Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
44 Cards in this Set
- Front
- Back
het opgeven |
Het bijltje erbij neerleggen |
|
Het bewustzijn verloren hebben |
Buiten westen zijn |
|
Iemand tot last hebben |
Met iemand opgescheept zitten |
|
Zich overdadig opmaken |
Zich opdirken |
|
Het gaat te ver |
Het loopt de spuigaten uit |
|
Zich ontdoen van alles wat hindert of schadelijk is |
Schoon schip maken |
|
Inlichtingen winnen |
Polshoogte nemen |
|
Er dreigt niet het minste gevaar |
Er is geen vuiltje aan de lucht |
|
Iemand met scheldwoorden overstelpen |
Iemand de volle laag geven |
|
Iets op een andere wijze aanpakken |
Iets over een andere boeg gooien |
|
Een bepaald doel niet halen |
Bakzeil halen |
|
Iemand overtreffen |
Iemand de loef afsteken |
|
In slechte maatschappelijke omstandigheden terecht komen |
Aan lagerwal geraken |
|
Iemand verwonden |
Iemand toetakelen |
|
Er is concurrentie op komst |
Er zijn kapers op de kust |
|
Verminderen in kracht, gezondheid, schoonheid |
Aftakelen |
|
Royaal |
Grootscheeps |
|
In grote overvloed |
Bij de vleet |
|
Reddeloos verloren zijn |
Naar de haaien zijn |
|
Een hekel aan iets hebben |
Het land aan iets hebben |
|
Iemand die je met een bepaald verzoek lastig valt met een excuus wegsturen |
Iemand afschepen |
|
Veel weten of kunnen |
Van alle markten thuis zijn |
|
Zich uit de voeten maken |
Opkramen |
|
Iemand overmacht laten voelen |
Iemand Overtroeven |
|
Het is een vooraf bekonkelde zaak |
Het is doorgestoken kaart |
|
Een lang verhaal over iets gaan doen |
Een boom opzetten |
|
Alles openhartig zeggen |
Openkaart spelen |
|
Duidelijk zeggen voor wie men partij kiest |
Kleur bekennen |
|
Er heerst voortdurend armoede |
Armoetroef |
|
Zich te buiten gaan |
Uit de band springen |
|
Spanningen, lang onderdrukte gevoelens zijn tot uitbarsting gekomen |
De bom is gebarsten |
|
Mislukken |
In duigen vallen |
|
Bij de geringste aanleiding |
Om de haverklap |
|
Geheel van zijn stuk |
Uit zijn veld geslagen zijn |
|
Vorderen |
Veld winnen |
|
Op zijn hoede zijn |
Op zijn qui-vive zijn |
|
Trachten te achterhalen of iemand van iets afweet |
Iemand aan de tand voelen |
|
Oud en versleten |
Aftands |
|
Iemand voor een ambt of post bestemd houden |
Iemand doorverven met iets |
|
Met allerlei hulpmiddeltjes |
Met kunst en vliegwerk gedaan |
|
Niet openlijk optreden |
Achter de schermen blijven |
|
Iets nauwkeurig onderzoeken |
Op de keeper beschouwen |
|
Een plan opzetten |
Iets op getouw zetten |
|
Gelijk behandelen |
Over dezelfde kam scheren |