• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/13883

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

13883 Cards in this Set

  • Front
  • Back
dat zal een flinke duit kosten
[heel veel]
dat zal een flinke duit kosten
[heel veel]
we gaan er flink tegenaan
[gaan stevig aanpakken]
Nick is een flinke eter
[kan veel eten]
Xandra is flink uit de kluiten gewassen
[groot en stevig]
je moet er wel flink aan trekken
[goed doorwerken bij de studie]
iemand flink de waarheid zeggen
[precies zeggen wat hij verkeerd heeft gedaan]
flink wat
[behoorlijk veel]
Geoffrey is flink uit de kluiten gewassen
[groot en stevig]
iemand met een kluitje in het riet sturen
[hem met een mooi praatje afschepen]
de kluit bedonderen
[iedereen voor de gek houden, bedriegen]
zo blij als een kind
[heel erg blij]
hij is een kind van zijn tijd
[hij past precies in die tijd]
je moet het kind niet met het badwater weggooien
[tegelijk met het slechte ook het goede weggooien]
Kjeld is het kind van de rekening
[hij is het slachtoffer]
als een pasgeboren kind
[zo onschuldig]
dat kan een kind begrijpen
[dat is erg eenvoudig]
een doodgeboren kindje
[een zaak die van het begin af niets zou worden]
geen kind hebben aan iemand
[niet de minste last van hem hebben]
ik krijg er een kind van!
[ik heb er schoon genoeg van]
een ondergeschoven kindje
[dat niet veel aandacht krijgt]
een kind kan de was doen
[het is heel eenvoudig]
kind aan huis zijn bij iemand
[er vaak komen]
kind noch kraai hebben
[geen familie hebben]
een onwettig/ buitenechtelijk/ onecht kind
[van mensen die niet met elkaar getrouwd zijn]
de muren hebben oren
[je kunt afgeluisterd worden]
uit de muur eten
[voedsel uit de automaat eten]
de muren kwamen op me af
[ik voelde me erg opgesloten]
een blinde muur
[zonder ramen of deuren]
een dragende muur
[waarop het dak steunt]
met je kop tegen de muur lopen
[door tegenwerking niet bereiken wat je wilt bereiken]
van het kastje naar de muur gestuurd worden
[eindeloos doorgestuurd worden]
een muur optrekken
[je in jezelf terugtrekken]
de muren hebben oren
[zorg ervoor dat niemand je afluistert]
met de rug tegen de muur staan
[geen uitweg meer zien]
Gert-Jan kan nog geen spijker in de muur slaan
[is erg onhandig]
Tijn kletst uit zijn nek
[hij vertelt onzin]
Muiswerk rekenen en taal, helemaal digitaal
[er zijn 30 verschillende Muiswerkprogramma's; je leert helemaal zonder boek]
Muiswerk, maatwerk in rekenen en taal
[iedere 'muiswerker' krijgt een persoonlijk oefenprogramma op maat]
Muiswerk, de digitale docent
[het computerprogramma Muiswerk neemt werk van de docent over en maakt zijn taak gemakkelijker]
Rein leert Nederlands met Muiswerk.
[Hij gebruikt een Muiswerkprogramma om Nederlands te leren.]
Meneer De Groot gebruikt Muiswerk om te meten hoe goed iedereen is.
[Hij laat iedereen een toets maken met Muiswerk.]
dat zal een flinke duit kosten
[heel veel]
we gaan er flink tegenaan
[gaan stevig aanpakken]
Nick is een flinke eter
[kan veel eten]
Xandra is flink uit de kluiten gewassen
[groot en stevig]
je moet er wel flink aan trekken
[goed doorwerken bij de studie]
iemand flink de waarheid zeggen
[precies zeggen wat hij verkeerd heeft gedaan]
flink wat
[behoorlijk veel]
dan zal hij wel anders piepen
[anders reageren]
zij piept gauw
[bij het minste of geringste klaagt ze al]
het is zó gepiept
[snel klaar]
Iris is hem gepiept
[ze is ervandoor gegaan]
iemand van de wijs brengen
[in de war maken]
geen wijs kunnen houden
[vals zingen]
gebiedende wijs
[werkwoordsvorm die een gebod uitdrukt]
's lands wijs, 's lands eer
[elk land heeft zijn eigen gewoontes]
er is met Barend geen land te bezeilen
[er is niets met hem te beginnen]
deze boer heeft veel land
[veel weiland, veel grond]
's lands wijs, 's lands eer
[ieder land heeft zijn eigen gewoonten en daaraan moet je je aanpassen]
in het land der blinden is eenoog koning
[tussen mensen die niets kunnen, valt iemand die een beetje presteert al gauw op]
nog in het land der levenden zijn
[nog leven]
stad en land af lopen
[overal heen gaan]
daar heb ik het land aan
[daar heb ik een hekel aan]
's winters
[in de winter]
van de winter
[de komende of de afgelopen winter]
in zonde leven
[overspel plegen, of ongetrouwd samenwonen]
't is zonde dat ik het zeg...
[ik zou het eigenlijk niet moeten zeggen]
het is zonde voor God
[een grote schande, of erg jammer]
een lief smoeltje
[een lief gezichtje]
(grof) een grote smoel opzetten
[brutaal zijn]
breek me de bek niet open!
[daar zou ik heel wat slechte dingen over kunnen vertellen]
je moet een gegeven paard niet in de bek kijken
[niet kritisch zijn over wat je krijgt]
(plat) op je bek gaan
[vallen]
(plat) een grote bek hebben
[brutaal zijn]
dat is spekje voor zijn bekje
[net iets voor hem]
40+ kaas
[met minstens 40 procent vet]
65 plus
[65 jaar of ouder]
iemand aan de haak slaan
[verkering met hem krijgen]
daar zitten wel haken en ogen aan
[het is niet eenvoudig]
80 kilo schoon aan de haak
[naakt gewogen]
tussen haakjes ....
[uitdrukking waarmee je aangeeft dat iets niet bij het gespreksonderwerp hoort]
dit is niet in de haak
[er is iets niet in orde]
aan bod zijn
[aan de beurt zijn]
niet aan bod komen
[er geen kans voor krijgen]
een bod uitbrengen
[er iets voor bieden]
iemand een belletje geven
[even opbellen]
belletje trekken
[aanbellen en hard wegrennen]
aan de bel trekken
[aandacht vragen voor een misstand]
de kat de bel aanbinden
[als eerste over een moeilijk onderwerp beginnen]
toeters en bellen
[overdreven toevoegingen]
de handen uit de mouwen steken
[ijverig gaan werken]
je hand ophouden
[geld vragen]
de hand aan jezelf slaan
[zelfmoord plegen]
met harde hand optreden
[streng optreden]
een handje helpen
[even meehelpen]
dat ligt voor de hand
[dat is heel logisch]
iets achter de hand hebben
[in reserve hebben]
de hand over het hart strijken
[voor één keer minder streng zijn]
er de hand aan houden
[de voorschriften volgen]
in goede handen zijn
[goed verzorgd worden]
jezelf in de hand hebben
[je beheersen]
wat is er aan de hand?
[wat is er mis, of wat gebeurt er?]
zwaar op de hand zijn
[erg serieus of somber zijn]
er je hand niet voor omdraaien
[het niet moeilijk vinden om te doen]
een hand geven
[een hand drukken om te begroeten]
er de laatste hand aan leggen
[het juist afmaken]
handen te kort komen
[het heel druk hebben]
een gat in je hand hebben
[gemakkelijk te veel geld uitgeven]
de hand boven het hoofd houden
[verdedigen met woorden]
met de handen over elkaar zitten
[niets doen]
aan de beterende hand zijn
[langzaam genezen]
van de hand wijzen
[weigeren]
in de hand werken
[bevorderen]
er de hand op weten te leggen
[iets bijzonders kopen of krijgen]
de hand op de knip houden
[zuinig zijn, gierig zijn]
je handen thuishouden
[niet aankomen, niet slaan]
uit je hand eten
[precies doen wat je zegt]
twee handen op één buik zijn
[het altijd met elkaar eens zijn]
uit de hand lopen
[niet meer kunnen beheersen]
van de hand doen
[wegdoen, verkopen]
het hoofd boven water houden
[maar nét genoeg hebben om van te leven]
het hoofd laten hangen
[de moed verliezen]
de handen dichtknijpen
[jezelf gelukkig prijzen]
bij de hand houden
[zo houden dat je het snel kunt laten zien]
diep in de beurs tasten
[heel veel betalen]
met gesloten beurs betalen
[zonder geld, bijvoorbeeld door te ruilen]
een smalle beurs hebben
[weinig geld]
iemands beurs spekken
[hem veel betalen]
zijn beurs trekken
[betalen]
aan de beurs genoteerd zijn
[op de vaste koerslijsten voorkomen]
drankje
[iets drinkbaars met alcohol erin]
aan de drank zijn
[verslaafd aan alcohol]
aan de dunne zijn
[diarree hebben]
het loopt hem dun door de broek
[hij is erg bang]
de spoeling is dun
[iedereen krijgt maar weinig]
dun gezaaid zijn
[niet veel voorkomen]
het land is dun bevolkt
[er wonen maar weinig mensen]
hem op gang helpen
[hem helpen te beginnen]
ga je gang
[doe het maar]
een vreemde gang van zaken
[het gaat op een vreemde manier]
hij zette er flink de gang in
[flink vaart maken]
zijn eigen gang gaan
[zijn eigen zin doen]
zijn gangen nagaan
[controleren hoe hij leeft en wat hij doet]
aan de gang gaan met iets
[ermee beginnen]
iets in gang zetten
[het laten werken]
ik kan wel aan de gang blijven!
[protest als je iets steeds opnieuw moet doen]
op gang komen
[goed beginnen te lopen]
groente van de koude grond
[niet in de kas gekweekt]
de begane grond
[de onderste woonlaag]
iets uit de grond stampen
[het heel snel maken]
uit de grond van mijn hart
[met volle overtuiging]
hem te gronde richten
[hem vernietigen]
aan de grond zitten
[geen geld meer hebben]
het van de grond krijgen
[erin slagen het te organiseren]
het met de grond gelijkmaken
[het afbreken]
als aan de grond genageld bleef hij staan
[hij kon zich van schrik niet meer bewegen]
ik ging door de grond
[ik schaamde me diep]
het plan de grond in boren
[het afkraken]
met beide benen op de grond staan
[nuchter zijn]
geen poot aan de grond krijgen
[geen enkele kans]
de grond wordt me te heet onder de voeten
[ik ga ervandoor, want het wordt me te riskant]
stille waters hebben diepe gronden
[wie het minst spreekt is vaak het meest interessant]
uit de grond van mijn hart
[omdat ik het echt meen]
op grond van
[om reden van, wegens]
een grond van waarheid
[een waar element in een bewering]
in de grond van de zaak
[in feite, eigenlijk]
ga eens aan de kant
[opzij]
het was kantje boord
[het liep maar net goed af]
zij loopt de kantjes ervan af
[ze doet bijna niets]
ik ben door hem aan de kant gezet
[weggestuurd]
aan de kant staan
[niet meedoen]
dat raakt kant nog wal
[is onzin]
welke kant moet jij uit?
[in welke richting ga jij?]
van moeders kant is hij Turks
[zijn moeder is Turks]
ik kan geen kant meer op
[zit erg in het nauw]
daar kun je alle kanten mee uit
[dat kun je op verschillende manieren opvatten]
ga ik zo goed? nee, je gaat de verkeerde kant op
[in de verkeerde richting]
het mes snijdt aan twee kanten
[het levert dubbel voordeel op]
het is een dubbeltje op zijn kant
[onzeker hoe het afloopt]
de scherpe kantjes van iets afnemen
[het verzachten]
iets van alle kanten bekijken
[de voors en tegens goed afwegen]
het deugt van geen kant
[is helemaal niet in orde]
even de andere kant op kijken
[iets gedogen]
geen kant meer op kunnen
[geen uitweg meer weten]
ergens alle kanten mee op kunnen
[er veel mogelijkheden mee hebben]
familie van de koude kant
[aangetrouwd]
het gelijk aan zijn kant hebben
[het bij het juiste eind hebben]
dat hoor je van alle kanten
[dat zegt iedereen]
iemands kant kiezen
[zijn partij]
van de verkeerde kant zijn
[homoseksueel]
je van kant maken
[zelfmoord plegen]
het niet over je kant laten gaan
[je ertegen verzetten]
de boel aan kant maken
[opruimen]
iets over zijn kant laten gaan
[zich er niet tegen verzetten]
lopende band
[bewegende strook waarop producten langskomen]
aan de lopende band heeft hij geluk
[steeds opnieuw heeft hij geluk]
iemand aan banden leggen
[zijn macht beperken]
de banden nauwer aanhalen
[de vriendschap inniger maken]
de banden doorsnijden
[de vriendschap verbreken]
uit de band springen
[gekke, dwaze dingen doen]
uit de band springen
[zich laten gaan]
aan de macht komen
[gaan regeren]
uit de macht der gewoonte
[omdat je het altijd zo gedaan hebt]
macht uitoefenen
[je invloed gebruiken]
iemand in zijn macht krijgen
[hem onderwerpen]
boven je macht werken
[met je handen boven je hoofd]
we waren niet bij machte om ...
[niet in staat om ...]
uit alle macht
[met de grootste inspanning]
eendracht maakt macht
[eensgezindheid maakt sterk]
kennis is macht
[wie veel weet, heeft ook veel invloed]
met man en macht
[met alle beschikbare hulp]
boven zijn macht werken
[met de handen boven het hoofd]
de gewapende macht
[door de staat georganiseerde krijgsmacht]
een hogere macht
[bovenaards wezen of principe dat het lot van de mensen bepaalt]
de uitvoerende macht
[de regering, het bestuur]
de wetgevende macht
[de kroon en het parlement samen]
de rechterlijke macht
[de rechters]
geen man meer hebben
[weduwe zijn]
aan de man komen
[trouwen]
de liefde van de man gaat door de maag
[mannen verleid je met lekker eten]
hij is er de man niet naar
[zo is hij niet]
hij staat zijn mannetje wel
[kan zich goed verdedigen]
een man een man, een woord een woord
[eerlijke mensen houden zich aan hun belofte]
hij is mans genoeg
[flink genoeg]
hij is heel wat mans
[kan heel wat en is niet gauw bang]
de man met de hamer
[vermoeidheid of een morele inzinking]
ik ben je man
[ik sta tot je beschikking]
een man van de klok zijn
[altijd op tijd zijn]
een sterke man
[iemand die op autoritaire wijze orde weet te scheppen]
een man van de wereld zijn
[zelfverzekerd, met veel levenservaring]
de man met de zeis
[de dood]
iets aan de man brengen
[het verkopen]
er is geen man overboord
[er is niets ernstigs gebeurd]
man en paard noemen
[niets verzwijgen]
een gewaarschuwd man telt voor twee
[als je weet wat er gaat gebeuren, kun je je voorbereiden]
als één man
[allemaal tegelijk]
de kleine man
[de mensen met een laag inkomen]
het op de man af vragen
[rechtstreeks]
kleren maken de man
[kleding bepaalt welke indruk je maakt]
met man en muis vergaan
[met alle opvarenden]
dan is er nog geen man overboord
[geruststelling bij een probleem dat nog niet ernstig is]
man en paard noemen
[de namen van de betrokkenen geven]
anderhalve man en een paardenkop
[bijna niemand]
op de man spelen
[iemand persoonlijk aanvallen in een discussie]
iets tot de laatste man verdedigen
[tot het uiterste]
als de wijn is in de man, is de wijsheid in de kan
[wie veel gedronken heeft, weet niet meer wat hij doet]
van de hoed en de rand weten
[goed op de hoogte zijn]
aan de rand van de afgrond staan
[bijna ten onder gaan]
dat is op het randje
[het ligt op de grens van wat nog kan]
aan de rand van het graf staan
[de dood nabij zijn]
alle remmen losgooien
[je helemaal laten gaan]
op de rem gaan staan
[krachtig remmen]
aan de rem trekken
[een ontwikkeling afremmen]
geld speelt geen rol
[het is niet belangrijk hoeveel het kost]
de rollen omdraaien
[doen wat iemand anders deed]
aan de rol gaan
[uitgebreid feestvieren]
het loopt op rolletjes
[goed, gesmeerd]
een rol spelen
[je anders voordoen dan je bent]
uit zijn rol vallen
[even laten zien hoe hij echt is]
geld speelt geen rol
[het geeft niet wat het kost]
een rol spelen
[van invloed zijn]
een rol spelen
[zich anders voordoen dan hij is]
zijn rol is uitgespeeld
[hij heeft geen invloed meer]
de rollen zijn omgekeerd
[de onderlinge verhoudingen zijn verwisseld]
op de rol staan
[op de lijst]
aan de schijt zijn
[diarree hebben]
ik heb er schijt aan
[ik hou er geen rekening mee]
wie is aan slag?
[aan de beurt om te slaan]
polsslag
[het kloppen van het bloed in de pols]
het is op slag van zessen
[bijna zes uur]
een vrije slag
[die je ongehinderd mag nemen]
met de Franse slag
[haastig en oppervlakkig]
hij heeft er slag van
[hij is er handig in]
het was een slag in de lucht
[een onzekere gok]
zijn slaag slaan
[van een gunstige situatie profiteren]
zonder slag of stoot
[zonder zich te verzetten]
zonder slag of stoot
[zonder dat erover gestreden hoeft te worden]
een slag kleiner
[iets kleiner]
je slag slaan
[een kans krijgen en die benutten]
er een slag naar slaan
[ernaar raden]
aan de slag gaan
[beginnen]
van slag zijn
[van streek, overstuur]
een slag om de arm houden
[nog geen definitieve uitspraak doen]
op slag dood
[direct dood]
de touwtjes in handen hebben
[beslissen wat er gebeurt]
er is geen touw aan vast te knopen
[je kunt het niet begrijpen]
aan de touwtjes trekken
[alles regelen, besturen]
ik kan er geen touw aan vastknopen
[vind het onbegrijpelijk]
hij is al de hele dag in touw
[druk bezig]
iets op touw zetten
[organiseren]
het veilig opbergen
[zodat het niet zoekraakt of gestolen wordt]
in een veilige haven komen
[een rustig toevluchtsoord]
de kust is veilig
[om aan te geven dat men ergens veilig langs kan]
je kunt dat veilig aannemen
[gerust aannemen]
aan de veilige kant blijven
[geen overmoedige schatting maken]
veilig vrijen
[met bescherming tegen zwangerschap en overdraagbare ziektes]
aan de vooravond van iets staan
[in een tijd die aan een belangrijke verandering voorafgaat]
kijk vóór je!
[kijk recht voor je uit]
aan de voorste speen liggen
[meer krijgen dan de anderen]
ik heb het voor weinig geld gekregen
[ik moest weinig betalen]
dat is voor eigen rekening
[dat moet je zelf betalen]
ik ben er niet voor
[er geen voorstander van]
ik stemde voor de VVD
[mijn stem ging naar die partij]
dat is niets voor mij
[dat vind ik helemaal niet leuk]
voor één keer
[alleen deze keer]
wat is dat voor ding?
[welk soort ding is dat]
hij doet dat voor zijn plezier
[omdat hij het leuk vindt]
ik ben vandaag voor het eerst geweest
[vandaag was de eerste keer]
voor het geval dat het gaat regenen
[als het gaat regenen]
dat is nog de vraag
[dat is nog onzeker]
vragen afvuren
[een reeks vragen stellen]
een retorische vraag
[waarop men geen antwoord verwacht]
dat is voor jou een vraag, maar voor mij een weet
[daar geef ik geen antwoord op]
aan de vraag voldoen
[zorgen dat er voldoende artikelen zijn]
de vruchten ervan plukken
[er voordeel van hebben]
het werpt vruchten af
[het heeft resultaat]
aan de vruchten kent men de boom
[je kent de mens door zijn daden]
een verboden vrucht
[iets dat niet is toegestaan]
een boom van een vent
[een grote stevige man]
hoge bomen vangen veel wind
[wie belangrijk is, krijgt veel kritiek]
door de bomen het bos niet zien
[door de details het geheel niet zien]
aan zijn vruchten kent men de boom
[aan zijn daden kent men de mens]
de bomen groeien niet tot in de hemel
[de mogelijkheden zijn niet onbeperkt]
oude bomen moet je niet verplanten
[oude mensen kunnen beter niet verhuizen]
aan de vruchten kent men de boom
[men kent de mens aan wat hij doet]
de appel valt niet ver van de boom
[kinderen lijken meestal op hun ouders]
omdraaien als een blad aan een boom
[je ineens heel anders gaan gedragen]
een teer plantje
[iemand die weinig verduren kan]
aan de weet komen
[erachter komen, ontdekken]
er geen weet van hebben
[het niet weten]
u moet deze weg houden
[op deze weg blijven]
je eigen weg gaan
[je leven op je eigen manier inrichten]
aan de weg timmeren
[iets doen om publieke aandacht te krijgen]
zo oud als de weg naar Rome
[heel oud]
de weg voor iemand banen
[hindernissen voor hem weghalen]
gebaande wegen bewandelen
[dingen doen die anderen voorbereid hebben]
de officiële weg bewandelen
[volgens de voorschriften handelen]
in geen velden of wegen te bekennen
[nergens]
de weg van de minste weerstand
[de makkelijkste methode]
waar een wil is, is een weg
[als je iets werkelijk wilt, is er ook een oplossing voor]
hem de weg wijzen
[vertellen hoe hij moet lopen of rijden]
in de weg staan
[de doorgang versperren]
we gaan op weg
[ergens naar toe]
hem op weg helpen
[in het begin even helpen]
naar de bekende weg vragen
[iets vragen waar je het antwoord al van weet]
hem uit de weg gaan
[zorgen dat je hem niet ontmoet]
hem iets in de weg leggen
[hem hinderen]
hem uit de weg ruimen
[vermoorden]
van de wieg tot het graf
[je hele leven]
aan de wieg van iets gestaan hebben
[er vanaf het begin bij geweest zijn]
ergens voor in de wieg gelegd zijn
[er aanleg voor hebben]
de plek waar eens mijn wieg stond
[waar ik geboren ben]
onder de wol kruipen
[lekker naar bed gaan]
door de wol geverfd zijn
[veel ervaring hebben]
veel geschreeuw, maar weinig wol
[veel drukte, maar weinig resultaat]
aan de wol herkent men de schapen
[men kent de mens aan zijn daden]
aan een nieuw hoofdstuk beginnen
[aan een nieuwe periode in je leven]
dat is een heel ander hoofdstuk!
[een heel ander onderwerp]
het aan stukken slaan
[kapot slaan]
aan één stuk door
[voortdurend]
een man uit één stuk
[erg betrouwbaar]
stukje bij beetje
[langzaam en geleidelijk]
werken dat de stukken ervan afvliegen
[heel hard werken]
een stukje mee-eten
[een hapje mee-eten]
stukje bij beetje
[geleidelijk]
aan één stuk door
[voortdurend]
het ontbrekende stukje van de puzzel
[de oplossing]
iemand uit één stuk
[consequent in zijn opvattingen]
een stuk duidelijkheid scheppen
[enige duidelijkheid]
op geen stukken na
[in het geheel niet]
een raar stuk vreten
[een wonderlijke persoon]
stukken beter
[veel beter]
stuk voor stuk
[allemaal apart]
per stuk
[per exemplaar]
een stuk of tien
[ongeveer tien
een aangetekend stuk
[waarvoor je een ontvangstbewijs moet tekenen]
een stuk of wat
[een paar]
stukken goedkoper
[veel goedkoper]
op geen stukken na
[lang niet]
aan flarden
[helemaal stuk]
een flard van het gesprek
[een klein deeltje ervan]
een steek onder water
[met bedekte woorden iets vervelends zeggen]
een steek laten vallen
[iets doms doen]
aan haar is een steekje los
[ze is een beetje gek]
iemand in de steek laten
[niet bij hem blijven]
mijn geheugen laat me in de steek
[ik weet het niet meer]
ik geloof er geen steek van!
[helemaal niets]
aan haar is een steekje los
[ze is een beetje gek]
geen steek uitvoeren
[helemaal niets]
alles wat los en vast zit is weggehaald
[alles dus]
de beer is los [
[de narigheid is begonnen]
er zit een draadje (schroefje) bij hem los
[hij is niet goed bij zijn verstand]
losse handen hebben
[veel en gauw slaan]
iets uit de losse pols doen
[met groot gemak]
op losse schroeven staan
[onzeker, twijfelachtig of het doorgaat]
aan hem is een steekje los
[hij is een beetje gek]
als los zand aan elkaar hangen
[zonder samenhang zijn]
dat was maar een losse opmerking
[ik bedoelde er niet iets bijzonders mee]
een losse kracht
[zonder arbeidsovereenkomst]
een los nummer
[dat niet bij een abonnement hoort]
los van...
[afgezien van...]
zij leven erop los
[doen waar ze zin in hebben]
een losse flodder
[munitiepatroon zonder kogel]
van God los zijn
[verderfelijk]
erop los leven
[losbandig zijn]
aan flarden
[helemaal stuk]
een flard van het gesprek
[een klein deeltje ervan]
de dames gaan in het lang
[in een lange jurk]
iets op de lange baan schuiven
[het telkens uitstellen]
op de lange duur
[over een lange tijd gezien]
aan het langste eind trekken
[het uiteindelijk winnen
een lang gezicht trekken
[laten blijken dat je teleurgesteld bent]
de lange latten
[ski's]
lange tenen hebben
[snel beledigd zijn]
lange vingers hebben
[stelen]
we hebben er lang en breed over gesproken
[heel uitvoerig]
aan hem kun je een voorbeeld nemen
[proberen het net zo goed te doen]
het goede voorbeeld geven
[laten zien hoe het moet]
bijvoorbeeld
[ik geef dat als voorbeeld]
hem kort houden
[hem niet veel toestaan]
aan het kortste eind trekken
[uiteindelijk verliezen]
de korte golf
[radiogolf met een lengte van 10 tot 100 meter]
alles kort en klein slaan
[in stukken slaan]
kort en bondig
[met weinig woorden]
van korte duur
[wat kort duurt]
het is kort dag
[er is niet veel tijd meer]
een kort geding
[proces voor spoedeisende zaken]
kort geleden
[onlangs]
binnen de kortste keren
[heel snel]
het kort maken (houden)
[snel zeggen wat je wilt]
kort van memorie zijn
[een slecht geheugen hebben]
korte metten maken met iemand
[genadeloos met hem afrekenen]
tot voor kort
[onlangs nog]
in kort bestek
[beknopt]
kort en goed
[direct en zonder omhaal]
in het kort
[met weinig woorden, samengevat]
kort en krachtig
[inleiding op een samenvatting]
kort van stof zijn
[zeer weinig woorden gebruiken]
in het kort
[met weinig woorden]
tot voor kort
[tot een tijdje geleden]
de dames gaan in het lang
[in een lange jurk]
iets op de lange baan schuiven
[het telkens uitstellen]
op de lange duur
[over een lange tijd gezien]
aan het langste eind trekken
[het uiteindelijk winnen
een lang gezicht trekken
[laten blijken dat je teleurgesteld bent]
de lange latten
[ski's]
iets verkeerd begrijpen
[anders opvatten dan het bedoeld is]
je hebt de verkeerde voor
[je ziet me voor iemand anders aan]
aan het verkeerde adres zijn
[niet bij de goede persoon]
iemand op het verkeerde been zetten
[door een schijnbeweging iemand in de verkeerde richting laten denken]
het bij het verkeerde eind hebben
[ongelijk hebben]
in verkeerde handen vallen
[bij mensen terechtkomen die je kwaad doen]
dat is hem in het verkeerde keelgat geschoten
[daar is hij boos om]
koffie verkeerd
[met veel warme melk erin]
verkeerd verbonden zijn
[niet het juiste telefoonnummer gekozen hebben]
hij is van de verkeerde kant
[homoseksueel]
verkeerd om
[omgekeerd en daardoor verkeerd]
de goeden moeten onder de kwaden lijden
[de onschuldigen moeten ook mee lijden]
hij meent het zo kwaad niet
[verontschuldiging voor iemand die onaardig doet]
te kwader trouw zijn
[oneerlijk zijn]
in een kwaad daglicht staan
[slecht bekend staan]
een kwade dronk hebben
[agressief zijn als je dronken bent]
een kwaad geweten hebben
[een gevoel van schuld]
zo goed en zo kwaad als het gaat
[zo goed als in deze situatie mogelijk is]
aan iemand een kwaaie hebben
[een geduchte tegenstander]
hij is de kwaadste niet
[hij is best vriendelijk]
met hem is het kwaad kersen eten
[met hem kun je beter niet te maken krijgen]
de kwaaie pier zijn
[altijd de schuld krijgen]
de kwaaie pier zijn
[altijd de schuld krijgen]
kwaad bloed zetten
[boosheid opwekken]
iemand een kwaad hart toedragen
[gunstig over hem denken]
kwade tongen beweren....
[roddelaars vertellen...]
kwade tijden
[tijden vol tegenspoed]
aan iets ten prooi vallen
[erdoor verwoest worden]
de aandacht trekken
[zorgen dat ze je zien]
het toneelstuk trekt veel publiek
[veel mensen willen het zien]
dat trekt mij niet
[dat vind ik niet aantrekkelijk]
een conclusie trekken
[zeggen wat je mening over het onderwerp is]
een lijn trekken
[tekenen]
het trekt
[het tocht]
aan je trekken komen
[krijgen wat je nodig hebt of hebben wilt]
van wal steken
[beginnen]
tussen wal en schip terechtkomen
[het een noch het ander krijgen, alles mislopen]
hem van de wal in de sloot helpen
[nog meer moeilijkheden bezorgen]
aan lager wal raken
[in armoedige omstandigheden terechtkomen]
de beste stuurlui staan aan wal
[het is gemakkelijk om kritiek te geven als je het zelf niet hoeft te doen]
van twee walletjes eten
[beide partijen steunen en daarvan profiteren]
ergens een wal tegen opwerpen
[een onwenselijke ontwikkeling verhinderen]
het walletje moet bij het schuurtje blijven
[met moet niet overdrijven]
wallen onder je ogen
[donkere kringen door te weinig slaap]
hem tegen het lijf lopen
[hem tegenkomen]
dat heeft niets om het lijf
[dat betekent niets]
dat is hem op het lijf geschreven
[past precies bij hem]
gezond van lijf en leden
[helemaal gezond]
blijf van mijn lijf!
[raak me niet aan!]
iemand te lijf gaan
[met hem gaan vechten]
geen hemd aan het lijf hebben
[straatarm zijn]
iemand het hemd van het lijf vragen
[uithoren]
in levenden lijve
[in persoon, in werkelijkheid]
iemand de stuipen op het lijf jagen
[erg laten schrikken]
aan mijn lijf geen polonaise
[ik heb geen zin in ingewikkelde toestanden]
het vege lijf redden
[er levend af komen]
het hemd is nader dan de rok
[je doet eerder iets voor familie dan voor vreemden]
aan moeders rokken hangen
[niet zelfstandig zijn]
aan tafel!
[jullie moeten komen eten]
we gaan aan tafel
[we gaan eten]
we zullen eens om de tafel gaan zitten
[overleggen hoe het probleem opgelost moet worden]
het ter tafel brengen
[erover gaan praten]
het onder tafel vegen
[het onbelangrijk vinden]
scheiden van tafel en bed
[apart gaan wonen terwijl je niet officieel gescheiden bent]
iemand een zetje in de goede richting geven
[hem helpen]
een goede zet
[slimme daad, of rake opmerking]
aan zet zijn
[aan de beurt zijn]
het lag op mijn lippen
[ik wilde het net zeggen]
je lippen erbij aflikken
[ervan genieten omdat het lekker is]
aan zijn lippen hangen
[aandachtig naar hem luisteren]
op zijn lippen bijten
[proberen je emoties niet te laten zien]
iets niet over je lippen kunnen krijgen
[het niet kunnen zeggen]
het water staat hem tot de lippen
[de nood is erg groot geworden]
iemand op zijn lip zitten
[hem op een hinderlijke manier in de gaten houden, dichtbij hem zitten]
een verzoek doen
[iets vragen]
op verzoek van de leerlingen
[de leerlingen vragen erom]
aan zijn verzoek voldoen
[doen wat hij wenst]
een boom van een vent
[een grote stevige man]
hoge bomen vangen veel wind
[wie belangrijk is, krijgt veel kritiek]
door de bomen het bos niet zien
[door de details het geheel niet zien]
aan zijn vruchten kent men de boom
[aan zijn daden kent men de mens]
de bomen groeien niet tot in de hemel
[de mogelijkheden zijn niet onbeperkt]
oude bomen moet je niet verplanten
[oude mensen kunnen beter niet verhuizen]
aan de vruchten kent men de boom
[men kent de mens aan wat hij doet]
de appel valt niet ver van de boom
[kinderen lijken meestal op hun ouders]
omdraaien als een blad aan een boom
[je ineens heel anders gaan gedragen]
je kunt de boom in!
[ik weiger het echt]
een boom omzagen
[hard snurken]
aangehouden worden door de politie
[gearresteerd worden]
aangevreten producten
[waar stukjes afgebeten zijn]
aanval is de beste verdediging
[je kunt beter zelf aanvallen dan afwachten]
daar sta ik van te kijken
[daar ben ik verbaasd over]
ach jongen, jij komt pas kijken
[jij weet nog niet veel]
laat naar je kijken!
[je vertelt onzin]
boos kijken
[een boos gezicht trekken]
kijk, volgens mij zit het zo
[let op, volgens mij zit het zo]
hij kijkt niet zo nauw
[hij is niet zo precies of fijngevoelig]
tot kijk
[tot ziens]
zo kun je niet over straat
[naar buiten]
hij kwam op straat te staan
[werd dakloos, had geen woning meer]
dat past precies in zijn straatje
[dat past bij zijn opvattingen en plannen]
er moet meer blauw op straat komen
[meer politie]
ach, je bent van de straat
[je hebt iets te doen]
dat nieuwtje ligt op straat
[is algemeen bekend]
niet van de straat zijn
[hoog ontwikkeld of erg rijk zijn]
op straat staan
[geen huis hebben]
sterke longen hebben
[niet gauw buiten adem raken]
sterk staan
[een positie hebben die niet gemakkelijk aan te vallen is]
zich ergens sterk voor maken
[er je best voor doen]
per slot van rekening ben ik de oudste
[ik ben immers de oudste]
ten slotte gingen we een patatje halen
[als laatste deden we dat]
de deur is op slot
[afgesloten]
zijn fiets op slot zetten
[afsluiten]
achter slot en grendel
[in de gevangenis]
het is achter de rug
[het is voorbij]
achter zijn rug om
[zonder dat hij er van weet
hem de rug toekeren
[niets van hem willen weten]
ik heb een brede rug
[ik kan veel verdragen]
de rug van een boek
[waar de bladen aan elkaar vast zitten]
de rug van je hand
[de bovenkant]
de rug van een stoel
[waar je met je rug tegenaan zit]
het was een dolkstoot in zijn rug
[een verraderlijke aanval]
door je rug gaan
[je vertillen]
met de rug tegen de muur staan
[geen oplossing meer weten]
een natte rug hebben
[hard gewerkt hebben]
met de rug tegen de muur staan
[geen oplossing meer weten]
een natte rug hebben
[hard gewerkt hebben]
ik heb geen ogen in mijn rug
[ik had dat onmogelijk kunnen zien]
een open ruggetje
[open ruggenmerg bij pasgeboren baby]
over de ruggen van...
[misbruik makend van...]
iets de rug toekeren
[je er niet meer mee bezighouden]
iets de rug toekeren
[je er niet meer mee bezighouden]
het water loopt hem langs de rug
[hij zweet erg]
achterop raken
[het tempo niet kunnen bijhouden]
in actieve dienst
[in functie]
iemand op non-actief stellen
[hem verbieden zijn werk te doen]
actief kiesrecht
[recht om te stemmen]
actieve euthanasie
[de dood bespoedigen door het toedienen van medicijnen]
actieve euthanasie
[middelen toedienen om iemand te laten sterven]
passieve euthanasie
[geen middelen toedienen om iemand in leven te houden]
in actieve dienst
[in functie]
iemand op non-actief stellen
[hem verbieden zijn werk te doen]
actief kiesrecht
[recht om te stemmen]
actieve euthanasie
[de dood bespoedigen door het toedienen van medicijnen]
het moet al gek gaan als ...
[het is bijna zeker]
gek genoeg
[commentaar dat verbazing uitdrukt]
doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg
[gedraag je niet anders dan anderen
je zou gek staan te kijken...
[stomverbaasd zijn]
hoe ouder hoe gekker
[wordt gezegd als oudere mensen iets bijzonders doen]
op de gekste tijden
[op tijdstippen waarop je het niet zou verwachten]
ik ben me daar gek!
[ik denk er niet over om dat te doen]
gek van angst
[buiten zichzelf]
het is om gek van te worden
[ergerlijk en vermoeiend]
zich gek zoeken naar iets
[er overal naar lopen te zoeken]
ben je gek!
[verontwaardigde reactie als iemand iets zegt wat onwaarschijnlijk is]
zo gek als een deur
[helemaal geschift]
díe is gek!
[schamper commentaar als iemand iets gevaarlijks doet]
hij is niet zo gek als hij eruitziet
[plagerig commentaar als iemand plotseling iets slims doet]
geen gek figuur slaan
[een goede indruk maken]
het is te gek om los te lopen
[het is al te dwaas]
dat is lang niet gek!
[tamelijk goed]
dat is te gek!
[geweldig!]
ik ben gek op Hema-worst
[ik ben er dol op]
Adam was gek op Eva
[hield veel van haar]
ergens gek mee zijn
[er veel van houden]
er schuilt een addertje onder het gras
[pas op, er zit een gevaar of een boze opzet onder]
als door een adder gebeten
[heel fel]
adder!
[venijnig persoon]
af en aan lopen
[heen en weer lopen]
af! (tegen honden)
[ga liggen]
je bent af
[je hebt het spel verloren]
afgaan
[dom lijken, een slecht figuur slaan]
goed af zijn
[boffen]
af en aan lopen
[heen en weer lopen]
af! (tegen honden)
[ga liggen]
we zijn weer terug bij af
[we zijn weer net zover als toen we begonnen]
je bent af
[je hebt het spel verloren]
goed af zijn
[boffen]
af en aan lopen
[heen en weer lopen]
af! (tegen honden)
[ga liggen]
we zijn weer terug bij af
[we zijn weer net zover als toen we begonnen]
je bent af
[je hebt het spel verloren]
afgaan
[dom lijken, een slecht figuur slaan]
goed af zijn
[boffen]
afbrekende kritiek
[negatieve kritiek, waar je niets aan hebt]
af en aan lopen
[heen en weer lopen]
af! (tegen honden)
[ga liggen]
we zijn weer terug bij af
[we zijn weer net zover als toen we begonnen]
je bent af
[je hebt het spel verloren]
afgaan
[dom lijken, een slecht figuur slaan]
goed af zijn
[boffen]
afgemeten spreken
[met korte zinnetjes]
afgewerkte olie
[die niet meer bruikbaar is]
afrekenen graag!
[verzoek om te mogen betalen]
Ajax voetbalt tegen Feijenoord
[deze clubs zijn elkaars tegenstander]
tegen zijn wens
[hij wil het niet]
hij heeft het tegen wil en dank gedaan
[hoewel hij het eigenlijk niet wilde]
ik heb er niets op tegen
[ik vind het prima]
ik kan er niet tegen
[ik vind het heel vervelend]
tien tegen één dat ....
[er is een hele grote kans op]
je iets tegen eten
[er zoveel van eten dat je het niet meer lust]
tegen alle verwachting
[niemand had het verwacht]
al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding
[wat in wezen lelijk is, zal nooit mooi worden]
voor aap staan
[voor gek staan]
daar komt de aap uit de mouw
[nu blijkt wat er echt gebeurd is]
in de aap gelogeerd zijn
[in moeilijkheden zijn]
als apen hoger klimmen willen, ziet men gauw hun blote billen
[wie zich beter voordoet dan hij is, valt een keer door de mand]
zich een aap lachen
[heel erg moeten lachen]
al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding
[je wordt niet mooier van chique kleren of sieraden]
een aangeklede aap
[iemand die erg opzichtig gekleed is]
een aap van een jongen
[een deugniet]
zich een aap schrikken
[heel erg schrikken]
voor aap staan
[je belachelijk maken]
iemand voor aap zetten
[hem in het openbaar belachelijk maken]
het bijltje erbij neergooien
[het opgeven, ermee stoppen]
voor de bijl gaan
[verliezen]
de botte bijl hanteren
[harde maatregelen nemen]
al eerder met dit bijltje gehakt hebben
[ervaring hebben]
kop op!
