Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
41 Cards in this Set
- Front
- Back
Religieuzen
|
Een religieus iemand is iemand die zeer godsdienstig is. In dit geval gaat het om een kloosterling.
|
|
congregatie
|
Kloostergemeenschap; hier wonen mensen samen die eenzelfde belofte aan God gemaakt hebben.
|
|
barre tijden
|
Slechte tijden
|
|
ouderlingengesticht
|
Dit is een lelijk woord voor een woon- en zorgcentrum
|
|
missies
|
De missies probeerden om het katholieke geloof te verspreiden in niet-katholieke landen. Heel vaak was er ook een vorm hulp voorzien voor de bevolking (een ziekenhuis, een school,...). Het geld om deze missiepost te kunnen betalen werd in rijke westerse landen opgehaald.
|
|
parochiepastoraal
|
Mensen die zich inzetten voor parochiepastoraal houden zich bezig met het organiseren van allerlei activiteiten die te maken hebben met de eucharistievieringen in de parochie, maar die niet de eucharistieviering zelf zijn.
|
|
leken
|
Iemand die geen kloosterling of pastoor is. Zo iemand kan wel gelovig zijn, maar hij of zij heeft geen gelofte afgelegd om zijn of haar leven te wijden aan God.
|
|
proefstuk
|
De eerste keer dat je iets doet
|
|
niet aan je proefstuk toe zijn
|
Het is niet de eerste keer dat je iets doet.
|
|
schoolstrijd
|
De schoolstrijd werd in België gestreden tussen de katholieken en de niet-katholieken en ging over het oprichten van scholen.
|
|
kantwerkschool
|
In deze school leerde je een vak, namelijk het maken van kant
|
|
adultenschool
|
een school voor volwassen
|
|
schorsen
|
iets tijdelijk stopzetten. Het woordje tijdelijk is hier van groot belang, want het wil zeggen dat het de bedoeling is om er daarna weer mee te beginnen.
|
|
levensduurte
|
De kostprijs van levensmiddelen (voeding, kledij, verwarming, elektriciteit,..)
|
|
catechese
|
godsdienstles, de leer van de Kerk.
|
|
lekendirecteur
|
Een directeur die geen zuster of pastoor is
|
|
oriëntatiejaar
|
Oriënteren wil zeggen: verkennen. Een oriëntatiejaar is dus een jaar waarin je veel verschillende zaken leert kennen.
|
|
retouches
|
herstellingen aan kledij
|
|
gezins- en sanitaire hulp
|
De voorloper van onze richting voeding-verzorging; Je leerde er het huishouden doen, koken en mensen verzorgen
|
|
finaliteitsjaar
|
Het einddoel van een studierichting.
|
|
opportuun
|
wenselijk
|
|
polyvalent
|
Je kan het voor meerdere functies gebruiken. Een polyvalente zaal is dus een zaal die je voor meerdere zaken kan gebruiken.
|
|
gestaag
|
geleidelijk, langzaam maar zeker
|
|
vestigingsplaats
|
Een plaats waar (een deel van )je school of je bedrijf gevestigd is, gebouwd is; een adres
|
|
betreuren
|
iets jammer vinden
|
|
malaise
|
iets waar het niet goed gaat
|
|
paramedisch
|
alles wat met de medische sector te maken heeft, maar niet de arts of de tandarts zelf, dus alle zorgen die rond de zorgen van een dokter gebeuren (verpleegkundigen, zorgkundigen, apothekers, kinesisten,..)
|
|
zachte sector
|
De zachte sector is een sector die in dienst staat van andere mensen en die niet de bedoeling heeft om winst te maken (ziekenhuizen, woon- en zorgcentra, MPI's,...)
|
|
Inrichtende Macht
|
Het schoolbestuur
|
|
Pijler
|
Een belangrijk onderdeel waarop iets anders steunt
|
|
Vakbekwaam
|
goed in zijn of haar vak
|
|
vervolmakingsjaar
|
een jaar waarin je nog beter wordt in wat je daarvoor al leerde
|
|
hoogbejaarden
|
iemand die zeer oud
|
|
homologeren
|
Kijken of het aan een bepaalde vorm of eigenschap voldoet; in dit geval ging het om getuigschriften. Nu kunnen scholen zelf diploma's en getuigschriften geven. Vroeger was dat het ministerie van onderwijs die bepaalde of iemand een getuigschrift of een diploma kreeg. De school maakte voor elke leerling een dossier op, de homologatie commissie bekeek of aan alle eisen voor het diploma of getuigschrift voldaan werd en gaf de leerling een getuigschrift of diploma.
|
|
omvormen
|
Iets een andere vorm geven,
|
|
lobbywerk
|
Praten met mensen die een beslissing moeten nemen om hen van jouw mening te overtuigen, zodat ze een beslissing nemen die aansluit bij wat jij bereiken
|
|
academische zitting
|
een theoretische voorstelling
|
|
adjunct-kabinetschef
|
Degene die net onder de kabinetschef staat. Een kabinet is een groep van medewerkers die een minister ondersteunt. Meestal zijn dit mensen die goed op de hoogte zijn van het onderwerp waarvoor de minister verantwoordelijk is.
|
|
infrastructuur
|
De infrastruur is het geheel van gebouwen, wegen, lokalen,... Bij ons op school is dat het geheel van klassen, vaklokalen, speelplaats, eetzaal,...
|
|
vitaal
|
levendig
|
|
entiteit
|
onderdeel
|