Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
90 Cards in this Set
- Front
- Back
gereedschap
|
dingen die je nodig hebt om iets te doen of te maken
|
|
kunstwerk
|
een ding dat kunst is (een beeld of schilderij bijvoorbeeld)
|
|
schroevendraaier
|
waar je schroeven mee los en vast kunt draaien
|
|
lichaam
|
het lijf
|
|
standbeeld
|
beeld van een belangrijk iemand
|
|
papier-maché
|
een papje van papier en lijm waarmee je (net als klei) een beeld kunt maken
|
|
hoeveelheid
|
hoeveel het is; de portie
|
|
oplossing (uitvinn)
|
het antwoord op een probleem
|
|
houding
|
hoe een mens of dier staat, loopt, zit of ligt
|
|
samenwerking
|
twee of meer mensen die aan hetzelfde werken
|
|
meetlat
|
lang ding waarmee je kunt meten
|
|
schroef
|
plat rondje en een metalen staafje met ribbels eraan (lijkt op een spijker), wordt gebruikt om iets vast te maken
|
|
penseel
|
dun kwastje aan een steel om te schilderen of te verven
|
|
schepje (meten wegen)
|
lepeltje om te meten hoeveel ergens in moet
|
|
kalender
|
lijst met de maanden, weken en dagen van het jaar
|
|
kunstenaar
|
man die kunst maakt, bijvoorbeeld schilderijen of beelden
|
|
werkplaats
|
plek waar dingen worden gemaakt
|
|
glibberig
|
nat en glad
|
|
opdracht
|
wat gedaan moet worden
|
|
smoes
|
het leugentje
|
|
mammoet
|
olifant met een vacht van lang haar die nu niet meer leeft (uitgestorven)
|
|
robot
|
machine die dingen kan die mensen ook kunnen
|
|
skelet
|
het geraamte; alle botjes aan elkaar
|
|
slagtand
|
bij dieren (bijvoorbeeld bij een olifant): een tand die uit de bek steekt
|
|
flapoor
|
bij dieren: groot, hangend oor; bij mensen: oor dat opzij uitsteekt
|
|
uitdagen
|
spannend vinden omdat het moeilijk is
|
|
het staat vast
|
het is zeker; er is geen twijfel
|
|
in elkaar zetten
|
delen of stukjes bij elkaar doen tot het heel is
|
|
klaar is Kees
|
dat is af
|
|
een gat in de lucht springen
|
erg blij zijn
|
|
professor
|
iemand die gestudeerd heeft, heel erg slim is en al heel lang heel goed is in zijn werk aan de universiteit
|
|
bolleboos
|
slimmerd; iemand die erg goed kan leren
|
|
vacht
|
de haren op het lijf van een dier
|
|
baan (werk)
|
het werk dat je doet en waarvoor je betaald wordt
|
|
acteur
|
man die in een film of toneelstuk speelt
|
|
machine
|
automaat; apparaat
|
|
uitvoeren
|
een opdracht of taak doen
|
|
besturen (letterlijk)
|
de juiste kant op laten gaan
|
|
onderdeel van
|
deel van
|
|
ontelbaar
|
heel veel; niet te tellen zo veel
|
|
meestal
|
bijna altijd
|
|
soms
|
af en toe
|
|
knopje
|
dingetje dat je moet indrukken of waaraan je moet draaien om bijvoorbeeld iets open te maken, of op een apparaat: om iets te laten beginnen
|
|
wasmachine
|
een apparaat (automaat) om de was te doen
|
|
zo veel
|
evenveel / heel veel
|
|
gebouw
|
wat gebouwd is en waarin je kunt werken of wonen
|
|
theater
|
gebouw waarin bijvoorbeeld toneel te zien is
|
|
webcam
|
camera om je, op het zelfde moment, in een filmpje te laten zien op internet
|
|
arts
|
de dokter
|
|
pupil (oog)
|
het zwarte rondje in een oog
|
|
onderzoek
|
wat gedaan wordt om ergens achter te komen
|
|
herstellen
|
beter worden
|
|
opgenomen (in ziekenhuis)
|
moeten blijven in het ziekenhuis
|
|
toegang
|
plek waar je naar binnen gaat
|
|
geneesmiddel
|
de pil of het drankje waar je beter van wordt
|
|
uitverkocht
|
niet meer te koop
|
|
hinkelen
|
springen op één been op een hinkelbaan (spel)
|
|
aan het woord zijn
|
blijven praten
|
|
hele verhalen hebben
|
veel te vertellen hebben
|
|
middagpauze
|
eventjes 's middags vrij hebben
|
|
klimrek
|
ding waar je op en in kunt klimmen om te spelen
|
|
rechtsaf slaan
|
naar rechts gaan om een straat of weg in te rijden
|
|
loket
|
raampje of opening waar iemand achter zit die je helpt of die je iets verkoopt
|
|
gaas (medisch)
|
stukje verband voor op een wond
|
|
linksaf slaan
|
naar links gaan om een straat of weg in te rijden
|
|
orkest
|
groep mensen die muziek maken op verschillende instrumenten (bijvoorbeeld gitaar, piano, drum, viool)
|
|
dwarsfluit
|
fluit die je niet recht, maar schuin voor je mondt houdt
|
|
fluitist
|
iemand die fluit speelt
|
|
violiste
|
vrouw die viool speelt
|
|
pianiste
|
vrouw die piano speelt
|
|
vervolg
|
wat erna komt
|
|
concert
|
muziek maken voor mensen die luisteren
|
|
klassiek
|
van lang geleden
|
|
toneelstuk
|
verhaal door mensen nagespeeld
|
|
rappen
|
pratend en zingend een verhaal vertellen
|
|
zeemeermin
|
in sprookjes: vrouw met een staart van een vis in plaats van benen
|
|
muzikaal
|
goed in muziek maken
|
|
acrobaat
|
man die heel lenig is en daardoor kunstjes kan doen; werkt vaak in het circus
|
|
tekenfilm
|
film met getekende mensen en dieren
|
|
griezel
|
eng mens of dier
|
|
techniek
|
de manier waarop iets gemaakt is en hoe het werkt (bijvoorbeeld bij een machine, brug of raket)
|
|
gelden (van kracht zijn)
|
van regels: je eraan moeten houden
|
|
uitvinding
|
wat voor het eerst bedacht of gemaakt is
|
|
kennismaken met
|
iemand of iets leren kennen
|
|
wetenschap
|
alles wat je kunt leren en weten door onderzoek
|
|
ieder
|
elk; alle
|
|
dagje uit
|
de dag dat je uitgaat om iets leuks te doen
|
|
bijzonder
|
anders dan gewoon
|
|
ontdekken
|
iets te weten komen wat je nog niet wist
|
|
museum
|
waar je kunst (bijvoorbeeld schilderijen of beelden) kunt zien en waar je soms iets kunt doen, zoals in een technisch museum
|