[houd moed!]
een kop als een boei
[een vuurrood hoofd]
de kop indrukken
[ervoor zorgen dat het geen kans krijgt]
een verhaal met kop noch staart
[onbegrijpelijk]
op de kop af
[precies]
een bord voor je kop hebben
[niet zien wat voor iedereen duidelijk is]
je niet op je kop laten zitten
[niet alles goedvinden]
je kop in het zand steken
[jezelf voor de gek houden]
dat zal me de kop niet kosten
[dat kan ik wel betalen]
de hele zaal stond op zijn kop
[alles lag door elkaar, niemand bleef op zijn stoel]
kopjes geven
[een kat die met zijn kop ergens langs strijkt]
de kop opsteken
[zich opnieuw vertonen]
al ga je op je kop staan!
[je zult je zin niet krijgen]
iemand op zijn kop geven
[hem berispen, een standje geven]
iemand een kopje kleiner maken
[hem doden, verslaan]
de kolder in de kop krijgen
[onhandelbaar worden]
wat hij in zijn kop heeft, heeft hij niet in zijn kont
[hij geeft niet gauw op]
met je kop tegen de muur lopen
[niet bereiken wat je wilt]
iets in je kop stampen
[het met moeite in je geheugen opnemen]
de koppen tellen
[de aanwezigen]
zaagsel in zijn kop hebben
[dom zijn, niets begrijpen]
je niet op je kop laten zitten
[niet alles goedvinden]
hou die doos niet op zijn kop!
[ondersteboven]
over de kop slaan
[ondersteboven vallen]
op zijn kop
[ondersteboven]
koplamp
[lamp die voorop de fiets of de auto zit]
over de kop gaan
[failliet gaan]
de spijker op de kop slaan
[zeggen waar het precies om gaat]
iets bij de kop vatten
[eraan beginnen]
een leugentje om bestwil
[een kleine leugen om iemand te helpen]
al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel
[de waarheid wordt toch ontdekt]
klein geld
[munten]
groot geld
[bankpapier]
voor half geld
[voor de halve prijs]
geld opnemen
[geld bij de bank of het postkantoor halen]
hij zwemt in het geld
[is erg rijk]
dat doe ik voor geen geld!
[absoluut niet]
voor hetzelfde geld was het anders
[het had net zo goed anders kunnen zijn]
met geld smijten
[veel geld uitgeven]
het geld groeit me niet op de rug
[ik ben niet zo rijk dat ik dat zomaar kan betalen]
geld over de balk gooien
[verspillen]
geld stinkt niet
[het is niet belangrijk hoe je aan je geld komt]
veel geld in het laatje brengen
[veel opleveren]
je geld of je leven!
[uitroep bij een overval]
van je geld leven
[niet meer hoeven werken]
iets te gelde maken
[het verkopen]
geld dat stom is, maakt recht wat krom is
[geld maakt ook onrecht goed]
al kreeg ik geld toe!
[schampere opmerking als je iets echt niet wilt]
het geldt brandt hem in de zak
[hij wil het heel graag uitgeven]
geld zoekt geld
[wie geld bezit, krijgt er gemakkelijk geld bij]
eieren kiezen voor je geld
[je noodgedwongen met minder tevreden stellen]
voor half geld
[voor de helft van wat anderen moeten betalen]
dat is geen geld
[heel goedkoop]
het voor geen geld willen missen
[beslist niet]
geld speelt geen rol
[het doet er niet toe wat het kost]
alle waar is naar zijn geld
[wat goedkoop is, kan niet goed zijn]
de dames gaan in het lang
[in een lange jurk]
iets op de lange baan schuiven
[het telkens uitstellen]
op de lange duur
[over een lange tijd gezien]
aan het langste eind trekken
[het uiteindelijk winnen]
een lang gezicht trekken
[laten blijken dat je teleurgesteld bent]
de lange latten
[ski's]
lange tenen hebben
[snel beledigd zijn]
lange vingers hebben
[stelen]
het is zo lang als het breed is
[het komt op hetzelfde neer]
we hebben er lang en breed over gesproken
[heel uitvoerig]
hij zal het niet lang meer maken
[hij leeft nog maar kort]
ze heeft erg lang werk
[ze doet er een hele tijd over]
werk je daar al lang?
[al een tijd?]
een lange adem hebben
[iets lange tijd volhouden]
een zaak van lange adem
[die lange tijd blijft bestaan]
hoe langer hoe beter
[steeds beter]
al lang en breed
[al lang]
eerlijk duurt het langst
[met bedrog kom je niet ver]
lang geleden
[ver in het verleden]
we kennen elkaar langer dan vandaag
[om aan te geven dat je iemands gedrag goed kunt beoordelen]
van zijn lang zal z'n leven niet
[absoluut nooit]
hij zal het niet lang meer maken
[zal spoedig sterven]
lang van stof zijn
[altijd veel woorden nodig hebben]
dan kun je lang wachten
[spottend commentaar als iemand vergeefs ergens op wacht]
een lang weekend
[waar de maandag en/of de vrijdag bij betrokken is]
ergens lang werk mee hebben
[niet opschieten]
dat is lang niet slecht
[behoorlijk goed]
ten langen leste
[eindelijk]
met lange tanden eten
[met tegenzin]
een brede rug hebben
[veel kritiek kunnen verdragen]
een brede scheiding hebben
(bij mannen) [kaal zijn]
brede schouders hebben
[veel kunnen verdragen]
wie het breed heeft, laat het breed hangen
[wie veel bezit, kan veel uitgeven]
het niet breed hebben
[arm zijn]
al lang en breed
[al lang]
het er lang en breed over gehad hebben
[uitgebreid besproken hebben]
voor een breed publiek
[van veel verschillende mensen]
het breed uitmeten
[overdreven voorstellen]
wij hebben het niet breed
[wij hebben niet veel geld]
wie het breed heeft, laat het breed hangen
[wie veel geld heeft, kan veel uitgeven]
iedere gek heeft z'n gebrek
[niemand is volmaakt]
iemand voor de gek houden
[voor de grap tegen hem liegen]
een jongensgek
[een meisje dat dol is op jongens]
voor gek staan
[jezelf belachelijk maken]
één gek kan meer vragen dan tien wijzen kunnen beantwoorden
[er zijn vragen waarop je geen zinnig
één gek kan meer vragen dan tien wijzen kunnen beantwoorden
[er zijn vragen waarop je geen zinnig antwoord kunt geven]
al te goed is buurmans gek
[wees niet te behulpzaam, want mensen maken daar misbruik van]
iedere gek heeft z'n gebrek
[niemand is volmaakt]
zoveel als de gek ervoor geeft
[zoveel als iemand wil bieden]
één gek kan meer vragen, dan tien wijzen kunnen beantwoorden
[op veel vragen is geen verstandig antwoord mogelijk]
als een pijl uit de boog wegrennen
[heel snel]
nog meer pijlen op je boog hebben
[nog meer plannetjes]
al zijn pijlen verschoten hebben
[geen argumenten meer hebben]
alarm slaan
[doorgeven dat er gevaar is]
loos alarm
[een waarschuwing terwijl er niets aan de hand is]
alarmerend nieuws
[verontrustend nieuws]
alert zijn op iets
[erop gespitst zijn]
het voorstel is met algemene stemmen aangenomen
[niemand was ertegen]
het is algemeen bekend
[iedereen weet het]
algemeen kiesrecht
[voor en van iedereen]
het algemeen klassement
[overzicht van het totale resultaat]
Algemeen Beschaafd Nederlands
[de taal die in het hele taalgebied te gebruiken is]
met algemene stemmen iets aannemen
[iedereen is het ermee eens]
de algemene middelen
[belastinggelden die geen speciale bestemming hebben]
in algemene termen spreken
[niet over de details]
in het algemeen, over het algemeen
[meestal, doorgaans]
alle beetjes helpen
[het is niet gauw te weinig]
moeilijk lopen
[slecht lopen]
een moeilijke jongen
[lastig, onhandelbaar]
doe niet zo moeilijk!
[werk eens een beetje mee]
maak het jezelf niet zo moeilijk
[vat het niet zo zwaar op]
alle begin is moeilijk
[aanmoediging als iemand iets moeilijk vindt]
het er moeilijk mee hebben
[het slecht kunnen verwerken]
iemand in een moeilijk parket brengen
[het hem moeilijk maken]
alle duivels uit de hel vloeken
[heel erg vloeken]
het is kermis in de hel
[dat zeg je wanneer de zon schijnt en het regent]
iets voor de poorten van de hel wegslepen
[met grote moeite nog net redden]
het stinkt er als de hel
[heel erg]
de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens
[goede voornemens worden meestal niet uitgevoerd]
de hel breekt los
[de situatie is onhoudbaar geworden]
van de hel in de hemel komen
[opnieuw een deel van leven krijgen]
daar zal ik een stokje voor steken
[dat zal ik verhinderen]
hij krijgt het met iedereen aan de stok
[heeft met iedereen ruzie]
je krijgt mij daar met geen stok naar toe
[ik ga absoluut niet]
dat is een stok achter de deur
[iets vervelends waarmee je hem aan kunt sporen]
iemand een stok tussen de benen steken
[zijn plannen verhinderen]
alle gekheid op een stokje
[nu is het afgelopen met grappig doen]
wie een hond wil slaan, vindt licht een stok
[wie kwaad wil, vindt altijd wel een reden]
met de kippen op stok gaan
[vroeg naar bed gaan]
met geen stok
[op geen enkele wijze]
van je stokje gaan
[flauwvallen]
het dek opschudden
[de dekens en lakens]
alle hens aan dek!
[oproep om allemaal te komen helpen]
ik heb geen mens gezien
[niemand dus]
grote mensen
[volwassenen]
zij komt niet onder de mensen
[ontmoet geen anderen]
we gaan de inwendige mens versterken
[iets eten]
daar heb ik mijn mensen voor
[mijn medewerkers]
zij is geen mens voor kantoor
[daar is zij niet geschikt voor]
hij is een nachtmens
[werkt het liefst 's nachts]
ik ben ook maar een mens!
[verontschuldiging voor zwakheden]
de mens wikt, God beschikt
[het kan wel eens heel anders lopen dan je denkt]
onder de mensen komen
[mensen ontmoeten]
je hebt mensen en potloden
[berustend commentaar als iemand onhandig is geweest]
een mens van vlees en bloed
[met lichamelijke begeerten en zwakheden]
de Zoon des Mensen
[Jezus Christus]
je neus stoten
[afgewezen worden]
je neus ervoor ophalen
[het minderwaardig vinden]
hem met zijn neus op de feiten drukken
[laten zien hoe het werkelijk zit]
de neuzen tellen
[tellen hoeveel mensen er zijn]
er met je neus bovenop staan
[er vlakbij staan]
met je neus kijken
[niet goed zoeken]
uit je neus zitten eten
[niets doen]
je neus in de wind steken
[ergens trots op zijn]
op je neus kijken
[teleurgesteld zijn omdat het tegenvalt]
overal zijn neus in steken
[zich overal mee bemoeien]
een frisse neus halen
[bij koud weer buiten lopen]
geen knip voor zijn neus waard zijn
[nergens goed voor zijn, nergens voor deugen]
m'n neus!
[kom nou, dat is onzin]
iemand bij de neus nemen
[hem voor de gek houden, bedriegen]
dat komt me de neus uit
[daar heb ik schoon genoeg van]
iemand iets door de neus boren
[niet betalen wat men hem schuldig is]
plotseling voor iemands neus staan
[hem onverwacht ontmoeten]
de deur voor zijn neus dichtdoen
[terwijl hij er vlak voor staat]
dat gaat je neus voorbij
[daar krijg je niets van]
iemand iets onder de neus wrijven
[hem vertellen wat hij verkeerd deed]
dat zal ik je niet aan je neus hangen
[niet vertellen]
iets langs zijn neus weg zeggen
[terloops, alsof het niet belangrijk is]
doen alsof je neus bloedt
[alsof je van niets weet]
zijn neus krult
[hij is blij over een compliment]
iemand de pen op de neus zetten
[hem waarschuwen dat hij zich beter moet gedragen]
alle neuzen wijzen dezelfde kant op
[iedereen heeft dezelfde mening]
bleek om de neus worden
[ergens heel bang voor zijn]
niet verder kijken dan je neus lang is
[niet goed nadenken]
iemand iets door de neus boren
[verhinderen dat hij het krijgt]
met de neus in de boter vallen
[het goed treffen]
het deksel op je neus krijgen
[gestraft worden als je te begerig bent]
het ligt voor je neus
[vlak voor je]
iemand de pin op de neus zetten
[zo onder druk zetten dat hij gehoorzaamt]
dat is een wassen neus
[stelt niets voor]
het neusje van de zalm
[het fijnste, het beste]
een fijne neus voor iets hebben
[intuïtief iets opmerken]
een scherpe neus hebben
[goed kunnen ruiken]
alle registers opentrekken
[je uiterste best doen om te laten zien hoe goed je iets kunt]
alle remmen losgooien
[je helemaal laten gaan]
op de rem gaan staan
[krachtig remmen]
aan de rem trekken
[een ontwikkeling afremmen]
een gevoelige snaar raken
[over een pijnlijk onderwerp beginnen]
alle snaren zijn gespannen
[alles is voorbereid]
alles op haren en snaren zetten
[alles doen om je doel te bereiken]
alle stoppen slaan door bij hem
[hij verliest zijn zelfbeheersing]
een sanitaire stop
[een pauze om naar de wc te gaan]
alle stoppen zijn doorgeslagen
[hij is gek geworden]
goede waar verkoopt zichzelf
[wat goed is, heeft geen aanbeveling nodig]
alle waar is naar zijn geld
[goedkope spullen zijn vaak niet goed]
waar voor je geld krijgen
[goede spullen krijgen]
alle zeilen bijzetten
[alle middelen gebruiken]
met opgestoken zeil
[kwaad]
onder zeil gaan
[gaan slapen]
een oogje in het zeil houden
[toezicht houden]
iemand de wind uit de zeilen nemen
[gaat doen wat hij ook wilde gaan doen]
er alleen voor staan [
[het zonder hulp van anderen moeten stellen]
alleen op de wereld zijn
[zonder familie en vrienden]
het niet alleen af kunnen
[hulp nodig hebben]
het alleen klaren
[het zonder hulp van anderen redden]
allerhande
[soort luxe koekjes]
allerlei praatjes doen de ronde
[worden verspreid]
oud en nieuw
[de jaarwisseling]
een oude vlam
[een vroegere geliefde]
een oude wond
[verdriet uit het verleden]
de oude garde
[de groep die oude tradities vertegenwoordigt]
een ouwe getrouwe
[iemand die al lang in dienst is]
dat is ouwe koek
[niets nieuws]
alles bij het oude laten
[niets veranderen]
het is weer het oude liedje
[verzuchting als iets vele malen opnieuw gebeurt]
iemand van de oude stempel
[een conservatief iemand]
op de oude voet doorgaan
[op dezelfde manier als vroeger]
iets uit de oude doos
[iets ouderwets]
een oude kous (sok) hebben
[spaargeld hebben]
oude liefde roest niet
[vroegere verliefdheden gaan nooit helemaal over]
dat is oud nieuws
[allang bekend]
je moet geen oude schoenen weggooien voordat je nieuwe hebt
[iets niet wegdoen voordat je iets beters hebt]
oude talen
[Latijn en Grieks]
zo oud als de weg naar Kralingen (Rome)
[heel oud]
dat is oud zeer
[iets wat al heel lang verdriet veroorzaakt]
oude bomen moet je niet verplanten
[oude mensen kunnen beter niet verhuizen]
zorgen voor de oude dag
[sparen voor later, als men oud is]
ouden van dagen
[bejaarden]
hoe ouder hoe gekker
[wordt gezegd als oude mensen zich aanstellen]
jong en oud
[iedereen]
jong geleerd, oud gedaan
[wat je in je jeugd leert, geeft je je hele leven voordeel]
zoals de ouden zongen, piepen de jongen
[kinderen lijken in hun gedrag vaak op hun ouders]
zo oud als Methusalem
[hoogbejaard]
een ouwe snoeper
[iemand met veel oog voor vrouwelijk schoon]
een ouwe vrijster
[een zure, ongehuwde oudere vrouw]
hij is oud en wijs genoeg
[hij heeft er genoeg wijsheid en levenservaring voor]
een wens doen
[zeggen wat je graag zou willen]
zijn wens vervullen
[geven wat hij graag wil]
de beste wensen
[ik wens u heel veel goeds]
alles gaat naar wens
[zoals het moet]
de wens is de vader van de gedachte
[het gebeurt omdat je graag wilt dat het gebeurt]
alles gaat naar wens
[zoals we het willen]
ik heet naar mijn oma
[net zoals zij]
naar het zich laat aanzien
[het lijkt erop]
laten we wel wezen [
[laten we eerlijk wezen]
het wel en wee [
[de goede en slechte dingen die men meemaakt]
zich er wel bij bevinden
[zich er goed bij voelen]
alles goed en wel... [
[laat dat zo zijn, maar...]
er wel bij varen
[er voordeel van hebben]
laten we wel wezen
[inleiding op een vervelende, maar eerlijke
alles in het nette [
[zonder dat iemand zich ergens aan stoort]
werk in uitvoering [
[hier wordt gewerkt]
alles in het werk stellen om ...
. [al het mogelijke doen]
zij heeft lang werk [
[doet er lang over]
er werk van maken
[je ervoor inspannen]
er is werk aan de winkel
[er is veel te doen]
het vuile werk opknappen
[het moeilijkste of vervelendste doen]
half werk leveren
[het niet goed doen]
het is geen aangenomen werk!
! [je hoeft je niet zo te haasten]
dat is het betere werk
[dat gaat goed]
veel handen maken licht werk
[met wat hulp gaat alles
dat is onbegonnen werk
[onmogelijk]
goed gereedschap is het halve werk
[met goed gereedschap gaat
geen half werk doen
[het keurig, grondig doen]
omkomen in het werk
het erg druk hebben]
er is veel werk aan de winkel
er is veel te doen]
naar je werk gaan [
[naar de plaats waar je werkt]
dat is afgesproken werk
[geen toeval]
dat is geen werk
[geen manier van doen, niet eerlijk]
een warme kruik [
[metalen fles of rubberen zak gevuld met heet
de kruik gaat zo lang te water tot hij barst
uiteindelijk gaat het een keer mis]
alles is in kannen en kruiken [
[alles is in orde]
alles is naar de bliksem
[bedorven, vernield]
een klein eindje [
[een kort stukje]
ik krijg hem wel klein [
[ik win het wel van hem]
wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd
[wie niet blij is met iets kleins, is het niet waard iets groots te krijgen]
het kleinste kamertje
[het toilet]
hij is voor geen kleintje vervaard
durft alles aan]
iemand een kopje kleiner maken
[hem doden]
alles kort en klein slaan [
[kapot slaan]
wat is de wereld toch klein!
dat zeg je als je ver van huis vrienden of kennissen tegenkomt]
daar is hij een kleine jongen bij
[vergeleken daarmee is hij onbeduidend]
de kleine
[de baby of de peuter]
een kleine boodschap doen
[plassen, urineren]
een kleine eter zijn
[weinig eten]
wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd
[wie niet blij is met iets kleins, verdient geen waardevolle, dure dingen]
heeft u het niet kleiner?
[in munten met een geringere waarde?]
de kleine kas [geld voor dagelijkse uitgaven]
de kleine kas
[geld voor dagelijkse uitgaven]
de kleine kaart
[beperkte kaart met eenvoudige gerechten]
hij is nogal klein van geest
[bekrompen]
een klein jaar
bijna een jaar]
hem kort houden
[hem niet veel toestaan]
aan het kortste eind trekken [
[uiteindelijk verliezen]
de korte golf
[radiogolf met een lengte van 10 tot 100 meter]
alles kort en klein slaan
[in stukken slaan]
kort en bondig
[met weinig woorden]
van korte duur
[wat kort duurt]
het is kort dag
[er is niet veel tijd meer]
een kort geding [
[proces voor spoedeisende zaken]
kort geleden
[onlangs]
binnen de kortste keren
[heel snel]
het kort maken (houden)
[snel zeggen wat je wilt]
kort van memorie zijn
[een slecht geheugen hebben]
korte metten maken met iemand
[genadeloos met hem afrekenen]
op korte termijn
[binnenkort]
tot voor kort
[onlangs nog]
in kort bestek
[beknopt]
kort en goed
[direct en zonder omhaal]
in het kort
[met weinig woorden, samengevat]
kort en krachtig
[direct en zonder uit te weiden]
om kort te gaan [
[inleiding op een samenvatting]
kort van stof zijn
[zeer weinig woorden gebruiken]
in het kort
[met weinig woorden]
tot voor kort
[tot een tijdje geleden]
alles onder één noemer brengen
[er één groep van maken]
hem over de grens zetten
[naar de andere kant van de grens brengen]
het in beweging zetten [
[laten bewegen]
het in elkaar zetten
[het heel maken]
een lelijk gezicht zetten
[lelijk kijken]
het op een lopen zetten [
[beginnen hard te lopen]
alles op alles zetten
[doen wat je kunt]
hij zet alles op het spel
[als hij verliest is hij alles kwijt]
onder water zetten
[vol laten lopen tot het onder water staat]
ik kan haar echt niet zetten
[ik vind haar niet aardig, irritant]
te hoop lopen [
[overal vandaan ergens komen]
alles op een hoop gooien
[geen verschil maken]
op een hoop
[dicht op elkaar]
er is geen hoop meer voor de zieke
[hij zal sterven]
ik heb de hoop opgegeven
[denk dat het niet lukt]
op hoop van zegen
[ik hoop dat het lukt, maar ben niet zeker]
hoop doet leven [
[de hoop houdt je op de been]
leven tussen hoop en vrees
[in onzekerheid]
de duivel schijt altijd op de grootste hoop
[mensen die toch al rijk zijn, krijgen er nog meer bij]
we spelen open kaart
[we zeggen precies wat we denken]
hem in de kaart spelen
[hem ongewild bevoordelen]
alles op één kaart zetten
[je geluk van één ding laten afhangen]
ansichtkaart
[kaart die je stuurt als je op vakantie bent]
trouwkaart
[kaart met aankondiging van een huwelijk]
speelkaart
[kaart om het kaartspel mee te spelen]
dat is geen haalbare kaart
[heeft geen kans van slagen]
de groene kaart
[internationaal verzekeringsbewijs]
de rode kaart
[teken van ernstige overtreding waarvoor je het veld wordt uitgestuurd]
de gele kaart
[teken van bestraffing in een voetbalwedstrijd]
de kaarten zijn geschud
[de uitslag ligt vast]
de kaarten liggen nu anders
[de situatie is veranderd]
zijn kaarten op tafel leggen
[zijn bedoelingen onthullen]
dat is doorgestoken kaart
[afgesproken werk]
open kaart spelen
[eerlijk zijn, niets verbergen]
iemand in de kaart spelen
[hem helpen]
de problemen zijn nog niet in kaart gebracht
[nog niet op een rijtje gezet]
een blinde kaart
[zonder plaatsnamen
iets in kaart brengen
[er een overzicht van maken]
iets op de kaart zetten
[zorgen dat het algemeen bekend wordt]
een stad van de kaart vegen
[vernietigen]
alles op je laten inwerken [tot je
laten doordringen]
alles wat los en vast zit is weggehaald
[alles dus]
de beer is los
[de narigheid is begonnen]
er zit een draadje (schroefje) bij hem los
[hij is niet goed bij zijn verstand]
losse handen hebben
[veel en gauw slaan]
iets uit de losse pols doen
[met groot gemak]
op losse schroeven staan
[onzeker, twijfelachtig of het doorgaat]
aan hem is een steekje los
[hij is een beetje gek]
als los zand aan elkaar hangen
[zonder samenhang zijn]
dat was maar een losse opmerking
[ik bedoelde er niet iets bijzonders mee]
een losse kracht
[zonder arbeidsovereenkomst]
een los nummer
[dat niet bij een abonnement hoort]
los van...
[afgezien van...]
zij leven erop los
[doen waar ze zin in hebben]
hij slaat erop los
[slaat hard en wild]
een losse flodder
[munitiepatroon zonder kogel]
van God los zijn
[verderfelijk]
erop los leven
[losbandig zijn]
groente van de koude grond
[niet in de kas gekweekt]
de begane grond
[de onderste woonlaag]
iets uit de grond stampen
[het heel snel maken]
uit de grond van mijn hart
[met volle overtuiging]
hem te gronde richten
[hem vernietigen]
aan de grond zitten
[geen geld meer hebben]
het van de grond krijgen
[erin slagen het te organiseren]
het met de grond gelijkmaken
[het afbreken]
als aan de grond genageld bleef hij staan
[hij kon zich van schrik niet meer bewegen]
ik ging door de grond
[ik schaamde me diep]
het plan de grond in boren
[het afkraken]
met beide benen op de grond staan
[nuchter zijn]
geen poot aan de grond krijgen
[geen enkele kans]
de grond wordt me te heet onder de voeten
[ik ga ervandoor, want
de grond wordt me te heet onder de voeten
[ik ga ervandoor, want het wordt me te riskant]
stille waters hebben diepe gronden
[wie het minst spreekt is vaak het meest interessant]
uit de grond van mijn hart [
[omdat ik het echt meen]
op grond van
[om reden van, wegens]
een grond van waarheid
[een waar element in een bewering]
in de grond van de zaak
[in feite, eigenlijk]
voor aap staan
[voor gek staan]
daar komt de aap uit de mouw
[nu blijkt wat er echt gebeurd is]
in de aap gelogeerd zijn
[in moeilijkheden zijn]
als apen hoger klimmen willen, ziet men gauw hun blote billen
[wie zich beter voordoet dan hij is, valt een keer door de mand]
zich een aap lachen
[heel erg moeten lachen]
een aangeklede aap
[iemand die erg opzichtig gekleed is]
een aap van een jongen
[een deugniet]
zich een aap schrikken
[heel erg schrikken]
voor aap staan
[je belachelijk maken]
iemand voor aap zetten
[hem in het openbaar belachelijk maken]
als buffer dienen
[zorgen dat de vrede bewaard blijft]
zij diende als buffer
[door haar werd de vrede bewaard]
als buffer dienen
[zorgen dat de vrede bewaard blijft]
zij diende als buffer
[door haar werd de vrede bewaard]
als de dag van gisteren
[alsof het gisteren gebeurd is]
dag in, dag uit
[steeds, iedere dag]
ze loopt op alledag
[ze kan elk moment bevallen]
op zijn oude dag
[toen hij al oud was]
van de ene dag op de andere
[heel plotseling]
bij de dag leven
[niet nadenken over de toekomst]
het gesprek van de dag zijn
[het meest besproken onderwerp]
zijn dagen zijn geteld
[hij gaat bijna dood]
heden ten dage
[tegenwoordig, in deze tijd]
sinds jaar en dag
[al heel lang]
tot in lengte van dagen
[nog heel lang]
een man van de dag zijn
[vlak voor zijn dood staan]
de dag des oordeels
[de laatste dag van de wereld]
overgaan tot de orde van de dag
[de gewone werkzaamheden weer gaan doen]
voor je oude dag zorgen
[sparen voor later]
ouden van dagen
[bejaarden]
pluk de dag!
[leef; geniet nu!]
vandaag de dag
[tegenwoordig]
je dag niet hebben
[niet kunnen doen wat je normaal kunt doen]
geen zorgen voor de dag van morgen
[maak je niet bezorgd over de toekomst]
men moet de dag niet prijzen voor het avond is
[het werk pas beoordelen als het klaar is]
het is morgen weer vroeg dag
[we moeten vroeg op]
iets voor de dag halen
[het tevoorschijn halen]
goed voor de dag komen
[iets goeds presteren]
het is kort dag
[er is nog maar weinig tijd]
dag en nacht
[onophoudelijk]
een gat in de dag slapen
[lang uitslapen]
ermee voor de dag komen
[het zeggen]
voor dag en dauw
[heel vroeg]
een verschil van dag en nacht
[een groot verschil]
iemands dood
[het einde van zijn leven, of zijn sterven]
de een zijn dood is de ander zijn brood
[als iemand doodgaat, kan dat voor iemand anders voordeel betekenen]
de dood vinden
[omkomen]
de dood zoeken
[zelf een eind aan je leven maken]
de dood voor ogen hebben
[ieder ogenblik verwachten dood te gaan]
ten dode opgeschreven (mensen
[op korte termijn gaan sterven]
ten dode opgeschreven (dingen)
[gedoemd zijn te mislukken]
als de dood zijn voor iets
[er erg bang voor zijn]
om de dooie dood niet
[absoluut niet]
de dood in hebben
[de pest in hebben]
het is er de dood in de pot
[alle leven en levendigheid is er verdwenen]
duizend doden sterven
[heel veel angsten hebben]
een mooie dood
[zonder doodstrijd]
iemand de dood op het lijf jagen
[heel erg laten schrikken]
zo bleek als de dood
[heel erg bleek]
de zwarte dood
[de pest]
als de dood zijn voor iemand of iets
[er heel erg bang voor zijn]
iemands dood
[het einde van zijn leven, of zijn sterven]
de een zijn dood is de ander zijn brood
[als iemand doodgaat, kan dat voor iemand anders voordeel betekenen]
de dood vinden
[omkomen]
de dood zoeken
[zelf een eind aan je leven maken]
de dood voor ogen hebben
[ieder ogenblik verwachten dood te gaan]
ten dode opgeschreven (mensen)
[op korte termijn gaan sterven]
ten dode opgeschreven (dingen)
[gedoemd zijn te mislukken]
als de dood zijn voor iets
[er erg bang voor zijn]
om de dooie dood niet
[absoluut niet]
de dood in hebben
[de pest in hebben]
het is er de dood in de pot
[alle leven en levendigheid is er verdwenen]
duizend doden sterven
[heel veel angsten hebben]
een mooie dood
[zonder doodstrijd]
iemand de dood op het lijf jagen
[heel erg laten schrikken]
zo bleek als de dood
[heel erg bleek]
de zwarte dood
[de pest]
als de dood zijn voor iemand of iets
[er heel erg bang voor zijn]
als het kalf verdronken is, dempt men de put
[een fout wordt pas goedgemaakt als het te laat is]
het gemeste kalf slachten
[mensen heel rijk en feestelijk ontvangen]
als de kalveren op het ijs dansen
[nooit]
over koetjes en kalfjes praten
[over alledaagse dingen]
je op glad ijs begeven
[gaan praten over iets waar je niet genoeg van weet]
goed beslagen ten ijs komen
[je goed voorbereid hebben]
na een kwartier was het ijs gebroken
[was er een goed contact tussen de mensen ontstaan]
ijs en weder dienende
[als alles meezit]
niet over één nacht ijs gaan
[geen risico's nemen, eerst zeker van je zaak willen zijn]
als de kalveren op het ijs dansen
[nooit]
huis van bewaring
[gevangenis]
het koninklijk huis
[de koninklijke familie]
een heilig huisje
[onderwerp waar je geen kritiek op mag hebben]
niet om over naar huis te schrijven
[niet erg goed]
van huis uit
[bij ons in het gezin]
nog verder van huis raken
[nog meer moeilijkheden krijgen]
heel wat in huis hebben
[heel veel kunnen]
ieder huisje heeft zijn kruisje [
[elk gezin heeft zijn problemen]
zuinigheid met vlijt bouwt huizen als kastelen
[wie zuinig en vlijtig is kan heel wat bereiken]
het huisje bij het schuurtje laten
[niet meer uitgeven dan verantwoord is]
dat staat als een huis
[is heel zeker]
dan is het huis te klein
[dan gaat hij verschrikkelijk tekeer]
van goeden huize
[uit een deftige familie]
huis aan huis
[in alle woningen]
met de deur in huis vallen
[ergens meteen over beginnen]
dicht bij huis blijven
[niet te ver van het onderwerp afdwalen]
je huis moeten opeten
[de waarde van het huis moeten gebruiken voor je levensonderhoud]
iets in huis hebben
[in voorraad hebben]
als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel
[er moet toezicht zijn, anders gaat het niet goed]
ergens kind aan huis zijn
[er vaak komen]
veel in huis hebben
[veel kunnen]
van goeden huize komen
[van goede familie zijn]
het koninklijk huis
[de familie van de heersende koning of koningin]
nood breekt wet
[als je in moeilijkheden bent kun je je niet altijd aan de regels houden]
van de nood een deugd maken
[van een moeilijke situatie iets goeds maken]
in geval van nood
[als de nood je ertoe dwingt]
geen nood!
[uitroep als een probleem snel kan worden opgelost]
nood leert bidden
[als je in nood bent, leer je om hulp vragen]
als de nood het hoogst is, is de redding nabij
[als de moeilijkheden het ergst zijn, komt er snel hulp]
we komen in tijdnood [
[hebben geen tijd genoeg]
ik heb hoge nood
[moet dringend naar de WC]
woningnood
[veel behoefte aan woningen]
de regeling laat dat toe
[volgens de regeling kan het]
als de omstandigheden het toelaten
[als die gunstig zijn]
niet toegelaten worden op die school
[er geen opleiding mogen volgen]
hij leest rijp en groen
[alles door elkaar]
als de tijd rijp is
[als het juiste moment is aangebroken]
de tijd is er niet rijp voor
[het is niet de goede tijd]
na rijp beraad
[na langdurig nadenken]
dat is een slecht voorteken
[dat voorspelt niet veel goeds]
als de voortekenen niet bedriegen....
.... [het lijkt erop dat...]
zo slim als een vos
[heel slim]
een vos verliest wel zijn haren, maar niet zijn streken
[wie ouder wordt, houdt hetzelfde karakter]
als de vos passie preekt, boer pas op je kippen
[vertrouw niet iemand met mooie praatjes]
zo slim als een vos
[heel slim]
een vos verliest wel zijn haren, maar niet zijn streken
[wie ouder wordt, houdt hetzelfde karakter]
als de vos passie preekt, boer pas op je kippen
[vertrouw niet iemand met mooie praatjes]
men moet vossen met vossen vangen
[tegenover slimheid moet je slim te werk gaan]
een oude vos
[iemand met veel ervaring]
een sluwe vos
[een geslepen iemand]
geen man meer hebben
[weduwe zijn]
aan de man komen
[trouwen]
de liefde van de man gaat door de maag
[mannen verleid je met lekker eten]
hij is er de man niet naar
[zo is hij niet]
hij staat zijn mannetje wel
[kan zich goed verdedigen]
een man een man, een woord een woord
[eerlijke mensen houden zich aan hun belofte]
hij is mans genoeg
[flink genoeg]
hij is heel wat mans
[kan heel wat en is niet gauw bang]
de man met de hamer
[vermoeidheid of een morele inzinking]
ik ben je man
[ik sta tot je beschikking]
een man van de klok zijn
[altijd op tijd zijn]
een sterke man
[iemand die op autoritaire wijze orde weet te scheppen]
de man met de zeis
[de dood]
iets aan de man brengen
[het verkopen]
er is geen man overboord
[er is niets ernstigs gebeurd]
man en paard noemen
[niets verzwijgen]
een gewaarschuwd man telt voor twee
[als je weet wat er gaat gebeuren, kun je je voorbereiden]
als één man
[allemaal tegelijk]
de kleine man
[de mensen met een laag inkomen]
het op de man af vragen
[rechtstreeks]
kleren maken de man
[kleding bepaalt welke indruk je maakt]
met man en muis vergaan
[met alle opvarenden]
dan is er nog geen man overboord
[geruststelling bij een probleem dat nog niet ernstig is]
man en paard noemen
[de namen van de betrokkenen geven]
anderhalve man en een paardenkop
[bijna niemand]
op de man spelen
[iemand persoonlijk aanvallen in een discussie]
iets tot de laatste man verdedigen
[tot het uiterste]
als de wijn is in de man, is de wijsheid in de kan
[wie veel
van de wind kun je niet leven
[je moet werken om aan de kost te komen]
het gaat hem voor de wind
[alles gaat voorspoedig]
met alle winden meewaaien
[met iedereen meepraten]
hij heeft de wind eronder [
[ze doen wat hij zegt]
de wind van voren krijgen
[scherpe kritiek krijgen]
iets in de wind slaan
[er niet op letten]
wind en weder dienende
[als het goed weer is]
wie wind zaait, zal storm oogsten
[voor fouten word je vaak zwaar gestraft]
als de wind
[zeer snel]
er waait een frisse wind
[er is een nieuwe aanpak]
waait de wind uit díe hoek?
[zit het zo?]
weten uit wat voor hoek de wind waait
[waar de tegenwerking vandaan komt]
van de wind kun je niet leven
[er moet gewerkt worden voor de kost]
je kop in de wind gooien
[opstandig, tegendraads zijn]
de wind gaat liggen
[het houdt op met waaien]
de wind mee hebben
[in gunstige omstandigheden zijn]
zijn neus in de wind steken
[hooghartig, arrogant zijn]
de wind ruimt
[gaat door het noorden naar het westen]
een waarschuwing in de wind slaan
[er niets mee doen]
een uur in de wind stinken
[heel erg stinken]
hem de wind uit de zeilen nemen
[hem hinderen, gaan doen wat hij al wilde gaan doen]
zoals de wind waait, waait zijn jasje
[hij doet altijd waar hij het meeste voordeel van heeft]
er schuilt een addertje onder het gras
[pas op, er zit een gevaar of een boze opzet onder]
als door een adder gebeten
[heel fel]

adder! [venijnig persoon]
adder!
[venijnig persoon]
als door een slang gebeten
[plotseling geërgerd zijn]
ze eten droog brood
[zonder boter of beleg]
de baby is droog
[heeft niet in zijn broek geplast]
een droge keel hebben
[dorst hebben]
het niet met droge ogen kunnen aanzien
[niet zonder te huilen]
hoog en droog zitten
[veilig zijn]
nog niet droog zijn achter de oren
[jong en onervaren]
zijn schaapjes op het droge hebben
[van zijn verdiende geld kunnen leven]
als een vis op het droge
[hulpeloos]
als droog zand aan elkaar hangen
[zonder samenhang zijn]
er is geen droog brood mee te verdienen
[het levert bijna niets op]
ze eten droog brood
[zonder boter of beleg]
de baby is droog
[heeft niet in zijn broek geplast]
een droge keel hebben
[dorst hebben]
het niet met droge ogen kunnen aanzien
[niet zonder te huilen]
hoog en droog zitten
[veilig zijn]
nog niet droog zijn achter de oren
[jong en onervaren]
zijn schaapjes op het droge hebben
[van zijn verdiende geld kunnen leven]
als een vis op het droge
[hulpeloos]
als droog zand aan elkaar hangen
[zonder samenhang zijn]
er is geen droog brood mee te verdienen
[het levert bijna niets
hij is een blok aan mijn been
[een grote last]
ze stonden als één blok achter me
[ze steunden me allemaal]
als een blok in slaap vallen
[meteen diep in slaap vallen]
iemand voor het blok zetten
[hem dwingen een keuze te maken]
de fabriek draait dag en nacht
[altijd]
zo lelijk als de nacht
[heel erg lelijk]
bij nacht en ontij
[op ongewone en onplezierige uren]
daar moet ik een nachtje over slapen
[nog eens goed over nadenken]
dag en nacht
[onophoudelijk]
van de nacht een dag maken
['s nachts doen wat je eigenlijk overdag hoort te doen]
als een dief in de nacht
[ongemerkt]
niet over één nacht ijs gaan
[geen risico's nemen]
als een donderslag bij heldere hemel
[heel onverwacht]
een helder moment hebben
een goed idee hebben]
het staat me nog helder voor de geest
[ik kan het me nog goed herinneren]
zo helder als koffiedik
[onbegrijpelijk]
als een donderslag bij heldere hemel
[heel onverwacht]
zo helder als koffiedik
[erg onduidelijk]
een liedje uit de oude doos
[van vroeger]
als een duveltje in een doosje
[plotseling, zonder waarschuwing]
uit de oude doos
[ouderwets]
een sigaar uit eigen doos krijgen
[een cadeau waarvoor je zelf moet betalen]
de zwarte doos
[het apparaat waarmee vluchtgegevens worden opgenomen]
als je van de duivel spreekt, trap je op z'n staart
[net als je het over iemand hebt, komt hij binnen]
voor de duivel niet bang
[nergens bang voor]
te stom om voor de duvel te dansen
[erg stom]
als een duveltje uit een doosje
[heel onverwacht]
des duivels zijn
[heel woedend]
zo mak als een lammetje
[erg kalm en rustig]
onschuldig als een pasgeboren lam
[erg onschuldig]
als een lam naar de slachtbank geleid worden
[weerloos je ondergang tegemoet gaan]
geen man meer hebben
[weduwe zijn]
aan de man komen
[trouwen]
de liefde van de man gaat door de maag
[mannen verleid je met lekker eten]
hij is er de man niet naar
[zo is hij niet]
hij staat zijn mannetje wel
[kan zich goed verdedigen]
een man een man, een woord een woord
[eerlijke mensen houden zich aan hun belofte]
hij is mans genoeg
[flink genoeg]
hij is heel wat mans
[kan heel wat en is niet gauw bang]
de man met de hamer
[vermoeidheid of een morele inzinking]
ik ben je man
[ik sta tot je beschikking]
een man van de klok zijn
[altijd op tijd zijn]
een man van de wereld zijn
[zelfverzekerd, met veel levenservaring]
de man met de zeis
[de dood]
iets aan de man brengen
[het verkopen]
er is geen man overboord
[er is niets ernstigs gebeurd]
man en paard noemen
[niets verzwijgen]
een gewaarschuwd man telt voor twee
[als je weet wat er gaat gebeuren, kun je je voorbereiden]
als één man
[allemaal tegelijk]
de kleine man
[de mensen met een laag inkomen]
het op de man af vragen
[rechtstreeks]
kleren maken de man
[kleding bepaalt welke indruk je maakt]
met man en muis vergaan
[met alle opvarenden]
dan is er nog geen man overboord
[geruststelling bij een probleem dat nog niet ernstig is]
man en paard noemen
[de namen van de betrokkenen geven]
anderhalve man en een paardenkop
[bijna niemand]
op de man spelen
[iemand persoonlijk aanvallen in een discussie]
iets tot de laatste man verdedigen
[tot het uiterste]
als de wijn is in de man, is de wijsheid in de kan
[wie veel gedronken heeft, weet niet meer wat hij doet]
dat muisje had nog een staartje
[die gebeurtenis had onverwachte gevolgen]
de berg heeft een muis gebaard
[het grote plan is op niets uitgelopen]
als een muis in de val zitten
[niet meer weg kunnen]
de muizen liggen er dood in de broodkast
[ze zijn erg arm]
een grijze muis
[een onopvallend persoon]
met man en muis vergaan
[het schip zinkt en alle opvarenden verdrinken]
met spek vangt men muizen
[als je gul bent, kun je iedereen voor je winnen]
van een mug een olifant maken
[iets kleins heel groot voorstellen]
als een olifant door een porseleinkast
[heel bot, niet voorzichtig]
als een olifant door een porseleinkast
[heel ruw en onvoorzichtig]
zo blij als een kind
[heel erg blij]
hij is een kind van zijn tijd
[hij past precies in die tijd]
je moet het kind niet met het badwater weggooien
[tegelijk met het slechte ook het goede weggooien]
Kjeld is het kind van de rekening
[hij is het slachtoffer]
als een pasgeboren kind
[zo onschuldig]
dat kan een kind begrijpen
[dat is erg eenvoudig]
een doodgeboren kindje
[een zaak die van het begin af niets zou worden]
geen kind hebben aan iemand
[niet de minste last van hem hebben]
ik krijg er een kind van!
