• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/38

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

38 Cards in this Set

  • Front
  • Back
Wat is de belangrijkste conclusie van Kuhn?
Dat wetenschap zich ontwikkelt via wetenschappelijke revoluties en paradigmaverschuivingen.
Wat is een paradigma volgens Kuhn?
Een samenhangend stelsel van modellen en theorieën die een denkkader vormen waarbinnen de 'werkelijkheid' geanalyseerd en beschreven wordt.
Wat zijn anomalieën?
Waarnemingen die afwijken van de bestaande theorie.
Hoe ziet de 'normale periode' cyclus van Kuhn eruit?
Eerst normale wetenschap met paradigma. Wanneer er probleem ontstaat door anomalieën, ontstaat er een crisis. Dit leidt tot wetenschappelijke revolutie/paradigmaverschuiving. Hierna komt weer de normale periode
Aan welke twee voorwaarden moet volgens Kuhn voldaan worden bij een wetenschappelijke revolutie?

1. Het nieuwe paradigma moet het probleem met het oude paradigma oplossen,


2. Het nieuwe paradigma moet een groot deel van het probleemoplossend vermogen van het oude paradigma in zich houden.

Wat zeggen Lan en Anders over het paradigma binnen de Bestuurskunde?
Zij stellen dat het openbaar bestuur een paradigma heeft, omdat er bepaalde afspraken zijn die bestuurskundig onderzoek begeleiden. Daarbij is 'publicness' het belangrijkste paradigma.
Welke factoren zijn er die verklaren waarom bestuurskunde geen paradigma heeft?

1. Bestuurskunde is een toegepaste wetenschap met praktische problemen.


2. Politiek is verantwoordelijk voor de prestaties dus er is een constante staat van verandering. Daarbij wordt het continue gedreven door verschillende politieke normen.


3. Bestuurskunde heeft een multidisciplinair karakter, waardoor geen geaccepteerd paradigma ontwikkeld kan worden.

Wat is volgens Kuhn alleen een echte wetenschap?
Natuurwetenschappen. Dit is namelijk verklaarbaar. Bestuurskunde heeft geen paradigma dus zal daarom een postnormale wetenschap zijn.
Wat houdt postnormale wetenschap in en wat zijn de kenmerken?
Het is bedacht om het bestaan van maatschappelijke en ethische complexiteiten in dat wat we onderzoeken aan te pakken. Door het niet kunnen bereiken van volledige objectiviteit zijn wetenschappelijke visies soms persoonlijke meningen van wetenschappers. Postnormale wetenschap focust op de onzekerheden en de complexiteit hiervan rechtvaardigt ook het gebruik van nieuwe intellectuele tools.
Wat is de grote kritiek op sociale wetenschappen?
Doordat het kwalitatief onderzocht moet worden, is het commentaar dat het niet metafysisch en wetenschappelijk is. Hierdoor krijgt het al snel de stempel 'nonfundable', wat financiering moeilijk maakt. Daarbij heeft het geen paradigmatische basis. Bestuurskunde heeft ook nog eens veel invloed van de politiek.
Welke vijf inzichten karakteriseren de bestuurskunde?

1. Rijkdom en concurrentievermogen,


2. Openheid voor verandering,


3. Diversiteit aan gedachten,


4. Nauwe betrekkingen,


5. Morele basis.

Wat is verlichting?
Het uittreden van de mens uit de onmondigheid die hij aan zichzelf te wijten heeft. Het betekend dus durf voor jezelf te denken.


Waar stond de verlichting voor?

1. Vertrouwen in de rede. Mensen begonnen los te denken van ander gezag en tradities. Steeds opnieuw bewijzen van zaken door middel van eigen rede.


2. Positivisme. De opvatting dat menselijke problemen kunnen worden opgelost door de positieve wetenschap. Observeren van de objectieve werkelijkheid. Werkelijkheid controleren en aanpassen.


