• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/73

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

73 Cards in this Set

  • Front
  • Back
  • 3rd side (hint)

What is your name?

Wat is uw naam?

Wat

My name is Klara

Mijn naam is Klara

Mijn

Where are you from

Waar komt u vandaan

Waar

How is it? (food)

Hoe bevalt het?

Its delecious

Het is heerklijk

Its spicy

Het is heet

Its salty

Het is zoutig

It's sweet

Het is zoet

I am 48 years old

Ik ben achtenveertig jaar oud

When is your birthday?

Wat is uw geboortedatum.

What is your date of birth?

Its May 16 th

Die is 16 Mei

Do you have brothers or sisters?

Heeft u broers of zussen?

I have an older sister

Ik heb een oudere zus.

I have a younger brother.

Ik heb een jongere broer.

How tall are you?

Hoe lang bent u?

I am 1m 65

Ik ben een meter vijfenzestig lang.

Do you have a mobile phone?

Heeft u een mobiele telefoon?

How are you doing?

Hoe gaat het met u?

I feel fine.

Ik voel me prima.

I feel sick

Ik voel me ziek

I dont feel well

Ik voel me niet goed

What time is it?

Hoe laat is het?

Its 12 o'clock

Het is twaalf uur.

What are you doing?

Wat bent u aan het doen?

I am thinking

Ik ben aan het denken

I am studying

Ik ben aan het studeren

I am cooking

Ik ben aan het koken

Whats wrong ?

Wat scheelt eraan?

I feel tired

Ik voel me moe

I feel hungry

Ik voel me hongerig

I feel depressed

Ik voel me depressief

I feel sad

Ik voel me verdrietig

Where do you come from?

Waar komt u vandaan?

I come from the USA

Ik kom uit de Verenigde Staten

What is the weather like in Amsterdam?

Hoe is het veer in Amsterdam?

It's sunny

Het is zonnig

It's cold

Het is koud

Its windy

Het is winderig

It's hot

Het is heet

Are you hungry?

Heeft u honger?

I am a bit hungry

Ik ben een beetje hongerig

I am unbelievably hungry

ik ben ongelofelijk hongerig

I am awfully hungry

Ik ben onzettend hongerig

I am not really hungry

Ik ben niet echt hongerig

What is this?

Wat is dit?

This is a camera

Het is een camera.

Who's is this?

Van wie is dit?

This is mine

Het is van mij

This is ours

Het is van ons

This is hers

Het is van haar

This is his

Het is van hem

Have you been to Amsterdam?

Bent u in Amsterdam geweest?

Yes I have been there twice.

Ja, ik ben er twee keer geweest

Yes, i have been there last year.

Ja, ik ben er vorig jaar geweest

How much does it cost?

Hoeveel kost dit?

This is 3 euro

Het is drie euro

Where do you live?

Waar woont u?

I live in Paris

Ik woon in Parijs

What do you do for work?

Wat voor werk doet u?

I am a teacher.

Ik ben leraar

Do you speak Dutch?

Spreekt u Nederlands?

YES, I SPEAK IT A little bit

Ja, ik spreek het een beetje

YES i speak it very well

Ja, ik spreek het heel goed

Yes, i speak it not really.

Ja, ik spreek het neet echt.

Yes i

Ja, ik spreek het uitstekend

For how long have you been studying Dutch?

Hoe lang studeert u Nederlands?

For one month/year

Voor een maand/ jaar

For 5 weeks

Voor vijf weken

For 8 months

Voor acht maanden

Where have you studied Dutch?

Waar heeft u Nederlands destudeerd?

I learned it in school

Ik heb het op school geleerd

I learned it at home

Ik heb het thuis geleerd

I learned it in university

Ik heb het op de univesiteit geleerd