[ik heb er schoon genoeg van]
een ondergeschoven kindje
[dat niet veel aandacht krijgt]
een kind kan de was doen
[het is heel eenvoudig]
kind aan huis zijn bij iemand
[er vaak komen]
kind noch kraai hebben
[geen familie hebben]
een onwettig/ buitenechtelijk/ onecht kind
[van mensen die niet met elkaar getrouwd zijn]

Meer informatie bij:
als een pijl uit de boog wegrennen
[heel snel]
nog meer pijlen op je boog hebben
[nog meer plannetjes]
al zijn pijlen verschoten hebben
[geen argumenten meer hebben]
de boog kan niet altijd gespannen zijn
[je kunt niet altijd alleen serieuze dingen doen]
als een pijl uit een boog
[heel snel]
meer pijlen op zijn boog hebben
[nog andere argumenten hebben]
er met een grote boog omheen lopen
[het willen vermijden]
ten val komen
[je invloed of macht verliezen]
in de val lopen
[beetgenomen worden]
als een rat in de val zitten
[niet kunnen ontsnappen]
een val zetten voor iemand
[proberen hem te betrappen of vangen]
hoogmoed komt voor de val
[wie hoogmoedig is, gaat ten onder]
de vrije val
[gedeelte van de val waarin de parachute zich ontvouwt]
hem voor rotte vis uitmaken
[heel erg uitschelden]
zo gezond als een vis
[helemaal gezond]
je voelen als een vis in het water
[erg prettig, echt op je plaats]
de vis wordt duur betaald
[je moet er veel voor over hebben]
het is vlees noch vis
[het een noch het ander]
als een vis op het droge
[hulpeloos]
boter bij de vis
[contante betaling]
de vis wordt duur betaald
[vraagt grote offers]
vis moet zwemmen
[als je vis eet, moet je erbij drinken]
ze eten droog brood
[zonder boter of beleg]
de baby is droog
[heeft niet in zijn broek geplast]
een droge keel hebben
[dorst hebben]
het niet met droge ogen kunnen aanzien
[niet zonder te huilen]
hoog en droog zitten
[veilig zijn]
nog niet droog zijn achter de oren
[jong en onervaren]
zijn schaapjes op het droge hebben
[van zijn verdiende geld kunnen leven]
als een vis op het droge
[hulpeloos]
als droog zand aan elkaar hangen
[zonder samenhang zijn]
er is geen droog brood mee te verdienen
[het levert bijna niets op]
een schaap met vijf poten
[iemand die alles kan]
het zwarte schaap
[iemand die altijd beschuldigd wordt]
je schaapjes op het droge hebben
[genoeg verdiend hebben om te leven zonder zorgen]
er gaan veel makke schapen in een hok
[veel mensen in één ruimte bij elkaar]
als er één schaap over de dam is, volgen er meer
[als iemand het voorbeeld geeft, komen de anderen ook]
de bokken van de schapen scheiden
[de goede van de slechte mensen scheiden]
dan is het hek van de dam
[er is geen belemmering meer, iedereen kan doen wat hij wil]
als er één schaap over de dam is, volgen er meer
[als iemand het voorbeeld geeft, doet de rest wel mee]
om de andere dag
[de ene dag wel, de andere dag niet]
ik wil het een en ander bespreken
[verschillende dingen]
ze hebben een of ander feest
[doet er niet toe wat voor feest]
onder andere
[naast andere dingen (dieren, mensen)]
het over een andere boeg gooien
[het anders aanpakken]
een en ander
[dat wat genoemd is]
het een en ander
[verschillende dingen, die niet bij name genoemd worden]
het één sluit het ander niet uit
[beide dingen zijn mogelijk]
als geen ander
[beter dan wie ook]
dat is een heel ander geluid
[het tegendeel van wat eerder gezegd werd]
in andere handen overgaan
[naar een andere eigenaar]
geen andere keuze hebben
[gedwongen zijn iets te doen]
onder andere
[wat je noemt, terwijl je ook andere dingen zou kunnen noemen]
een andere toon aanslaan
[beleefder worden]
van het ene woord kwam het andere
[het ontaardde in ruzie]
met andere woorden
[anders uitgedrukt]
om de andere dag
[de ene dag wel, de andere dag niet]
ik wil het een en ander bespreken
[verschillende dingen]
ze hebben een of ander feest
[doet er niet toe wat voor feest]
onder andere
[naast andere dingen (dieren, mensen)]
het over een andere boeg gooien
[het anders aanpakken]
een en ander
[dat wat genoemd is]
het een en ander
[verschillende dingen, die niet bij name genoemd worden]
het één sluit het ander niet uit
[beide dingen zijn mogelijk]
als geen ander
[beter dan wie ook]
dat is een heel ander geluid
[het tegendeel van wat eerder gezegd werd]
in andere handen overgaan
[naar een andere eigenaar]
geen andere keuze hebben
[gedwongen zijn iets te doen]
onder andere
[wat je noemt, terwijl je ook andere dingen zou kunnen noemen]
een andere toon aanslaan
[beleefder worden]
van het ene woord kwam het andere
[het ontaardde in ruzie]
met andere woorden
[anders uitgedrukt]
als ik het goed heb
[als ik me niet vergis]
het is mij goed
[ik heb er niets tegen]
het is wel goed met jou
[ik neem je niet meer serieus]
zo goed en zo kwaad als het gaat
[zo primitief als het gaat]
zo goed als nieuw
[vrijwel nieuw]
voor de goede orde
[opdat alles behoorlijk geregeld is]
goed en wel
[nauwelijks, nog maar net]
alles goed en wel, maar ...
[laat dat zo zijn, maar ...]
dat zit wel goed
[(als iemand je bedankt) dat is in orde]
goed zo!
[uiting van waardering]
niet goed bij zijn verstand zijn
[gek zijn]
hou je goed!
[afscheidsgroet]
zich goed houden
[zich niet door emoties laten meeslepen]
het goed maken
[gezond zijn, in welstand verkeren]
niet goed worden
[misselijk worden]
in de put zitten
[verdrietig, neerslachtig zijn]
wie een put graaft voor een ander, valt er zelf in
[wie een ander kwaad wil doen, heeft daar vaak zelf last van]
het is een bodemloze put
[iets wat eindeloos geld kost]
iemand uit de put halen
[opvrolijken]
als het kalf verdronken is, dempt men de put
[men treft pas maatregelen als het te laat is]
als het kalf verdronken is, dempt men de put
[een fout wordt pas goedgemaakt als het te laat is]
het gemeste kalf slachten
[mensen heel rijk en feestelijk ontvangen]
als de kalveren op het ijs dansen
[nooit]
over koetjes en kalfjes praten
[over alledaagse dingen]
de tijd vliegt
[hij gaat snel voorbij]
de tijd zal het leren
[later weten we het wel]
tijd is geld
[tijd is kostbaar]
ik heb daar geen tijd voor
[ik kan er geen momenten voor vrijmaken]
hij zit de hele tijd te gapen
[voortdurend, steeds]
de laatste tijd
[de periode die achter ons ligt]
we hebben geen tijd te verliezen
[we moeten opschieten]
vrije tijd
[waarin je niet hoeft te werken]
dat is uit de tijd
[ouderwets]
de tijd doden
[iets doen als je moet wachten]
hij is zijn tijd vooruit
[zijn ideeën worden pas later gewaardeerd]
het zal mijn tijd wel duren
[ik maak me er niet druk over]
hij heeft de tijd
[hoeft zich niet te haasten]
zijn tijd verdoen
[niets uitvoeren]
een sprong in de tijd maken
[een lange periode overslaan]
de tijd heelt alle wonden
[uiteindelijk kom je alle verdriet te boven]
het is tijd om te vertrekken
[we moeten vertrekken]
zij komt nooit op tijd
[ze is altijd te laat]
je moet op de tijd letten
[opletten of het moment er al is]
zij is over tijd
[niet ongesteld geworden, dus misschien zwanger]
te zijner tijd hoor ik daar graag iets over
[als het moment daar is]
zij is erg bij de tijd
[bijdehand, slim]
komt tijd, komt raad
[over een tijdje vind je vanzelf de oplossing]
als het mijn tijd is
[wanneer ik doodga]
heb je de tijd?
[weet je hoe laat het is?]
op tijd zijn natje en droogje krijgen
[niets tekort komen]
over tijd zijn
[de menstruatie is nog niet gekomen]
te allen tijde
[altijd]
van tijd tot tijd
[af en toe]
binnen afzienbare tijd
[spoedig]
in de baas zijn tijd
[onder werktijd]
iemands tijd in beslag nemen
[zijn aandacht opeisen]
dat heeft de tijd
[daar kunnen we nog wel even mee wachten]
het zal mijn tijd wel duren
[ik maak me er niet druk om]
iemand de tijd ergens voor gunnen
[het hem op zijn gemak laten doen]
gezelligheid kent geen tijd
[als het gezellig is, gaat de tijd snel voorbij]
de hele tijd
[voortdurend]
ik kan mijn tijd wel beter besteden
[dat vind ik minderwaardig]
in minder dan geen tijd
[heel snel]
een scherpe tijd
[die moeilijk te verbeteren is]
dat is verleden tijd
[dat is voorbij]
de tijd aan zichzelf hebben
[over zijn eigen tijd kunnen beschikken]
met je tijd meegaan
[met de mode en de heersende opvattingen]
niet meer van deze tijd
[heel verouderd]
zijn tijd ver vooruit zijn
[heel modern zijn]
er was eens ....
[er leefde eens]
ware het niet dat ...
[als het niet zo was]
als het ware
[waar je het mee kunt vergelijken]
dat mag er zijn
[dat is indrukwekkend]
wat is er?
[wat scheelt eraan]
hij is er geweest
[hij is dood]
we zijn er
[we zijn op de plaats van bestemming]
erbij zijn
[goed opletten]
als ik jou was dan ...
[ik geef je de raad om ...]
vaker dan me lief is
[vaker dan ik zou willen]
als je leven je lief is...
[dreigement]
iets voor lief nemen
[er genoegen mee nemen]
dat neem ik voor lief
[ik wil het eigenlijk niet, maar accepteer het toch]
ik deed net zo lief wat anders
[eigenlijk wil ik het niet doen]
lieve deugd!
[uitroep van schrik en verbazing]
het lieve leventje
[het leven van alledag]
werken dat het een lieve lust is
[intensief en met veel plezier werken]
net zo lief
[even graag]
met de staart tussen de benen afdruipen
[schaamtevol of vernederd weglopen]
als je van de duivel spreekt, trap je hem op zijn staart
[degene over wie je het hebt, komt net binnen]
er zit kop noch staart aan
[het is een warrig verhaal]
dat muisje zal nog een staartje hebben
[die zaak zal gevolgen hebben]
het venijn zit in de staart
[op het laatst zijn er toch nog moeilijkheden]
die zaak heeft nog een staartje
[nog een vervolg]
als je van de duivel spreekt, trap je op z'n staart
[net als je het over iemand hebt, komt hij binnen]
voor de duivel niet bang
[nergens bang voor]
te stom om voor de duvel te dansen
[erg stom]
als een duveltje uit een doosje
[heel onverwacht]
des duivels zijn
[heel woedend]
dat is net iets voor Loes
[dat is typisch voor Loes]
we moeten er iets op vinden
[we moeten een oplossing bedenken]
zo iets doe je niet!
[dat doe je niet]
als je ziek wordt of iets dergelijks
[of als er iets anders is]
er kwam geen hond
[er kwam niemand]
zo ziek als een hond zijn
[heel erg ziek]
geen slapende honden wakkermaken
[geen aandacht vestigen op wat beter geheim kan blijven]
de gebeten hond zijn
[de schuld krijgen]
commandeer je hondje en blaf zelf
[je hebt niet het recht te zeggen wat ik moet doen]
we hebben een hond aan tafel
[als iemand vergeet te bidden]
als twee honden vechten om een been, loopt een derde ermee heen
[als twee mensen ruzie hebben, heeft een derde er vaak voordeel van]
bekend zijn als de bonte hond
[overal ongunstig bekend zijn]
blaffende honden bijten niet
[voor schreeuwers hoef je niet bang te zijn]
als kat en hond leven
[veel ruzie maken]
rode hond
[ziekte waarbij je rode vlekken krijgt]
een kat in de zak kopen
[iets kopen dat erg tegenvalt]
leven als kat en hond
[met veel ruzie]
maak dat de kat wijs!
[daar geloof ik niets van]
geen katje om zonder handschoenen aan te pakken
[iemand die altijd erg fel reageert]
de kat uit de boom kijken
[rustig afwachten wat er gebeurt]
kat in 't bakkie
[een gemakkelijk werkje]
de kat in de gordijnen jagen
[ruzie veroorzaken]
als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel
[als er geen toezicht is, gaat men zich misdragen]
dat weet onze kat ook
[dat begrijpt iedereen]
een kat in het nauw maakt rare sprongen
[als je in nood bent, doe je gekke dingen]
je voelen als een kat in een vreemd pakhuis
[je niet thuis voelen]
de kat de bel aan binden
[over een moeilijk onderwerp beginnen]
de kat op het spek binden
[iemand heel erg in de verleiding brengen]
als kat en hond leven
[voortdurend ruzie met elkaar maken]
als katten muizen, mauwen ze niet
[wie eet, praat niet]
iemand een kat geven
[een hatelijke opmerking maken]
iemand een kat geven
[een hatelijke opmerking maken]
in één klap
[in één keer]
als klap op de vuurpijl
[als hoogtepunt]
in één klap
[in één keer]
de eerste klap is een daalder waard
[een goed begin is heel belangrijk]
dat was een klap in het gezicht
[een belediging of onverwachte tegenslag]
hij heeft een klap van de molen gehad
[is niet goed wijs]
twee vliegen in één klap
[twee zaken die je in één keer kunt afdoen]
er geen klap van begrijpen
[helemaal niets]
zand erover
[we praten er niet meer over]
zand schuurt de maag
[een beetje zand in het eten is niet erg]
als los zand
[zonder samenhang]
hem zand in de ogen strooien
[hem misleiden]
zijn kop in het zand steken
[iets niet willen zien]
bouwen op los zand
[iets ondernemen zonder de vereiste voorbereiding]
in het zand bijten
[neervallen of verliezen]
alles wat los en vast zit is weggehaald
[alles dus]
de beer is los
[de narigheid is begonnen]
er zit een draadje (schroefje) bij hem los
[hij is niet goed bij zijn verstand]
losse handen hebben
[veel en gauw slaan]
iets uit de losse pols doen
[met groot gemak]
op losse schroeven staan
[onzeker, twijfelachtig of het doorgaat]
aan hem is een steekje los
[hij is een beetje gek]
als los zand aan elkaar hangen
[zonder samenhang zijn]
dat was maar een losse opmerking
[ik bedoelde er niet iets bijzonders mee]
een losse kracht
[zonder arbeidsovereenkomst]
een los nummer
[dat niet bij een abonnement hoort]
los van...
[afgezien van...]
zij leven erop los
[doen waar ze zin in hebben]
hij slaat erop los
[slaat hard en wild]
een losse flodder
[munitiepatroon zonder kogel]
van God los zijn
[verderfelijk]
erop los leven
[losbandig zijn]
hij kan bergen verzetten
[heel veel werk doen]
ik zie er als een berg tegenop
[ik zie er heel erg tegenop]
hij beloofde ons gouden bergen
[de prachtigste dingen]
een geloof dat bergenkan verzetten
[waaruit je veel kracht kunt putten]
als Mohammed niet naar de berg komt, komt de berg naar Mohammed
[als je initiatief neemt, maar dat eigenlijk van de andere partij had verwacht]
van een molshoop een berg maken
[een zaak enorm opblazen]
de berg heeft een muis gebaard
[schamper commentaar als alle drukte op niets uitloopt]
de haren rijzen mij te berge
[ik ben erg verontwaardigd]
als Pasen en Pinksteren op één dag vallen
[nooit]
op het puntje van zijn stoel zitten
[heel goed opletten]
het ligt op het puntje van mijn tong
[ik weet het, maar kan er even niet opkomen]
daar kunnen ze een puntje aan zuigen
[een voorbeeld aan nemen]
tot in de puntjes verzorgd
[heel netjes]
dat is een teer punt
[je kunt er beter niet over praten]
ergens een punt van maken
[er moeilijk over doen]
een omstreden punt
[waarover verschil van mening bestaat]
dat is een teer punt
[je kunt er beter niet over praten]
ergens een punt van maken
[er moeilijk over doen]
een omstreden punt
[waarover verschil van mening bestaat]
er een punt achter zetten
[ermee stoppen]
de puntjes op de i zetten
[heel precies werken]
punt uit!
[ik wil er niet meer over praten!]
we stonden op het punt om te vertrekken
[we zouden juist vertrekken]
als puntje bij paaltje komt
[als het eropaan komt]
dat staat als een paal boven water
[dat is absoluut zeker, duidelijk]
paal en perk aan iets stellen
[precies aangeven tot hoever het mag gaan]
voor paal staan
[voor gek staan]
als puntje bij paaltje komt
[als het eropaan komt]
voor paal staan
[je belachelijk maken]
je beste beentje voorzetten
[heel erg je best doen]
het been stijf houden
[niet toegeven]
op het verkeerde been zetten
[de verkeerde informatie geven, misleiden]
op je achterste benen staan
[verontwaardigd zijn]
geen been hebben om op te staan
[niet kunnen bewijzen dat je gelijk hebt]
de benen nemen
[ervandoor gaan]
met één been in het graf staan
[bijna dood zijn]
goed ter been zijn
[nog goed kunnen lopen]
zich de benen uit het lijf lopen
[zich erg inspannen om iets te bereiken]
op de been zijn
[opgestaan zijn, uit bed zijn]
er was veel volk op de been
[op straat]
met beide benen op de grond staan
[de werkelijkheid niet uit het oog verliezen]
op je laatste benen lopen
[bijna dood zijn]
met het verkeerde been uit bed stappen
[een slecht humeur hebben]
tegen het zere been zijn
[erg pijnlijk zijn]
met de staart tussen de benen afdruipen
[beschaamd weglopen]
een blok aan je been zijn
[je het leven moeilijk maken]
op eigen benen staan
[zelfstandig zijn]
op één been kun je niet lopen
[neem nóg een consumptie!]
er geen been in zien
[er niet voor terugschrikken]
als twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen
[als twee mensen ruzie maken, krijgt de derde meestal het voordeel]
door merg en been gaan
[heel indringend zijn]
vel over been zijn
[broodmager]
ze ziet er geen been in
[ze heeft er geen bezwaar tegen]
steen en been klagen
[voortdurend klagen en jammeren]
er kwam geen hond
[er kwam niemand]
zo ziek als een hond zijn
[heel erg ziek]
geen slapende honden wakkermaken
[geen aandacht vestigen op wat beter geheim kan blijven]
de gebeten hond zijn
[geen aandacht vestigen op wat beter geheim kan blijven]
de gebeten hond zijn
[de schuld krijgen]
commandeer je hondje en blaf zelf
[je hebt niet het recht te zeggen wat ik moet doen]
we hebben een hond aan tafel
[als iemand vergeet te bidden]
als twee honden vechten om een been, loopt een derde ermee heen
[als twee mensen ruzie hebben, heeft een derde er vaak voordeel van]
bekend zijn als de bonte hond
[overal ongunstig bekend zijn]
de hond in de pot vinden
[komen als het eten op is]
blaffende honden bijten niet
[voor schreeuwers hoef je niet bang te zijn]
als kat en hond leven
[veel ruzie maken]
rode hond
[ziekte waarbij je rode vlekken krijgt]
een kind kan de was doen
[het is heel eenvoudig]
de vuile was buiten hangen
[tegen buitenstaanders vertellen over je problemen en ruzies]
als was in iemands handen zijn
[heel gewillig]
goed in zijn slappe was zitten
[rijk zijn]
alsof er een engeltje over je tong piest
[het is verschrikkelijk lekker]
alsof er een engeltje over mijn tong piest
[ik vind het erg lekker]
de reddende engel
[iemand die op het juiste moment komt helpen]
alsof ik dat niet weet!
[dat weet ik heus wel]
hij was niet echt boos, maar hij deed alsof
[hij deed alsof hij boos was]
alsof je een emmer leeggooit!
[alsof het niks is; verbazend veel!]
als Pasen en Pinksteren op één dag vallen
[nooit]
op het puntje van zijn stoel zitten
[heel goed opletten]
het ligt op het puntje van mijn tong
[ik weet het, maar kan er even niet opkomen]
daar kunnen ze een puntje aan zuigen
[een voorbeeld aan nemen]
tot in de puntjes verzorgd
[heel netjes]
dat is een teer punt
[je kunt er beter niet over praten]
ergens een punt van maken
[er moeilijk over doen]
een omstreden punt
[waarover verschil van mening bestaat]
er een punt achter zetten
[ermee stoppen]
de puntjes op de i zetten
[heel precies werken]
punt uit!
[ik wil er niet meer over praten!]
we stonden op het punt om te vertrekken
[we zouden juist vertrekken]
als puntje bij paaltje komt
[als het eropaan komt]
dat staat als een paal boven water
[dat is absoluut zeker, duidelijk]
paal en perk aan iets stellen
[precies aangeven tot hoever het mag gaan]
voor paal staan
[voor gek staan]
als puntje bij paaltje komt
[als het eropaan komt]
voor paal staan
[je belachelijk maken]
je beste beentje voorzetten
[heel erg je best doen]
het been stijf houden
[niet toegeven]
op het verkeerde been zetten
[de verkeerde informatie geven, misleiden]
op je achterste benen staan
[verontwaardigd zijn]
geen been hebben om op te staan
[niet kunnen bewijzen dat je gelijk hebt]
de benen nemen
[ervandoor gaan]
met één been in het graf staan
[bijna dood zijn]
goed ter been zijn
[nog goed kunnen lopen]
zich de benen uit het lijf lopen
[zich erg inspannen om iets te bereiken]
op de been zijn
[opgestaan zijn, uit bed zijn]
er was veel volk op de been
[op straat]
met beide benen op de grond staan
[de werkelijkheid niet uit het oog verliezen]
op je laatste benen lopen
[bijna dood zijn]
met het verkeerde been uit bed stappen
[een slecht humeur hebben]
tegen het zere been zijn
[erg pijnlijk zijn]
met de staart tussen de benen afdruipen
[beschaamd weglopen]
een blok aan je been zijn
[je het leven moeilijk maken]
op eigen benen staan
[zelfstandig zijn]
op één been kun je niet lopen
[neem nóg een consumptie!]
er geen been in zien
[er niet voor terugschrikken]
als twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen
[als twee mensen ruzie maken, krijgt de derde meestal het voordeel]
door merg en been gaan
[heel indringend zijn]
vel over been zijn
[broodmager]
ze ziet er geen been in
[ze heeft er geen bezwaar tegen]
steen en been klagen
[voortdurend klagen en jammeren]
er kwam geen hond
[er kwam niemand]
zo ziek als een hond zijn
[heel erg ziek]
geen slapende honden wakkermaken
[geen aandacht vestigen op wat beter geheim kan blijven]
de gebeten hond zijn
[de schuld krijgen]
commandeer je hondje en blaf zelf
[je hebt niet het recht te zeggen wat ik moet doen]
we hebben een hond aan tafel
[als iemand vergeet te bidden]
als twee honden vechten om een been, loopt een derde ermee heen
[als twee mensen ruzie hebben, heeft een derde er vaak voordeel van]
bekend zijn als de bonte hond
[overal ongunstig bekend zijn]
de hond in de pot vinden
[komen als het eten op is]
blaffende honden bijten niet
[voor schreeuwers hoef je niet bang te zijn]
als kat en hond leven
[veel ruzie maken]
rode hond
[ziekte waarbij je rode vlekken krijgt]
een kind kan de was doen
[het is heel eenvoudig]
de vuile was buiten hangen
[tegen buitenstaanders vertellen over je problemen en ruzies]
als was in iemands handen zijn
[heel gewillig]
goed in zijn slappe was zitten
[rijk zijn]
alsof er een engeltje over je tong piest
[het is verschrikkelijk lekker]
alsof er een engeltje over mijn tong piest
[ik vind het erg lekker]
de reddende engel
[iemand die op het juiste moment komt helpen]
alsof ik dat niet weet!
[dat weet ik heus wel]
hij was niet echt boos, maar hij deed alsof
[hij deed alsof hij boos was]
alsof je een emmer leeggooit!
[alsof het niks is; verbazend veel!]
alternatieve energie
[waarvan de bron nooit uitgeput raakt]
hij heeft het niet met zoveel woorden gezegd
[niet precies zo]
hem aan het woord laten
[hem de anderen toe laten spreken]
met andere woorden
[anders gezegd]
er geen woorden voor hebben
[het heel goed of heel erg vinden]
je haalt me de woorden uit de mond
[je zegt wat ik net had willen zeggen]
er geen woorden aan vuil willen maken
[er niet over willen spreken]
hij had het hoogste woord
[was steeds op een overheersende manier aan het praten]
het hoge woord komt eruit
[hij zegt wat hij eerst niet durfde te zeggen]
met twee woorden spreken
['ja meneer' zeggen, in plaats van 'ja']
iemand woorden in de mond leggen
[niet juist navertellen wat hij gezegd heeft]
het laatste woord willen hebben
[er als laatste iets over willen beslissen]
van het ene woord kwam het andere
[het ontaardde in ruzie]
wiens brood men eet, diens woord men spreekt
[je staat aan de kant van degene bij wie je in dienst bent]
geen woorden maar daden
[we hebben niets aan praatjes alleen]
ergens geen woorden voor hebben
[het niet kunnen uitleggen]
dat is geen woord teveel gezegd
[dat is niet overdreven]
woorden hebben
[ruzie hebben]
holle woorden
[zonder inhoud]
het hoogste woord hebben
[druk en zelfbewust praten]
let op mijn woorden!
[dat zal zeker gebeuren]
woorden schieten tekort
[het is niet in woorden uit te drukken]
met twee woorden spreken
[niet alleen met ja of nee antwoorden]
woord voor woord
[volledig en precies]
je woorden wegen
[zorgvuldig formuleren]
ik geloof je op je woord
[omdat je het zegt]
woord houden
[doen wat je beloofd hebt]
iemand aan zijn woord houden
[verlangen dat hij doet wat hij beloofd heeft]
een man van zijn woord
[iemand die zich aan zijn afspraken houdt]
een man een man, een woord een woord
[iemand die eerlijk is, houdt zich aan zijn beloftes]
iemand aan het woord laten
[laten uitspreken]
het woord voeren
[spreken]
zijn woordje kunnen doen
[zich goed kunnen uitdrukken]
het woord richten tot iemand
[hem toespreken]
iemand te woord staan
[hem aanhoren]
een goed woordje voor hem doen
[hem aanbevelen]
een vies woord
[een woord dat met seks of met ontlasting te maken heeft]
niet uit je woorden kunnen komen
[er niet in slagen het te zeggen]
hem op zijn woord geloven
[hij hoeft het niet te bewijzen]
een hartig woordje spreken met iemand
[hem zeggen wat je vindt]
er was geen woord tussen te krijgen
[ik kreeg niet de kans om iets te zeggen]
een goed verstaander heeft maar een half woord nodig
[voor iemand die goed luistert, is een aanduiding voldoende]
enkele woorden wisselen
[met elkaar spreken]
een aardig woordje Engels spreken
[die taal goed beheersen]
altijd het laatste woord willen hebben
[altijd nog iets willen toevoegen]
de daad bij het woord voegen
[een plan meteen ten uitvoer brengen]
daar is geen woord Frans bij
[dat is heel duidelijk]
daarover is het laatste woord nog niet gesproken
[die zaak is nog niet afgehandeld]
woorden hebben
[ruzie hebben]
alles was in kannen en kruiken
[klaar, geregeld]
altijd het onderste uit de kan willen hebben
[het meeste willen van allemaal]
wie het onderste uit de kan wil hebben, krijgt het deksel op zijn neus
[waarschuwing voor mensen die erg begerig zijn]
zo ziek als een hond
[erg ziek]
ik word er ziek van
[ik heb er schoon genoeg van]
je ziek lachen
[heel erg lachen]
altijd ziek of onderweg zijn
[altijd iets mankeren]
ambachtelijk brood
[door de echte bakker gebakken, niet door de fabriek]
een ambulante patiënt
[die niet op bed hoeft te blijven]
ambulante handel
[markt- en straathandel]
nooit ofte nimmer
[absoluut nooit]
nooit van mijn leven
[absoluut nooit]
nooit van mijn leven
[absoluut nooit]
an me nooit niet!
[dat doe ik beslist niet]
anoniem blijven
[niet willen dat ze je naam weten]
we spelen open kaart
[we zeggen precies wat we denken]
hem in de kaart spelen
[hem ongewild bevoordelen]
alles op één kaart zetten
[je geluk van één ding laten afhangen]
ansichtkaart
[kaart die je stuurt als je op vakantie bent]
trouwkaart
[kaart met aankondiging van een huwelijk]
speelkaart
[kaart om het kaartspel mee te spelen]
dat is geen haalbare kaart
[heeft geen kans van slagen]
de groene kaart
[internationaal verzekeringsbewijs]
speelkaart
[kaart om het kaartspel mee te spelen]
dat is geen haalbare kaart
[heeft geen kans van slagen]
de groene kaart
[internationaal verzekeringsbewijs]
de rode kaart
[teken van ernstige overtreding waarvoor je het veld wordt uitgestuurd]
de gele kaart
[teken van bestraffing in een voetbalwedstrijd]
de kaarten liggen nu anders
[de situatie is veranderd]
zijn kaarten op tafel leggen
[zijn bedoelingen onthullen]
dat is doorgestoken kaart
[afgesproken werk]
iemand in de kaart kijken
[zijn geheime plannen doorzien]
open kaart spelen
[eerlijk zijn, niets verbergen]
iemand in de kaart spelen
[hem helpen]
de problemen zijn nog niet in kaart gebracht
[nog niet op een rijtje gezet]
een blinde kaart
[zonder plaatsnamen]
iets in kaart brengen
[er een overzicht van maken]
iets op de kaart zetten
[zorgen dat het algemeen bekend wordt]
een stad van de kaart vegen
[vernietigen]
van de kaart zijn
[helemaal in de war zijn]
antieke ideeën
[ouderwetse ideeën]
april doet wat hij wil
[het weer is erg wisselvallig]
argwaan koesteren
[het niet vertrouwen]
Arie is in de veertig
[iets ouder dan veertig]
ik kan er wel in komen
[ik kan het wel begrijpen]
ik ben er helemaal in
[ga er helemaal in op]
die bal is in
[binnen de lijn]
erin stinken
[bedrogen worden, beetgenomen worden]
erin tuinen
[beetgenomen worden]
Arie is niet al te modern
[hij is niet zo erg modern]
je kunt dat al of niet doen
[wel of niet]
het is alsof het van de armen gaat
[zuur commentaar als men zuinig is]
zo arm als Job (de mieren, een kerkrat)
[heel erg arm]
arm en rijk
[iedereen]
de armen van geest
[eenvoudige mensen]
een illusie armer zijn
[ergens teleurgesteld over zijn]
het arme schaap
[de stakker]
een arme sloeber (stakker, stumper, sukkel)
[iemand die medelijden opwekt]
slapend rijk worden
[geld ontvangen zonder er veel voor te hoeven doen]
de rijke landen
[de westerse landen]
arm en rijk
[iedereen]
als ik in mijn rijke jaren kom
[nooit]
slapend rijk worden
[zonder zich in te spannen]
een rijke stinker
[een rijk mens]
het land is rijk aan olie
[heeft veel olie]
hij heeft een rijke verbeelding
[fantaseert veel]
rijk bedeeld zijn
[heel slim zijn, of veel bezittingen hebben]
de koning te rijk zijn
[heel blij zijn]
iemand liever kwijt dan rijk zijn
[hem liever niet om je heen hebben]
een jochie van drie turven hoog
[een klein jochie]
as is verbrande turf
[spottend commentaar wanneer iemand een onwaarschijnlijke vergelijking met 'als' begint]
in de as gelegd worden
[door brand helemaal vernietigd worden]
uit zijn as herrijzen
[na een dieptepunt weer helemaal opbloeien]
as is verbrande turf
[zeg je tegen iemand die zeurt over 'maar als nou...']
in zak en as zitten
[je verslagen voelen]
iets in goede banen leiden
[zorgen dat het goed verloopt]
iets op de lange baan schuiven
[het steeds uitstellen]
iets of iemand ruim baan geven
[vrije gelegenheid om iets te doen]
van de baan zijn
[niet meer doorgaan]
baantjes trekken
[heen en weer zwemmen in een zwembad]
hij speelt de baas
[hij doet alsof hij meer te vertellen heeft]
het is altijd baas boven baas
[er is altijd iemand die het nog beter weet]
baas in eigen buik
[zelf mogen beslissen over zwangerschap en abortus]
iemand de baas zijn
[hem overtreffen]
er is altijd baas boven baas
[iemand die anderen overtreft]
zo druk als een klein baasje
[van alles moeten regelen]
je eigen baas zijn
[van niemand afhankelijk]
in de baas zijn tijd
[onder werktijd]
schrijf maar op je buik
[je krijgt je zin niet]
baas in eigen buik zijn
[zelf mogen beslissen over abortus]
er de buik vol van hebben
[ervan balen]
het zijn twee handen op één buik
[schamper commentaar als twee mensen het altijd met elkaar eens zijn]
dat kun je wel op je buik schrijven
[dat gaat niet door]
vlinders in je buik hebben
[verliefd zijn]
er de buik vol van hebben
[er niets meer mee te maken willen hebben]
baat het niet, het schaadt ook niet
[het helpt misschien niet, maar het kan ook geen kwaad]
het bloed kruipt waar het niet gaan kan
[je doet toch wat in je aard ligt]
hem het bloed onder de nagels vandaan halen
[hem erg kwaad maken]
dat heeft kwaad bloed gezet
[boosheid veroorzaakt]
iemand in koelen bloede vermoorden
[op een harde, gevoelloze manier]
mijn eigen vlees en bloed
[mijn eigen kind]
het bloed stolt hem in de aderen
[hij is ineens erg bang]
baden in het bloed
[in een plas bloed liggen]
blauw bloed hebben
[van adellijke afkomst zijn]
zijn bloed wel kunnen drinken
[hem heel erg haten]
van gemengd bloed zijn
[afstammen van ouders van een verschillend ras]
er kleeft bloed aan zijn handen
[hij heeft gemoord]
in koelen bloede
[bewust, in het volle besef van wat je doet]
mijn bloed kookt
[ik ben woedend]
kwaad bloed zetten
[boosheid opwekken]
bloed vergieten
[doden]
badend in het zweet
[heel erg nat van het zweet]
het zweet brak hem uit
[hij was doodsbang]
je in het zweet werken
[heel hard werken]
het zweet stond me in de handen
[van de zenuwen of van de angst]
in het zweet des aanschijns
[met heel hard werken]
balen als een stier
[heel erg balen]
balen als een stekker
[het heel erg vervelend vinden]
balen als een stier
[heel erg balen]
dat werkt als een rode lap op een stier
[veroorzaakt een woedende reactie]
balen als een stier
[heel erg balen]
balen als een stekker
[het heel erg vervelend vinden]
zo bang als een haas (of wezel)
[erg bang]
bang zijn om je aan koud water te branden
[overdreven voorzichtig zijn]
hem op de huid zitten
[hem onder druk zetten]
een dikke huid hebben
[je niet snel beledigd voelen]
hem de huid vol schelden
[hem heel erg uitschelden]
het met huid en haar opeten
[helemaal]
bang voor zijn huid zijn
[voor zijn leven]
je moet de huid niet verkopen voor de beer geschoten is
[geen toezeggingen doen als iets nog niet van jou is]
zijn huid duur verkopen
[zich tot het uiterste verdedigen]
in iemands huid kruipen
[je indenken dat je hem bent]
zo bang als een haas (of wezel)
[erg bang]
bang zijn om je aan koud water te branden
[overdreven voorzichtig zijn]
bang uitgevallen zijn
[bang van aard zijn]
het barst hier van de cafés
[er zijn er heel veel van]
ik lachte me te barsten
[tot ik niet meer kon]
barstende hoofdpijn
[heel erge hoofdpijn]
bedelen om aandacht
[veel aandacht vragen]
bedrogen uitkomen
[ergens in teleurgesteld worden]
beeldende kunst
[tekenkunst, schilderkunst, beeldhouwkunst]
beeldend kunstenaar
[beoefenaar van een van de beeldende kunsten]
beeldende kunsten
[schilderen en beeldhouwen]
uit de kunst!
[geweldig]
zwarte kunst
[toverij, magie]
volgens de regels van de kunst
[zoals het hoort]
de kunst van iemand afkijken
[bij hem kijken hoe het moet]
oefening baart kunst
[door oefening krijg je vaardigheid]
uit de kunst
[geweldig!]
de vloer met hem aanvegen
[hem vernietigende kritiek geven]
bij iemand over de vloer komen
[er regelmatig op bezoek komen]
je kunt er van de vloer eten
[het is er heel erg schoon]
beentjes van de vloer
[dansen]
ik dacht dat ik door de vloer zou zakken
[ik schaamde me diep]
een goed begin is het halve werk
[als je ergens goed mee begint, is de rest niet moeilijk meer]
begin mei
[in de eerste dagen van mei]
in het begin bleef ik thuis
[eerst bleef ik thuis]
er kwam geen hond
[er kwam niemand]
zo ziek als een hond zijn
[heel erg ziek]
geen slapende honden wakkermaken
[geen aandacht vestigen op wat beter geheim kan blijven]
de gebeten hond zijn
[de schuld krijgen]
commandeer je hondje en blaf zelf
[je hebt niet het recht te zeggen wat ik moet doen]
we hebben een hond aan tafel
[als iemand vergeet te bidden]
als twee honden vechten om een been, loopt een derde ermee heen
[als twee mensen ruzie hebben, heeft een derde er vaak voordeel van]
bekend zijn als de bonte hond
[overal ongunstig bekend zijn]
de hond in de pot vinden
[komen als het eten op is]
blaffende honden bijten niet
[voor schreeuwers hoef je niet bang te zijn]
als kat en hond leven
[veel ruzie maken]
rode hond
[ziekte waarbij je rode vlekken krijgt]
iemand bont en blauw slaan
[afranselen]
bekendstaan als de bonte hond
[overal bekend zijn]
de bonte was
[was voor gekleurd goed]
een bonte avond
[avondprogramma met veel afwisseling]
een bonte mengeling
[allerlei soorten mensen]
het te bont maken
[te ver gaan]
bekijk het maar!
