Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
12 Cards in this Set
- Front
- Back
|
Definitie overeenkomst |
6:213 een overeenkomst in de zin van deze titel is een meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of meer partijen jegens een of meer andere een verbintenis aangaan |
|
|
Beginselen die ten grondslag liggen aan het overeenkomstenrecht |
A contractsvrijheid B consensualisme C de verbindende kracht van de overeenkomsten |
|
|
Contractsvrijheid |
Deze vrijheid betreft, a de vrijheid om al dan niet te contracteren B de vrijheid om met welke partij men maar wil te contracteren C de vrijheid om de inhoud van de overeenkomst te bepalen 3:40 &3:43 |
|
|
Consensualisme |
Het sluiten van overeenkomsten is niet aan vormen gebonden 3:37 1e lid |
|
|
Verbindende kracht |
Partijen zijn aan hun in vrijheid gemaakte afspraken gebonden |
|
|
Onderscheid in overeenkomsten |
In wet benoemde overeenkomsten en niet in wet benoemde overeenkomsten. Voor niet in de wet benoemde overeenkomst is alleen algemeen deel titel 6.5 van toepassing. Dit algemeen deel is ook van toepassing op de benoemde overeenkomsten. Mits niet anders vermeld |
|
|
Een aantal benoemde overeenkomsten |
Koopovereenkomst Bruikleenovereenkomst Ruilovereenkomst Schenkingsovereenkomst Huurovereenkomst Arbeidsovereenkomst |
|
|
3 soorten koopovereenkomst |
Burgerlijke koop Handelskoop Consumentenkoop |
|
|
Burgerlijke koop |
Overeenkomst tussen twee burgers, niet in uitoefening van hun beroep of bedrijf |
|
|
Handelskoop |
Zowel koper als verkoper handelen vanuit hun beroep of bedrijf |
|
|
Consumenten koop |
7:5 1ste lid de koop van een roerende zaak die wordt gesloten door een verkoper die beroepsmatig handelt en een koper die niet beroepsmatig handelt |
|
|
Conformiteit vereiste |
7:17 |