3. Empirisme. Epistemologische opvatting dat alle kennis op ervaring moet berusten (zintuigen).


4. Feiten en waarden worden gescheiden.


5. Naturalisme. Door middel van de wetenschappen kan je de natuur begrijpen, zo ook sociaal gedrag.


6. Vooruitgangsoptimisme. Een betere samenleving door nieuwe idealen tijdens de verlichting.


7. Staat faciliteert bestaansvoorwaarden. De staat kan efficiënt de samenleving verbeteren door de wetenschap te implementeren.

Waarom is de bestuurskunde zo gekoppeld aan de verlichting?
De bestuurskunde is een toeleverancier van ideeën om de samenleving te verbeteren door middel van de staat. Dit komt overeen met de opvatting dat de staat de bestaansvoorwaarden faciliteert.
Wat houdt de kameralistiek in?
Het bestuderen van het werk van mensen die in 'kamers werken'. Deze zochten naar mogelijkheden om het binnenlands bestuur te verbeteren op een praktische manier en waren positivistisch. Dit werd toentertijd ook wel statistiek genoemd.
Waardoor verdween 'de statistiek' oftewel de kameralistiek?

1. Opkomst en de verzelfstandiging van het bestuursrecht,


2. Ander economisch denken. Van staatsgericht aanleveren naar handels economie,


3. Franse revolutie; burgerlijke vrijheid op gespannen voet met de kameralistiek,


4. Industriële revolutie; meer sociale vraagstukken i.p.v. productie vraagstukken,


5. Verandering in opvattingen over wat wetenschap is. Van positivisme naar interpretivisme.



Wie is het eindpunt van de kameralistiek en beginpunt van de bestuurskunde?
Lorenz von Stein en hij spreekt over de Staatswetenschap (Verwaltungswissenschaft). Dit was alomvattend, zoals de politiek en rechtsgeleerdheid.
Wat is de verwaltungslehre?
Dit is de leer van de grondslagen en maatregelen waarmee de staat in zijn activiteit ter bevordering van het leven van zijn onderdanen zichzelf tot hoogste ontwikkeling brengt (bestuurskunde).
Door wie wordt Von Stein beïnvloed en hoe zag hij de staat?
Door Hegel en Von Stein zag de staat als een organisch geheel. Hij wil de moderne staat tot ontwikkeling brengen.
Wat houdt de verwaltungsstaat in?
Een moderne staat waarbij de ambtenaren die de wetten uitvoeren en realiseren het belangrijkste zijn, niet zozeer de wetgeving. Ambtenaren zijn ten slotte bezig de staat in te richten.
Waardoor kan je zeggen dat in de V.S. het openbaar bestuur ondergeschikt is aan alle drie de machten?
Doordat in de machtenscheiding van de V.S. de vierde macht, de ambtenarij, niet terug vindt.
Wat houdt het spoils system in van Andrew Jackson?
Het bepalen van wie waar de macht uit kan oefenen tot in de laagste laag van de overheid. Dit horen bij machtswisseling allemaal van dezelfde kleur te zijn. Corruptie gaat hierbij mee in de hand.
Wat houdt het (moral) reform movement in?
Deze wilde door een merit systeem het spoils system vervangen en daarmee de corruptie tegen gaan. Kijken naar kwaliteiten i.p.v. politieke kleur.
Wie hebben allemaal meegeholpen aan het merit systeem?

Waldo, Goodnow, White en het Research Bureau Movement. White schreef daarbij het eerste leerboek van de bestuurskunde.
Wat valt onder de Orthodoxe bestuurskunde?
Die van het scientific management. Geen grote span of control was hiervan een algemene regel. Aanhangers waren Taylor, Gulick en Urwick.


Wat zijn de overeenkomsten en verschillen in de ontwikkeling van de bestuurskunde tussen Europa en Amerika?

- Overeenkomst: Beide contintenten hadden een grootstedelijke problematiek.


- Verschil:


1. In V.S. bestuurskunde onderdeel van de politiek, in Europa een onderdeel van het recht,


2. V.S. bestuurskunde groot, in Europa kwijnend,


3. Amerika was bestuurskunde praktijkgericht, in Europa normatief.


4. Amerika sterke institutionalisering bestuurskunde, Europa niet.

Wat is de heterodoxie?
Oude denkers werden bekritiseerd en ondermijnd. Veel kritiek bestuursprincipes en scheiding van politiek en bestuur.
Hoe heeft de bestuurskunde zich door de jaren heen ontwikkeld?