[zoek het zelf maar uit]
het is zo bekeken
[het is zo klaar]
onder de voet gelopen worden
[weggedrukt door een menigte]
hem voor de voeten lopen
[in de weg lopen]
dat heeft heel wat voeten in de aarde
[kost veel moeite]
op voet van gelijkheid
[als twee gelijken]
voet bij stuk houden
[niet toegeven]
ten voeten uit
[helemaal zoals hij is]
te voet gaan
[lopend]
voetje voor voetje
[heel langzaam]
op de voet volgen
[van heel dichtbij]
op vrije voeten
[uit de gevangenis]
hem de voet dwars zetten
[tegenwerken]
hem het gras voor de voeten wegmaaien
[iets zeggen wat de ander óók juist had willen zeggen]
op grote voet leven
[met geld smijten]
belastingvrije voet
[deel van het inkomen waarover je geen belasting hoeft te betalen]
een wit voetje halen
[iets doen om indruk te maken]
je uit de voeten maken
[snel weggaan]
hem iets voor de voeten gooien
[verwijten]
geen voet buiten de deur zetten
[binnen blijven]
op de oude voet voortzetten
[op dezelfde manier]
op goede voet staan
[vriendschappelijk met elkaar omgaan]
ermee uit de voeten kunnen
[er goed mee kunnen werken]
dat is hem ten voeten uit
[dat is kenmerkend voor hem]
belegen kaas
[wat langer gerijpte kaas]
de kaas niet van je brood laten eten
[opkomen voor je rechten]
er geen kaas van gegeten hebben
[er geen verstand van hebben, het niet goed kunnen]
iemand een belletje geven
[even opbellen]
belletje trekken
[aanbellen en hard wegrennen]
aan de bel trekken
[aandacht vragen voor een misstand]
de kat de bel aanbinden
[als eerste over een moeilijk onderwerp beginnen]
toeters en bellen
[overdreven toevoegingen]
schuld bekennen
[toegeven dat je schuldig bent]
buiten zijn schuld
[hij kan er niets aan doen]
hem de schuld geven
[zeggen dat hij het gedaan heeft]
belofte maakt schuld
[als je iets belooft, moet je het ook doen]
eigen schuld, dikke bult
[commentaar als iemand door eigen schuld problemen heeft]
waar twee kijven, hebben twee schuld
[als er ruzie is, hebben beide partijen daar meestal schuld aan]
schulden maken
[niet betalen]
je in de schulden steken
[veel dingen kopen die je niet kunt betalen]
in de schuld staan bij iemand
[hem iets schuldig zijn]
je belofte breken
[niet doen wat je beloofd hebt]
je belofte nakomen
[doen wat je beloofd hebt]
belofte maakt schuld
[wat je belooft, moet je doen]
het moet al gek gaan als ...
[het is bijna zeker]
gek genoeg
[commentaar dat verbazing uitdrukt]
doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg
[gedraag je niet anders dan anderen]
je zou gek staan te kijken...
[stomverbaasd zijn]
hoe ouder hoe gekker
[wordt gezegd als oudere mensen iets bijzonders doen]
op de gekste tijden
[op tijdstippen waarop je het niet zou verwachten]
ik ben me daar gek!
[ik denk er niet over om dat te doen]
gek van angst
[buiten zichzelf]
het is om gek van te worden
[ergerlijk en vermoeiend]
zich gek zoeken naar iets
[er overal naar lopen te zoeken]
ben je gek!
[verontwaardigde reactie als iemand iets zegt wat onwaarschijnlijk is]
zo gek als een deur
[helemaal geschift]
díe is gek!
[schamper commentaar als iemand iets gevaarlijks doet]
hij is niet zo gek als hij eruitziet
[plagerig commentaar als iemand plotseling iets slims doet]
geen gek figuur slaan
[een goede indruk maken]
het is te gek om los te lopen
[het is al te dwaas]
dat is lang niet gek!
[tamelijk goed]
dat is te gek!
[geweldig!]
ik ben gek op Hema-worst
[ik ben er dol op]
Adam was gek op Eva
[hield veel van haar]
ergens gek mee zijn
[er veel van houden]
ze zitten als ratten in de val
[kunnen er niet meer uit]
de ratten verlaten het zinkende schip
[de zaak in de steek laten als het slecht gaat]
sterven als ratten
[in grote aantallen]
ben je helemaal van de ratten besnuffeld!
[ben je helemaal gek geworden!]
eten wat de pot schaft
[wat op tafel komt]
hij kan een potje bij me breken
[ik word niet gauw boos op hem]
zijn eigen potje koken
[zijn eigen eten klaarmaken]
op ieder potje past een dekseltje
[voor iedereen is een geschikte partner te vinden]
de dood in de pot
[een saaie boel]
de hond in de pot vinden
[komen als het eten op is]
een hoofd als een ijzeren pot
[een goed geheugen]
jongens van de gestampte pot
[zonder kapsones]
het is één pot nat
[er bestaat nauwelijks verschil tussen]
kleine potjes hebben grote oren
[als er kinderen in de buurt zijn moet je niet te veel vertellen]
hij kan de pot op
[ik trek me niets van hem aan]
ben je nou helemaal van de pot gerukt!
[ben je gek geworden?]
naast de pot piesen
[misgrijpen of te laat zijn]
naast de pot piesen
[overspel plegen]
het is allemaal één pot nat
[hetzelfde]
je maakt er een potje van
[een rommeltje]
ben je nou helemaal!
[ben je gek geworden?]
ben jij hier bekend?
[weet je de weg?]
je komt me bekend voor
[ik denk dat ik je ken]
dat is algemeen bekend
[iedereen weet het]
dat klinkt me bekend in de oren
[dat heb ik wel eens eerder gehoord]
naar de bekende weg vragen
[iets vragen wat je al weet]
ik neem de maat
[ik meet]
met mate
[niet te veel]
hij kan geen maat houden
[neemt altijd teveel]
dat is onder de maat
[onvoldoende]
met twee maten meten
[verschillende normen gebruiken]
de maat is vol
[ik neem het niet langer]
in hoge mate
[zeer]
beneden de maat
[onvoldoende]
in de maat zingen
[goed volgens het telpatroon van het stuk]
de maat slaan
[met je hand aangeven hoe de maat is]
geen maat kunnen houden
[geen gevoel voor ritme hebben]
in de maat lopen
[volgens een vast ritme]
wij zijn goede maatjes
[met elkaar bevriend]
Jan Rap en zijn maat
[uitschot, tuig]
benzine slurpen
[er veel van gebruiken]
zo sterk als een beer
[heel erg sterk]
een beer van een vent
[een grote, sterke man]
beren op de weg zien
[bang zijn voor iets wat niet bestaat]
de beer is los!
[de strijd is begonnen]
een ongelikte beer
[iemand zonder goede manieren]
je moet de huid niet verkopen voordat de beer geschoten is
[geen toezeggingen doen over iets wat nog niet van jou is]
dat is een lot uit de loterij!
[een buitenkans]
lootjes trekken
[briefjes met de naam van iemand]
van lotje getikt
[gek]
hem aan zijn lot overlaten
[je niet om hem bekommeren]
het lot was mij gunstig gezind
[ik had geluk]
de ironie van het lot
[het toeval brengt het tegenovergestelde van wat je verwacht]
zich zijn lot aantrekken
[met hem begaan zijn]
berusten in zijn lot
[er vrede mee hebben]
besloten vennootschap
[waarvan de aandelen niet in het openbaar verkocht kunnen worden]
naamloze vennootschap
[waarvan de aandelen wel in het openbaar verkocht kunnen worden]
ik vind het best lekker
[echt wel lekker]
hij kan best wat missen
[is rijk]
best wel
[behoorlijk, nogal]
zwangerschapsverlof
[vrije dagen in verband met de geboorte van een kind]
betaald verlof
[vrije dagen waarin je doorbetaald wordt]
heb jij al een vriendje, Anna?
[heb jij al verkering]
dikke vrienden
[goede vrienden van elkaar]
hem te vriend houden
[ervoor zorgen dat hij je aardig blijft vinden]
even goede vrienden
[ik blijf je toch aardig vinden]
beter een goede buur dan een verre vriend
[goede buren kunnen sneller hulp bieden dan vrienden die ver weg wonen]
in nood leert men zijn vrienden kennen
[als je in nood bent, ontdek je pas wie je echte vrienden zijn]
valse vrienden
[woorden in verschillende talen die op elkaar lijken, maar verschillende betekenissen hebben]
van je vrienden moet je het maar hebben
[reactie als vrienden in gebreke blijven]
beter een goede buur dan een verre vriend
[je hebt meer aan de hulp van een buurman dan aan een vriend die ver weg woont]
beter een half ei dan een lege dop
[beter iets dan niets]
het ei van Columbus
[een eenvoudige oplossing waar niemand aan gedacht had]
eieren voor je geld kiezen
[met wat minder tevreden zijn]
je ei niet kwijt kunnen
[geen kans krijgen het te vertellen]
voor een appel en een ei
[heel goedkoop]
de kip met de gouden eieren slachten
[een bron van inkomsten wegdoen]
zijn ei niet kwijt kunnen
[zich niet kunnen uitspreken, niet aan bod komen]
het is koek en ei
[hun verhouding is goed]
op eieren lopen
[heel voorzichtig zijn]
beter een half ei dan een lege dop
[beter iets dan niets]
een advocaat in de dop
[een jongere die er aanleg voor heeft om dat te worden]
een zangeres in de dop
[ze heeft er aanleg voor om zangeres te worden]
kijk uit je doppen!
[kijk uit, gebruik je ogen!]
de vogel is gevlogen
[wie je moet hebben is ervandoor]
elk vogeltje zingt zoals het gebekt is
[iedereen praat op zijn eigen manier]
beter één vogel in de hand dan tien in de lucht
[beter tevreden zijn met een beetje dan verlangen naar iets dat je nooit krijgt]
een rare vogel
[een persoon met bijzondere kenmerken]
je moet je mond houden
[niet praten]
met open mond keek hij toe
[heel verbaasd]
zij doet geen mond open
[ze zegt niets]
hij zette toch een grote mond op!
[ging ineens schelden]
ik heb hem de mond gesnoerd
[gezorgd dat hij ging zwijgen]
ik spreek een mondje Turks
[een beetje]
het ging van mond tot mond
[de een zei het tegen de ander]
zij is niet op haar mondje gevallen
[heeft altijd een antwoord klaar]
zij praat mij naar de mond
[zegt wat ik graag wil horen]
daar heeft hij de mond vol van
[hij praat er steeds over]
ik stond met de mond vol tanden
[wist niet wat ik moest zeggen]
iets met de mond belijden
[iets beweren, zonder ernaar te handelen]
beter hard geblazen dan de mond gebrand
[voorzichtigheid gaat voor alles]
bij monde van
[gezegd door]
geen blad voor de mond nemen
[openhartig spreken]
het brood uit de mond sparen
[bezuinigen op wat men eet, voor iemand anders]
mondje dicht!
[verzoek om iets geheim te houden]
van mond tot mond gaan
[rondverteld worden]
waar het hart vol van is, loopt de mond van over
[men praat graag over iets waar men enthousiast over is]
ik heb het uit zijn mond
[hij heeft het gezegd]
geen mond open doen
[zwijgen]
het schuim staat hem op de mond
[hij is woedend]
ik krijg er een vieze smaak van in de mond
[het voelt onplezierig]
ga je mond spoelen
[reactie als iemand iets lelijks gezegd heeft]
met de tong uit de mond
[buiten adem]
ergens de mond vol van hebben
[er steeds over praten]
het water loopt mij in de mond
[ik heb erg veel zin in dat lekkers]
je haalt me de woorden uit de mond
[dat had ik ook willen zeggen]
beter kleine meester dan grote knecht
[je kunt beter voor jezelf werken en vrij zijn]
de Hollandse meesters
[Nederlandse kunstschilders zoals Rembrandt]
je er meester van maken
[ervoor zorgen dat je het in je bezit krijgt]
hoe laat is het?
[welke tijd wijst de klok aan?]
vroeg of laat zal ik slagen
[ooit zal ik slagen]
beter laat dan nooit
[je had het niet meer verwacht maar het gebeurt toch nog]
dan weet je wel hoe laat het is
[dat weet je wel hoe het zit]
het laat maken
[laat thuiskomen]
ik ben er verlegen mee
[ik weet er niet goed raad mee]
ik zit erom verlegen
[ik heb er behoefte aan]
beter mee verlegen dan om verlegen
[beter te veel van iets hebben dan te weinig]
beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald
[het is beter op tijd te veranderen dan halsstarrig door te gaan]
een half dozijn
[zes]
een halve finale
[elk van de twee wedstrijden tussen twee van de laatste vier deelnemers aan een toernooi]
hij valt dood op een halve cent
[is heel gierig]
voor half geld
[voor de helft van wat anderen moeten betalen]
niet half zo goed
[lang zo goed niet]
ik voel me maar een half mens
[ik voel me helemaal niet fit]
gedeelde smart is halve smart
[verdriet is beter te dragen als je het deelt met anderen]
ik geloof hem maar half en half
[een beetje, maar niet echt]
een halve wees
[kind waarvan een de ouders is overleden]
geen halve maatregelen nemen
[de zaak fors en kordaat aanpakken]
iets met een half oog zien
[zonder er met je aandacht helemaal bij te zijn]
we hebben het half en half besloten
[bijna]
beterschap beloven
[zeggen dat je je beter zult gedragen]
bezint eer ge begint
[je moet eerst nadenken, voor je iets gaat doen]
met je ziel onder je arm
[zonder doel]
hem op zijn ziel trappen
[erg kwetsen]
zieltjes winnen
[mensen tot je geloof bekeren]
hoe meer zielen hoe meer vreugd
[hoe meer mensen, hoe gezelliger het wordt]
je ziel aan de duivel verkopen
[je uitleveren aan iets slechts]
eelt op je ziel hebben
[ongevoelig zijn voor verdriet]
ter ziele gaan
[ophouden te bestaan]
met hart en ziel
[met alle kracht en toewijding]
op zijn ziel krijgen
[een uitbrander krijgen]
bezit uw ziel in lijdzaamheid
[berust er nu maar in]
het snijdt me door de ziel
[het raakt me diep]
twee zielen, een gedachte
[op hetzelfde moment hetzelfde denken]
hoe meer zielen, hoe meer vreugd
[hoe meer mensen, hoe gezelliger]
zieltjes winnen
[mensen tot je geloof of tot je partij overhalen]
een zieltje zonder zorg
[iemand die onbekommerd leeft]
bier brouwen
[bier maken]
dood bier
[dat niet meer schuimt]
bij benadering
[ongeveer]
een jongen van Jan de Wit
[een flinke, dappere vent]
bij Clinton vergeleken is hij maar een kleine jongen
[onbelangrijk]
als de dag van gisteren
[alsof het gisteren gebeurd is]
dag in, dag uit
[steeds, iedere dag]
ze loopt op alledag
[ze kan elk moment bevallen]
op zijn oude dag
[toen hij al oud was]
van de ene dag op de andere
[heel plotseling]
bij de dag leven
[niet nadenken over de toekomst]
het gesprek van de dag zijn
[het meest besproken onderwerp]
een jongen van Jan de Wit
[een flinke, dappere vent]
bij Clinton vergeleken is hij maar een kleine jongen
[onbelangrijk]
als de dag van gisteren
[alsof het gisteren gebeurd is]
dag in, dag uit
[steeds, iedere dag]
ze loopt op alledag
[ze kan elk moment bevallen]
op zijn oude dag
[toen hij al oud was]
van de ene dag op de andere
[heel plotseling]
bij de dag leven
[niet nadenken over de toekomst]
het gesprek van de dag zijn
[het meest besproken onderwerp]
zijn dagen zijn geteld
[hij gaat bijna dood]
heden ten dage
[tegenwoordig, in deze tijd]
sinds jaar en dag
[al heel lang]
tot in lengte van dagen
[nog heel lang]
een man van de dag zijn
[vlak voor zijn dood staan]
de dag des oordeels
[de laatste dag van de wereld]
overgaan tot de orde van de dag
[de gewone werkzaamheden weer gaan doen]
voor je oude dag zorgen
[sparen voor later]
ouden van dagen
[bejaarden]
pluk de dag!
[leef; geniet nu!]
vandaag de dag
[tegenwoordig]
je dag niet hebben
[niet kunnen doen wat je normaal kunt doen]
geen zorgen voor de dag van morgen
[maak je niet bezorgd over de toekomst]
men moet de dag niet prijzen voor het avond is
[het werk pas beoordelen als het klaar is]
het is morgen weer vroeg dag
[we moeten vroeg op]
iets voor de dag halen
[het tevoorschijn halen]
goed voor de dag komen
[iets goeds presteren]
het is kort dag
[er is nog maar weinig tijd]
dag en nacht
[onophoudelijk]
een gat in de dag slapen
[lang uitslapen]
ermee voor de dag komen
[het zeggen]
voor dag en dauw
[heel vroeg]
een verschil van dag en nacht
[een groot verschil]
iemand de biecht afnemen
[hem uithoren]
bij de duivel te biecht gaan
[raad vragen aan je vijand]
uit de biecht klappen
[geheimen doorvertellen]
de handen uit de mouwen steken
[ijverig gaan werken]
je hand ophouden
[geld vragen]
de hand aan jezelf slaan
[zelfmoord plegen]
met harde hand optreden
[streng optreden]
een handje helpen
[even meehelpen]
dat ligt voor de hand
[dat is heel logisch]
iets achter de hand hebben
[in reserve hebben]
de hand over het hart strijken
[voor één keer minder streng zijn]
er de hand aan houden
[de voorschriften volgen]
in goede handen zijn
[goed verzorgd worden]
jezelf in de hand hebben
[je beheersen]
wat is er aan de hand?
[wat is er mis, of wat gebeurt er?]
zwaar op de hand zijn
[erg serieus of somber zijn]
er je hand niet voor omdraaien
[het niet moeilijk vinden om te doen]
een hand geven
[een hand drukken om te begroeten]
er de laatste hand aan leggen
[het juist afmaken]
handen te kort komen
[het heel druk hebben]
een gat in je hand hebben
[gemakkelijk te veel geld uitgeven]
de hand boven het hoofd houden
[verdedigen met woorden]
met de handen over elkaar zitten
[niets doen]
aan de beterende hand zijn
[langzaam genezen]
van de hand wijzen
[weigeren]
in de hand werken
[bevorderen]
er de hand op weten te leggen
[iets bijzonders kopen of krijgen]
de hand op de knip houden
[zuinig zijn, gierig zijn]
je handen thuishouden
[niet aankomen, niet slaan]
uit je hand eten
[precies doen wat je zegt]
twee handen op één buik zijn
[het altijd met elkaar eens zijn]
uit de hand lopen
[niet meer kunnen beheersen]
van de hand doen
[wegdoen, verkopen]
het hoofd boven water houden
[maar nét genoeg hebben om van te leven]
het hoofd laten hangen
[de moed verliezen]
de handen dichtknijpen
[jezelf gelukkig prijzen]
bij de hand houden
[zo houden dat je het snel kunt laten zien]
hem de les lezen
[hem streng zeggen wat hij niet goed doet]
iemand een lesje leren
[ervoor zorgen dat hij ziet dat het anders moet]
bij de les blijven
[opletten]
daarin kan hij je een lesje geven
[dat kan of weet hij veel beter]
iemand de les lezen
[hem berispen]
bij de pinken zijn
[pienter, bijdehand]
bij de vleet
[in overvloed]
bij deze open ik de school
[op dit moment open ik de school]
een dezer dagen ...
[binnenkort]
bij elkaar kruipen
[gezellig bij elkaar gaan zitten]
ze kruipt voor hem
[ze doet precies wat hij wil]
iets in de schoot geworpen krijgen
[het krijgen, zonder dat je er iets voor hoeft te doen]
bij elkaar op schoot zitten
[dicht bij elkaar wonen of zitten]
het hoofd in de schoot leggen
[het accepteren zoals het is]
in gebreke blijven
[niet doen wat je moet doen]
bij gebrek aan aardappels eten we rijst
[omdat er geen aardappels zijn ...]
bij gebrek aan beter
[omdat er niets beters is]
hij wist niet beter
[hij dacht het echt]
bij gebrek aan beter
[omdat ik niets beters heb]
des te beter
[dat is wel zo goed]
Jan weet altijd alles beter
[hij is eigenwijs]
in gebreke blijven
[niet doen wat je moet doen]
bij gebrek aan aardappels eten we rijst
[omdat er geen aardappels zijn ...]
bij gebrek aan beter
[omdat er niets beters is]
dat is niet voor herhaling vatbaar
[niet geschikt om te herhalen]
bij herhaling
[meer dan eens]
op herhaling zijn
[korte tijd terugzijn in militaire dienst]
dat is niet gering!
[heel belangrijk, erg veel]
niet in het geringst
[helemaal niet]
bij het minste of geringste
[bij de kleinste aanleiding]
er waren ten minste 100 mensen
[zeker niet minder]
hij is op zijn minst veertig jaar
[zeker niet jonger]
daar had ik niet in het minst op gerekend
[helemaal niet]
bij het minste of geringste wordt hij kwaad
[er hoeft maar weinig te gebeuren]
bij iemand aankloppen om geld
[iemand om geld vragen]
bij iemand in het krijt staan
[hem iets schuldig zijn]
de vloer met hem aanvegen
[hem vernietigende kritiek geven]
bij iemand over de vloer komen
[er regelmatig op bezoek komen]
je kunt er van de vloer eten
[het is er heel erg schoon]
beentjes van de vloer
[dansen]
ik dacht dat ik door de vloer zou zakken
[ik schaamde me diep]
heb je dat boek bij je?
[heb je het meegenomen?]
daar kan ik niet bij
[dat kan ik niet begrijpen]
hoe kom je daar bij?
[hoe kom je op dat idee?]
bij jou kan ik geen goed meer doen
[in jouw ogen kan ik geen goed meer doen]
bij lange na niet
[absoluut niet]
heb je dat boek bij je?
[heb je het meegenomen?]
daar kan ik niet bij
[dat kan ik niet begrijpen]
hoe kom je daar bij?
[hoe kom je op dat idee?]
bij jou kan ik geen goed meer doen
[in jouw ogen kan ik geen goed meer doen]
bij lange na niet
[absoluut niet]
je bent er je leven niet zeker
[het is er heel gevaarlijk]
iemand om het leven brengen
[doden]
zij heeft het leven geschonken aan een dochter
[zij kreeg een dochter]
het slachtoffer is nog in leven
[leeft nog]
het nieuw leven inblazen
[het opnieuw laten opbloeien]
hij heeft geen leven bij haar
[zij zit hem steeds dwars]
hij maakt haar het leven zuur
[hij zit haar steeds dwars]
zij leven langs elkaar heen
[ze hebben geen contact]
dat brengt leven in de brouwerij
[geeft actie en vrolijkheid]
haar leven hangt aan een zijden draad
[is in gevaar]
bij leven en welzijn
[als alles gaat zoals we verwachten]
van mijn leven niet!
[nooit!]
iets in het leven roepen
[laten ontstaan]
dat is uit het leven gegrepen
[naar de werkelijkheid]
zij koopt kleren bij het leven
[heel veel, heel vaak]
dat zal ik nooit van mijn leven doen
[absoluut nooit]
je stem verheffen
[harder gaan praten]
de tweede stem zingen
[een hogere of lagere melodie]
ze is haar stem kwijt
[kan niet meer hardop praten]
een stem van binnen
[het geweten dat spreekt]
de stem van het hart volgen
[het gevoel, de intuïtie]
je stem uitbrengen
[voor of tegen iets stemmen]
bij meerderheid van stemmen
[omdat de meesten het vonden]
er gaan stemmen op om ...
[sommige mensen willen het]
de beslissende stem hebben
[de uitslag bepalen]
meeste stemmen gelden
[wat de meerderheid wil, dat gebeurt]
de stemmen staken
[er zijn evenveel stemmen vóór als tégen]
je moet je mond houden
[niet praten]
met open mond keek hij toe
[heel verbaasd]
zij doet geen mond open
[ze zegt niets]
hij zette toch een grote mond op!
[ging ineens schelden]
ik heb hem de mond gesnoerd
[gezorgd dat hij ging zwijgen]
ik spreek een mondje Turks
[een beetje]
het ging van mond tot mond
[de een zei het tegen de ander]
zij is niet op haar mondje gevallen
[heeft altijd een antwoord klaar]
zij praat mij naar de mond
[zegt wat ik graag wil horen]
daar heeft hij de mond vol van
[hij praat er steeds over]
ik stond met de mond vol tanden
[wist niet wat ik moest zeggen]
iets met de mond belijden
[iets beweren, zonder ernaar te handelen]
beter hard geblazen dan de mond gebrand
[voorzichtigheid gaat voor alles]
bij monde van
[gezegd door]
geen blad voor de mond nemen
[openhartig spreken]
het brood uit de mond sparen
[bezuinigen op wat men eet, voor iemand anders]
mondje dicht!
[verzoek om iets geheim te houden]
van mond tot mond gaan
[rondverteld worden]
waar het hart vol van is, loopt de mond van over
[men praat graag over iets waar men enthousiast over is]
ik heb het uit zijn mond
[hij heeft het gezegd]
geen mond open doen
[zwijgen]
het schuim staat hem op de mond
[hij is woedend]
ik krijg er een vieze smaak van in de mond
[het voelt onplezierig]
ga je mond spoelen
[reactie als iemand iets lelijks gezegd heeft]
met de tong uit de mond
[buiten adem]
ergens de mond vol van hebben
[er steeds over praten]
het water loopt mij in de mond
[ik heb erg veel zin in dat lekkers]
je haalt me de woorden uit de mond
[dat had ik ook willen zeggen]
de fabriek draait dag en nacht
[altijd]
zo lelijk als de nacht
[heel erg lelijk]
bij nacht en ontij
[op ongewone en onplezierige uren]
daar moet ik een nachtje over slapen
[nog eens goed over nadenken]
dag en nacht
[onophoudelijk]
van de nacht een dag maken
['s nachts doen wat je eigenlijk overdag hoort te doen]
als een dief in de nacht
[ongemerkt]
niet over één nacht ijs gaan
[geen risico's nemen]
het huilen stond hem nader dan het lachen
[hij begon bijna te huilen]
nader tot elkaar komen
[meer overeenstemming bereiken]
er is nog niets naders bekend
[er zijn nog een verdere bijzonderheden]
bij nader inzien
[na alles nog eens overdacht te hebben]
tot nader order
[voorlopig]
verklaar u nader
[leg dat eens verder uit]
bij nader inzien voel ik er weinig voor
[na erover nagedacht te hebben]
mijns inziens
[volgens mij]
bij vlagen
[af en toe, met tussenpozen]
in een vlaag van verstandsverbijstering
[toen hij even erg in de war was]
bij voorbaat dank
[dank voor iets wat iemand anders nog voor je gaat doen]
bij wijze van spreken
[om het maar eens zo te zeggen]
niet zuiver op de graat zijn
[niet helemaal eerlijk zijn]
bijna van de graat vallen
[bijna flauwvallen van de honger]
aan hem kun je een voorbeeld nemen
[proberen het net zo goed te doen]
het goede voorbeeld geven
[laten zien hoe het moet]
bijvoorbeeld
[ik geef dat als voorbeeld]
hij is bij het onderwijs
[hij is leraar]
bijzonder onderwijs
[scholen met een bepaald geloof]
hoger onderwijs
[onderwijs dat na de middelbare school komt]
lager onderwijs
[basisonderwijs]
middelbaar onderwijs
[onderwijs dat na de basisschool komt]
openbaar onderwijs
[scholen die geen bepaald geloof als achtergrond hebben]
de tijd vliegt
[hij gaat snel voorbij]
de tijd zal het leren
[later weten we het wel]
tijd is geld
[tijd is kostbaar]
ik heb daar geen tijd voor
[ik kan er geen momenten voor vrijmaken]
hij zit de hele tijd te gapen
[voortdurend, steeds]
de laatste tijd
[de periode die achter ons ligt]
we hebben geen tijd te verliezen
[we moeten opschieten]
vrije tijd
[waarin je niet hoeft te werken]
dat is uit de tijd
[ouderwets]
de tijd doden
[iets doen als je moet wachten]
hij is zijn tijd vooruit
[zijn ideeën worden pas later gewaardeerd]
het zal mijn tijd wel duren
[ik maak me er niet druk over]
hij heeft de tijd
[hoeft zich niet te haasten]
zijn tijd verdoen
[niets uitvoeren]
een sprong in de tijd maken
[een lange periode overslaan]
de tand des tijds
[de slijtage van alle dingen]
de tijd heelt alle wonden
[uiteindelijk kom je alle verdriet te boven]
het is tijd om te vertrekken
[we moeten vertrekken]
zij komt nooit op tijd
[ze is altijd te laat]
je moet op de tijd letten
[opletten of het moment er al is]
zij is over tijd
[niet ongesteld geworden, dus misschien zwanger]
te zijner tijd hoor ik daar graag iets over
[als het moment daar is]
komt tijd, komt raad
[over een tijdje vind je vanzelf de oplossing]
als het mijn tijd is
[wanneer ik doodga]
heb je de tijd?
[weet je hoe laat het is?]
op tijd zijn natje en droogje krijgen
[niets tekort komen]
over tijd zijn
[de menstruatie is nog niet gekomen]
te allen tijde
[altijd]
van tijd tot tijd
[af en toe]
binnen afzienbare tijd
[spoedig]
in de baas zijn tijd
[onder werktijd]
iemands tijd in beslag nemen
[zijn aandacht opeisen]
dat heeft de tijd
[daar kunnen we nog wel even mee wachten]
het zal mijn tijd wel duren
[ik maak me er niet druk om]
iemand de tijd ergens voor gunnen
[het hem op zijn gemak laten doen]
gezelligheid kent geen tijd
[als het gezellig is, gaat de tijd snel voorbij]
de hele tijd
[voortdurend]
ik kan mijn tijd wel beter besteden
[dat vind ik minderwaardig]
in minder dan geen tijd
[heel snel]
een scherpe tijd
[die moeilijk te verbeteren is]
dat is verleden tijd
[dat is voorbij]
de tijd aan zichzelf hebben
[over zijn eigen tijd kunnen beschikken]
met je tijd meegaan
[met de mode en de heersende opvattingen]
niet meer van deze tijd
[heel verouderd]
zijn tijd ver vooruit zijn
[heel modern zijn]
je grenzen kennen
[weten tot hoever je kunt gaan]
een natuurlijke grens
[die samenvalt met een rivier of bergketen]
over de grens gaan
[naar het buitenland]
geen grenzen kennen
[alle perken te buiten gaan]
binnen de grenzen van het mogelijke
[binnen wat mogelijk is]
een grens overschrijden
[te ver gaan]
de grenzen verleggen
[nieuwe normen vaststellen]
hem kort houden
[hem niet veel toestaan]
aan het kortste eind trekken
[uiteindelijk verliezen]
de korte golf
[radiogolf met een lengte van 10 tot 100 meter]
alles kort en klein slaan
[in stukken slaan]
kort en bondig
[met weinig woorden]
van korte duur
[wat kort duurt]
het is kort dag
[er is niet veel tijd meer]
een kort geding
[proces voor spoedeisende zaken]
kort geleden
[onlangs]
binnen de kortste keren
[heel snel]
het kort maken (houden)
[snel zeggen wat je wilt]
kort van memorie zijn
[een slecht geheugen hebben]
korte metten maken met iemand
[genadeloos met hem afrekenen]
op korte termijn
[binnenkort]
tot voor kort
[onlangs nog]
in kort bestek
[beknopt]
kort en goed
[direct en zonder omhaal]
in het kort
[met weinig woorden, samengevat]
kort en krachtig
[met weinig woorden, samengevat]
kort en krachtig
[direct en zonder uit te weiden]
om kort te gaan
[inleiding op een samenvatting]
kort van stof zijn
[zeer weinig woorden gebruiken]
in het kort
[met weinig woorden]
tot voor kort
[tot een tijdje geleden]
het strijdperk
[plaats waar gevochten wordt]
binnen de perken houden
[niet over drijven, maat houden]
dat gaat alle perken te buiten
[overschrijdt de grenzen]
ergens paal en perk aan stellen
[zorgen dat het misbruik niet toeneemt]
de biologische klok
[intern mechanisme dat zorgt voor het slaap- en waakritme]
biologische oorlogvoering
[door ziekteverwekkers te verspreiden]
de biologische vader
[die het kind verwekt heeft]
biologische oorlogsvoering
[waarbij gebruik wordt gemaakt van krachten uit de natuur]
het is armoe troef
[ze zijn erg arm]
van armoe iets doen
[omdat je niets beters kunt bedenken]
bittere armoede
[heel erg arm]
stille armoede
[waarvoor je niet uit wilt komen]
bittere tranen
[die voortkomen uit verdriet of spijt]
een bittere nasmaak
[een vervelend gevoel dat je ergens aan overhoudt]
een bittere pil
[een vervelende boodschap]
een bittere pil moeten slikken
[een pijnlijke vernedering moeten ondergaan]
doorgaan tot het bittere eind
[altijd maar doorgaan, hoe erg het ook wordt]
het is bitter koud
[heel erg koud]
het is volle maan
[de maan is helemaal rond]
dat ding is naar de maan
[kapot]
loop naar de maan!
[ga weg, ik heb genoeg van je]
blaffen tegen de maan
[nodeloos dreigen]
naar de maan gaan
[kapot gaan, verloren gaan]
loop naar de maan!
[verwensing als iemand iets vervelends doet]
er kwam geen hond
[er kwam niemand]
zo ziek als een hond zijn
[heel erg ziek]
geen slapende honden wakkermaken
[geen aandacht vestigen op wat beter geheim kan blijven]
de gebeten hond zijn
[de schuld krijgen]
commandeer je hondje en blaf zelf
[je hebt niet het recht te zeggen wat ik moet doen]
we hebben een hond aan tafel
[als iemand vergeet te bidden]
als twee honden vechten om een been, loopt een derde ermee heen
[als twee mensen ruzie hebben, heeft een derde er vaak voordeel van]
bekend zijn als de bonte hond
[overal ongunstig bekend zijn]
de hond in de pot vinden
[komen als het eten op is]
blaffende honden bijten niet
[voor schreeuwers hoef je niet bang te zijn]
als kat en hond leven
[veel ruzie maken]
rode hond
[ziekte waarbij je rode vlekken krijgt]
er blanco tegenover staan
[niet vóór zijn en ook niet tégen]
een blanco cheque
[waarop de ontvanger elk bedrag kan invullen]
een blanco cheque
[een machtiging om te doen wat je wilt]
er blanco tegenover staan
[er geen mening over hebben]
blanco stemmen
[een stembiljet oningevuld inleveren; niet voor of tegen stemmen]
een blanco strafblad hebben
[nog nooit door de rechter veroordeeld zijn]
blank staan
[onder water staan]
blauw aanlopen
[langzaam blauw worden]
van de blauwe knoop zijn
[geen alcohol gebruiken]
een blauwe maandag
[heel kort]
iemand bont en blauw slaan
[hem afranselen]
een blauwe plek
[lichte bloeduitstorting onder de huid]
spa blauw
[bronwater zonder koolzuur]
Delfts blauw
[blauw beschilderd aardewerk uit Delft]
meer blauw op straat
[meer politie]
blauw bloed hebben
[van adellijke afkomst zijn]
zich blauw ergeren
[zich in hoge mate ergeren]
een blauwe maandag
[een zeer korte tijd]
het bloed kruipt waar het niet gaan kan
[je doet toch wat in je aard ligt]
hem het bloed onder de nagels vandaan halen
[hem erg kwaad maken]
dat heeft kwaad bloed gezet
[boosheid veroorzaakt]
iemand in koelen bloede vermoorden
[op een harde, gevoelloze manier]
mijn eigen vlees en bloed
[mijn eigen kind]
het bloed stolt hem in de aderen
[hij is ineens erg bang]
baden in het bloed
[in een plas bloed liggen]
blauw bloed hebben
[van adellijke afkomst zijn]
zijn bloed wel kunnen drinken
[hem heel erg haten]
van gemengd bloed zijn
[afstammen van ouders van een verschillend ras]
er kleeft bloed aan zijn handen
[hij heeft gemoord]
in koelen bloede [bewust, in het volle besef van wat je doet]
[hij heeft gemoord]
in koelen bloede
[bewust, in het volle besef van wat je doet]
mijn bloed kookt
[ik ben woedend]
kwaad bloed zetten
[boosheid opwekken]
bloed vergieten
[doden]
je neus stoten
[afgewezen worden]
je neus ervoor ophalen
[het minderwaardig vinden]
hem met zijn neus op de feiten drukken
[laten zien hoe het werkelijk zit]
de neuzen tellen
[tellen hoeveel mensen er zijn]
er met je neus bovenop staan
[er vlakbij staan]
met je neus kijken
[niet goed zoeken]
uit je neus zitten eten
[niets doen]
je neus in de wind steken
[ergens trots op zijn]
op je neus kijken
[teleurgesteld zijn omdat het tegenvalt]
overal zijn neus in steken
[zich overal mee bemoeien]
een frisse neus halen
[bij koud weer buiten lopen]
geen knip voor zijn neus waard zijn
[nergens goed voor zijn, nergens voor deugen]
m'n neus!
[kom nou, dat is onzin]
iemand bij de neus nemen
[hem voor de gek houden, bedriegen]
dat komt me de neus uit
[daar heb ik schoon genoeg van]
iemand iets door de neus boren
[niet betalen wat men hem schuldig is]
plotseling voor iemands neus staan
[hem onverwacht ontmoeten]
de deur voor zijn neus dichtdoen
[terwijl hij er vlak voor staat]
dat gaat je neus voorbij
[daar krijg je niets van]
iemand iets onder de neus wrijven
[hem vertellen wat hij verkeerd deed]
dat zal ik je niet aan je neus hangen
[niet vertellen]
iets langs zijn neus weg zeggen
[terloops, alsof het niet belangrijk is]
doen alsof je neus bloedt
[alsof je van niets weet]
zijn neus krult
[hij is blij over een compliment]
iemand de pen op de neus zetten
[hem waarschuwen dat hij zich beter moet gedragen]
alle neuzen wijzen dezelfde kant op
[iedereen heeft dezelfde mening]
bleek om de neus worden
[ergens heel bang voor zijn]
niet verder kijken dan je neus lang is
[niet goed nadenken]
iemand iets door de neus boren
[verhinderen dat hij het krijgt]
met de neus in de boter vallen
[het goed treffen]
het deksel op je neus krijgen
[gestraft worden als je te begerig bent]
het ligt voor je neus
[vlak voor je]
iemand de pin op de neus zetten
[zo onder druk zetten dat hij gehoorzaamt]
dat is een wassen neus
[stelt niets voor]
het neusje van de zalm
[het fijnste, het beste]
een fijne neus voor iets hebben
[intuïtief iets opmerken]
een scherpe neus hebben
[goed kunnen ruiken]
een bleek zonnetje
[een flauw zonnetje]
bleek om de neus worden
[wit worden van angst]
iemand blij maken met een dode mus
[met iets wat geen waarde blijkt te hebben]
blij toe
[om aan te geven dat je tevreden bent]
blij zijn voor iemand
[je verheugen over iemands geluk]
de Blijde Boodschap
[het evangelie]
in het bestuur zitten
[bestuurslid zijn]
op voetbal zitten
[lid zijn van een voetbalclub]
op voetbal zitten
[lid zijn van een voetbalclub]
blijven zitten
[niet overgaan naar de volgende klas]
hij ging ervoor zitten
[nam er rustig de tijd voor]
ermee blijven zitten
[het niet kwijtraken]
ergens mee zitten
[het een probleem vinden]
iemand laten zitten
[hem in de steek laten]
blijven zitten
[op school nog een jaar in dezelfde klas moeten blijven]
in de schulden zitten
[schulden hebben]
zonder werk zitten
[geen werk hebben]
het zit me tot hier
[ik heb er genoeg van]
dat zit hem hoog
[daar is hij verontwaardigd over]
daar zit iets achter
[dat betekent nog iets anders]
hij laat het er niet bij zitten
[neemt maatregelen om het te veranderen]
die bal zit!
[hij is in het doel gekomen]
dat zit als gegoten
[past perfect]
hoe zit dat in elkaar?
[hoe is het gemaakt]
ergens aan zitten
[het aanraken]
het niet op je laten zitten
[wraak nemen]
dat zit zo
[ik zal je uitleggen hoe het is]
laat maar zitten
[ik hoef geen geld terug]
laat maar zitten
[ik hoef er niet meer over te praten]
het zit er niet in dat ...
