• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/50

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

50 Cards in this Set

  • Front
  • Back
kalách
simit (wit)
polútara dnej
van anderhalve dag (genitief)
rýbina
één vis
právda?!
echt?!
polútarasta chelovékam
voor 150 mensen (datief)
Podúmaesh'?!
Nou en?!
xorjók
de fret
paúk
de spin
pjat'júdesjat'jú
met vijftig (instr.)
chetyrm'jastámi
met vierhonderd (instr.)
pjatístám
voor vijfhonderd (datief)
pjat'jústámi
met vijfhonderd (instr.)
najdjósh' ne vo vsex shkólax
zul je niet op alle scholen vinden
tvoím výborom dolzhna byt' shkóla No. 100
je keus moet school nr. 100 zijn
ádskij trud
hels karwei
uxázhivat' za ... (+5)
... het hof maken (alleen imperf.)
pristát' k ... (+3)
... lastigvallen, aan ... plakken
metélit'
in elkaar slaan (imperf.)
otmetélit'
in elkaar slaan (perf.)
podozrevát' v ... (+6)
verdenken van ... (alleen imperf.)
platsdárm
bruggehoofd, basis
zagnát' v úgol
in de hoek drijven (perf.)
materít'sja
vloeken
ty materísh'sja
jij vloekt
navodnénie
overstroming
kárlik
dwerg
prosítel'
de vragende partij
nevínnost'
onschuld, maagdelijkheid
obyvátel'
inwoner
vakánsija
vacature
chernovík
ontwerp, concept
pridjá
gekomen zijnd (lopend)
na balú
op het bal
ozadáchit'
in verlegenheid brengen (perf.)
ozadáchivat'
in verlegenheid brengen (imperf.)
umolját'
smeken (alleen imperf.)
koldún
tovenaar
zakoldovát'
betoveren (perf.)
zakoldóvyvat'
betoveren (imperf.)
zarjá
het ochtendgloren
kórshun
de gier (vogel)
óbshchee smjaténie
algehele verwarring
schjótchik
teller, meter (taxi, stroom)
zastrját'
vastplakken, opgehouden worden (perf.)
zastrevát'
vastplakken, opgehouden worden (imperf.)
ty zastrjánesh'
jij zult vastplakken, opgehouden worden
ja zastrjál v próbke
ik zat vast in de file
stjanút'
aantrekken, vastsjorren, jatten (perf.)
ty stjánesh'
jij zult aantrekken, vastsjorren, jatten
stjágivat'
aantrekken, vastsjorren, jatten (imperf.)