie van het gedrag (een beloning of straf) beïnvloedt de kans op herhaling van het gedrag
|
operante conditionering
|
|
|
baseerde zijn hele carrière op het idee dat de gevolgen van gedrag de krachtigste invloeden op gedrag zijn (dus datgene wat direct na het gedrag gebeurt)
|
B.F. Skinner
|
|
|
Ontdekte dat hongerige dieren ijverig werkten om een probleem via trial en error op te lossen om een voedselbeloning te verkrijgen.
|
Thorndike
|
|
|
plezierige of onplezierige resultaten van gedrag oefenen invloed uit op het feit of een dier het gedrag nogmaals zal vertonen
|
wet van effect (Thorndike)
|
|
|
observeerbaar, vrijwillig gedrag dat een organisme vertoont met als doel invloed uit te oefenen (to operate) op de omgeving
|
operant
|
|
|
elke omstandigheid die op een respons volgt en die versterkt
|
bekrachtiger
|
|
|
het weghalen van een negatieve stimulus
|
negatieve bekrachtiging
|
|
|
het belonen van elke goede respons, bijvoorbeeld wanneer je je hond wilt aanleren om een poot te geven
|
continue bekrachtiging
|
|
|
complex nieuw gedrag vorm geven/het opzettelijk gebruik maken van beloningen (en soms straffen) om steeds betere benaderingen van gewenst gedrag te stimuleren (de lat steeds hoger leggen)
|
shaping
|
|
|
minder frequent beloningsschema - bijvoorbeeld na iedere derde goede respons - als aansporing om het gewenste gedrag vol te houden
|
intermitterende bekrachtiging
|
|
|
bekrachtigingsschema waarbij de proefpersoon na een bepaald aantal responsen wordt beloond
|
ratioschema
|
|
|
bekrachtigingsschema waarbij de proefpersoon een beloning krijgt na een bepaald tijdsinterval
|
intervalschema
|
|
|
ratioschema dat bijvoorbeeld wordt gebruikt in bedrijfstakken waar werknemers stukloon ontvangen
|
Vast ratioschema (Fixed Ratio)
|
|
|
ratioschema dat minder voorspelbaar is, bijvoorbeeld het beloningssysteem van telefonische verkopers. Deze weten nooit hoeveel telefoontjes ze moeten plegen voordat ze weer iets verkopen.
|
variabel ratioschema (Variable Ratio)
|
|
|
Intervalschema waarbij de periode tussen de beloningen constant blijft, bijvoorbeeld compliment van de baas bij de wekelijkse vergadering
|
vast intervalschema (Fixed Interval)
|
|
|
Bekrachtigingsschema waarbij de tijd tussen de beloningen varieert. Bijvoorbeeld wanneer een duif of een rat in een Skinner-box de ene keer dertig seconden moet wachten op beloning en de andere keer drie minuten
|
Variabel intervalschema (Variable Interval)
|
|
|
Stimuli die elementaire biologische behoeften of verlangens bevredigen, zoals voedsel, water, seks.
|
primaire bekrachtigers
|
|
|
neutrale stimuli die met primaire bekrachtigers worden geassocieerd, en nu in hun eentje een bekrachtigend effect hebben (bijvoorbeeld geld)
|
geconditioneerde of secundaire bekrachtigers
In principe kan iedere stimulus zich ontwikkelen tot een secundaire /geconditioneerde bekrachtiger, op voorwaarde dat hij wordt gekoppeld aan een primaire bekrachtiger |
|
|
trend waarbij het aangeleerde gedrag door aangeboren reacties wordt verstoord.
|
instinctieve drift
|
|
|
een populaire activiteit (zoals rondrennen bij kinderen) wordt gebruikt om een minder populaire activiteit te bekrachtigen (zoals stilzitten en sommen maken).
Wordt vooral gebruikt om aan te zetten tot gedrag dat niet gauw uit zich zelf wordt vertoond |
Premack-principe
|
|
|
het toedienen van een aversieve stimulus
|
positieve straf
|
|
|
het verwijderen van een positieve stimulus
|
negatieve straf
|
|
|
Problemen leren oplossen door bekende voorwerpen ineens in een andere vorm of context te zien. Een proces dat zich afspeelt op mentaal niveau, niet op gedragsniveau
|
inzichtelijk leren
|
|
|
Gestaltpsycholoog die aan de hand van experimenten met een aap kwam tot het cognitieve concept van percenptuele reorganisatie
|
Wolfgang Köhler
|
|
|
mentale representatie die een organisme gebruikt om zich in zijn eigen omgeving te oriënteren.
|
cognitieve plattegrond
|
|
|
vorm van leren zonder bekrachtiging.
Bijvoorbeeld in experimenten van Tolman die ratten door een doolhof liet lopen. De ratten die al in het doolhof waren geweest kenden de snelste route naar voedsel |
latent leren
|
|
|
onderdeel van de hersenen dat een rol speelt bij het 'tekenen' van een cognitieve plattegrond
|
hippocampus
|
|
|
als de handelingen van een model (degene die een bepaald gedrag vertoont) bekrachtigd worden, dan wordt het gedrag geïmiteerd
|
sociaal leren
|
|
|
de grote man achter het principe van sociaal leren/observationeel leren
|
Albert Bandura
|
|
|
experiment waarbij een volwassen 'model' een pop aftuigt. Kinderen die zien dat het 'model' niet gestraft wordt, gedragen zich net zo agressief of zelfs erger dan het 'model'.
|
sociaal-leren experiment met bobo doll
|
|
|
afname van emotionele arousal en angst wanneer achtereenvolgens meerdere gewelddadige handelingen worden waargenomen
|
mentale afstomping
|
|
|
...... stellen dat de bekrachtiging niet alleen het gedrag verandert, maar ook de verwachtingen van het individu over zulke situaties in de toekomst
|
cognitief-behavioristische psychologen
|
|
|
beschermt tegen cognitieve en emotionele overbelasting
|
vergeten
|
|
|
met behulp van elektronica zichtbaar maken wat zich op energetisch niveau in de hersenen afspeelt
|
brain imaging
|