[het is niet mogelijk]
hij zit ernaast
[heeft het mis]
die zit
[die opmerking was raak]
dat zit wel goed
[dat is wel in orde]
het zit erop
[het werk is klaar]
er zit niets anders op
[het is de enige oplossing]
ik zie het wel zitten
[het lijkt me wel iets]
je er blind op staren
[er te lang naar kijken waardoor je het niet goed meer ziet]
liefde is blind
[wie verliefd is ziet de gebreken van de geliefde niet]
een blinde vlek hebben voor iets
[het niet kunnen inzien]
ziende blind zijn
[iets niet zien of niet willen zien]
blinde haat
[die alleen het afstotelijke ziet]
in blinde razernij (woede)
[waarbij je niet meer nadenkt]
blind toeval
[een gebeurtenis waar niet op te rekenen viel]
een blind vertrouwen hebben in iemand
[hem zonder meer vertrouwen]
een blinde muur
[zonder raam of deur]
ik heb een blind vertrouwen in hem
[een groot vertrouwen]
blind typen
[zonder naar de toetsen te kijken]
een blinde vink
[rolletje gehakt met lapje vlees eromheen]
een blinde deur
[die niet geopend kan worden]
een blinde muur
[zonder ramen of deuren]
je er blind op staren
[er te lang naar kijken waardoor je het niet goed meer ziet]
liefde is blind
[wie verliefd is ziet de gebreken van de geliefde niet]
een blinde vlek hebben voor iets
[het niet kunnen inzien]
blinde haat
[die alleen het afstotelijke ziet]
in blinde razernij (woede)
[waarbij je niet meer nadenkt]
blind toeval
[een gebeurtenis waar niet op te rekenen viel]
een blind vertrouwen hebben in iemand
[hem zonder meer vertrouwen]
ziende blind zijn
[iets niet zien of niet willen zien]
een blinde muur
[zonder raam of deur]
ik heb een blind vertrouwen in hem
[een groot vertrouwen]
blind typen
[zonder naar de toetsen te kijken]
een blinde vink
[rolletje gehakt met lapje vlees eromheen]
een blinde deur
[die niet geopend kan worden]
een blinde muur
[zonder ramen of deuren]
blinde darm
[doodlopend stukje darm dat gemakkelijk kan ontsteken]
je er blind op staren
[er te lang naar kijken waardoor je het niet goed meer ziet]
liefde is blind
[wie verliefd is ziet de gebreken van de geliefde niet]
een blinde vlek hebben voor iets
[het niet kunnen inzien]
ziende blind zijn
[iets niet zien of niet willen zien]
blinde haat
[die alleen het afstotelijke ziet]
in blinde razernij (woede)
[waarbij je niet meer nadenkt]
blind toeval
[een gebeurtenis waar niet op te rekenen viel]
een blind vertrouwen hebben in iemand
[hem zonder meer vertrouwen]
een blinde muur
[zonder raam of deur]
ik heb een blind vertrouwen in hem
[een groot vertrouwen]
blind typen
[zonder naar de toetsen te kijken]
een blinde vink
[rolletje gehakt met lapje vlees eromheen]
een blinde deur
[die niet geopend kan worden]
een blinde muur
[zonder ramen of deuren]
blinde vink
[rolletje gehakt met rundvlees eromheen]
het bloed kruipt waar het niet gaan kan
[je doet toch wat in je aard ligt]
hem het bloed onder de nagels vandaan halen
[hem erg kwaad maken]
dat heeft kwaad bloed gezet
[boosheid veroorzaakt]
iemand in koelen bloede vermoorden
[op een harde, gevoelloze manier]
mijn eigen vlees en bloed
[mijn eigen kind]
het bloed stolt hem in de aderen
[hij is ineens erg bang]
baden in het bloed
[in een plas bloed liggen]
blauw bloed hebben
[van adellijke afkomst zijn]
zijn bloed wel kunnen drinken
[hem heel erg haten]
van gemengd bloed zijn
[afstammen van ouders van een verschillend ras]
er kleeft bloed aan zijn handen
[hij heeft gemoord]
in koelen bloede
[bewust, in het volle besef van wat je doet]
mijn bloed kookt
[ik ben woedend]
bloed vergieten
[doden]
bloeden als een rund
[heel erg bloeden]
scheldwoord: rund!
[stommeling]
de bloemetjes buiten zetten
[flink feestvieren]
zeg het met bloemen!
[laat met een bos bloemen zien dat je om iemand geeft]
haar bloempje is geplukt
[ze is geen maagd meer]
iemand in de bloemetjes zetten
[feestelijk onthalen]
de bloem der natie
[de jeugd]
bloemen op de ruiten
[bevroren aanslag]
moderne talen
[Engels, Frans en Duits]
klassieke talen
[Grieks en Latijn]
een dode taal
[die niemand meer spreekt]
grove taal uitslaan
[lelijke woorden gebruiken]
zwijgen in alle talen
[niets zeggen]
hij gaf taal noch teken
[liet niets van zich horen]
een levende taal
[die nog gesproken wordt]
een vreemde taal
[een buitenlandse taal]
bloemrijke taal
[met veel beeldspraak]
duidelijke taal spreken
[begrijpelijk zijn]
gepeperde taal
[met harde oordelen]
gespierde taal
[waaruit blijkt dat je daadkrachtig bent]
taal noch teken geven
[niets van zich laten horen]
versluierende taal
[waarmee iemand niet ronduit zegt wat hij bedoelt]
kwaad bloed zetten
[boosheid opwekken]
boete doen
[straf ondergaan voor iets dat je verkeerd gedaan hebt]
boetseerklei
[klei om mee te boetseren]
hij is uit de klei getrokken
[zonder manieren, boers]
bol staan van de fouten
[veel fouten bevatten]
zijn verdiende loon krijgen
[terecht gestraft worden]
loon naar werken krijgen
[krijgen wat je toekomt]
zwart loon
[waarover geen premies en belastingen zijn betaald]
boontje komt om zijn loontje
[commentaar als iemand terecht gestraft wordt]
hij moet zijn eigen boontjes maar doppen
[voor zichzelf zorgen]
honger maakt rauwe bonen zoet
[wie honger heeft, lust alles]
voor spek en bonen meedoen
[zonder echt mee te tellen]
ik ben wat in de bonen
[in de war]
boontje komt om zijn loontje
[je wordt gestraft voor je eigen stommiteiten]
heilig boontje!
[overdreven braaf iemand]
daar sta ik van te kijken
[daar ben ik verbaasd over]
ach jongen, jij komt pas kijken
[jij weet nog niet veel]
laat naar je kijken!
[je vertelt onzin]
boos kijken
[een boos gezicht trekken]
kijk, volgens mij zit het zo
[let op, volgens mij zit het zo]
hij kijkt niet zo nauw
[hij is niet zo precies of fijngevoelig]
tot kijk
[tot ziens]
bot vangen
[niet slagen in je poging]
je kunt zijn botten tellen
[hij is erg mager]
tot op het bot verkleumd
[heel erg koud]
iets tot op het bod uitzoeken
[heel grondig]
de botte bijl hanteren
[harde, grove maatregelen nemen]
dat snap jij niet met je botte hersens
[beledigend commentaar als iemand iets niet begrijpt]
bot ijs
[niet glad, hobbelig ijs]
hem voor rotte vis uitmaken
[heel erg uitschelden]
zo gezond als een vis
[helemaal gezond]
je voelen als een vis in het water
[erg prettig, echt op je plaats]
de vis wordt duur betaald
[je moet er veel voor over hebben]
het is vlees noch vis
[het een noch het ander]
als een vis op het droge
[hulpeloos]
boter bij de vis
[contante betaling]
de vis wordt duur betaald
[vraagt grote offers]
vis moet zwemmen
[als je vis eet, moet je erbij drinken]
veel aan je hoofd hebben
[het druk hebben]
het hoofd laten hangen
[de moed opgeven]
iets uit je hoofd leren
[het zo leren dat je het kunt herhalen]
een dak boven je hoofd hebben
[woonruimte hebben]
het hoofd verliezen
[niet meer nadenken]
je kon over de hoofden lopen
[het was er erg druk]
over het hoofd zien
[niet opmerken]
je boven het hoofd groeien
[het wordt je te veel]
niet goed bij zijn hoofd zijn
[niet goed wijs zijn]
uit je hoofd laten
[niet doen]
voor het hoofd stoten
[iets doen waarmee je iemand beledigt]
de hand boven het hoofd houden
[beschermen]
het hoofd bieden
[een probleem oplossen]
je hoofd er niet bij kunnen houden
[niet goed kunnen nadenken]
iets het hoofd bieden
[je ertegen verzetten]
het hoofd stoten
[er wordt je iets geweigerd]
het hoofd in de schoot leggen
[de moed verliezen]
iemand hoofd eisen
[eisen dat hij aftreedt]
daar durf ik mijn hoofd onder te verwedden
[daar ben ik heel zeker van]
het hoofd neerleggen
[doodgaan, sterven]
het hoofd boven water houden
[maar net genoeg geld hebben om van te leven]
mijn hoofd staat er niet naar
[ik ben er niet voor in de stemming]
er hangt hem iets boven het hoofd
[er gaat iets met hem gebeuren]
het hoofd op hol brengen
[héél enthousiast of verliefd maken]
er je hoofd over breken
[er diep over nadenken]
het hoofd van de tafel
[een van de korte zijden]
er een hard hoofd in hebben
[er niet in geloven]
boter op je hoofd hebben
[ook schuldig zijn]
schoolhoofd
[wie de leiding heeft op school]
boter op je hoofd hebben
[zelf ook schuldig zijn]
nog geen deuk in een pakje boter kunnen slaan
[heel zwak zijn]
het is boter aan de galg gesmeerd
[het is vergeefse moeite voor een verloren zaak]
met je neus in de boter vallen
[precies op een goed moment komen]
het is boter bij de vis
[direct betalen; krijgen waar je recht op hebt]
botsende karakters
[die niet bij elkaar passen]
zand erover
[we praten er niet meer over]
zand schuurt de maag
[een beetje zand in het eten is niet erg]
als los zand
[zonder samenhang]
hem zand in de ogen strooien
[hem misleiden]
zijn kop in het zand steken
[iets niet willen zien]
bouwen op los zand
[iets ondernemen zonder de vereiste voorbereiding]
in het zand bijten
[neervallen of verliezen]
de grote mensen
[de volwassenen]
de grote vakantie
[de zomervakantie]
inkopen in het groot
[met grote hoeveelheden tegelijk]
met grote ogen kijken
[verbaasd kijken]
een grote mond opzetten
[brutaal praten]
een grote duim hebben
[een rijke fantasie]
voor het grootste gedeelte
[voor het merendeel]
de grote hoop
[de grote massa]
een grote keel opzetten
[hard gaan schreeuwen]
veel kleintjes maken één grote
[veel kleine uitgaven zijn samen toch een groot bedrag]
iets aan de grote klok hangen
[overal bekendmaken]
groot licht
[autolampen op maximale sterkte]
met groot materieel uitrukken
[met veel brandweerwagens en blusapparatuur]
een grote mond geven
[brutaal toespreken]
grote ogen opzetten
[heel erg verbaasd zijn]
de grote plas
[de oceaan]
boven de grote rivieren
[Noord- en Midden-Nederland]
grote stappen, gauw thuis
[slordig en snel]
in grote trekken
[in hoofdzaken]
op grote voet leven
[veel geld uitgeven]
de groten der aarde
[de rijken en machtigen]
de grote dag
[de dag van de belangrijke gebeurtenis]
heden groot, morgen dood
[succes duurt maar even]
een grote geest
[zeer begaafd persoon]
wie 't kleine niet eert, is 't grote niet weerd
[wie niet tevreden is met iets kleins, verdient niets groters]
een grote rol spelen
[belangrijk zijn]
een grote boodschap doen
[poepen]
de grootste gemene deler
[dat wat een aantal zaken gemeenschappelijk hebben]
groot denken
[ruim]
het grote geld
[rijkdom, veel geld]
in groten getale
[massaal]
dat is een groot woord
[dat houdt meer in dan eigenlijk wordt bedoeld]
je hebt groot gelijk
[je hebt absoluut gelijk]
het grote publiek
[een grote groep mensen]
ik ben groot met hem
[mag hem graag en ga goed met hem om]
grote goedheid
[uitroep van schrik]
groot zijn met iemand
[bevriend met hem zijn]
je er blind op staren
[er te lang naar kijken waardoor je het niet goed meer ziet]
liefde is blind
[wie verliefd is ziet de gebreken van de geliefde niet]
een blinde vlek hebben voor iets
[het niet kunnen inzien]
ziende blind zijn
[iets niet zien of niet willen zien]
blinde haat
[die alleen het afstotelijke ziet]
in blinde razernij (woede)
[waarbij je niet meer nadenkt]
blind toeval
[een gebeurtenis waar niet op te rekenen viel]
een blind vertrouwen hebben in iemand
[hem zonder meer vertrouwen]
een blinde muur
[zonder raam of deur]
ik heb een blind vertrouwen in hem
[een groot vertrouwen]
blind typen
[zonder naar de toetsen te kijken]
een blinde vink
[rolletje gehakt met lapje vlees eromheen]
een blinde deur
[die niet geopend kan worden]
een blinde muur
[zonder ramen of deuren]
blinde vink
[rolletje gehakt met rundvlees eromheen]
het bloed kruipt waar het niet gaan kan
[je doet toch wat in je aard ligt]
hem het bloed onder de nagels vandaan halen
[hem erg kwaad maken]
dat heeft kwaad bloed gezet
[boosheid veroorzaakt]
dat heeft kwaad bloed gezet
[boosheid veroorzaakt]
iemand in koelen bloede vermoorden
[op een harde, gevoelloze manier]
mijn eigen vlees en bloed
[mijn eigen kind]
het bloed stolt hem in de aderen
[hij is ineens erg bang]
baden in het bloed
[in een plas bloed liggen]
blauw bloed hebben
[van adellijke afkomst zijn]
zijn bloed wel kunnen drinken
[hem heel erg haten]
van gemengd bloed zijn
[afstammen van ouders van een verschillend ras]
er kleeft bloed aan zijn handen
[hij heeft gemoord]
mijn bloed kookt
[ik ben woedend]
bloed vergieten
[doden]
bloeden als een rund
[heel erg bloeden]
scheldwoord: rund!
[stommeling]
de bloemetjes buiten zetten
[flink feestvieren]
zeg het met bloemen!
[laat met een bos bloemen zien dat je om iemand geeft]
haar bloempje is geplukt
[ze is geen maagd meer]
iemand in de bloemetjes zetten
[feestelijk onthalen]
de bloem der natie
[de jeugd]
bloemen op de ruiten
[bevroren aanslag]
moderne talen
[Engels, Frans en Duits]
klassieke talen
[Grieks en Latijn]
een dode taal
[die niemand meer spreekt]
zwijgen in alle talen
[niets zeggen]
grove taal uitslaan
[lelijke woorden gebruiken]
hij gaf taal noch teken
[liet niets van zich horen]
een levende taal
[die nog gesproken wordt]
een vreemde taal
[een buitenlandse taal]
bloemrijke taal
[met veel beeldspraak]
duidelijke taal spreken
[begrijpelijk zijn]
gepeperde taal
[met harde oordelen]
gespierde taal
[waaruit blijkt dat je daadkrachtig bent]
taal noch teken geven
[niets van zich laten horen]
versluierende taal
[waarmee iemand niet ronduit zegt wat hij bedoelt]
boete doen
[straf ondergaan voor iets dat je verkeerd gedaan hebt]
moderne talen
[Engels, Frans en Duits]
klassieke talen
[Grieks en Latijn]
een dode taal
[die niemand meer spreekt]
grove taal uitslaan
[lelijke woorden gebruiken]
zwijgen in alle talen
[niets zeggen]
hij gaf taal noch teken
[liet niets van zich horen]
een levende taal
[die nog gesproken wordt]
een vreemde taal
[een buitenlandse taal]
bloemrijke taal
[met veel beeldspraak]
duidelijke taal spreken
[begrijpelijk zijn]
gepeperde taal
[met harde oordelen]
gespierde taal
[waaruit blijkt dat je daadkrachtig bent]
taal noch teken geven
[niets van zich laten horen]
versluierende taal
[waarmee iemand niet ronduit zegt wat hij bedoelt]
boetseerklei
[klei om mee te boetseren]
hij is uit de klei getrokken
[zonder manieren, boers]
bol staan van de fouten
[veel fouten bevatten]
zijn verdiende loon krijgen
[terecht gestraft worden]
loon naar werken krijgen
[krijgen wat je toekomt]
zwart loon
[waarover geen premies en belastingen zijn betaald]
boontje komt om zijn loontje
[commentaar als iemand terecht gestraft wordt]
hij moet zijn eigen boontjes maar doppen
[voor zichzelf zorgen]
honger maakt rauwe bonen zoet
[wie honger heeft, lust alles]
voor spek en bonen meedoen
[zonder echt mee te tellen]
ik ben wat in de bonen
[in de war]
boontje komt om zijn loontje
[je wordt gestraft voor je eigen stommiteiten]
heilig boontje!
[overdreven braaf iemand]
daar sta ik van te kijken
[daar ben ik verbaasd over]
ach jongen, jij komt pas kijken
[jij weet nog niet veel]
laat naar je kijken!
[je vertelt onzin]
boos kijken
[een boos gezicht trekken]
kijk, volgens mij zit het zo
[let op, volgens mij zit het zo]
hij kijkt niet zo nauw
[hij is niet zo precies of fijngevoelig]
tot kijk
[tot ziens]
de botte bijl hanteren
[harde, grove maatregelen nemen]
dat snap jij niet met je botte hersens
[beledigend commentaar als iemand iets niet begrijpt]
bot ijs
[niet glad, hobbelig ijs]
bot vangen
[niet slagen in je poging]
je kunt zijn botten tellen
[hij is erg mager]
tot op het bot verkleumd
[heel erg koud]
iets tot op het bod uitzoeken
[heel grondig]
hem voor rotte vis uitmaken
[heel erg uitschelden]
zo gezond als een vis
[helemaal gezond]
je voelen als een vis in het water
[erg prettig, echt op je plaats]
de vis wordt duur betaald
[je moet er veel voor over hebben]
het is vlees noch vis
[het een noch het ander]
als een vis op het droge
[hulpeloos]
boter bij de vis
[contante betaling]
de vis wordt duur betaald
[vraagt grote offers]
vis moet zwemmen
[als je vis eet, moet je erbij drinken]
boter op je hoofd hebben
[zelf ook schuldig zijn]
nog geen deuk in een pakje boter kunnen slaan
[heel zwak zijn]
nog geen deuk in een pakje boter kunnen slaan
[heel zwak zijn]
het is boter aan de galg gesmeerd
[het is vergeefse moeite voor een verloren zaak]
met je neus in de boter vallen
[precies op een goed moment komen]
het is boter bij de vis
[direct betalen; krijgen waar je recht op hebt]
botsende karakters
[die niet bij elkaar passen]
zand erover
[we praten er niet meer over]
zand schuurt de maag
[een beetje zand in het eten is niet erg]
als los zand
[zonder samenhang]
hem zand in de ogen strooien
[hem misleiden]
zijn kop in het zand steken
[iets niet willen zien]
bouwen op los zand
[iets ondernemen zonder de vereiste voorbereiding]
in het zand bijten
[neervallen of verliezen]
aan de macht komen
[gaan regeren]
uit de macht der gewoonte
[omdat je het altijd zo gedaan hebt]
macht uitoefenen
[je invloed gebruiken]
iemand in zijn macht krijgen
[hem onderwerpen]
iemand in zijn macht krijgen
[hem onderwerpen]
boven je macht werken
[met je handen boven je hoofd]
we waren niet bij machte om ...
[niet in staat om ...]
uit alle macht
[met de grootste inspanning]
eendracht maakt macht
[eensgezindheid maakt sterk]
kennis is macht
[wie veel weet, heeft ook veel invloed]
met man en macht
[met alle beschikbare hulp]
boven zijn macht werken
[met de handen boven het hoofd]
de gewapende macht
[door de staat georganiseerde krijgsmacht]
een hogere macht
[bovenaards wezen of principe dat het lot van de mensen bepaalt]
de uitvoerende macht
[de regering, het bestuur]
de wetgevende macht
[de kroon en het parlement samen]
de rechterlijke macht
[de rechters]
de stand van zaken
[hoe de toestand is]
de stand in de wedstrijd
[hoeveel doelpunten er gevallen zijn en voor wie]
de burgerlijke stand
[waar gegevens van burgers worden bijgehouden]
iets tot stand brengen
[ontwikkelen, vormen]
iets in stand houden
[zorgen dat het blijft bestaan]
boven je stand leven
[meer uitgeven dan je hebt]
boven je stand trouwen
[met iemand van een hogere stand]
een heer van stand
[een man die laat blijken bij de hogere klasse te horen]
iets tot stand brengen
[iets presteren]
het in stand houden
[zorgen dat het blijft]
tot stand komen
[ontstaan]
aan de macht komen
[gaan regeren]
uit de macht der gewoonte
[omdat je het altijd zo gedaan hebt]
macht uitoefenen
[je invloed gebruiken]
boven je macht werken
[met je handen boven je hoofd]
we waren niet bij machte om ...
[niet in staat om ...]
uit alle macht
[met de grootste inspanning]
kennis is macht
[wie veel weet, heeft ook veel invloed]
boven zijn macht werken
[met de handen boven het hoofd]
de gewapende macht
[door de staat georganiseerde krijgsmacht]
een hogere macht
[bovenaards wezen of principe dat het lot van de mensen bepaalt]
de uitvoerende macht
[de regering, het bestuur]
de wetgevende macht
[de kroon en het parlement samen]
de rechterlijke macht
[de rechters]
bovenlaag van de maatschappij
[de belangrijkste mensen]
je tong uitsteken
[handeling waarmee je iemand bespot]
kwade tongen beweren ...
[roddelaars zeggen ...]
met dubbele tong spreken
[de ene keer wat anders zeggen dan de andere keer]
het ligt vóór op mijn tong
[ik weet het bijna]
met de tong op de schoenen
[helemaal uitgeput]
heb je je tong verloren/ingeslikt?
[kun je niet meer praten?]
de tongen kwamen los
[de mensen begonnen te praten]
hij gaat over de tong
[er wordt over hem geroddeld]
niet het achterste van je tong laten zien
[niet alles vertellen]
je tong wel kunnen afbijten
[er spijt van hebben dat je het vertelde]
het hart op de tong hebben
[zeggen wat je denkt]
het smelt op je tong
[is zeer mals]
het maakt de tongen los
[zet de mensen aan het praten]
het boze oog
[eigenschap dat iemand met zijn blik bij anderen schade kan veroorzaken]
boze tongen beweren...
[kwaadsprekers beweren...]
we zijn uit de brand
[onze moeilijkheden zijn voorbij]
brand stichten
[een brand aansteken]
de brand is weer geblust
[we zijn uit de problemen]
moord en brand schreeuwen
[hard schreeuwen]
de wereld staat in brand
[wordt verwoest door oorlog]
ergens op gebrand zijn
[het heel graag willen]
die vraag brandt me op de lippen
[ik kan bijna niet wachten hem te stellen]
branden van ongeduld
[heel ongeduldig zijn]
een brandende kwestie
[een erg belangrijke zaak]
je schouders eronder zetten
[heel hard gaan werken]
een schouderklopje geven
[een compliment]
brede schouders hebben
[veel kunnen verdragen]
je schouders ophalen
[laten zien dat het je niet kan schelen]
een schouder om op uit te huilen
[iemand die naar je problemen luistert]
er met kop en schouders bovenuit steken
[veel beter zijn]
er met kop en schouders bovenuit steken
[veel beter zijn]
schouder aan schouder staan
[samen strijden]
het zijn sterke schouders die de weelde kunnen dragen
[rijkdom bederft je karakter]
een brede rug hebben
[veel kritiek kunnen verdragen]
een brede scheiding hebben (bij mannen)
[kaal zijn]
brede schouders hebben
[veel kunnen verdragen]
het is zo lang als het breed is
[het komt op hetzelfde neer]
wie het breed heeft, laat het breed hangen
[wie veel bezit, kan veel uitgeven]
het niet breed hebben
[arm zijn]
al lang en breed
[al lang]
het er lang en breed over gehad hebben
[uitgebreid besproken hebben]
het breed uitmeten
[overdreven voorstellen]
wij hebben het niet breed
[wij hebben niet veel geld]
wie het breed heeft, laat het breed hangen
[wie veel geld heeft, kan veel uitgeven]
breeduit lachen
[duidelijk zichtbaar lachen]
breek me de bek niet open!
[daar zou ik heel wat slechte dingen over kunnen vertellen]
je moet een gegeven paard niet in de bek kijken
[niet kritisch zijn over wat je krijgt]
(plat) op je bek gaan
[vallen]
(plat) een grote bek hebben
[brutaal zijn]
dat is spekje voor zijn bekje
[net iets voor hem]
briesend van woede
[hard schreeuwend en scheldend]
een brok in je keel hebben
[ontroerd zijn]
brokken maken
[iets kapot maken, een ongeluk veroorzaken]
met de brokken zitten
[narigheid hebben als gevolg van iets wat mislukt]
een bron van vermaak
[waar je veel plezier kunt hebben]
bron van inkomsten
[waar je je geld mee verdient]
uit betrouwbare bron
[van iemand die te vertrouwen is]
hij slaat de plank mis
[hij vergist zich]
ik ben zo stijf als een plank
[heel erg stijf]
van de bovenste plank
[zeer goed]
brood op de plank hebben
[genoeg hebben om van te leven]
van dik hout zaagt men planken
[zeg je als iets voortvarend, maar ruw wordt aangepakt]
tussen zes planken liggen
[dood zijn]
de plank misslaan
[zich vergissen]
op de planken staan
[toneelspelen]
op de plank blijven liggen
[niet uitgegeven worden]
voor de vuist weg
[zonder voorbereiding]
in je vuistje lachen
[stiekem plezier hebben om de pech van iemand anders]
een vuist maken
[samen met anderen in verzet komen]
brood uit het vuistje
[niet van een bord]
op de vuist gaan met iemand
[met hem vechten]
met de vuist op tafel slaan
[eisen stellen door te dreigen]
uit het vuistje eten
[uit de hand, zonder bestek]
witte rijst
[gepelde rijst]
bruine rijst
[zilvervliesrijst, ongepeld]
bruisen van energie
[heel veel energie hebben]
een bruisend feest
[waar veel gebeurt]
zo brutaal als de beul
[heel erg brutaal]
brutalen hebben de halve wereld
[ze krijgen meestal hun zin]
hij verkoopt die kast met winst
[hij verdient eraan]
tel uit je winst!
[het gaat veel opleveren, maar heeft ook negatieve kanten]
bruto winst
[verschil tussen inkomsten en uitgaven]
netto winst
[bruto winst na aftrek van de kosten]
op winst staan
[kans op winst maken]
op winst spelen
[spelen om te winnen]
neutraal grondgebied
[dat niet in de strijd betrokken is]
neutraal onderwijs
[dat niet gebonden is aan een levensbeschouwing]
op neutraal terrein
[dat geen voor- of nadelen heeft voor een van de partijen]
budgettair neutraal
[wat geen extra kosten meebrengt]
het juk afwerpen
[je bevrijden uit een toestand van overheersing]
buigen onder het juk
[je onderwerpen]
hij komt van buiten
[hij komt van het platteland]
ik sta hierbuiten
[ik heb er niets mee te maken]
jullie houden mij erbuiten
[jullie vertellen mij niets]
buiten adem
[hijgend van moeheid]
het van buiten leren
[uit je hoofd leren]
buiten werktijd
[als je niet hoeft te werken]
de machine is buiten werking
[hij staat niet aan]
je adem inhouden
[even niet ademen omdat het spannend is]
buiten adem zijn
[moeilijk ademen als je hard gelopen hebt]
een boek in één adem uitlezen
[zonder weg te leggen, omdat het zo spannend is]
je laatste adem uitblazen
[doodgaan]
op adem komen
[tot rust komen]
buiten beschouwing laten
[het er niet over hebben]
zo gek als een deur
[heel erg gek]
ze is net de deur uit
[net weg]
dat is niet naast de deur
[dat is ver weg]
met de deur in huis vallen
[het meteen vertellen]
de deur plat lopen
[er heel vaak komen]
dat doet de deur dicht
[nu moet er iets aan gedaan worden]
niet samen door één deur kunnen
[elkaar niet kunnen verdragen]
dat staat voor de deur
[het is bijna zover]
iemand het gat van de deur wijzen
[zeggen dat hij moet vertrekken]
de deur uit zijn
[niet meer thuis wonen]
buiten de deur eten
[in een restaurant]
voor een gesloten deur staan
[niemand thuis treffen]
een open deur
[iets wat iedereen al weet]
zoals de waard is vertrouwt hij zijn gasten
[als iemand jou niet vertrouwt, zal hij zelf wel niet te vertrouwen zijn]
buiten de waard gerekend hebben
[er niet op gerekend hebben dat iemand een plan zou kunnen dwarsbomen]
buiten het bereik van kinderen
[ze moeten er niet bij kunnen]
buiten schot blijven
[niet meedoen en daardoor ook geen moeilijkheden krijgen]
dat was een schot in de roos
[dat was raak]
hem onder schot nemen
[je wapen op hem richten]
hij komt van buiten
[hij komt van het platteland]
ik sta hierbuiten
[ik heb er niets mee te maken]
jullie houden mij erbuiten
[jullie vertellen mij niets]
buiten adem
[hijgend van moeheid]
het van buiten leren
[uit je hoofd leren]
buiten werktijd
[als je niet hoeft te werken]
de machine is buiten werking
[hij staat niet aan]
het wilde westen
[westelijk deel van de VS]
het Westen
[West-Europa, de VS en Canada]
ten westen van ...
[aan de westkant van]
buiten westen
[bewusteloos, knock-out]
hij gaat zijn boekje te buiten
[doet of zegt dingen die niet mogen]
ik zal eens een boekje over hem open doen
[slechte dingen over hem vertellen]
een open boek zijn
[geen geheimen hebben]
hij staat hoog te boek
[ze denken positief over hem]
dat is een gesloten boek
[een afgesloten periode]
met je neus in de boeken zitten
[studeren]
het boek der boeken
[de Bijbel]
de boeken afsluiten
[een financieel jaarverslag maken]
buiten zijn boekje gaan
[andere dingen doen dan je mag doen]
een boekje opendoen over iemand
[geheimen verklappen]
volgens het boekje
[volgens de voorschriften]
schuld bekennen
[toegeven dat je schuldig bent]
buiten zijn schuld
[hij kan er niets aan doen]
hem de schuld geven
[zeggen dat hij het gedaan heeft]
belofte maakt schuld
[als je iets belooft, moet je het ook doen]
eigen schuld, dikke bult
[commentaar als iemand door eigen schuld problemen heeft]
waar twee kijven, hebben twee schuld
[als er ruzie is, hebben beide partijen daar meestal schuld aan]
schulden maken
[niet betalen]
je in de schulden steken
[veel dingen kopen die je niet kunt betalen]
in de schuld staan bij iemand
[hem iets schuldig zijn]
buitengesloten worden
[niet mogen meedoen]
een burgerlijk huwelijk
[voor de ambtenaar van de burgerlijke stand gesloten]
burgerlijke ongehoorzaamheid
[verzet van burgers tegen de wet]
je burgerlijke staat
[de toestand van waaruit je het recht hebt om te handelen]
het Burgerlijk Wetboek
[dat de verhoudingen tussen burgers regelt]
carrière maken
[steeds betere banen krijgen]
een centrale keuken
[die maaltijden maakt voor alle bewoners van een gebouw]
centraal staan
[het belangrijkst zijn]
centraal stellen
[er een groot belang aan toekennen]
het centrale zenuwstelsel
[de hersenen en het ruggenmerg]
centraal overleg
[tussen overheid, vakbonden en werkgevers]
chemisch reinigen
[niet met water, maar met chemische stoffen]
chemische wapens
[gifgassen die als wapen gebruikt worden]
christelijke feestdagen
[als christenen iets gedenken]
een vaste feestdag
[die elk jaar op dezelfde datum valt]
een veranderlijke feestdag
[die elk jaar op een andere datum valt]
collectieve arbeidsovereenkomst
[afspraken tussen alle werkgevers en werknemers in een bedrijfstak]
een collectieve arbeidsovereenkomst (cao)
[tussen werkgevers en werknemers in een bepaalde bedrijfstak]
collectieve lastendruk
[het geheel aan belastingen en premies]
de collectieve sector
[de afdeling die afhankelijk is van overheidsgelden]
collectieve uitgaven
[het geheel van subsidies en uitkeringen aan instellingen en personen]
een collectieve arbeidsovereenkomst (cao)
[tussen werkgevers en werknemers in een bepaalde bedrijfstak]
collectieve lastendruk
[het geheel aan belastingen en premies]
de collectieve sector
[de afdeling die afhankelijk is van overheidsgelden]
collectieve uitgaven
[het geheel van subsidies en uitkeringen aan instellingen en personen]
hij zet het op een lopen
[gaat heel hard lopen]
een eindje lopen
[wandelen]
hij loopt als een kievit
[loopt heel vlug en goed]
over je laten lopen
[altijd doen wat anderen willen]
iemand tegen het lijf lopen
[ontmoeten]
de klok loopt weer
[gaat weer vooruit]
het loopt tegen acht uur
[het is bijna acht uur]
het loopt ten einde
[is bijna afgelopen]
je loopt gevaar
[je bent in gevaar]
het loopt uit de hand
[het gaat verkeerd]
toen liep het fout
[toen ging het fout]
die zin loopt goed
[er zitten geen fouten in]
college lopen
[college volgen]
er kwam geen hond
[er kwam niemand]
zo ziek als een hond zijn
[heel erg ziek]
geen slapende honden wakkermaken
[geen aandacht vestigen op wat beter geheim kan blijven]
de gebeten hond zijn
[de schuld krijgen]
commandeer je hondje en blaf zelf
[je hebt niet het recht te zeggen wat ik moet doen]
als twee honden vechten om een been, loopt een derde ermee heen
[als twee mensen ruzie hebben, heeft een derde er vaak voordeel van]
bekend zijn als de bonte hond
[overal ongunstig bekend zijn]
de hond in de pot vinden
[komen als het eten op is]
blaffende honden bijten niet
[voor schreeuwers hoef je niet bang te zijn]
als kat en hond leven
[veel ruzie maken]
communicerende vaten
[die met elkaar in verbinding staan]
complementaire kleuren
[die wit maken, als je ze mengt]
eisen stellen
[eisen]
Cyrillisch schrift
[van Russen, Serviërs en Bulgaren]
iets op schrift stellen
[opschrijven]
klaar is Kees
[het is af]
is het nu klaar?
[wil je er nu mee stoppen?]
ik ben nog niet klaar met je
[je bent nog niet van me af]
klaar ben je!
[het is wat moois!]
van zessen klaar zijn
[goed kunnen aanpakken]
zo klaar als een klontje
[heel erg duidelijk]
klaar wakker
[helemaal wakker]
zonneklaar
[helemaal duidelijk]
klip en klaar
[overduidelijk]
klare wijn schenken
[nergens geheimzinnig over doen]
over Jan gesproken ....
[nu we het toch over Jan hebben]
zij spreekt altijd de waarheid
[liegt nooit]
daar ben ik niet over te spreken
[dat bevalt me niet]
normaal gesproken ....
[gewoonlijk]
dat spreekt vanzelf
[natuurlijk!]
ik heb bij wijze van spreken geen tijd om te eten
[dat is niet echt zo, maar ik heb het erg druk]
deze cijfers spreken voor zich
[ze zijn duidelijk genoeg]
spreken is zilver, zwijgen is goud
[het is beter om te zwijgen dan om te praten]
dat is me vies tegengevallen
[erg tegengevallen]
er vies bij zijn
[betrapt worden]
vies weer
[slecht weer]
vieze moppen
[die met seks te maken hebben]
hem vies te pakken nemen
[op een gemene manier]
er vies van zijn
[het niet leuk of lekker vinden]
daar ben ik niet vies van
[dat wil ik wel graag]
vieze varkens worden niet vet
[je moet niet zo kieskeurig zijn]
daar ben je mee gezegend
[spottende reactie als iemand iets vervelends is overkomen]
in gezegende omstandigheden
[zwanger]
hij is gezegend met een goede gezondheid
[hij is zo gelukkig dat te bezitten]
daar ben je mee gezegend!
[het is vervelend daarmee opgescheept te zitten]
klaar is Kees
[het is af]
is het nu klaar?
[wil je er nu mee stoppen?]
ik ben nog niet klaar met je
[je bent nog niet van me af]
klaar ben je!
[het is wat moois!]
daar ben ik mooi klaar mee
[daar zit ik lelijk mee te kijken]
van zessen klaar zijn
[goed kunnen aanpakken]
zo klaar als een klontje
[heel erg duidelijk]
klaar wakker
[helemaal wakker]
zonneklaar
[helemaal duidelijk]
klip en klaar
[overduidelijk]
klare wijn schenken
[nergens geheimzinnig over doen]
klare wijn schenken
[nergens geheimzinnig over doen]
daar ben je mooi klaar mee
[blijk van medeleven als iemand in een nare situatie zit]
daar ben je mooi klaar mee
[blijk van medeleven als iemand in een nare situatie zit]
iemand uitmaken voor alles wat mooi en lelijk is
[uitschelden]
nou nog mooier!
[verontwaardigde reactie op een belediging]
jij hebt mooi praten
[jij zit niet met die problemen]
het is te mooi om waar te zijn
[zo fijn dat ik het bijna niet kan geloven]
mooi weer spelen
[doen alsof er niets aan de hand is]
een mooi portret
[een kleurrijk, bijzonder persoon]
het mooie eraf kijken
[ergens lang naar kijken]
hij is niet moeders mooiste
[lelijk]
wie mooi wil zijn, moet pijn lijden
[voor een fraai uiterlijk moet je wat overhebben]
het is weer mooi geweest
[we gaan stoppen]
daar komen we mooi van af
[zonder veel schade]
mooie jongen ben jij!
[wat je gedaan hebt is niet zo leuk]
het is mooi geweest zo
[zeg je als iemand ergens mee ophoudt]
mooi niet!
[beslist niet]
zo zijn we niet getrouwd
[dat hebben we niet afgesproken]
daar ben je niet mee getrouwd
[daar zit je niet aan vast]
voor spek en bonen meedoen
[meedoen zonder mee te tellen]
dat is spekje voor mijn bekje
[echt iets voor mij]
de kat op het spek binden
[iemand heel erg in de verleiding brengen]
daar dansen de muizen in het spek
[daar is van alles overvloed]
met spek vangt men muizen
[met cadeautjes kun je iedereen voor je winnen]
waarom zijn de bananen krom?
[grappig commentaar als iemand een moeilijke vraag stelt]
krom liggen van het lachen
[heel erg moeten lachen]
zich krom werken
[heel hard werken]
daar gaan je tenen krom van staan
[dat vind ik gênant, ergerlijk]
een kromme redenering
[een redenering die niet klopt, die niet logisch is]
er waren ten minste 100 mensen
[zeker niet minder]
hij is op zijn minst veertig jaar
[zeker niet jonger]
daar had ik niet in het minst op gerekend
[helemaal niet]
bij het minste of geringste wordt hij kwaad
[er hoeft maar weinig te gebeuren]
daar heb ik geen boodschap aan
[daar heb ik niets mee te maken]
een grote of kleine boodschap
[poepen of plassen]
daar heb ik geen vertrouwen in
[ik geloof niet dat het zal lukken]
ze is erg goed van vertrouwen
[denkt dat iedereen eerlijk is]
hem in vertrouwen nemen
[een geheim vertellen]
er is met Barend geen land te bezeilen
[er is niets met hem te beginnen]
deze boer heeft veel land
[veel weiland, veel grond]
's lands wijs, 's lands eer
[ieder land heeft zijn eigen gewoonten en daaraan moet je je aanpassen]
in het land der blinden is eenoog koning
[tussen mensen die niets kunnen, valt iemand die een beetje presteert al gauw op]
nog in het land der levenden zijn
[nog leven]
stad en land af lopen
[overal heen gaan]
daar heb ik het land aan
[daar heb ik een hekel aan]
ik heb geen mens gezien
[niemand dus]
grote mensen
[volwassenen]
zij komt niet onder de mensen
[ontmoet geen anderen]
daar heb ik mijn mensen voor
[mijn medewerkers]
zij is geen mens voor kantoor
[daar is zij niet geschikt voor]
hij is een nachtmens
[werkt het liefst 's nachts]
een mens is geen aardappel
[hij wil wel eens een pleziertje]
alle mensen!
