• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/32

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

32 Cards in this Set

  • Front
  • Back
Presynaptische neuron en postsynaptische neuron


pre = eerst (denk aan prehistorie)


post = ontvangend (denk aan brievenpost)

EPSP


Excitatiore PostSynaptische Potentiaal (Engels: Excitatory PostSynaptic Potential)


natrium de cel in


IPSP

Inhibitie PostSynaptische Potentiaal (Engels: Inhibitory PostSynaptic Potential)


kalium de cel uit, of chloride de cel in ...

functie van veel EPSP's

veel EPSP's veroorzaken het depolarisatie en bereiken daarmee de ladingdrempelwaarde voor een actiepotentiaal
functie van veel IPSP's

veel IPSP's kunnen een nieuw actiepotentiaal voorkomen
2 soorten summatie van een signaal

temporele summatie


spatiële summatie



temporele summatie =

herhaalde stimuli in een korte tijd hebben een cumulatief effect
spatiële summatie =

twee stimuli tegelijk op verschillende plekken (maar wel naast elkaar) kunnen samen 1 neuron stimuleren (ook cumulatief)



EPSP's ... de frequentie & IPSP's ... de frequentie


Vul in verhoogt/verlaagt

EPSP's verhoogt de frequentie & IPSP's verlaagt de frequentie

4 soorten neurotransmitters

1 aminozuren


2 veranderde aminozuren


3 monoamines


4 neuropeptides

de 2 belangrijkste aminozuren

GABA & Glutamaat

Een veranderd aminozuur

Acetylcholine ....

5 monoamines

serotonine, catecholamines: dopamine, norepinephrine, epinephrine

2 neuropeptide

endorphine en neuropeptide Y

het neuron maakt neurotransmitters van...

van aminozuren

Functie van calcium in neuronen

Het actiepotentiaal zorgt er voor dat er calcium de cel is stroomt. Calcium zorgt voor exocytosis

exocytosis

Het proces waarin het neuron neurotransmitters loslaat in de synaptische spleet. Exocytosis wordt geactiveerd door calcium

neurotransmitters hechten zich aan de ... van de postsynaptische neuronen

neurotransmitters hechten zich aan ligand-gated receptoren. deze receptoren zijn ionotropisch of metabotropisch

ionotropische receptoren

... directe boodschappen veroorzaken een snel aan/uit effect

metabotropische receptoren

... Indirecte boodschapper

neuropeptides

...

2 soorten negatieve feedback op presynaptisch neuron

1 autoreceptoren: presynaptisch neuron houdt zelf bij hoeveel neurotransmitter de cel uit stroomt en remt zichzelf


2 met speciale chemische stofjes geeft ook het postsynaptisch neuron negatieve feedback

de 2 type drugs

agonisten & antagonisten

agonist =

een drug die het effect van een neurotransmitter nadoet of versterkt

antagonist =

een drug die het effect van neurotransmitters verzwakt of zelfs helemaal stillegt door het neurotransmitter te blokkeren

affiniteit van een drug =

een drug heeft affiniteit voor een receptor wanneer de drug aan de receptor wil binden (denk aan affectie)

efficacy van een drug =

een drug heeft efficacy als het een receptor wil activeren (efficacy betekent werkzaamheid, denk aan laten werken = activeren)

3 algemene manieren waarop drugs werken

drugs verstoren de signaal overdracht door:


1 heropname van transporters blokkeren


2 receptoren (over) stimuleren


3 neurotransmitters immiteren

tolerantie van een drug

afname van effecten van de drug na veelvoudig regelmatig gebruik (denk aan mensen die veel blowen, vervolgens nog amper stoned worden).


Minder liking, meer wanting.


De nucleus accumbus wordt meer selectief gevoelig voor de verslavende drug/activiteit en minder gevoelig voor andere beloningen/activiteiten.

de werking van alcohol op neuronniveau


Alcohol zorgt ervoor dat GABA receptoren gevoeliger worden waardoor neuronen sneller reageren op de afremmende signalen van GABA. Verder wordt de activiteit van Glutamaat receptoren geblokkeerd. Het GABA-effect en het Glutamaat effect zorgen beide voor een verlaagde hersenactiviteit. Daarnaast worden dopaminereceptoren gestimuleerd in de nucleus accumbens (wat voor verslaving en tolerantie kan zorgen).

de 2 type alcoholisme

Type 1/A: gelijdelijke verslaving, meestal na 25e levensjaar, geen duidelijke factoren in de familie


Type 2/B: spontane/plotseline verslaving, meestal voor 25e levensjaar, vaak met factoren in de familie

invloed van genen op alcoholisme


een geïdentificeerd (welke?) gen dat de variaties in dopamine 4 receptor controleerd > mensen met een korte variant van dit gen maken minder dopamine aan onder invloed van alcohol en moeten daarom meer drinken om hetzelde 'gewenste' gevoel te krijgen




een ander gen (welke?) beïnvloedt de aanmaak van COMT (wat de dopamine in de synaptische spleet afbreekt). De actieve vorm van dit gen maakt te veel komt waardoor eveneens minder dopamine aanwezig is en er meer alcohol gedronken moet worden om hetzelfde belonende effect te krijgen