- 18e eeuw: Verlichting, machtenscheiding van Montesquieu en Hegel.


- 19e eeuw: Rise of public administration. Toenemende grote van de ambtenarij,


- 20e eeuw: Weber staat centraal. Early US orthodoxy (scientific management ec.).


- 21e eeuw: één internationale bestuurskunde. vier stromen: scientific knowledge, practical experience, practical wisdom en relativists perspectives.



Wat typeerde Waldo?
Hij zag bestuurskunde als vervolg op de politieke filosofie sinds Plato. Stelt telkens lastige en fundamentele vragen en geeft zelf weinig antwoorden wat mensen tot nadenken zet.
Welke drie claims maakt Waldo in 'The administrative State'?

1. De orthodoxie van de bestuurskunde van voor de tweede wereldoorlog was niet neutraal wetenschappelijk. Moreel geladen. Nooit neutraal omdat achter elk (efficiënt) doel een bepaalde waarde zit.


2. Bestuurskunde is een ideologische politieke theorie. Dit stroomt uit het antwoorden op hele oude politieke vragen.


3. Scientific management is erg on-Amerikaans. Amerika streeft juist naar decentralisatie, maar scientific spreekt dit tegen. Ook on-democratisch omdat het zegt dat het bestuurd moet worden door technocraten.




Hiernaast vraagt hij zich af of een democratische bestuurstheorie mogelijk is.

Wat typeerde Simon?
Zijn onderzoek gaat vooral over de rationaliteit. Hield zich bezig met bounded rationality. Kan vergeleken worden met Aristoteles, want komt met antwoorden.
Wat is de kern van het boek van Simon ('Administrative Behaviour)?
Men kan niet alle opties afwegen; goed bestuur is efficiënt bestuur. Sterke scheiding tussen feiten en waarden. Wetenschap kan alleen iets zeggen over feiten. Gebaseerd op ideeën van Hume. In een mededeling zitten verborgen permissen. Voorbeeld van roken -> is dodelijk dus je stopt omdat je gezond wilt zijn.
Welke verschillende opvattingen zorgde voor een clash tussen Simon en Waldo?
Logisch positivisme v.s. interpretivisme. Explaining en understanding. Sciene en wissenschaft.
Wat voegt Raadschelders toe aan wissenschaft?

Het valt uiteen in twee dingen:


Craft (instrumenten; dokterstas) en art (meer de filosofische vragen) (naast science).

Wat zijn de 4 benaderingen van de bestuurskunde?

1. Scientific knowledge (Simon) -> science. Harde kennis met verklaringen en statistieken. Positivistisch. Gebaseerd op wetmatigheden.


2. Practical experience (Taylor) -> Craft. Hoe te besturen. Praktisch en pragmatisch. NPM, ook multidisciplinair.


3. Practical Wisdom (Waldo) -> art. Filosofisch en normatief. Interdisciplinair en wil iets nieuws maken van meerdere vakgebieden. Hermeneutisch: op zoek naar betekenissen.


4. Relativist perspectives (miller, Box) -> critique. Bestuurskunde ontmastkeren. Geen nieuwe regels over problemen aan pakken. Sceptische variant (postmodernistisch, ironisch) en affirmatieve variant (feministen bestuurskunde) non- disciplinair.

Wat was de oplossing van waldo voor de bestuurskunde crisis?
Conferentie van jonge wetenschappers om een nieuwe grondslag voor de bestuurskunde te bedenken (minnowbroek conferentie). Uitkomst: bestuurskunde moet zich richten op sociale rechtvaardigheid, bestrijding rassendiscriminatie en de armoede (new public administration). Kritisch kijken en normatief vakgebied maken. Postpositivistisch.
Hoe ziet internationale bestuurskunde er nu uit?

- Veel stromen naast elkaar.


- Strijd tussen bedrijvende en normatieve bestuurskunde.


- Steeds meer aandacht voor andere vakgebieden.


- Onzekerheid over wat bestuurskunde is.