[uitroep van verbazing of ergernis]
de mens leeft niet van brood alleen
[heeft hogere behoeftes dan alleen het materiële]
ik ben geen mens meer
[ben heel erg moe]
onder de mensen komen
[mensen ontmoeten]
je hebt mensen en potloden
[berustend commentaar als iemand onhandig is geweest]
een mens van vlees en bloed
[met lichamelijke begeerten en zwakheden]
de Zoon des Mensen
[Jezus Christus]
daar heb ik moeite mee
[dat kan ik niet goed]
dat gaat in één moeite door
[dat kan ook nog wel even gedaan worden]
dat is de moeite waard
[het kost inspanning, maar het levert ook iets op]
met moeite kwam hij overeind
[met veel inspanning]
daar heb ik part noch deel aan
[ik heb er niets mee te maken]
voor mijn part
[wat mij betreft]
de angst speelt hem parten
[hij heeft er last van]
daar heb ik problemen mee
[ik vind het moeilijk]
een probleem oplossen
[er een antwoord of oplossing voor vinden]
hij studeert rechten
[bestudeert het geheel van wetten en regels]
het recht aan zijn kant hebben
[gelijk hebben]
ongeschreven recht
[dat niet in wetten is vastgelegd]
daar heb ik recht op
[volgens afspraak moet ik het mogen of krijgen]
dat is zijn goed recht
[hij mag dat]
met recht
[op grond van goede redenen]
recht doen aan iets
[de waarde ervan goed laten uitkomen]
het recht in eigen hand nemen
[zelf voor rechter spelen]
dat is mijn goed recht
[dat kan ik eisen of vragen]
waar niets is, verliest de keizer zijn recht
[als iemand niets heeft, valt er ook niets te halen]
tot zijn recht komen
[zich voldoende kunnen laten gelden]
recht van overpad
[om over iemands land te gaan]
met alle respect, maar....
[als aankondiging dat je gaat protesteren]
daar heb ik respect voor
[bewondering]
daar heb ik respect voor
[daar ben ik ontzag voor, ben ik bang van]
respect inboezemen
[automatisch respect krijgen]
het getuigt van weinig respect dat ....
[ze sparen anderen en andermans spullen niet]
met alle respect, maar....
[als aankondiging dat je gaat protesteren]
daar heb ik respect voor
[bewondering]
daar heb ik respect voor
[daar ben ik ontzag voor, ben ik bang van]
respect inboezemen
[automatisch respect krijgen]
het getuigt van weinig respect dat ....
[ze sparen anderen en andermans spullen niet]
je hele hebben en houden
[al je spullen]
ik wil het niet hebben
[ik wil niet dat het gebeurt]
daar héb je hem weer
[daar begint hij weer te zeuren]
ik hád het niet meer
[ik kon niet meer van het lachen, de zenuwen, enz]
hij heeft het in zijn rug
[pijn in zijn rug]
zij heeft iets met haar buurjongen
[ze heeft verkering met hem]
te diep in het glaasje gekeken hebben
[te veel gedronken hebben]
je eigen glazen ingooien
[de zaak voor jezelf verknoeien]
daar heb je het gedonder in de glazen
[daar begint de ellende]
een glaasje te veel op hebben
[dronken zijn]
een storm in een glas water
[veel ophef over iets onbelangrijks]
gemak dient de mens
[natuurlijk kies je voor het gemakkelijke als je de kans krijgt]
daar hebben we veel gemak van
[het is erg plezierig om het te gebruiken]
hou je gemak!
[ga niet zo tekeer!]
je moet je mond houden
[niet praten]
met open mond keek hij toe
[heel verbaasd]
zij doet geen mond open
[ze zegt niets]
hij zette toch een grote mond op!
[ging ineens schelden]
ik spreek een mondje Turks
[een beetje]
zij is niet op haar mondje gevallen
[heeft altijd een antwoord klaar]
daar heeft hij de mond vol van
[hij praat er steeds over]
beter hard geblazen dan de mond gebrand
[voorzichtigheid gaat voor alles]
het brood uit de mond sparen
[bezuinigen op wat men eet, voor iemand anders]
van mond tot mond gaan
[rondverteld worden]
ik heb het uit zijn mond
[hij heeft het gezegd]
ik krijg er een vieze smaak van in de mond
[het voelt onplezierig]
met de tong uit de mond
[buiten adem]
het water loopt mij in de mond
ik heb erg veel zin in dat lekkers]
je haalt me de woorden uit de mond
[dat had ik ook willen zeggen]
een serie volgen op de televisie
[alle afleveringen zien]
daar heeft hij een hele serie van
[heel veel]
deze stoelen worden in serie gemaakt
[een heleboel tegelijk]
te kijk zitten
[zodat iedereen je kan zien]
tot kijk!
[tot ziens]
een frisse kijk op iets hebben
[zonder vooroordelen]
ergens kijk op hebben
[er deskundig in zijn]
daar is geen kijk op
[dat is onwaarschijnlijk]
te kijk lopen met iets
[er de aandacht op vestigen]
iemand te kijk zetten
[voor schut zetten]
daar is geen kruid tegen gewassen
[daar is niets aan te doen]
daar is geen speld tussen te krijgen
[je kunt er niets tegenin brengen]
je kon een speld horen vallen
[het was doodstil]
zoeken naar een speld in een hooiberg
[naar iets wat onvindbaar is]
hij heeft het niet met zoveel woorden gezegd
[niet precies zo]
hem aan het woord laten
[hem de anderen toe laten spreken]
er geen woorden voor hebben
[het heel goed of heel erg vinden]
je haalt me de woorden uit de mond
[je zegt wat ik net had willen zeggen]
hij had het hoogste woord
[was steeds op een overheersende manier aan het praten]
het laatste woord willen hebben
[er als laatste iets over willen beslissen]
wiens brood men eet, diens woord men spreekt
[je staat aan de kant van degene
ergens geen woorden voor hebben
[het niet kunnen uitleggen]
dat is geen woord teveel gezegd
[dat is niet overdreven]
woorden hebben
[ruzie hebben]
holle woorden
[zonder inhoud]
een gat in de markt
[iets waar behoefte aan is en dat er nog niet is]
hij heeft een gat in zijn hand
[geeft teveel geld uit]
we sprongen een gat in de lucht
[waren erg blij]
ze heeft een gaatje in haar hoofd
[is niet goed wijs]
daar is het gat van de deur!
[ga weg!]
een gat in de dag slapen
[laat wakker worden]
iemand in de gaten houden
[scherp op hem letten]
tot het gaatje gaan
[tot het uiterste]
in een gat vallen
[in een hopeloze situatie terechtkomen]
wie zijn gat verbrandt moet op de blaren zitten
[als je iets doms doet, moet je boeten]
het in de gaten hebben
[het merken, weten hoe het zit]
hem in de gaten houden
[op hem letten]
iets van hem gedaan krijgen
[ervoor zorgen dat hij het doet]
zo gezegd zo gedaan
[zoals we het afgesproken hadden doen we het]
het is met hem gedaan
[hij is dood of verloren]
dat is niks gedaan
[waardeloos]
iemand een plezier doen
[ervoor zorgen dat hij plezier heeft]
ik kon er niets aan doen
[het was mijn schuld niet]
dat doet er niet toe
[dat is onbelangrijk]
ik heb met hem te doen
[ik heb medelijden met hem]
daar is het haar om te doen
[daar doet ze het voor]
voor zijn doen
[in vergelijking met hoe hij anders is]
zijn doen en laten
[zijn manier van leven]
een poging doen
[het proberen]
een klein eindje
[een kort stukje]
ik krijg hem wel klein
[ik win het wel van hem]
het kleinste kamertje
[het toilet]
hij is voor geen kleintje vervaard
[durft alles aan]
iemand een kopje kleiner maken
[hem doden]
alles kort en klein slaan
[kapot slaan]
wat is de wereld toch klein!
[dat zeg je als je ver van huis vrienden of kennissen tegenkomt]
daar is hij een kleine jongen bij
[vergeleken daarmee is hij onbeduidend]
de kleine
[de baby of de peuter]
een kleine boodschap doen
[plassen, urineren]
een kleine eter zijn
[weinig eten]
wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd
[wie niet blij is met iets kleins, verdient geen waardevolle, dure dingen]
heeft u het niet kleiner?
[in munten met een geringere waarde?]
de kleine kas
[geld voor dagelijkse uitgaven]
voor een klein prijsje
[voor weinig geld]
de kleine kaart
[beperkte kaart met eenvoudige gerechten]
hij is nogal klein van geest
[bekrompen]
een klein jaar
[bijna een jaar]
ik voel me daar thuis
[op mijn gemak]
ik trof hem thuis
[toen ik kwam, was hij in zijn woning]
daar is hij goed in thuis
[daar weet hij veel van]
doe alsof je thuis bent!
[maak het je gemakkelijk]
hij gaf niet thuis
[hij reageerde niet]
ik ben er ook nog!
[je moet mij niet overslaan!]
we moeten hoe dan ook vergaderen
[overal waar je loopt]
dat is waar ook
[ik zou het bijna vergeten]
hoe heet hij ook al weer
[help me even op zijn naam te komen]
zo gezegd, zo gedaan
[het is gebeurd zoals het was afgesproken]
zeg ....
[luister eens]
daar is veel voor te zeggen
[dat is een goed idee]
nee zeggen
[weigeren]
het voor het zeggen hebben
[de baas zijn]
hij zegt van wel
[dat het wel zo is]
daar is zij nog niet overheen
[zij heeft het nog niet verwerkt]
ik heb er overheen gelezen
[het niet opgemerkt]
daar kan ik me wel in vinden
[daar ben ik het mee eens]
ik vind er niets aan
[het is oninteressant]
er tijd voor vinden
[voor vrijmaken]
hem bereid vinden
[van hem horen dat hij het wil doen]
ze hebben elkaar gevonden
[zijn het eens geworden/ werden verliefd op elkaar]
ze hebben elkaar gevonden
[zijn het eens geworden/ werden verliefd op elkaar]
er iets op vinden
[er een oplossing voor bedenken]
er geen baat bij vinden
[er geen voordeel van hebben]
daar neem ik mijn petje voor af
[daar heb ik bewondering voor]
ik heb geen hoge pet van hem op
[denk dat hij niet zo goed is]
het is huilen met de pet op
[waardeloos slecht]
er met de pet naar gooien
[slecht werk leveren]
daar kan ik met mijn pet niet bij
[ik snap het niet]
gooi het maar in mijn pet!
[zoek het maar uit]
wat heb ik nou aan mijn pet hangen
[wat gebeurt me nou?]
onder de pet houden
[niet openbaar maken]
Jan met de pet
[arbeider, gewone man]
er met de pet niet bij kunnen
[het niet begrijpen]
het is zwaar pet
[waardeloos]
heb je dat boek bij je?
[heb je het meegenomen?]
daar kan ik niet bij
[dat kan ik niet begrijpen]
hoe kom je daar bij?
[hoe kom je op dat idee?]
bij jou kan ik geen goed meer doen
[in jouw ogen kan ik geen goed meer doen]
bij lange na niet
[absoluut niet]
ik kan niet
[ik heb andere afspraken]
ik kan er niets aan doen
[het is mijn schuld niet]
je kunt van hem opaan
[je kunt op hem rekenen]
daar kan ik niet tegen
[ik kan het niet verdragen]
ik kán niet meer
[ik ben heel erg moe]
daar kan ik niet bij met m'n verstand
[dat begrijp ik niet]
ik kan niet toe met mijn zakgeld
[ik heb er niet genoeg aan]
die jurk kán niet
[hij staat erg gek]
zij kan het gedaan hebben
[zij heeft het misschien gedaan]
het kan ermee door
[zo gaat het wel]
het kan niet op
[er komt geen eind aan]
zo kan het wel weer
[zo is het wel genoeg]
jullie kunnen me wat
[ik doe niet wat jullie willen]
ik kan niet
[ik heb andere afspraken]
je kunt van hem opaan
[je kunt op hem rekenen]
daar kan ik niet tegen
[ik kan het niet verdragen]
ik kán niet meer
[ik ben heel erg moe]
daar kan ik niet bij met m'n verstand
[dat begrijp ik niet]
ik kan niet toe met mijn zakgeld
[ik heb er niet genoeg aan]
die jurk kán niet
[hij staat erg gek]
zij kan het gedaan hebben
[zij heeft het misschien gedaan]
het kan ermee door
[zo gaat het wel]
het kan niet op
[er komt geen eind aan]
zo kan het wel weer
[zo is het wel genoeg]
jullie kunnen me wat
[ik doe niet wat jullie willen]
daar ben je mooi klaar mee
[blijk van medeleven als iemand in een nare situatie zit]
iemand uitmaken voor alles wat mooi en lelijk is
[uitschelden]
nou nog mooier!
[verontwaardigde reactie op een belediging]
jij hebt mooi praten
[jij zit niet met die problemen]
mooi weer spelen
[doen alsof er niets aan de hand is]
een mooi portret
[een kleurrijk, bijzonder persoon]
het mooie eraf kijken
[ergens lang naar kijken]
hij is niet moeders mooiste
[lelijk]
wie mooi wil zijn, moet pijn lijden
[voor een fraai uiterlijk moet je wat overhebben]
het is weer mooi geweest
[we gaan stoppen]
daar komen we mooi van af
[zonder veel schade]
mooie jongen ben jij!
[wat je gedaan hebt is niet zo leuk]
het is mooi geweest zo
[zeg je als iemand ergens mee ophoudt]
mooi niet!
[beslist niet]
het ver schoppen
[veel bereiken]
daar komen wij niet verder mee
[daar hebben we niets aan]
daar zullen we wel een mouw aan passen
[we vinden wel een oplossing]
hij schudt dat zomaar uit zijn mouw
[hij verzint het zomaar]
hem kun je wel iets op de mouw spelden
[iets laten geloven wat niet waar is]
daar komt de aap uit de mouw
[nu blijkt de echte bedoeling]
de handen uit de mouwen steken
[aanpakken]
de mouwen opstropen
[zich klaarmaken voor een grote klus]
voor aap staan
[voor gek staan]
daar komt de aap uit de mouw
[nu blijkt wat er echt gebeurd is]
in de aap gelogeerd zijn
[in moeilijkheden zijn]
als apen hoger klimmen willen, ziet men gauw hun blote billen
[wie zich beter voordoet dan hij is, valt een keer door de mand]
zich een aap lachen
[heel erg moeten lachen]
al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding
[je wordt niet mooier van chique kleren of sieraden]
een aangeklede aap
[iemand die erg opzichtig gekleed is]
een aap van een jongen
[een deugniet]
zich een aap schrikken
[heel erg schrikken]
voor aap staan
[je belachelijk maken]
iemand voor aap zetten
[hem in het openbaar belachelijk maken]
daar komt moord en doodslag van
[grote ruzie]
ze schreeuwde moord en brand
[heel hard]
daar komt niets van in!
[dat gebeurt niet!]
zijn haan moet altijd koning kraaien
[hij moet altijd zijn zin krijgen]
de gebraden haan uithangen
[veel geld uitgeven]
daar kraait geen haan naar
[niemand zal het opmerken]
naar smaak toevoegen
[zoveel als je lekker vindt]
daar krijg ik een vieze smaak van in mijn mond
[dat vind ik oneerlijk of naar]
de smaak te pakken krijgen
[iets leuk gaan vinden en het dan steeds vaker willen doen]
er zit kraak nog smaak aan
[het smaakt nergens naar]
smaken verschillen
[niet iedereen vindt dezelfde dingen mooi]
over smaak valt niet te twisten
[het heeft geen zin om uit te leggen waarom je iets mooi vindt]
in de smaak vallen
[goed of mooi gevonden worden]
met smaak eten
[genietend]
de smaak te pakken krijgen
[er plezier in krijgen]
ga eens aan de kant
[opzij]
het was kantje boord
[het liep maar net goed af]
zij loopt de kantjes ervan af
[weggestuurd]
ik ben door hem aan de kant gezet
[weggestuurd]
aan de kant staan
[niet meedoen]
dat raakt kant nog wal
[is onzin]
welke kant moet jij uit?
[in welke richting ga jij?]
ik kan geen kant meer op
[zit erg in het nauw]
daar kun je alle kanten mee uit
[dat kun je op verschillende manieren opvatten]
ga ik zo goed? nee, je gaat de verkeerde kant op
[in de verkeerde richting]
de scherpe kantjes van iets afnemen
[het verzachten]
de scherpe kantjes van iets afnemen
[het verzachten]
het deugt van geen kant
[is helemaal niet in orde]
geen kant meer op kunnen
[geen uitweg meer weten]
ergens alle kanten mee op kunnen
[er veel mogelijkheden mee hebben]
familie van de koude kant
[aangetrouwd]
het gelijk aan zijn kant hebben
[het bij het juiste eind hebben]
geen kant meer op kunnen
[geen uitweg meer weten]
familie van de koude kant
[aangetrouwd]
het gelijk aan zijn kant hebben
[het bij het juiste eind hebben]
dat hoor je van alle kanten
[dat zegt iedereen]
iemands kant kiezen
[zijn partij]
van de verkeerde kant zijn
[homoseksueel]
het klokje van gehoorzaamheid
[de tijd waarop je naar bed moet]
het klokje rond slapen
[twaalf uur slapen]
zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens
[het is nergens zo goed als thuis]
een digitale klok
[met alleen cijfers]
daar kun je de klok op gelijkzetten
[als iets altijd op een vaste tijd gebeurt]
met de regelmaat van de klok
[herhaaldelijk, regelmatig]
tegen de klok werken
[hard werken om nog op tijd klaar te zijn]
de biologische klok
[het natuurlijke mechanisme van onder andere waken en slapen]
het aan de grote klok hangen
[het aan iedereen vertellen]
hij heeft de klok horen luiden maar weet niet waar de klepel hangt
[hij weet het wel ongeveer, maar niet precies]
dat klinkt als een klok
[het zit goed in elkaar, is perfect]
daar kun je gif op innemen
[dat zal zeker gebeuren]
daar kun je je geen buil aan vallen
[daar zit niet veel risico aan]
daar kun je je geen buil aan vallen
[daar zit niet veel risico aan]
je moet met klinkende munt betalen
[contant]
daar kun je munt uit slaan
[voordeel uit halen]
we betalen hem met gelijke munt terug
[behandelen hem op dezelfde vervelende manier]
kop of munt gooien
[muntje opgooien en de bovenste kant laten bepalen wat er gebeurt]
onderuit gaan
[struikelen en vallen]
ze gingen even onderuit
[even liggen om uit te rusten]
daar kun je niet onderuit
[dat is verplicht, dus je moet het doen]
hij ging onderuit met die onderneming
[hij mislukte]
daar kun je vergif op innemen
[daar kun je zeker van zijn]
op het puntje van zijn stoel zitten
[heel goed opletten]
het ligt op het puntje van mijn tong
[ik weet het, maar kan er even niet opkomen]
daar kunnen ze een puntje aan zuigen
[een voorbeeld aan nemen]
tot in de puntjes verzorgd
[heel netjes]
dat is een teer punt
[je kunt er beter niet over praten]
ergens een punt van maken
[er moeilijk over doen]
een omstreden punt
[waarover verschil van mening bestaat]
er een punt achter zetten
[ermee stoppen]
de puntjes op de i zetten
[heel precies werken]
punt uit!
[ik wil er niet meer over praten!]
we stonden op het punt om te vertrekken
[we zouden juist vertrekken]
als puntje bij paaltje komt
[als het eropaan komt]
daar legt hij erg de nadruk op
[hij maakt duidelijk dat het erg belangrijk is]
klaar wakker
[heel erg wakker]
wakker liggen
[in bed liggen en niet slapen]
daar lig ik niet wakker van
[daar maak ik me geen zorgen over]
hem wakker schudden
[hem ergens van bewust maken]
je moet geen slapende honden wakker maken
[niet ergens de aandacht op vestigen als dat vervelende gevolgen kan hebben]
iets bij iemand wakker maken
[hem bewust laten worden van een gevoel]
wakker worden
[plotseling weer aandachtig zijn]
een publiek geheim
[het moest geheim blijven, maar iedereen weet het al]
daar maak ik geen geheim van
[dat mag iedereen weten]
de fabriek draait dag en nacht
[altijd]
zo lelijk als de nacht
[heel erg lelijk]
bij nacht en ontij
[op ongewone en onplezierige uren]
daar moet ik een nachtje over slapen
[nog eens goed over nadenken]
dag en nacht
[onophoudelijk]
van de nacht een dag maken
['s nachts doen wat je eigenlijk overdag hoort te doen]
als een dief in de nacht
[ongemerkt]
niet over één nacht ijs gaan
[geen risico's nemen]
daar moet ik het mijne van weten
[daar wil ik alles van weten]
geen begrip hebben van mijn en dijn
[rustig de spullen van iemand anders gebruiken]
daar moet je niet te min over denken
[dat moet je niet onderschatten]
te min zijn voor iemand
[niet goed genoeg gevonden worden]
zo min mogelijk
[zo weinig als kan]
daar neem ik geen genoegen mee
[dat accepteer ik niet]
hem serieus nemen
[accepteren zoals hij is]
een bad nemen
[in bad gaan]
hem in dienst nemen
[hem een baan geven]
hij neemt het niet zo nauw
[hij is niet erg precies]
een initiatief nemen
[ergens mee beginnen]
de maat nemen
[iets meten]
het hem kwalijk nemen
[hem de schuld ervoor geven]
een foto nemen
[een foto maken]
het was mij een waar genoegen
[ik vond het erg leuk]
daar neem ik geen genoegen mee
[dat mag niet doorgaan]
daar neem ik mijn petje voor af
[daar heb ik bewondering voor]
ik heb geen hoge pet van hem op
[denk dat hij niet zo goed is]
het is huilen met de pet op
[waardeloos slecht]
er met de pet naar gooien
[slecht werk leveren]
dat gaat boven mijn pet
[het is te moeilijk]
daar kan ik met mijn pet niet bij
[ik snap het niet]
gooi het maar in mijn pet!
[zoek het maar uit]
wat heb ik nou aan mijn pet hangen
[wat gebeurt me nou?]
onder de pet houden
[niet openbaar maken]
Jan met de pet
[arbeider, gewone man]
er met de pet niet bij kunnen
[het niet begrijpen]
het is zwaar pet
[waardeloos]
daar sta ik van te kijken
[daar ben ik verbaasd over]
ach jongen, jij komt pas kijken
[jij weet nog niet veel]
laat naar je kijken!
[je vertelt onzin]
boos kijken
[een boos gezicht trekken]
kijk, volgens mij zit het zo
[let op, volgens mij zit het zo]
hij kijkt niet zo nauw
[hij is niet zo precies of fijngevoelig]
tot kijk
[tot ziens]
als ik het goed heb
[als ik me niet vergis]
het is mij goed
[ik heb er niets tegen]
het is wel goed met jou
[ik neem je niet meer serieus]
zo goed en zo kwaad als het gaat
[zo primitief als het gaat]
zo goed als nieuw
[vrijwel nieuw]
voor de goede orde
[opdat alles behoorlijk geregeld is]
goed en wel
[nauwelijks, nog maar net]
alles goed en wel, maar ...
[laat dat zo zijn, maar ...]
dat zit wel goed
[(als iemand je bedankt) dat is in orde]
goed zo!
[uiting van waardering]
niet goed bij zijn verstand zijn
[gek zijn]
hou je goed!
[afscheidsgroet]
zich goed houden
[zich niet door emoties laten meeslepen]
het goed maken
[gezond zijn, in welstand verkeren]
niet goed worden
[misselijk worden]
ik word er niet goed van!
[uitroep van ergernis]
dat is nergens goed voor
[dat heeft geen zin]
waar is dat goed voor?
[wat heeft het voor zin?]
met goed gevolg
[met succes]
goed aangeschreven staan
[gunstig bekend staan]
in een goed blaadje staan bij iemand
[hij waardeert je erg]
goed boeren
[er zakelijk gunstig voorstaan]
goed voor de dag komen
[een goede indruk maken]
eind goed, al goed
[als het goed afloopt, vergeet je snel alle moeite]
goed geld naar kwaad geld gooien
[geld steken in een hopeloze onderneming]
op goed geluk
[op de gok]
goede papieren hebben
[veel kans maken]
een goede ruil doen
[meer ontvangen dan je geeft]
goed wegkomen
[met voordeel]
dat valt in goede aarde
[daar is iedereen het mee eens]
het ga je goed
[groet bij een definitief afscheid]
ik weet het goed gemaakt
[inleiding op een voorstel waarin men iets toegeeft]
we zitten hier goed
[we wonen hier prettig]
in goede aarde vallen
[welkom zijn]
goed gebekt zijn
[zich mondeling goed kunnen verdedigen]
dat heb je goed geschoten
[dat heb je goed voor elkaar]
een goed doel
[een liefdadige bestemming]
de zon steekt
[hij schijnt zo fel dat het pijn doet]
het steekt hem dat ....
[het doet hem pijn dat ....]
dat steekt niet zo nauw
[dat hoeft niet zo precies]
daar steekt iets achter
[daar zit iets achter]
in brand steken
[laten branden]
we moeten hem tot elke prijs tegenhouden
[wat het ook kost]
dat doe ik voor geen prijs
[beslist niet]
tot elke prijs
[beslist, in elk geval]
voor geen prijs
[beslist niet]
zij valt altijd in de prijzen
[wint altijd een prijs]
een prijs op iemands hoofd stellen
[een beloning uitloven voor wie hem uitlevert]
ik zou het op prijs stellen ....
[ik zou het prettig vinden]
daar stel ik geen prijs op
[ik wil het niet]
daar valt niet aan te tornen
[dat kan niet veranderd worden]
daar valt niet over te twisten
[verder discussiëren heeft geen zin]
over smaak valt niet te twisten
[berustend commentaar als anderen een andere voorkeur hebben]
logisch redeneren
[de ene gedachte volgt logisch op de andere]
daar valt niet tegen te redeneren
[met argumenten kun je daar niets bereiken]
hij weet daar wel raad op
[weet wel wat je moet doen]
daar weet ik geen raad mee
[daar kan ik niets mee]
ik ben ten einde raad
[weet echt niet meer wat ik moet doen]
hem met raad en daad bijstaan
[hem zoveel mogelijk helpen]
goede raad is duur
[een goede oplossing vinden voor een groot probleem is moeilijk]
gemeenteraad
[bestuur van de gemeente]
Hoge Raad
[belangrijkste rechtbank]
met voorbedachte rade
[van tevoren gepland]
hij staat onder ede
[heeft plechtig beloofd de waarheid te zeggen]
daar wil ik een eed op doen
[ik weet zeker dat het zo is]
daar wil ik geen uitlatingen over doen
[daar wil ik niets over zeggen]
ik weet waar de schoen wringt
[wat het probleem is]
hij loopt naast zijn schoenen van trots
[is erg trots]
hij trok de stoute schoenen aan
[doet iets waarvoor moed nodig is]
stevig in je schoenen staan
[er zeker van zijn]
wie de schoen past, trekt hem aan
[als het verwijt op jou slaat dan moet je er iets aan doen]
het hem in de schoenen schuiven
[beschuldigen]
de moed zinkt mij in de schoenen
[ik verlies alle moed]
ik zou niet graag in zijn schoenen willen staan
[niet graag meemaken wat hij meemaakt]
met lood in zijn schoenen
[angstig, en met tegenzin]
men moet geen oude schoenen weggooien eer men nieuwe heeft
[iets niet wegdoen voordat je iets beters hebt]
iemand iets in de schoenen schuiven
[zeggen dat hij iets vindt, of gedaan heeft]
met de tong op de schoenen
[uitgeput]
daar wringt de schoen
[daar zit de moeilijkheid]
je schoen zetten
[bij de schoorsteen zetten, zodat Sinterklaas er iets in kan doen]
een pak voor zijn broek krijgen
[klappen tegen zijn achterwerk]
een broekje
[een jong en onervaren iemand]
dat zal je dun door de broek lopen
[lelijk tegenvallen]
de broek aan hebben
[de baas zijn]
iemand achter de broek aan zitten
[hem voortdurend aanmanen]
daar zakt mijn broek van af
[verontwaardigde, verbaasde reactie]
het loopt hem dun door de broek
[hij is erg bang]
het in je broek doen
[in je broek plassen of poepen]
hij heeft geen broek aan zijn gat
[is erg arm]
een proces aan je broek krijgen
[het moeten voeren]
je eigen broek op kunnen houden
[onafhankelijk zijn]
daar zal ik een stokje voor steken
[dat zal ik verhinderen]
je krijgt mij daar met geen stok naar toe
[ik ga absoluut niet]
dat is een stok achter de deur
[iets vervelends waarmee je hem aan kunt sporen]
alle gekheid op een stokje
[nu is het afgelopen met grappig doen]
wie een hond wil slaan, vindt licht een stok
[wie kwaad wil, vindt altijd wel een reden]
met de kippen op stok gaan
[vroeg naar bed gaan]
met geen stok
[op geen enkele wijze]
van je stokje gaan
[flauwvallen]
daar zit hem de kneep!
[dat is precies waar het om gaat]
de fijne kneepjes van het vak kennen
[vakkundig zijn]
daar zit iets achter
[ze vertellen niet alles, ze hebben een geheim]
een achtergebleven gebied
[het is armer of ouderwetser dan andere gebieden]
in het bestuur zitten
[bestuurslid zijn]
op voetbal zitten
[lid zijn van een voetbalclub]
blijven zitten
[niet overgaan naar de volgende klas]
hij ging ervoor zitten
[nam er rustig de tijd voor]
ermee blijven zitten
[het niet kwijtraken]
ergens mee zitten
[het een probleem vinden]
iemand laten zitten
[hem in de steek laten]
blijven zitten
[op school nog een jaar in dezelfde klas moeten blijven]
in de schulden zitten
[schulden hebben]
zonder werk zitten
[geen werk hebben]
het zit me tot hier
[ik heb er genoeg van]
dat zit hem hoog
[daar is hij verontwaardigd over]
daar zit iets achter
[dat betekent nog iets anders]
hij laat het er niet bij zitten
[neemt maatregelen om het te veranderen]
die bal zit!
[hij is in het doel gekomen]
dat zit als gegoten
[past perfect]
ergens om zitten te springen
[het dringend nodig hebben]
hoe zit dat in elkaar?
[hoe is het gemaakt]
ergens aan zitten
[het aanraken]
het niet op je laten zitten
[wraak nemen]
dat zit zo
[ik zal je uitleggen hoe het is]
laat maar zitten
[ik hoef geen geld terug]
laat maar zitten
[ik hoef er niet meer over te praten]
het zit er niet in dat ...
[het is niet mogelijk]
hij zit ernaast
[heeft het mis]
die zit
[die opmerking was raak]
dat zit wel goed
[dat is wel in orde]
het zit erop
[het werk is klaar]
er zit niets anders op
[het is de enige oplossing]
ik zie het wel zitten
[het lijkt me wel iets]
een tekst op muziek zetten
[er klanken bij bedenken]
daar zit muziek in
[daar kun je iets goeds van verwachten]
dat klinkt mij als muziek in de oren
[daar heb ik veel zin in]
iemand aan de haak slaan
[verkering met hem krijgen]
daar zitten wel haken en ogen aan
[het is niet eenvoudig]
80 kilo schoon aan de haak
[naakt gewogen]
tussen haakjes ....
[uitdrukking waarmee je aangeeft dat iets niet bij het gespreksonderwerp hoort]
dit is niet in de haak
[er is iets niet in orde]
daar zullen we wel een mouw aan passen
[we vinden wel een oplossing]
hij schudt dat zomaar uit zijn mouw
[hij verzint het zomaar]
hem kun je wel iets op de mouw spelden
[iets laten geloven wat niet waar is]
daar komt de aap uit de mouw
[nu blijkt de echte bedoeling]
hem de les lezen
[hem streng zeggen wat hij niet goed doet]
iemand een lesje leren
[ervoor zorgen dat hij ziet dat het anders moet]
bij de les blijven
[opletten]
daarin kan hij je een lesje geven
[dat kan of weet hij veel beter]
iemand de les lezen
[hem berispen]
daarmee is de kous af
[daarmee is het afgelopen]
de kous op de kop krijgen
[er niet in slagen, terwijl je dacht dat het gemakkelijk was]
het naadje van de kous willen weten
[het precies willen weten]
een oude kous hebben
[spaargeld hebben]
daarmee is geen droog brood te verdienen
[het levert geen geld op]
dat is brood op de plank
[geld om van te leven]
droog brood eten
[heel arm zijn]
de honden lusten er geen brood van
[het is schandalig]
de mens leeft niet van brood alleen
[heeft hogere behoeften dan alleen eten en drinken]
je de kaas niet van het brood laten eten
[opkomen voor jezelf]
iets op je brood krijgen
[er de schuld van krijgen, er een verwijt over krijgen]
het brood uit de mond sparen
[bezuinigen op wat je eet, voor iemand anders]
iemand het brood uit de mond stoten
[hem afnemen waar hij zijn geld mee verdient]
op water en brood zitten
[in de gevangenis]
wiens brood men eet, diens woord men spreekt
[je staat aan de kant van degene van wie je afhankelijk bent]
ergens geen brood in zien
[niet verwachten dat het iets oplevert]
niet met je laten spotten
[je niet voor de gek laten houden]
daarmee valt niet te spotten
[dat moet je serieus nemen]
hij heeft het niet met zoveel woorden gezegd
[niet precies zo]
hem aan het woord laten
[hem de anderen toe laten spreken]
met andere woorden
[anders gezegd]
er geen woorden voor hebben
[het heel goed of heel erg vinden]
je haalt me de woorden uit de mond
[je zegt wat ik net had willen zeggen]
er geen woorden aan vuil willen maken
[er niet over willen spreken]
hij had het hoogste woord
[was steeds op een overheersende manier aan het praten]
iemand woorden in de mond leggen
[niet juist navertellen wat hij gezegd heeft]
het laatste woord willen hebben
[er als laatste iets over willen beslissen]
van het ene woord kwam het andere
[het ontaardde in ruzie]
ergens geen woorden voor hebben
[het niet kunnen uitleggen]
holle woorden
[zonder inhoud]
het hoogste woord hebben
[druk en zelfbewust praten]
woorden schieten tekort
[het is niet in woorden uit te drukken]
met twee woorden spreken
[niet alleen met ja of nee antwoorden]
daarvan gaan er dertien in een dozijn
[dat is heel gewoon]
de fabriek draait dag en nacht
[altijd]
zo lelijk als de nacht
[heel erg lelijk]
bij nacht en ontij
[op ongewone en onplezierige uren]
daar moet ik een nachtje over slapen
[nog eens goed over nadenken]
dag en nacht
[onophoudelijk]
niet over één nacht ijs gaan
[geen risico's nemen]
als een dief in de nacht
[ongemerkt]
de fabriek draait dag en nacht
[altijd]
zo lelijk als de nacht
[heel erg lelijk]
zo lelijk als de nacht
[heel erg lelijk]
bij nacht en ontij
[op ongewone en onplezierige uren]
daar moet ik een nachtje over slapen
[nog eens goed over nadenken]
dag en nacht
[onophoudelijk]
van de nacht een dag maken
['s nachts doen wat je eigenlijk overdag hoort te doen]
als een dief in de nacht
[ongemerkt]
niet over één nacht ijs gaan
[geen risico's nemen]
als de dag van gisteren
[alsof het gisteren gebeurd is]
dag in, dag uit
[steeds, iedere dag]
ze loopt op alledag
[ze kan elk moment bevallen]
op zijn oude dag
[toen hij al oud was]
van de ene dag op de andere
[heel plotseling]
bij de dag leven
[niet nadenken over de toekomst]
het gesprek van de dag zijn
[het meest besproken onderwerp]
zijn dagen zijn geteld
[hij gaat bijna dood]
heden ten dage
[tegenwoordig, in deze tijd]
sinds jaar en dag
[al heel lang]
tot in lengte van dagen
[nog heel lang]
een man van de dag zijn
[vlak voor zijn dood staan]
de dag des oordeels
[de laatste dag van de wereld]
overgaan tot de orde van de dag
[de gewone werkzaamheden weer gaan doen]
voor je oude dag zorgen
[sparen voor later]
ouden van dagen
[bejaarden]
pluk de dag!
[leef; geniet nu!]
vandaag de dag
[tegenwoordig]
je dag niet hebben
[niet kunnen doen wat je normaal kunt doen]
geen zorgen voor de dag van morgen
[maak je niet bezorgd over de toekomst]
men moet de dag niet prijzen voor het avond is
[het werk pas beoordelen als het klaar is]
het is morgen weer vroeg dag
[we moeten vroeg op]
iets voor de dag halen
[het tevoorschijn halen]
goed voor de dag komen
[iets goeds presteren]
het is kort dag
[er is nog maar weinig tijd]
dag en nacht
[onophoudelijk]
een gat in de dag slapen
[lang uitslapen]
ermee voor de dag komen
[het zeggen]
voor dag en dauw
[heel vroeg]
een verschil van dag en nacht
[een groot verschil]
als de dag van gisteren
[alsof het gisteren gebeurd is]
dag in, dag uit
[steeds, iedere dag]
ze loopt op alledag
[ze kan elk moment bevallen]
op zijn oude dag
[toen hij al oud was]
van de ene dag op de andere
[heel plotseling]
bij de dag leven
[niet nadenken over de toekomst]
het gesprek van de dag zijn
[het meest besproken onderwerp]
zijn dagen zijn geteld
[hij gaat bijna dood]
heden ten dage
[tegenwoordig, in deze tijd]
sinds jaar en dag
[al heel lang]
tot in lengte van dagen
[nog heel lang]
een man van de dag zijn
[vlak voor zijn dood staan]
de dag des oordeels
[de laatste dag van de wereld]
overgaan tot de orde van de dag
[de gewone werkzaamheden weer gaan doen]
voor je oude dag zorgen
[sparen voor later]
ouden van dagen
[bejaarden]
pluk de dag!
[leef; geniet nu!]
vandaag de dag
[tegenwoordig]
je dag niet hebben
[niet kunnen doen wat je normaal kunt doen]
geen zorgen voor de dag van morgen
[maak je niet bezorgd over de toekomst]
men moet de dag niet prijzen voor het avond is
[het werk pas beoordelen als het klaar is]
het is morgen weer vroeg dag
[we moeten vroeg op]
iets voor de dag halen
[het tevoorschijn halen]
goed voor de dag komen
[iets goeds presteren]
het is kort dag
[er is nog maar weinig tijd]
dag en nacht
[onophoudelijk]
een gat in de dag slapen
[lang uitslapen]
ermee voor de dag komen
[het zeggen]
voor dag en dauw
[heel vroeg]
een verschil van dag en nacht
[een groot verschil]
zijn uur is gekomen
[hij gaat sterven]
het uur U
[het moment waar het op aan komt]
van het eerste uur
[ervaren]
het uur van de waarheid
[het beslissende ogenblik]
op zondag rijdt er om het uur een bus
[het ene uur wel, het andere niet]
de mensen van het eerste uur
[die er vanaf het begin bij waren]
het uur der waarheid
[waarin we achter de waarheid zullen komen]
zijn laatste uur
[het uur van zijn sterven]
tot in de kleine(vroege) uurtjes
[tot diep in de nacht]
dag noch uur weten
[zijn oriëntatie op de tijd kwijt zijn]
klokslag acht uur
[precies om acht uur]
een uur in de wind stinken
[heel erg stinken]
te elfder ure
[op het laatste ogenblik]
je behoefte doen
[naar de WC gaan]
zij kunnen in hun eigen behoeften voorzien
[zij kunnen voor zichzelf zorgen]
dagelijkse behoeften
[dingen die je dagelijks nodig hebt]
dan ben je nog niet gelukkig
[dan krijg je nog een hoop ellende]
geld maakt niet gelukkig
[gezegde om duidelijk te maken dat geld niet alles is]
gelukkig nieuwjaar
[ik wens je een jaar met veel goede kansen]
gelukkig nieuwjaar
[ik wens je een jaar met veel goede kansen]
gelukkig gaat het goed
[ik ben er blij om]
iemand gelukkig prijzen
[zeggen dat hij geluk heeft]
dan ben je nog niet jarig!
[dan ziet het er niet best voor je uit]
de jarige Job
[degene die zijn verjaardag viert]
iemand mijden als de pest
[niet met hem om willen gaan]
de pest in hebben
[een slecht humeur hebben]
ergens de pest aan hebben
[er een grote hekel aan hebben]
krijg de pest!
[platte verwensing]
geen pest
[helemaal niets]
dat is nou juist de pest
[dat is het vervelende]
dan breekt de pest uit
[ontstaan er moeilijkheden]
dat is niet te eten!
[dat is niet lekker]
eet smakelijk
[wens bij begin van de maaltijd]
dat eet geen brood
[dat kost je niets]
je kunt er van de vloer eten
[het is er erg schoon]
dan heb ik al gegeten en gedronken
[dan heb ik er meer dan genoeg van]
dan houdt alles op
[dan kunnen we niets meer doen]
zonder ophouden
[aan een stuk door, voortdurend]
geen man meer hebben
[weduwe zijn]
aan de man komen
[trouwen]
de liefde van de man gaat door de maag
[mannen verleid je met lekker eten]
hij is er de man niet naar
[zo is hij niet]
hij staat zijn mannetje wel
[kan zich goed verdedigen]
een man een man, een woord een woord
[eerlijke mensen houden zich aan hun belofte]
hij is mans genoeg
[flink genoeg]
hij is heel wat mans
[kan heel wat en is niet gauw bang]
de man met de hamer
[vermoeidheid of een morele inzinking]
ik ben je man
[ik sta tot je beschikking]
een man van de klok zijn
[altijd op tijd zijn]
een sterke man
[iemand die op autoritaire wijze orde weet te scheppen]
een sterke man
[iemand die op autoritaire wijze orde weet te scheppen]
een man van de wereld zijn
[zelfverzekerd, met veel levenservaring]
de man met de zeis
[de dood]
iets aan de man brengen
[het verkopen]
er is geen man overboord
[er is niets ernstigs gebeurd]
man en paard noemen
[niets verzwijgen]
een gewaarschuwd man telt voor twee
[als je weet wat er gaat gebeuren, kun je je voorbereiden]
als één man
[allemaal tegelijk]
kleren maken de man
[kleding bepaalt welke indruk je maakt]
met man en muis vergaan
[met alle opvarenden]
dan is er nog geen man overboord
[geruststelling bij een probleem dat nog niet ernstig is]
man en paard noemen
[de namen van de betrokkenen geven]
anderhalve man en een paardenkop
[bijna niemand]
op de man spelen
[iemand persoonlijk aanvallen in een discussie]
iets tot de laatste man verdedigen
[tot het uiterste]
als de wijn is in de man, is de wijsheid in de kan
[wie veel gedronken heeft, weet niet meer wat hij doet]
dan is het hek van de dam
[er is geen belemmering meer, iedereen kan doen wat hij wil]
als er één schaap over de dam is, volgen er meer
[als iemand het voorbeeld geeft, doet de rest wel mee]
huis van bewaring
[gevangenis]
het koninklijk huis
[de koninklijke familie]
een heilig huisje
[onderwerp waar je geen kritiek op mag hebben]
niet om over naar huis te schrijven
[niet erg goed]
met de deur in huis vallen
[ergens meteen over beginnen]
met de deur in huis vallen
[ergens meteen over beginnen]
dicht bij huis blijven
[niet te ver van het onderwerp afdwalen]
je huis moeten opeten
[de waarde van het huis moeten gebruiken voor je levensonderhoud]
als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel
[er moet toezicht zijn, anders gaat het niet goed]
ergens kind aan huis zijn
[er vaak komen]
veel in huis hebben
[veel kunnen]
van goeden huize komen
[van goede familie zijn]
het koninklijk huis
[de familie van de heersende koning of koningin]
de dames gaan in het lang
[in een lange jurk]
iets op de lange baan schuiven
[het telkens uitstellen]
op de lange duur
[over een lange tijd gezien]
aan het langste eind trekken
[het uiteindelijk winnen]
een lang gezicht trekken
[laten blijken dat je teleurgesteld bent]
de lange latten
[ski's]
lange tenen hebben
[snel beledigd zijn]
het is zo lang als het breed is
[het komt op hetzelfde neer]
we hebben er lang en breed over gesproken
[heel uitvoerig]
hij zal het niet lang meer maken
[hij leeft nog maar kort]
ze heeft erg lang werk
[ze doet er een hele tijd over]
werk je daar al lang?
[al een tijd?]
een lange adem hebben
[iets lange tijd volhouden]
hoe langer hoe beter
[steeds beter]
al lang en breed
[al lang]
hoe langer hoe beter
[steeds beter]
al lang en breed
[al lang]
eerlijk duurt het langst
[met bedrog kom je niet ver]
eerlijk duurt het langst
[met bedrog kom je niet ver]
lang geleden
[ver in het verleden]
we kennen elkaar langer dan vandaag
[om aan te geven dat je iemands gedrag goed kunt beoordelen]
van zijn lang zal z'n leven niet
[absoluut nooit]
hij zal het niet lang meer maken
[zal spoedig sterven]
hij zal het niet lang meer maken
[zal spoedig sterven]
lang van stof zijn
[altijd veel woorden nodig hebben]
een lang weekend
[waar de maandag en/of de vrijdag bij betrokken is]
ergens lang werk mee hebben
[niet opschieten]
iets niet langer doen
[het niet meer doen]
dat is lang niet slecht
[behoorlijk goed]
ten langen leste
[eindelijk]
met lange tanden eten
[met tegenzin]
ik sta ervoor in
[ik zorg ervoor]
ik sta niet voor de gevolgen in
[reken er maar op dat het slecht af kan lopen]
dan sta ik niet voor mezelf in
[dan kon ik wel eens erg driftig worden]
hoe laat is het?
[welke tijd wijst de klok aan?]
vroeg of laat zal ik slagen
[ooit zal ik slagen]
beter laat dan nooit
[je had het niet meer verwacht maar het gebeurt toch nog]
dan weet je wel hoe laat het is
[dat weet je wel hoe het zit]
het laat maken
[laat thuiskomen]
dan zal hij wel anders piepen
[anders reageren]
zij piept gauw
[bij het minste of geringste klaagt ze al]
het is zó gepiept
[snel klaar]
Iris is hem gepiept
[ze is ervandoor gegaan]
hij zal het nog ver brengen
[veel bereiken]
dat gaat te ver
[dat mag echt niet]
ik vind dat ver gezocht
[het ligt niet voor de hand]
het ver schoppen
[veel bereiken]
van verre zag ik hem
[toen ik nog ver bij hem vandaan was]
dat is verre van aardig
[helemaal niet aardig]
het voert te ver om hierop in te gaan
[we dwalen dan te veel af]
dat is ver van mijn bed
[daar voel ik me niet bij betrokken]
ver heen zijn
[stomdronken zijn]
van heinde en verre
[overal vandaan]
wat je van ver haalt, is lekker
[wat van ver komt, wordt vaak meer gewaardeerd]
niet verder kijken dan je neus lang is
[kortzichtig zijn]
in de verste verte niet
[absoluut niet]
zijn tijd ver vooruit zijn
[zeer modern zijn]
dat het zó ver kan komen
[verzuchting als iemand in slechte omstandigheden verkeert, of slechte dingen doet]
ik heb mijn baan aan hem te danken
[hij heeft ervoor gezorgd]
dank je feestelijk!
[ik denk er niet over!]
iets een feestelijk tintje geven
[het feestelijk maken]
dank je feestelijk!
[ik heb er helemaal geen zin in]
hartelijk gefeliciteerd
[gelukwens bij een verjaardag]
met hartelijke groeten
[slotzin van een brief]
dank je hartelijk
[ik moet er niets van weten]
iemand dank betuigen
[zeggen dat je blij bent met wat hij deed]
god zij dank kwam hij op tijd
[gelukkig kwam hij op tijd]
ik heb het tegen wil en dank gedaan
[met grote tegenzin]
dank zij mijn goede zorgen ...
[door mijn goede zorgen ...]
geen dank!
[beleefde reactie als iemand je bedankt]
stank voor dank krijgen
[ondankbaarheid krijgen als je verwacht dat iemand dankbaar is]
tegen wil en dank
[met tegenzin]
het hem niet in dank afnemen
[het hem kwalijk nemen]
dankbaarheid tonen
[laten zien dat je dankbaar bent]
er zorg voor dragen
[zorgen dat het gebeurt]
je er zorgen over maken
[bang zijn dat het verkeerd afloopt]
dat is van later zorg
[daar maken we ons nu nog niet druk om]
dat zal mij een zorg zijn
[dat kan me niets schelen]
zorgen hebben
[bang zijn voor de toekomst]
wij zijn uit de zorgen
[wij hoeven nergens meer bezorgd over te zijn]
dat baart me zorgen
[daar ben ik bezorgd over]
een zieltje zonder zorg
[iemand die onbekommerd leeft]
onze verwachtingen zijn overtroffen
[het ging beter dan we gehoopt hadden]
dat beantwoordt aan de verwachtingen
[dat gaat zoals we gedacht hadden]
in verwachting zijn
[zwanger zijn]
hoge verwachtingen hebben
[veel verwachten]
in de toekomst wil ik gaan studeren
[ooit doe ik dat]
dat bedrijf heeft geen toekomst
[het zal niet lang bestaan]
gestolen goed gedijt niet
[wat je gestolen hebt brengt je ongeluk]
have en goed verliezen
[al zijn bezit]
hou me ten goede
[verontschuldiging als je iets vervelends gaat zeggen]
ten goede komen aan iemand of iets
[gunstig zijn voor iemand of iets]
wie goed doet, goed ontmoet
[weldaden worden altijd beloond]
dit geld komt ten goede aan de kerk
[is voor de kerk]
hij doet zich te goed aan paling
[hij zit lekker te smullen van paling]
ik heb nog iets te goed
[ik moet nog iets krijgen]
dat belooft wat!
[dat zal wel erg mooi, vervelend, enz. worden]
een leven als een oordeel
[een ontzettend lawaai]
je bent er je leven niet zeker
[het is er heel gevaarlijk]
iemand om het leven brengen
[doden]
zij heeft het leven geschonken aan een dochter
[zij kreeg een dochter]
het slachtoffer is nog in leven
[leeft nog]
het nieuw leven inblazen
[het opnieuw laten opbloeien]
hij heeft geen leven bij haar
[zij zit hem steeds dwars]
zij leven langs elkaar heen
[ze hebben geen contact]
dat brengt leven in de brouwerij
[geeft actie en vrolijkheid]
haar leven hangt aan een zijden draad
[is in gevaar]
bij leven en welzijn
[als alles gaat zoals we verwachten]
van mijn leven niet!
[nooit!]
iets in het leven roepen
[laten ontstaan]
dat is uit het leven gegrepen
[naar de werkelijkheid]
zij koopt kleren bij het leven
[heel veel, heel vaak]
dat zal ik nooit van mijn leven doen
[absoluut nooit]
dat brengt veel werk met zich mee
[dat veroorzaakt veel werk]
dat deed me de das om
[dat werd me noodlottig]
het is volle maan
[de maan is helemaal rond]
dat ding is naar de maan
[kapot]
loop naar de maan!
[ga weg, ik heb genoeg van je]
blaffen tegen de maan
[nodeloos dreigen]
naar de maan gaan
[kapot gaan, verloren gaan]
loop naar de maan!
[verwensing als iemand iets vervelends doet]
dat ding is naar zijn malle moer
[kapot]
het kan me geen moer schelen
[helemaal niets]
ik begrijp er geen moer van
[helemaal niets]
ik begrijp er geen moer van
[helemaal niets]
klein geld
[munten]
groot geld
[bankpapier]
voor half geld
[voor de halve prijs]
geld opnemen
[geld bij de bank of het postkantoor halen]
hij zwemt in het geld
[is erg rijk]
dat doe ik voor geen geld!
[absoluut niet]
voor hetzelfde geld was het anders
[het had net zo goed anders kunnen zijn]
met geld smijten
[veel geld uitgeven]
het geld groeit me niet op de rug
[ik ben niet zo rijk dat ik dat zomaar kan betalen]
geld over de balk gooien
[verspillen]
geld stinkt niet
[het is niet belangrijk hoe je aan je geld komt]
veel geld in het laatje brengen
[veel opleveren]
je geld of je leven!
[uitroep bij een overval]
van je geld leven
[niet meer hoeven werken]
iets te gelde maken
[het verkopen]
geld dat stom is, maakt recht wat krom is
[geld maakt ook onrecht goed]
al kreeg ik geld toe!
[schampere opmerking als je iets echt niet wilt]
het geldt brandt hem in de zak
[hij wil het heel graag uitgeven]
het voor geen geld willen missen
[beslist niet]
alle waar is naar zijn geld
[wat goedkoop is, kan niet goed zijn]
we moeten hem tot elke prijs tegenhouden
[wat het ook kost]
dat doe ik voor geen prijs
[beslist niet]
tot elke prijs
[beslist, in elk geval]
voor geen prijs
[beslist niet]
voor een zacht prijsje
[voor weinig geld]
zo gek als een deur
[heel erg gek]
ze is net de deur uit
[net weg]
met de deur in huis vallen
[het meteen vertellen]
de deur plat lopen
[er heel vaak komen]
niet samen door één deur kunnen
[elkaar niet kunnen verdragen]
iemand het gat van de deur wijzen
[zeggen dat hij moet vertrekken]
de deur uit zijn
[niet meer thuis wonen]
buiten de deur eten
[in een restaurant]
voor een gesloten deur staan
[niemand thuis treffen]
iets van hem gedaan krijgen
[ervoor zorgen dat hij het doet]
zo gezegd zo gedaan
[zoals we het afgesproken hadden doen we het]
niets aan te doen!
[er is niets aan te veranderen]
het is met hem gedaan
[hij is dood of verloren]
dat is niks gedaan
[waardeloos]
doen alsof
[toneelspelen]
ik heb met hem te doen
[ik heb medelijden met hem]
hij zat met zijn rug naar het raam toe
[naar het raam gekeerd]
ik ben eraan toe
[ik wil graag beginnen]
tot nu toe
[tot aan dit moment]
af en toe
[zo nu en dan]
hij is er slecht aan toe
[het gaat slecht met hem]
dat doet er niet toe
[het geeft niet]
dat smelt op de tong
[wordt lekker zacht in de mond]
dat doet mijn hart smelten
[daar krijg ik medelijden van]
dat kapitaal is weggesmolten
[verdwenen]
smeltende tonen of kleuren
[die zacht in elkaar overgaan]
zaken doen
[het sluiten van overeenkomsten]
geduld is een schone zaak
[heb nou maar geduld]
zaken gaan voor het meisje
[je werk is belangrijker dan een afspraakje]
zijn zaken waarnemen
[zijn belangen behartigen]
de zaak komt voor
[de rechtszaak]
kom ter zake!
[zeg wat je te zeggen hebt]
de stand van zaken
[hoe het ervoor staat]
dat is mijn zaak
[daar heb jij niets mee te maken]
uit de aard der zaak
[als een noodzakelijk gevolg daarvan]
in de kern van de zaak
[in feite, eigenlijk]
met kennis van zaken
[op deskundige wijze]
de zaak aan het rollen brengen
[erover beginnen, ermee beginnen]
zoals de zaken nu staan ...
[zoals de situatie nu is]
dat is niet te eten!
[dat is niet lekker]
eet smakelijk
[wens bij begin van de maaltijd]
dat eet geen brood
[dat kost je niets]
je kunt er van de vloer eten
[het is er erg schoon]
dan heb ik al gegeten en gedronken
[dan heb ik er meer dan genoeg van]
dat eeuwige geklets
[dat geklets elke keer]
dat heeft niet het eeuwige leven
[het kan kapot gaan]
ten eeuwigen dage
[voor altijd]
een feestje bouwen
[een feest organiseren]
dat feest gaat niet door
[daar komt niets van in]
het strijdperk
[plaats waar gevochten wordt]
binnen de perken houden
[niet over drijven, maat houden]
dat gaat alle perken te buiten
[overschrijdt de grenzen]
ergens paal en perk aan stellen
[zorgen dat het misbruik niet toeneemt]
daar neem ik mijn petje voor af
[daar heb ik bewondering voor]
ik heb geen hoge pet van hem op
[denk dat hij niet zo goed is]
er met de pet naar gooien
[slecht werk leveren]
daar kan ik met mijn pet niet bij
[ik snap het niet]
wat heb ik nou aan mijn pet hangen
[wat gebeurt me nou?]
Jan met de pet
[arbeider, gewone man]
er met de pet niet bij kunnen
[het niet begrijpen]
het is zwaar pet
[waardeloos]
ze gaan niet meer met elkaar om
[ze doen niets meer samen]
wat gaat er in hem om?
[wat voelt hij?]
dat gaat buiten mij om
[daar heb ik niets mee te maken]
hem erin laten lopen
[beetnemen]
dat gaat er bij mij niet in
[dat begrijp ik niet]
dat gaat hem geld kosten
[daar zal hij veel geld aan kwijt zijn]
daar heb ik moeite mee
[dat kan ik niet goed]
dat gaat in één moeite door
[dat kan ook nog wel even gedaan worden]
dat is de moeite waard
[het kost inspanning, maar het levert ook iets op]
hij moet er veel moeite voor doen
[zich erg inspannen]
met moeite kwam hij overeind
[met veel inspanning]
dat gaat je geen reet aan!
[niets]
je neus stoten
[afgewezen worden]
je neus ervoor ophalen
[het minderwaardig vinden]
de neuzen tellen
[tellen hoeveel mensen er zijn]
met je neus kijken
[niet goed zoeken]
uit je neus zitten eten
[niets doen]
op je neus kijken
[teleurgesteld zijn omdat het tegenvalt]
geen knip voor zijn neus waard zijn [
[nergens goed voor zijn, nergens voor deugen]
iemand iets door de neus boren
[niet betalen wat men hem schuldig is]
iets langs zijn neus weg zeggen
[terloops, alsof het niet belangrijk is]
bleek om de neus worden
[ergens heel bang voor zijn]
met de neus in de boter vallen
[het goed treffen]
hij komt het wel weer te boven
[hij komt er wel weer overheen]
dat gaat mijn verstand te boven
[dat snap ik niet]
gebruik je verstand!
[denk na]
dat gaat mijn verstand te boven
[dat begrijp ik niet]
met dien verstande dat ...
[onder die voorwaarde]
het hem aan zijn verstand brengen
[laten begrijpen]
er gaan stemmen op om ....
[sommige mensen zeggen dat ....]
dat gaat niet op
[dat klopt niet]
hij gaat op voor het examen
[hij gaat examen doen]
een stoot onder de gordel
[een gemene opmerking]
dat gaf hem de laatste stoot
[dat was zijn ondergang]
zonder slag of stoot
[zonder zich te verzetten]
wel tegen een stootje kunnen
[veel kunnen verdragen]
dat gebeurt nogal eens
[behoorlijk vaak]
een brief op poten
[een boze, duidelijke brief]
dat geef ik je op een briefje
[dat weet ik heel zeker, dat bevestig ik]
een aangetekende brief
[waarvan je het bewijs hebt dat hij verstuurd is]
de lamp hangt scheef
[er is geldgebrek]
zijn pruik staat scheef
[hij is uit zijn humeur]
een scheve schaats rijden
[iets doen wat niet geoorloofd is]
schots en scheef
[rommelig, verkeerd]
iemand scheef aankijken
[met wantrouwen]
dat geef scheve gezichten
[waarschuwing dat men jaloers zal zijn]
dat zit scheef
[dat zit fout]
dat gaat scheef
[dat loopt verkeerd af]
met de moed der wanhoop
[eigenlijk durf je niet, maar toch moet het]
hem moed inspreken
[iets zeggen waardoor hij het durft]
dat geeft de burger moed
[opmerking als er weer iets positiefs gebeurd]
zich moed indrinken
[alcohol gebruiken om iets te durven]
moed verzamelen
[de kracht proberen te vinden om iets te durven]
ik heb goede moed dat het gaat lukken
[ik heb er vertrouwen in]
er met frisse moed tegenaan gaan
[er weer zin in hebben na een rustperiode]
de moed zonk me in de schoenen
[ik had er plotseling geen vertrouwen meer in]
dat geeft de burger moed
[nu kunnen we er weer tegen]
een politieman in burger
[in gewone kleren, zonder uniform]
iemand de pas afsnijden
[dwarsbomen, verhinderen verder te gaan]
pas op de plaats maken
[bewust geen vooruitgang maken]
uit de pas lopen
[niet gelijkop gaan met anderen]
dat komt goed van pas
[ik kan het goed gebruiken]
het woordenboek moest eraan te pas komen
[moesten we te hulp roepen]
te pas en te onpas
[op elk willekeurig moment]
dat geeft geen pas
[dat hoort niet]
dat geeft niets!
[dat is niet erg]
de dokter gaf mij het advies minder te roken
[hij adviseert het mij]
hij geeft gas
[drukt op het gaspedaal van de auto]
zij geeft te kennen dat ze weg wil
[ze zegt het]
ik geef hem een teken dat hij moet stoppen
[ik maak een gebaar]
jij moet het goede voorbeeld geven
[jij moet je goed gedragen]
ik heb hem zijn zin gegeven
[hij mocht doen wat hij wilde doen]
mag ik u het woord geven?
[wilt u nu iets zeggen?]
met een stalen gezicht
[zonder gevoel te tonen]
dat geeft scheve gezichten
[het maakt anderen jaloers]
een raar gezicht trekken
[spieren in je gezicht bewegen]
op het eerste gezicht
[als je er voor het eerst mee te maken krijgt]
iemand van gezicht kennen
[wel weten hoe hij eruitziet, maar meer niet]
het recht in zijn gezicht zeggen
[zonder er omheen te draaien]
even je gezicht laten zien
[er kort op bezoek gaan]
het gezicht verliezen
[blind worden]
géén gezicht!
[niet om aan te zien, erg lelijk]
een klap in het gezicht
[een grove belediging]
op je gezicht gaan
[afgaan, mislukken]
een gezicht als een oorwurm
[boos en ontevreden]
een gezicht van oude lappen
[huilerig en lelijk]
iemand met twee gezichten
[een schijnheilig iemand]
op het eerste gezicht
[als je er voor het eerst naar kijkt]
het is géén gezicht
[het ziet er heel raar uit]
de trein verdween uit het gezicht
[ik zag hem niet meer]
je gezicht verliezen
[iets doen waardoor je je goede naam kwijtraakt]
dat geluid gaat door merg en been
[is heel indringend]
ik sta erop
[ik wil per se dat het gebeurt]
ik sta achter je
[ik verdedig je]
het staat of valt met ....
[het hangt ervan af]
je moet daar boven staan
[je er niets van aantrekken]
ik sta op het standpunt dat ....
[ik vind dat]
dat staat in verband met ....
[dat heeft ermee te maken]
je baard laten staan
[je niet scheren]
die plant staat er goed bij
[ziet er gezond uit]
hij staat aan het hoofd
[hij heeft de leiding]
ik werk nooit in de tuin, laat staan als het regent
[dus zeker niet als het regent]
dat geval staat op zichzelf
[het heeft niet met iets anders te maken]
zij staat bekend als ....
[men kent haar zo]
ik sta op de foto
[ik ben daarop afgebeeld]
er staat jou nog wat te wachten
[je krijgt nog heel wat te verwerken]
een koekje van eigen deeg krijgen
[vervelend behandeld worden nadat je hetzelfde bij anderen deed]
iets voor zoete koek aannemen
[het zomaar geloven of accepteren]
het is weer koek en ei
[de ruzie is voorbij]
dat is andere koek
[dat is heel anders]
dat ging erin als koek
[dat vonden ze heel leuk]
de koek is op
[er is niets meer te verdelen]
per kerende post
[met de eerstvolgende post]
hij is per slot van rekening volwassen
[hij is immers volwassen]
dat ging per ongeluk
[niet met opzet]
dat grenst aan het onmogelijke!
[dat kan bijna niet!]
waar haalt hij al dat geld vandaan?
[hoe komt hij eraan?]
het examen halen
[ervoor slagen]
dat haalt het niet bij .....
[dat is lang niet zo goed als .....]
dingen door elkaar halen
[ze met elkaar vermengen]
iets uit elkaar halen
[het demonteren]
het voor de geest halen
[het in gedachten zien]
dat hoef je niet in je hoofd te halen
[dat mag je niet doen]
overal iets achter zoeken
[achterdochtig zijn]
wat heb je hier te zoeken?
[wat doe je hier]
naar woorden zoeken
[even niet weten wat je moet zeggen]
dat had ik niet achter hem gezocht
[niet van hem verwacht]
hulp zoeken
[proberen hulp te krijgen]
ruzie zoeken
[proberen ruzie te maken]
dat is ver gezocht
[dat is wel heel onwaarschijnlijk]
dat had je gedroomd!
[dat zou je wel willen]
dat hakt er flink in
[kost veel geld]
hij zit maar op me te hakken
[te mopperen, te vitten]
dat heb ik niet graag
[dat vind ik niet plezierig]
ik mag hem graag
[ik vind hem erg aardig]
ik mag hem graag
[ik vind hem erg aardig]
wil je koffie? ja, graag!
[ja, lekker!]
dat heb je aan jezelf te wijten
[het is je eigen schuld]
als ik het goed heb
[als ik me niet vergis]
het is mij goed
[ik heb er niets tegen]
het is wel goed met jou
[ik neem je niet meer serieus]
zo goed en zo kwaad als het gaat
[zo primitief als het gaat]
zo goed als nieuw
[vrijwel nieuw]
voor de goede orde
[opdat alles behoorlijk geregeld is]
goed en wel
[nauwelijks, nog maar net]
alles goed en wel, maar ...
[laat dat zo zijn, maar ...]
dat zit wel goed
[(als iemand je bedankt) dat is in orde]
niet goed bij zijn verstand zijn
[gek zijn]
zich goed houden
[zich niet door emoties laten meeslepen]
niet goed worden
[misselijk worden]
ik word er niet goed van!
[uitroep van ergernis]
dat is nergens goed voor
[dat heeft geen zin]
goed aangeschreven staan
[gunstig bekend staan]
in een goed blaadje staan bij iemand
[hij waardeert je erg]
goed boeren
[er zakelijk gunstig voorstaan]
eind goed, al goed
[als het goed afloopt, vergeet je snel alle moeite]
de goede kanten van iets zien
[de positieve gevolgen]
een goede ruil doen
[meer ontvangen dan je geeft]
er is haast bij
[het moet snel gebeuren]
in de haast ben ik dat vergeten
[omdat ik zo snel moest zijn]
maak eens een beetje haast
[schiet eens op]
dat heeft geen haast
[het kan nog wel wachten]
onder de voet gelopen worden
[weggedrukt door een menigte]
hem voor de voeten lopen
[in de weg lopen]
dat heeft heel wat voeten in de aarde
[kost veel moeite]
op voet van gelijkheid
[als twee gelijken]
voet bij stuk houden
[niet toegeven]
ten voeten uit
[helemaal zoals hij is]
te voet gaan
[lopend]
voetje voor voetje
[heel langzaam]
op de voet volgen
[van heel dichtbij]
op vrije voeten
[uit de gevangenis]
hem de voet dwars zetten
[tegenwerken]
hem het gras voor de voeten wegmaaien
[iets zeggen wat de ander óók juist had willen zeggen]
op grote voet leven
[met geld smijten]
belastingvrije voet
[deel van het inkomen waarover je geen belasting hoeft te betalen]
een wit voetje halen
[iets doen om indruk te maken]
je uit de voeten maken
[snel weggaan]
hem iets voor de voeten gooien
[verwijten]
geen voet buiten de deur zetten
[binnen blijven]
op de oude voet voortzetten
[op dezelfde manier]
op goede voet staan
[vriendschappelijk met elkaar omgaan]
ermee uit de voeten kunnen
[er goed mee kunnen werken]
dat is hem ten voeten uit
[dat is kenmerkend voor hem]
vreemde talen
[buitenlandse talen]
dat heeft hij niet van een vreemd
[dat zit in de familie]
er vreemd van opkijken
[het raar vinden]
vreemd genoeg....
[commentaar dat verbazing uitdrukt]
een vreemde snoeshaan
[een vreemd persoon]
een vreemd gezicht
[een onbekend persoon]
ik voel me als een kat in een vreemd pakhuis
[ik voel me hier helemaal niet thuis]
in den vreemde
[ver weg in het buitenland]
vreemde ogen dwingen
[kinderen gehoorzamen vaak beter aan vreemden dan aan hun eigen ouders]
een vreemde taal
[een buitenlandse taal]
de moderne vreemde talen
[Frans, Duits en Engels]
vreemd gaan
[seksuele omgang hebben met iemand anders dan de eigen partner]
dat heeft hij van geen vreemde
[die karaktertrek zit in de familie]
zij leven in den vreemde
[in het buitenland]
het bloed kruipt waar het niet gaan kan
[je doet toch wat in je aard ligt]
hem het bloed onder de nagels vandaan halen
[hem erg kwaad maken]
dat heeft kwaad bloed gezet
[boosheid veroorzaakt]
iemand in koelen bloede vermoorden
[op een harde, gevoelloze manier]
mijn eigen vlees en bloed
[mijn eigen kind]
het bloed stolt hem in de aderen
[hij is ineens erg bang]
baden in het bloed
[in een plas bloed liggen]
blauw bloed hebben
[van adellijke afkomst zijn]
zijn bloed wel kunnen drinken
[hem heel erg haten]
van gemengd bloed zijn
[afstammen van ouders van een verschillend ras]
er kleeft bloed aan zijn handen
[hij heeft gemoord]
in koelen bloede
[bewust, in het volle besef van wat je doet]
mijn bloed kookt
[ik ben woedend]
kwaad bloed zetten
[boosheid opwekken]
bloed vergieten
[doden]
dat eeuwige geklets
[dat geklets elke keer]
dat heeft niet het eeuwige leven
[het kan kapot gaan]
ten eeuwigen dage
[voor altijd]
hem tegen het lijf lopen
[hem tegenkomen]
dat heeft niets om het lijf
[dat betekent niets]
dat is hem op het lijf geschreven
[past precies bij hem]
gezond van lijf en leden
[helemaal gezond]
blijf van mijn lijf!
[raak me niet aan!]
iemand te lijf gaan
[met hem gaan vechten]
geen hemd aan het lijf hebben
[straatarm zijn]
iemand het hemd van het lijf vragen
[uithoren]
in levenden lijve
[in persoon, in werkelijkheid]
dat is een rib uit mijn lijf
[een flinke uitgave]
iemand de stuipen op het lijf jagen
[erg laten schrikken]
aan mijn lijf geen polonaise
[ik heb geen zin in ingewikkelde toestanden]
het vege lijf redden
[er levend af komen]
hij zal het nog ver brengen
[veel bereiken]
dat gaat te ver
[dat mag echt niet]
ik vind dat ver gezocht
[het ligt niet voor de hand]
het ver schoppen
[veel bereiken]
van verre zag ik hem
[toen ik nog ver bij hem vandaan was]
dat is verre van aardig
[helemaal niet aardig]
het voert te ver om hierop in te gaan
[we dwalen dan te veel af]
dan zijn we nog verder van huis
[dan zijn we in nog grotere moeilijkheden]
hij is al veel verder dan ik
[heeft al meer gedaan]
dat is ver van mijn bed
[daar voel ik me niet bij betrokken]
iets te ver doordrijven
[er te lang mee doorgaan]
ver heen zijn
[stomdronken zijn]
van heinde en verre
[overal vandaan]
wat je van ver haalt, is lekker
[wat van ver komt, wordt vaak meer gewaardeerd]
niet verder kijken dan je neus lang is
[kortzichtig zijn]
in de verste verte niet
[absoluut niet]
zijn tijd ver vooruit zijn
[zeer modern zijn]
dat het zó ver kan komen
[verzuchting als iemand in slechte omstandigheden verkeert, of slechte dingen doet]
waar haalt hij al dat geld vandaan?
[hoe komt hij eraan?]
het examen halen
[ervoor slagen]
dat haalt het niet bij .....
[dat is lang niet zo goed als .....]
dingen door elkaar halen
[ze met elkaar vermengen]
iets uit elkaar halen
[het demonteren]
het voor de geest halen
[het in gedachten zien]
dat hoef je niet in je hoofd te halen
[dat mag je niet doen]
waar haalt hij al dat geld vandaan?
[hoe komt hij eraan?]
het examen halen
[ervoor slagen]
dat haalt het niet bij .....
[dat is lang niet zo goed als .....]
dingen door elkaar halen
[ze met elkaar vermengen]
iets uit elkaar halen
[het demonteren]
het voor de geest halen
[het in gedachten zien]
dat hoef je niet in je hoofd te halen
[dat mag je niet doen]
dat hoeft geen betoog
[dat spreekt vanzelf]
ga eens aan de kant
[opzij]
het was kantje boord
[het liep maar net goed af]
zij loopt de kantjes ervan af
[ze doet bijna niets]
ik ben door hem aan de kant gezet
[weggestuurd]
aan de kant staan
[niet meedoen]
dat raakt kant nog wal
[is onzin]
welke kant moet jij uit?
[in welke richting ga jij?]
van moeders kant is hij Turks
[zijn moeder is Turks]
ik kan geen kant meer op
[zit erg in het nauw]
daar kun je alle kanten mee uit
[dat kun je op verschillende manieren opvatten]
ga ik zo goed? nee, je gaat de verkeerde kant op
[in de verkeerde richting]
het mes snijdt aan twee kanten
[het levert dubbel voordeel op]
het is een dubbeltje op zijn kant
[onzeker hoe het afloopt]
de scherpe kantjes van iets afnemen
[het verzachten]
iets van alle kanten bekijken
[de voors en tegens goed afwegen]
even de andere kant op kijken
[iets gedogen]
geen kant meer op kunnen
[geen uitweg meer weten]
ergens alle kanten mee op kunnen
[er veel mogelijkheden mee hebben]
familie van de koude kant
[aangetrouwd]
het gelijk aan zijn kant hebben
[het bij het juiste eind hebben]
dat hoor je van alle kanten
[dat zegt iedereen]
iemands kant kiezen
[zijn partij]
van de verkeerde kant zijn
[homoseksueel]
je van kant maken
[zelfmoord plegen]
het niet over je kant laten gaan
[je ertegen verzetten]
de boel aan kant maken
[opruimen]
iets over zijn kant laten gaan
[zich er niet tegen verzetten]
hij staat in het midden
[tussen twee personen in]
te midden van bloemen
[met bloemen om zich heen]
dat houdt het midden tussen .... en ....
[niet helemaal het een en ook niet helemaal het ander]
dat laten we in het midden
[daar zeggen we niets over]
iets in het midden brengen
[erover beginnen tijdens een gesprek, het aansnijden]
hij staat in het midden
[tussen twee personen in]
te midden van bloemen
[met bloemen om zich heen]
dat houdt het midden tussen .... en ....
[niet helemaal het een en ook niet helemaal het ander]
dat laten we in het midden
[daar zeggen we niets over]
iets in het midden brengen
[erover beginnen tijdens een gesprek, het aansnijden]
dat houdt niet over
[dat kon beter]
dat huis is te koop
[je kunt het kopen]
wat koop ik daarvoor?
[wat heb ik daaraan?]
hij kreeg een hoofd als een biet
[werd erg rood]
dat interesseert me geen biet
[helemaal niets]
mij een biet
[het kan me niet schelen]
dat interesseert me niet
[dat kan me niet schelen]
het in orde maken
[het regelen]
orde op zaken stellen
[alles goed regelen]
dat is aan de orde van de dag
[dat komt vaak voor]
dat is nu niet aan de orde
[daar hebben we het nu niet over]
dat is in orde
[dat is goed]
hem tot de orde roepen
[een standje geven]
de orde handhaven
[zorgen dat alles rustig blijft]
hij kan geen orde houden
[de klas doet niet wat hij wil]
ik ben niet in orde
[niet helemaal gezond]
de openbare orde
[de rust op straat]
het aan de orde stellen
[erover beginnen]
werk in uitvoering
[hier wordt gewerkt]
alles in het werk stellen om ...
[al het mogelijke doen]
zij heeft lang werk
[doet er lang over]
er werk van maken
[je ervoor inspannen]
er is werk aan de winkel
[er is veel te doen]
het vuile werk opknappen
[het moeilijkste of vervelendste doen]
half werk leveren
[het niet goed doen]
het is geen aangenomen werk!
[je hoeft je niet zo te haasten]
half werk leveren
[het niet goed doen]
dat is het betere werk
[dat gaat goed]
veel handen maken licht werk
[met wat hulp gaat alles gemakkelijker]
dat is onbegonnen werk
[onmogelijk]
goed gereedschap is het halve werk
[met goed gereedschap gaat het gemakkelijker]
geen half werk doen
[het keurig, grondig doen]
omkomen in het werk
[het erg druk hebben]
er is veel werk aan de winkel
[er is veel te doen]
naar je werk gaan
[naar de plaats waar je werkt]
dat is afgesproken werk
[geen toeval]
dat is geen werk
[geen manier van doen, niet eerlijk]
ben jij hier bekend?
[weet je de weg?]
je komt me bekend voor
[ik denk dat ik je ken]
dat is algemeen bekend
[iedereen weet het]
dat klinkt me bekend in de oren
[dat heb ik wel eens eerder gehoord]
naar de bekende weg vragen
[iets vragen wat je al weet]
een koekje van eigen deeg krijgen
[vervelend behandeld worden nadat je hetzelfde bij anderen deed]
iets voor zoete koek aannemen
[het zomaar geloven of accepteren]
het is weer koek en ei
[de ruzie is voorbij]
dat is andere koek
[dat is heel anders]
dat ging erin als koek
[dat vonden ze heel leuk]
de koek is op
[er is niets meer te verdelen]
dat is geen zuivere koffie
[dat is niet in orde, niet zoals het hoort]
op de koffie komen
[ergens slecht vanaf komen]
dat is andere koffie
[dat is nog eens wat anders]
koffie verkeerd
[met heel veel warme melk erin]
dat is geen zuivere koffie
[dat is niet helemaal te vertrouwen]
hij komt nog wel op de koffie
[hij komt er nog wel achter]
dat is beneden peil
[onvoldoende, slecht]
er geen peil op kunnen trekken
[er niet op kunnen vertrouwen]
dat is boter aan de galg gesmeerd
[vergeefse moeite]
opgroeien voor galg en rad
[door een slechte opvoeding slecht terechtkomen]
daarmee is geen droog brood te verdienen
[het levert geen geld op]
dat is brood op de plank
[geld om van te leven]
droog brood eten
[heel arm zijn]
de honden lusten er geen brood van
[het is schandalig]
de mens leeft niet van brood alleen
[heeft hogere behoeften dan alleen eten en drinken]
je de kaas niet van het brood laten eten
[opkomen voor jezelf]
iets op je brood krijgen
[er de schuld van krijgen, er een verwijt over krijgen]
het brood uit de mond sparen
[bezuinigen op wat je eet, voor iemand anders]
iemand het brood uit de mond stoten
[hem afnemen waar hij zijn geld mee verdient]
op water en brood zitten
[in de gevangenis]
wiens brood men eet, diens woord men spreekt
[je staat aan de kant van degene van wie je afhankelijk bent]
ergens geen brood in zien
[niet verwachten dat het iets oplevert]
je moet de dingen in de juiste proporties zien
[ze beoordelen op wat ze waard zijn]
dat is buiten alle proporties
[sterk overdreven]
dat is crimineel!
[geweldig, buitengewoon!]
het beestje bij de naam noemen
[precies zeggen wat je denkt]
het is een beest van een vent
[iemand die wreed en onbeschoft is]
dat is de aard van het beestje
[een slechte eigenschap waar niets aan te doen is]
de beest uithangen
[zich liederlijk gedragen]
dat is de harde realitiet
[zo liggen de zaken nu eenmaal]
daar heb ik moeite mee
[dat kan ik niet goed]
dat gaat in één moeite door
[dat kan ook nog wel even gedaan worden]
hij moet er veel moeite voor doen
[zich erg inspannen]
met moeite kwam hij overeind
[met veel inspanning]
diep in de beurs tasten
[veel betalen]
te diep in het glaasje kijken
[zich bedrinken]
niet diep graven
[niet uitputtend op de zaak ingaan]
diepe groeven
[rimpels]
dat is diep ingeworteld
[een vaste gewoonte]
tot diep in de nacht
[tot laat]
een dik belegde boterham
[met veel beleg]
een dikke huid hebben
[ongevoelig zijn]
een dikke nek hebben
[arrogant zijn, kapsones hebben]
een dikke pil
[een dik boek]
maak je niet dik, dun is de mode
[wind je niet op]
zich dik maken
[zich opwinden]
zij zijn dikke vrienden
[heel goede vrienden]
dat zit er dik in
[dat is te verwachten]
ze doen graag dik
[ze scheppen op]
dat is dik voor elkaar
[helemaal in orde]
dikke kans dat....
[het is waarschijnlijk dat...]
dat komt dik voor elkaar
[dat komt helemaal in orde]
een dik uur
ruim een uur]
het er dik bovenop leggen
[overdrijven]
het ligt er dik bovenop
[het is overduidelijk]
door dik en dun
[wat er ook gebeurt]
het is dikke mik tussen die twee
[ze zijn goed bevriend]
we spelen open kaart
[we zeggen precies wat we denken]
hem in de kaart spelen
[hem ongewild bevoordelen]
alles op één kaart zetten
[je geluk van één ding laten afhangen]
ansichtkaart [
[kaart die je stuurt als je op vakantie bent]
trouwkaart
[kaart met aankondiging van een huwelijk]
speelkaart
[kaart om het kaartspel mee te spelen]
de gele kaart
[teken van bestraffing in een voetbalwedstrijd]
de kaarten zijn geschud
[de uitslag ligt vast]
dat is doorgestoken kaart
[afgesproken werk]
open kaart spelen
[eerlijk zijn, niets verbergen]
iemand in de kaart spelen
[hem helpen]
de problemen zijn nog niet in kaart gebracht
[nog niet op een rijtje gezet]
een blinde kaart
[er een overzicht van maken]
onrust zaaien
[veroorzaken]
dat is dun gezaaid
[daar zijn er niet veel van]
dat is dweilen met de kraan open
[proberen iets op te lossen, zonder de oorzaak aan te pakken]
het witte doek
[het scherm waar een film op vertoond wordt]
er geen doekjes om winden
[er openlijk voor uitkomen]
dat is een doekje voor het bloeden
[hij probeert het op een makkelijke manier goed te maken]
iets uit de doeken doen
[het uitleggen]
ze ziet zo wit als een doek
[heel erg bleek]
een open doekje krijgen
[applaus tijdens de voorstelling]
dat is een dure liefhebberij
[dat gaat veel geld kosten]
het kan me geen fluit schelen
[helemaal niets]
dat is een fluitje van een cent
[een gemakkelijke klus]
ik heb geen rooie cent
[niets]
die fiets is geen cent meer waard
[niets meer waard]
hij heeft een aardig centje
[veel geld]
Hassan is erg op de centen
[gierig of zuinig]
ik ben geen cent wijzer geworden
[niets aan de weet gekomen]
op zijn centen zitten
[heel zuinig zijn]
hij deugt voor geen cent
[is onbetrouwbaar]
er geen cent voor geven
het waardeloos vinden]
hij valt dood op een halve cent
[is erg gierig]
je zou hem je laatste cent geven
[kunt hem volledig vertrouwen]
er geen cent wijzer van worden
[niets aan de weet komen; er niets aan verdienen]
hij gaat zijn boekje te buiten
[doet of zegt dingen die niet mogen]
ik zal eens een boekje over hem open doen
[slechte dingen over hem vertellen]
hij staat hoog te boek
[ze denken positief over hem]
dat is een gesloten boek
[een afgesloten periode]
het boek der boeken
[de Bijbel]
de boeken afsluiten
[een financieel jaarverslag maken]
buiten zijn boekje gaan
[andere dingen doen dan je mag doen]
dat is een goed teken
[dat belooft iets goeds]
ik gaf hem een teken
[ik maakte een gebaar]
hij gaf een teken van leven
[liet merken dat hij nog leefde]
hij vertoonde tekenen van angst
[je zag aan hem dat hij angstig was]
deze week staat in het teken van het milieu
[is daar helemaal aan gewijd]
de grote mensen
[de volwassenen]
de grote vakantie
[de zomervakantie]
inkopen in het groot
[met grote hoeveelheden tegelijk]
met grote ogen kijken
[verbaasd kijken]
een grote mond opzetten
[brutaal praten]
een grote duim hebben
[een rijke fantasie]
voor het grootste gedeelte
[voor het merendeel]
de grote hoop
[de grote massa]
een grote keel opzetten
[hard gaan schreeuwen]
veel kleintjes maken één grote
[veel kleine uitgaven zijn samen toch een groot bedrag]
iets aan de grote klok hangen
[overal bekendmaken]
groot licht
[autolampen op maximale sterkte]
met groot materieel uitrukken
[met veel brandweerwagens en blusapparatuur]
een grote mond geven
[brutaal toespreken]
grote ogen opzetten
[heel erg verbaasd zijn]
de grote plas
[de oceaan]
boven de grote rivieren
[Noord- en Midden-Nederland]
grote stappen, gauw thuis
[slordig en snel]
in grote trekken
[in hoofdzaken]
op grote voet leven
[veel geld uitgeven]
de groten der aarde
[de rijken en machtigen]
de grote dag
[de dag van de belangrijke gebeurtenis]
heden groot, morgen dood
[succes duurt maar even]
een grote geest
[zeer begaafd persoon]
wie 't kleine niet eert, is 't grote niet weerd
[wie niet tevreden is met iets kleins, verdient niets groters]
een grote rol spelen
[belangrijk zijn]
een grote boodschap doen
[poepen]
de grootste gemene deler
[dat wat een aantal zaken gemeenschappelijk hebben]
groot denken
[ruim]
het grote geld
[rijkdom, veel geld]
in groten getale
[massaal]
dat is een groot woord
[dat houdt meer in dan eigenlijk wordt bedoeld]
je hebt groot gelijk
[je hebt absoluut gelijk]
het grote publiek
[een grote groep mensen]
ik ben groot met hem
[mag hem graag en ga goed met hem om]
grote goedheid
[uitroep van schrik]
groot zijn met iemand
[bevriend met hem zijn]
om de andere dag
[de ene dag wel, de andere dag niet]
ik wil het een en ander bespreken
[verschillende dingen]
ze hebben een of ander feest
[doet er niet toe wat voor feest]
onder andere
[naast andere dingen (dieren, mensen)]
het over een andere boeg gooien
[het anders aanpakken]
een en ander
[dat wat genoemd is]
het een en ander
[verschillende dingen, die niet bij name genoemd worden]
het één sluit het ander niet uit
[beide dingen zijn mogelijk]
als geen ander
[beter dan wie ook]
dat is een heel ander geluid
[het tegendeel van wat eerder gezegd werd]
in andere handen overgaan
[naar een andere eigenaar]
geen andere keuze hebben
[naar een andere eigenaar]
onder andere
[wat je noemt, terwijl je ook andere dingen zou kunnen noemen]
een andere toon aanslaan
[beleefder worden]
van het ene woord kwam het andere
[het ontaardde in ruzie]
met andere woorden
[anders uitgedrukt]
aan een nieuw hoofdstuk beginnen
[aan een nieuwe periode in je leven]
dat is een heel ander hoofdstuk!
[een heel ander onderwerp]
over de hele linie
[in alle opzichten]
op het hele uur
[als de klok een vol uur aanwijst]
niets heel laten van iets of iemand
[alleen maar negatief beoordelen]
er bleef geen spaan van heel
[totaal niets]
een hele poos
[flink lang]
dat is een hele aanschaf
[commentaar als iemand iets duurs heeft gekocht]
een hele bedoening
[een hele drukte]
het was een hele bevalling
[het kostte veel moeite]
dat is een hele eer
[een onderscheiding]
een heel eind komen
[je doel bijna bereiken]
het is een hele geschiedenis
[een lang verhaal]
het is een heel karwei
[niet gemakkelijk]
er een hele kluif aan hebben
[er veel werk aan hebben, het moeilijk vinden]
hij is een hele piet
[een belangrijk persoon]
een hele prestatie
[een knap stukje werk]
de hele tijd
[voortdurend]
het is een hele zit
[commentaar als je lang ergens moet zitten]
dat is een hele zorg minder
[opgelucht commentaar als een probleem is opgelost]
een heel getal
[getal dat geen breuk is]
dat is een hele investering
[dat kost veel]
stap voor stap
[langzaam, elke keer een stukje]
een stap in de goede richting
[waardoor je dichter bij je doel komt]
op stap gaan
[ergens heen gaan]
dat is een hele stap
[heel ingrijpend]
geen stap buiten de deur zetten
[binnen blijven]
stap voor stap
[langzaam]
over de hele linie
[in alle opzichten]
op het hele uur
[als de klok een vol uur aanwijst]
niets heel laten van iets of iemand
[alleen maar negatief beoordelen]
er bleef geen spaan van heel
[totaal niets]
een hele poos
[flink lang]
dat is een hele aanschaf
[commentaar als iemand iets duurs heeft gekocht]
het was een hele bevalling
[het kostte veel moeite]
dat is een hele eer
[een onderscheiding]
een heel eind komen
[je doel bijna bereiken]
het is een heel karwei
[niet gemakkelijk]
er een hele kluif aan hebben
[er veel werk aan hebben, het moeilijk vinden]
hij is een hele piet
[een belangrijk persoon]
een hele prestatie
[een knap stukje werk]
de hele tijd
[voortdurend]
het is een hele zit
[commentaar als je lang ergens moet zitten]
dat is een hele zorg minder
[opgelucht commentaar als een probleem is opgelost]
een heel getal
[getal dat geen breuk is]
dat is een hoofdstuk apart
[iets heel bijzonders]
een wereld apart
[een totaal andere wereld]
een klasse apart
[iets heel bijzonders]
hem koud maken
[vermoorden]
een koud buffet
[zelfbedieningsmaaltijd met salades en andere koude gerechten]
een koude douche
[iets onverwachts wat je erg tegenvalt]
groente van de koude grond
[niet in een kas gekweekt, maar buiten]
een koude kikker
[iemand die onverstoorbaar is]
het langs je koude kleren laten afglijden
[je er niets van aantrekken]
het niet koud laten worden
[er onmiddellijk werk van maken]
ergens niet warm of koud van worden
[er niet door geraakt worden]
het koude zweet brengt me uit
[dat zeg je als je erg angstig bent]
dat laat hem koud
[dat doet hem niets, raakt hem niet]
kouwe drukte
[nodeloze ophef]
kouwe kak
[afkeurende benaming voor mensen die deftig doen]
dat is een koud kunstje
[het is niet moeilijk]
een koude oorlog
[oorlog zonder gevechten]
de Koude Oorlog
[benaming voor de vijandelijkheden tussen de VS en de Sovjet-Unie]
iemand lekker maken
[zorgen dat hij ernaar verlangt]
lekkere trek hebben
[zin in lekkere dingen]
wat je ver haalt is lekker
[wat van ver komt wordt meer gewaardeerd]
lekker is maar één vinger lang
[genieten duurt maar even]
voor het lekker
[omdat het zo lekker is]
dat zit me niet lekker
[dat bevalt me niet]
een lekker ding
[aantrekkelijke persoon]
lekker in het gehoor liggen
[gemakkelijk om naar te luisteren]
je bent niet lekker!
[je bent niet goed wijs]
dat is een lekker stel
[die samen niet veel goeds van plan zijn]
het zit me niet lekker
[ik ben er ontevreden of bezorgd over]
je bent niet lekker!
[je bent gek!]
dat is een lot uit de loterij!
[een buitenkans]
lootjes trekken
[briefjes met de naam van iemand]
van lotje getikt
[gek]
hem aan zijn lot overlaten
[je niet om hem bekommeren]
de ironie van het lot
[het toeval brengt het tegenovergestelde van wat je verwacht]
zich zijn lot aantrekken
[met hem begaan zijn]
berusten in zijn lot
[er vrede mee hebben]
hij kreeg op zijn flikker
[een pak slaag of een uitbrander]
hij weet er geen flikker van
[hij weet er niets van]
dat is een luie flikker
[hij voert nooit iets uit]
in de open lucht
[buiten]
met open mond
[heel verbaasd]
hem met open armen ontvangen
[heel hartelijk]
een open boek zijn
[geen geheimen hebben]
dat is een open deur
[iets wat al veel vaker verteld is]
dweilen met de kraan open
[proberen een probleem op te lossen, zonder iets aan de oorzaken te doen]
met open mond luisteren
[zeer aandachtig]
een open oog hebben voor iets
[er de waarde, het belang van inzien]
we spelen open kaart
[we zeggen het eerlijk]
een film met een open eind
[je ziet niet hoe het afloopt]
dat laat ik nog even open
[dat bepaal ik nu nog niet]
een open sollicitatie
[waarin de sollicitant zichzelf aanbiedt voor werk]
een open vraag
[waarbij geen mogelijke antwoorden gegeven worden]
een open brief
[bestemd voor iedereen die hem wil lezen]
een open dag
[kijkdag bij een instelling]
open huis houden
[iedereen mag binnenlopen op het moment dat hem uitkomt]
een open inrichting
[zonder afgesloten deuren]
de Open Universiteit
[die voor iedereen toegankelijk is]
een open gezicht
[dat vertrouwen wekt]
open kaart spelen
[eerlijk zijn, niets verbergen]
in open zee
[ver uit de kust]
open en bloot
[vrij en zonder zich te schamen]
scoren voor open doel
[op een gemakkelijke manier succes behalen]
dat is een pak van mijn hart
[een grote opluchting]
hij krijgt een pak slaag
[klappen]
je moet niet bij de pakken neerzitten
[moed houden]
heb het hart niet!
[waag het niet!]
iemand een hart onder de riem steken
[hem moed inspreken]
het gaat me aan het hart
[ik vind het heel jammer]
met hart en ziel
[met veel inzet en overtuiging]
van harte
[gelukwens bij verjaardag of ander feest]
het hart klopte in mijn keel
[ik was erg bang]
iets op je hart hebben
[ergens over willen praten, maar het niet durven]
er je hart aan kunnen ophalen
[er enorm van kunnen genieten]
iemand een warm hart toedragen
[hem erg aardig vinden]
het hart op de juiste plaats hebben
[graag iets voor anderen doen]
met de hand op het hart iets beloven
[ernstig en eerlijk]
geen hart hebben
[geen menselijk gevoel]
weinig, maar uit een goed hart
[weinig, maar ik geef het graag]
een gebroken hart
[liefdesverdriet]
naar hartenlust
[zoveel als je wilt]
je hebt mijn hart gestolen
[ik ben verliefd op je]
dat is een pleister op de wonde
[dat verzacht de ellende een beetje]
zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten
[als je iets slechts van iemand denkt, heb je zelf die eigenschap vaak ook]
dat is een rare gast!
[een rare figuur]
hem tegen het lijf lopen
[hem tegenkomen]
dat heeft niets om het lijf
[dat betekent niets]
dat is hem op het lijf geschreven
[past precies bij hem]
gezond van lijf en leden
[helemaal gezond]
blijf van mijn lijf!
[raak me niet aan!]
iemand te lijf gaan
[met hem gaan vechten]
geen hemd aan het lijf hebben
[straatarm zijn]
iemand het hemd van het lijf vragen
[uithoren]
in levenden lijve
[in persoon, in werkelijkheid]
dat is een rib uit mijn lijf
[een flinke uitgave]
iemand de stuipen op het lijf jagen
[erg laten schrikken]
aan mijn lijf geen polonaise
[ik heb geen zin in ingewikkelde toestanden]
het vege lijf redden
[er levend af komen]
je kunt zijn ribben tellen
[hij is erg mager]
dat is een rib uit mijn lijf
[dat is erg duur]
zwevende ribben
[die niet met het borstbeen verbonden zijn]
dat is een schrale troost
[geen echte troost]
het schip is in de lucht gevlogen
[ontploft]
dat is uit de lucht gegrepen
[dat kun je niet bewijzen]
de kritiek was niet van de lucht
[er was veel kritiek]
het programma gaat de lucht in
[wordt uitgezonden]
een gat in de lucht springen
[heel blij zijn]
dat is uit de lucht gegrepen
[verzonnen, niet waar]
er hangt iets in de lucht
[er gaat iets gebeuren]
de kou is uit de lucht
[het conflict is voorbij]
dat is een slag in de lucht
[iets wat nergens op gebaseerd is]
iets in de lucht laten vliegen
[het opblazen]
een vliegtuig uit de lucht halen
[het neerschieten]
de lucht breekt
[de wolken gaan uiteen]
niet van de lucht zijn
[veel voorkomen]
er is geen vuiltje aan de lucht
[het is helemaal in orde]
in de open lucht
[buiten]
hij leeft van de lucht
[heeft weinig geld nodig]
we gaan een luchtje scheppen
[buiten lopen]
hij doet alsof zij lucht is
[alsof hij haar niet ziet]
het zit in de lucht
[iedereen heeft er last van]
frisse lucht
[de buitenlucht]
geen lucht krijgen
[moeilijk kunnen ademhalen]
een luchtje scheppen
[buiten een wandeling maken]
van de lucht leven
[heel sober]
dat is een slecht voorteken
[dat voorspelt niet veel goeds]
als de voortekenen niet bedriegen....
[het lijkt erop dat...]
daar zal ik een stokje voor steken
[dat zal ik verhinderen]
hij krijgt het met iedereen aan de stok
[heeft met iedereen ruzie]
je krijgt mij daar met geen stok naar toe
[ik ga absoluut niet]
dat is een stok achter de deur
[iets vervelends waarmee je hem aan kunt sporen]
iemand een stok tussen de benen steken
[zijn plannen verhinderen]
alle gekheid op een stokje
[nu is het afgelopen met grappig doen]
wie een hond wil slaan, vindt licht een stok
[wie kwaad wil, vindt altijd wel een reden]
met de kippen op stok gaan
[vroeg naar bed gaan]
met geen stok
[op geen enkele wijze]
van je stokje gaan
[flauwvallen]
ik zet er een streep onder
[ik hou ermee op]
dat is een streep door de rekening
[een tegenvaller]
er loopt bij hem een streepje door
[hij is niet goed wijs]
een streepje voor hebben
[meer rechten hebben dan de anderen]
ergens een streep door halen
[het niet laten doorgaan]
iemand over de streep trekken
[hem overhalen]
op je strepen staan
[volhouden dat je er recht op hebt]
op het puntje van zijn stoel zitten
[heel goed opletten]
het ligt op het puntje van mijn tong
[ik weet het, maar kan er even niet opkomen]
daar kunnen ze een puntje aan zuigen
[een voorbeeld aan nemen]
tot in de puntjes verzorgd
[heel netjes]
dat is een teer punt
[je kunt er beter niet over praten]
ergens een punt van maken
[er moeilijk over doen]
een omstreden punt
[waarover verschil van mening bestaat]
er een punt achter zetten
[ermee stoppen]
we stonden op het punt om te vertrekken
[we zouden juist vertrekken]
als puntje bij paaltje komt
[als het eropaan komt]
dat is een vereiste
[dat is echt nodig]
je neus stoten
[afgewezen worden]
hem met zijn neus op de feiten drukken
[laten zien hoe het werkelijk zit]
de neuzen tellen
[tellen hoeveel mensen er zijn]
er met je neus bovenop staan
[er vlakbij staan]
met je neus kijken
[niet goed zoeken]
uit je neus zitten eten
[niets doen]
je neus in de wind steken
[ergens trots op zijn]
op je neus kijken
[teleurgesteld zijn omdat het tegenvalt]
overal zijn neus in steken
[zich overal mee bemoeien]
een frisse neus halen
[bij koud weer buiten lopen]
geen knip voor zijn neus waard zijn
[nergens goed voor zijn, nergens voor deugen]
m'n neus!
[kom nou, dat is onzin]
iemand bij de neus nemen
[hem voor de gek houden, bedriegen]
dat komt me de neus uit
[daar heb ik schoon genoeg van]
iemand iets door de neus boren
[niet betalen wat men hem schuldig is]
plotseling voor iemands neus staan
[hem onverwacht ontmoeten]
de deur voor zijn neus dichtdoen
[terwijl hij er vlak voor staat]
dat gaat je neus voorbij
[daar krijg je niets van]
iemand iets onder de neus wrijven
[hem vertellen wat hij verkeerd deed]
dat zal ik je niet aan je neus hangen
[niet vertellen]
iets langs zijn neus weg zeggen
[terloops, alsof het niet belangrijk is]
doen alsof je neus bloedt
[alsof je van niets weet]
zijn neus krult
[hij is blij over een compliment]
iemand de pen op de neus zetten
[hem waarschuwen dat hij zich beter moet gedragen]
alle neuzen wijzen dezelfde kant op
[iedereen heeft dezelfde mening]
bleek om de neus worden
[ergens heel bang voor zijn]
niet verder kijken dan je neus lang is
[niet goed nadenken]
iemand iets door de neus boren
[verhinderen dat hij het krijgt]
met de neus in de boter vallen
[het goed treffen]
het deksel op je neus krijgen
[gestraft worden als je te begerig bent]
het ligt voor je neus
[vlak voor je]
iemand de pin op de neus zetten
[zo onder druk zetten dat hij gehoorzaamt]
dat is een wassen neus
[stelt niets voor]
het neusje van de zalm
[het fijnste, het beste]
een fijne neus voor iets hebben
[intuïtief iets opmerken]
een scherpe neus hebben
[goed kunnen ruiken]
je gewicht in goud waard zijn
[heel waardevol zijn]
dat legt gewicht in de schaal
[is heel belangrijk]
dat is een zaak van veel gewicht
[een belangrijke zaak]
dat is eens een ander geluid
[een andere mening dan gewoonlijk]
dat is erg in trek
[iedereen wil het hebben]
jij komt wel aan je trekken
[je krijgt je deel wel]
hij krijgt zijn trekken thuis
[hij wordt nu op zijn beurt ook gestraft]
ik vertel het in grote trekken
[in grote lijnen]
er zit geen trek in de schoorsteen
[de schoorsteen zuigt niet]
dat is geen cent waard
[niets waard]
dat is niet de moeite waard
[niets waard]
wat is het je waard?
[wat heb je ervoor over]
ze is nog niet veel waard
[nog niet erg fit]
de ene dienst is de andere waard
[als je iets voor iemand doet, verwacht je dat de ander ook iets voor jou doet]
het is zoveel waard als de gek ervoor geeft
[zoveel als de liefhebber ervoor wil betalen]
iemand niet waard zijn
[hem of haar niet verdienen]
dat is geen excuus
[geen geldige reden]
iemand excuus vragen
[vragen of hij je kan vergeven]
je excuses maken
[zeggen dat het je spijt]
een frisse adem
[die aangenaam ruikt]
de frisse lucht
[de buitenlucht]
een frisse neus halen
[een luchtje scheppen]
dat is geen fris zaakje
[er is op een verdachte manier gewerkt]
met frisse tegenzin
[ironische opmerking als je ergens geen zin in hebt]
zo fris als een hoentje
[goed uitgerust, vol energie]
fris van de lever
[spontaan]
klein geld
[munten]
groot geld
[bankpapier]
voor half geld
[voor de halve prijs]
geld opnemen
[geld bij de bank of het postkantoor halen]
hij zwemt in het geld
[is erg rijk]
dat doe ik voor geen geld!
[absoluut niet]
voor hetzelfde geld was het anders
[het had net zo goed anders kunnen zijn]
met geld smijten
[veel geld uitgeven]
het geld groeit me niet op de rug
[ik ben niet zo rijk dat ik dat zomaar kan betalen]
geld over de balk gooien
[verspillen]
geld stinkt niet
[het is niet belangrijk hoe je aan je geld komt]
veel geld in het laatje brengen
[veel opleveren]
je geld of je leven!
[uitroep bij een overval]
van je geld leven
[niet meer hoeven werken]
iets te gelde maken
[het verkopen]
geld dat stom is, maakt recht wat krom is
[geld maakt ook onrecht goed]
al kreeg ik geld toe!
[schampere opmerking als je iets echt niet wilt]
het geldt brandt hem in de zak
[hij wil het heel graag uitgeven]
geld zoekt geld
[wie geld bezit, krijgt er gemakkelijk geld bij]
eieren kiezen voor je geld
[je noodgedwongen met minder tevreden stellen]
voor half geld
[voor de helft van wat anderen moeten betalen]
dat is geen geld
[heel goedkoop]
het voor geen geld willen missen
[beslist niet]
geld speelt geen rol
[het doet er niet toe wat het kost]
alle waar is naar zijn geld
[wat goedkoop is, kan niet goed zijn]
we spelen open kaart
[we zeggen precies wat we denken]
hem in de kaart spelen
[hem ongewild bevoordelen]
alles op één kaart zetten
[je geluk van één ding laten afhangen]
ansichtkaart
[kaart die je stuurt als je op vakantie bent]
trouwkaart
[kaart met aankondiging van een huwelijk]
speelkaart
[kaart om het kaartspel mee te spelen]
dat is geen haalbare kaart
[heeft geen kans van slagen]
de groene kaart
[internationaal verzekeringsbewijs]
de rode kaart
[teken van ernstige overtreding waarvoor je het veld wordt uitgestuurd]
de gele kaart
[teken van bestraffing in een voetbalwedstrijd]
de kaarten zijn geschud
[de uitslag ligt vast]
de kaarten liggen nu anders
[de situatie is veranderd]
zijn kaarten op tafel leggen
[zijn bedoelingen onthullen]
dat is doorgestoken kaart
[afgesproken werk]
iemand in de kaart kijken
[zijn geheime plannen doorzien]
open kaart spelen
[eerlijk zijn, niets verbergen]
iemand in de kaart spelen
[hem helpen]
de problemen zijn nog niet in kaart gebracht
[nog niet op een rijtje gezet]
een blinde kaart
[zonder plaatsnamen]
iets in kaart brengen
[er een overzicht van maken]
iets op de kaart zetten
[zorgen dat het algemeen bekend wordt]
een stad van de kaart vegen
[vernietigen]
van de kaart zijn
[helemaal in de war zijn]
dat is geen haalbare kaart
[dat plan heeft geen kans van slagen]
dat is geen manier van doen
[geen fatsoenlijk gedrag]
zij heeft van die maniertjes
[ze doet zo overdreven]
dat is geen overbodige luxe
[het is hard nodig]
dat is geen stijl
[dat hoor je niet te doen]
geen sprake van!
[ik wil het niet!]
we kunnen in geen geval op vakantie
[zeker niet]
werk in uitvoering
[hier wordt gewerkt]
alles in het werk stellen om ...
[al het mogelijke doen]
zij heeft lang werk
[doet er lang over]
er werk van maken
[je ervoor inspannen]
er is werk aan de winkel
[er is veel te doen]
het vuile werk opknappen
[het moeilijkste of vervelendste doen]
dat is het betere werk
[dat gaat goed]
veel handen maken licht werk
[met wat hulp gaat alles gemakkelijker]
dat is onbegonnen werk
[onmogelijk]
goed gereedschap is het halve werk
[met goed gereedschap gaat het gemakkelijker]
geen half werk doen
[het keurig, grondig doen]
omkomen in het werk
[het erg druk hebben]
er is veel werk aan de winkel
[er is veel te doen]
naar je werk gaan
[naar de plaats waar je werkt]
dat is afgesproken werk
[geen toeval]
dat is geen werk
[geen manier van doen, niet eerlijk]
dat is een verkeerde voorstelling van zaken
[het geeft de dingen verkeerd weer]
werk in uitvoering
[hier wordt gewerkt]
alles in het werk stellen om ...
[al het mogelijke doen]
zij heeft lang werk
[doet er lang over]
er werk van maken
[je ervoor inspannen]
er is werk aan de winkel
[er is veel te doen]
het vuile werk opknappen
[het moeilijkste of vervelendste doen]
half werk leveren
[het niet goed doen]
het is geen aangenomen werk!
[je hoeft je niet zo te haasten]
dat is het betere werk
[dat gaat goed]
veel handen maken licht werk
[met wat hulp gaat alles gemakkelijker]
dat is onbegonnen werk
[onmogelijk]
goed gereedschap is het halve werk
[met goed gereedschap gaat het gemakkelijker]
geen half werk doen
[het keurig, grondig doen]
omkomen in het werk
[het erg druk hebben]
er is veel werk aan de winkel
winkel [er is veel te doen]
naar je werk gaan
[naar de plaats waar je werkt]
dat is afgesproken werk
[geen toeval]
dat is geen werk
[geen manier van doen, niet eerlijk]
hij heeft het niet met zoveel woorden gezegd
[niet precies zo]
hem aan het woord laten
[hem de anderen toe laten spreken]
met andere woorden
[anders gezegd]
er geen woorden voor hebben
[het heel goed of heel erg vinden]
je haalt me de woorden uit de mond
[je zegt wat ik net had willen zeggen]
er geen woorden aan vuil willen maken
[er niet over willen spreken]
hij had het hoogste woord
[was steeds op een overheersende manier aan het praten]
het hoge woord komt eruit
[hij zegt wat hij eerst niet durfde te zeggen]
met twee woorden spreken
['ja meneer' zeggen, in plaats van 'ja']
iemand woorden in de mond leggen
[niet juist navertellen wat hij gezegd heeft]
het laatste woord willen hebben
[er als laatste iets over willen beslissen]
van het ene woord kwam het andere
[het ontaardde in ruzie]
wiens brood men eet, diens woord men spreekt
[je staat aan de kant van degene bij wie je in dienst bent]
geen woorden maar daden
[we hebben niets aan praatjes alleen]
ergens geen woorden voor hebben
[het niet kunnen uitleggen]
dat is geen woord teveel gezegd
[dat is niet overdreven]
woorden hebben
[ruzie hebben]
holle woorden
[zonder inhoud]
het hoogste woord hebben
[druk en zelfbewust praten]
let op mijn woorden!
[dat zal zeker gebeuren]
woorden schieten tekort
[het is niet in woorden uit te drukken]
met twee woorden spreken
[niet alleen met ja of nee antwoorden]
woord voor woord
[volledig en precies]
je woorden wegen
[zorgvuldig formuleren]
ik geloof je op je woord
[omdat je het zegt]
woord houden
[doen wat je beloofd hebt]
iemand aan zijn woord houden
[verlangen dat hij doet wat hij beloofd heeft]
een man van zijn woord
[iemand die zich aan zijn afspraken houdt]
een man een man, een woord een woord
[iemand die eerlijk is, houdt zich aan zijn beloftes]
iemand aan het woord laten
[laten uitspreken]
het woord voeren
[spreken]
zijn woordje kunnen doen
[zich goed kunnen uitdrukken]
het woord richten tot iemand
[hem toespreken]
iemand te woord staan
[hem aanhoren]
een goed woordje voor hem doen
[hem aanbevelen]
een vies woord
[een woord dat met seks of met ontlasting te maken heeft]
niet uit je woorden kunnen komen
[er niet in slagen het te zeggen]
hem op zijn woord geloven
[hij hoeft het niet te bewijzen]
een hartig woordje spreken met iemand
[hem zeggen wat je vindt]
er was geen woord tussen te krijgen
[ik kreeg niet de kans om iets te zeggen]
een goed verstaander heeft maar een half woord nodig
[voor iemand die goed luistert, is een aanduiding voldoende]
enkele woorden wisselen
[met elkaar spreken]
een aardig woordje Engels spreken
[die taal goed beheersen]
altijd het laatste woord willen hebben
[altijd nog iets willen toevoegen]
de daad bij het woord voegen
[een plan meteen ten uitvoer brengen]
daar is geen woord Frans bij
[dat is heel duidelijk]
daarover is het laatste woord nog niet gesproken
[die zaak is nog niet afgehandeld]
woorden hebben
[ruzie hebben]
dat is geen zuivere koffie
[een verdachte zaak]
niet zuiver op de graad zijn
[niet helemaal vers, niet helemaal betrouwbaar]
van het zuiverste water
[van de beste soort]
een zuiver geweten hebben
[je niet schuldig voelen]
hij is zuiver op de graat
[absoluut eerlijk]
dat is geen zuivere koffie
[dat is niet in orde, niet zoals het hoort]
op de koffie komen
[ergens slecht vanaf komen]
dat is andere koffie
[dat is nog eens wat anders]
koffie verkeerd
[met heel veel warme melk erin]
dat is geen zuivere koffie
[dat is niet helemaal te vertrouwen]
hij komt nog wel op de koffie
[hij komt er nog wel achter]
dat is geen zuivere koffie
[dat is niet in orde, niet zoals het hoort]
op de koffie komen
[ergens slecht vanaf komen]
dat is andere koffie
[dat is nog eens wat anders]
koffie verkeerd
[met heel veel warme melk erin]
dat is geen zuivere koffie
[dat is niet helemaal te vertrouwen]
hij komt nog wel op de koffie
[hij komt er nog wel achter]
dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan [
[als iemand lichtvaardig praat over een moeilijke klus]
jij hebt gemakkelijk praten
[voor jou ligt de zaak heel anders]
hij spreekt gemakkelijk
[vlot en zonder stotteren]
maak het je gemakkelijk
[ga lekker zitten]
een gemakkelijke stoel
[waarin je kunt luieren]
het zich gemakkelijk maken
[minder moeite voor iets doen dan eigenlijk zou moeten]
mijn vader is niet gemakkelijk
[hij is lastig in de omgang]
dat is gerommel in de marge
[het levert niets op, het is niet belangrijk genoeg]
dat is gevaarlijk terrein
[een moeilijk, gevoelig onderwerp]
dat is goed uitgevallen
[goed gelukt]
dat is helemaal in zijn stijl
[op zijn manier]
hij doet dat met stijl
[op een goede en mooie manier]
het huis is in stijl ingericht
[alles pas bij elkaar]
ik vind dat geen stijl
[een slechte manier van doen]
stijl hebben
[laten zien dat je een goede smaak hebt]
iets verkeerd begrijpen
[anders opvatten dan het bedoeld is]
je hebt de verkeerde voor
[je ziet me voor iemand anders aan]
aan het verkeerde adres zijn
[niet bij de goede persoon]
iemand op het verkeerde been zetten
[door een schijnbeweging iemand in de verkeerde richting laten denken]
het bij het verkeerde eind hebben
[ongelijk hebben]
in verkeerde handen vallen
[bij mensen terechtkomen die je kwaad doen]
dat is hem in het verkeerde keelgat geschoten
[daar is hij boos om]
koffie verkeerd
[met veel warme melk erin]
verkeerd verbonden zijn
[niet het juiste telefoonnummer gekozen hebben]
hij is van de verkeerde kant
[homoseksueel]
verkeerd om
[omgekeerd en daardoor verkeerd]
hem tegen het lijf lopen
[hem tegenkomen]
dat heeft niets om het lijf
[dat betekent niets]
dat is hem op het lijf geschreven
[past precies bij hem]
gezond van lijf en leden
[helemaal gezond]
blijf van mijn lijf!
[raak me niet aan!]
iemand te lijf gaan
[met hem gaan vechten]
geen hemd aan het lijf hebben
[straatarm zijn]
iemand het hemd van het lijf vragen
[uithoren]
in levenden lijve
[in persoon, in werkelijkheid]
dat is een rib uit mijn lijf
[een flinke uitgave]
iemand de stuipen op het lijf jagen
[erg laten schrikken]
aan mijn lijf geen polonaise
[ik heb geen zin in ingewikkelde toestanden]
het vege lijf redden
[er levend af komen]
onder de voet gelopen worden
[weggedrukt door een menigte]
hem voor de voeten lopen
[in de weg lopen]
dat heeft heel wat voeten in de aarde
[kost veel moeite]
op voet van gelijkheid
[als twee gelijken]
voet bij stuk houden
[niet toegeven]
ten voeten uit
[helemaal zoals hij is]
voetje voor voetje
[heel langzaam]
op de voet volgen
[van heel dichtbij]
hem de voet dwars zetten
[tegenwerken]
hem het gras voor de voeten wegmaaien
[iets zeggen wat de ander óók juist had willen zeggen]
op grote voet leven
[met geld smijten]
belastingvrije voet
[deel van het inkomen waarover je geen belasting hoeft te betalen]
een wit voetje halen
[iets doen om indruk te maken]
je uit de voeten maken
[snel weggaan]
hem iets voor de voeten gooien
[verwijten]
geen voet buiten de deur zetten
[binnen blijven]
op de oude voet voortzetten
[op dezelfde manier]
op goede voet staan
[vriendschappelijk met elkaar omgaan]
ermee uit de voeten kunnen
[er goed mee kunnen werken]
dat is hem ten voeten uit
[dat is kenmerkend voor hem]
dat is hem wel toevertrouwd!
[dat kan hij wel]
werk in uitvoering
[hier wordt gewerkt]
alles in het werk stellen om ...
[al het mogelijke doen]
zij heeft lang werk
[doet er lang over]
er werk van maken
[je ervoor inspannen]
er is werk aan de winkel
[er is veel te doen]
het vuile werk opknappen
[het moeilijkste of vervelendste doen]
half werk leveren
[het niet goed doen]
het is geen aangenomen werk!
[dat gaat goed]
dat is het betere werk
[dat gaat goed]
veel handen maken licht werk
[met wat hulp gaat alles gemakkelijker]
dat is onbegonnen werk
[onmogelijk]
goed gereedschap is het halve werk
[met goed gereedschap gaat het gemakkelijker]
geen half werk doen
[het keurig, grondig doen]
omkomen in het werk
[het erg druk hebben]
er is veel werk aan de winkel
[er is veel te doen]
naar je werk gaan
[naar de plaats waar je werkt]
dat is afgesproken werk
[geen toeval]
dat is geen werk
[geen manier van doen, niet eerlijk]
de telefoon is in gesprek
[bezet]
dat is het gesprek van de dag
[daar praat iedereen over]
een gesprek voeren
[ergens over praten]
iets tot de juiste proporties terugbrengen
[de juiste betekenis geven van iets wat overdreven is voorgesteld]
dat is het hem nou juist
[dat is precies het probleem]
het komt juist van pas
[precies op het goede moment]
dat is het juiste woord niet
[het geeft niet goed aan wat ik bedoel]
de juiste woorden weten te vinden
[precies weten wat je wilt gaan zeggen]
de telefoon is in gesprek
[bezet]
dat is het gesprek van de dag
[daar praat iedereen over]
dat is het gesprek van de dag
[daar praat iedereen over]
een gesprek voeren
[ergens over praten]
iets tot de juiste proporties terugbrengen
[de juiste betekenis geven van iets wat overdreven is voorgesteld]
dat is het hem nou juist
[dat is precies het probleem]
het komt juist van pas
[precies op het goede moment]
dat is het juiste woord niet
[het geeft niet goed aan wat ik bedoel]
de juiste woorden weten te vinden
[precies weten wat je wilt gaan zeggen]
dat is het laatste redmiddel
[waarna er niets meer aan te doen valt]
ik ben de laatste om dat te zeggen
[ik moet het zeker niet zeggen]
op het laatst had ik er genoeg van
[tenslotte had ik er genoeg van]
wanneer heb je hem voor het laatst gezien?
[welke keer was het kortst geleden?]
de laatste mode
[de nieuwste mode]
de resultaat van het onderzoek
[de uitslag ervan]
zonder resultaat
[zonder dat het succes had]
dat is het resultaat van te veel drinken
[het gevolg ervan]
dat leidt tot goede resultaten
[tot goede gevolgen]
hij verstaat zijn vak
[hij is goed in zijn werk]
de kneepjes van het vak kennen
[het vak goed beheersen]
dat is het risico van het vak
[als je dat gevaar niet wilt lopen, moet je er niet aan beginnen]
een oude rot in het vak
[iemand met veel ervaring]
zijn vak verstaan
[vakkundig zijn]
van top tot teen
[helemaal]
hij staat aan de top
[bovenaan]
dat is het topje van de ijsberg
[een klein deeltje van een onaangename zaak]
topconferentie
[vergadering van hoogste machthebbers]
dat is het toppunt!
[dat is te gek, de maat is vol!]
het toppunt van ellende
[de ergste ellende]
hij verdient het zout in de pap niet
[verdient bijna niets]
iets met een korreltje zout nemen
[het niet te letterlijk opvatten]
het zout in de pap niet verdienen
[bijna niets verdienen]
peper- en zoutkleurig
[gedeeltelijk grijs]
op alle slakken zout leggen
[overal opmerkingen over maken]
zout in de wonde wrijven
[een vervelende opmerking maken over iets wat pijnlijk is]
dat is het zout in de pap
[wat het interessant, boeiend maakt]
zo zout heb ik het nog nooit gegeten
[zoiets raars heb ik nog nooit meegemaakt]
zout water
[zeewater]
de ruzie liep hoog op
[was erg heftig]
dat zit haar erg hoog
[dat houdt haar erg bezig]
hij zit hoog en droog thuis
[veilig thuis]
hij zweert het bij hoog en bij laag
[zegt dat het zeker waar is]
een hoge borst opzetten
[verwaand zijn]
dat is te hoog gegrepen
[te moeilijk]
iets hoog houden
[in ere houden]
je kunt hoog of laag springen, maar...
[om duidelijk te maken dat je niet van mening zult veranderen]
de lat hoog leggen
[hoge eisen stellen]
hoog tegen iemand opkijken
[veel bewondering voor hem hebben]
geen hoge pet op hebben van iemand
[niet veel van hem verwachten]
hoog van de toren blazen
[een grote mond hebben]
iets hoog in zijn vaandel hebben
[er veel waardering voor hebben]
het neemt een hoge vlucht
[ontwikkelt zich goed en snel]
het neemt een hoge vlucht
[ontwikkelt zich goed en snel]
geen zee gaat hem te hoog
[hij laat zich nergens door afschrikken]
het hoogste lied zingen
[luidkeels laten horen dat je blij bent]
het hoogste woord hebben
[druk en zelfbewust praten]
in hoge mate
[zeer]
hoge ogen gooien
[er veel kans op hebben]
iemand te hoog aanslaan
[hem te veel belasting laten betalen]
hoge lasten hebben
[veel moeten betalen voor woning en onderhoud]
ten hoogste
[maximaal]
een hoge dunk van jezelf hebben
[denken dat je beter bent dan anderen]
iemand hoog hebben
[eerbied, respect voor hem hebben]
een hogere macht
[bovenaards wezen of principe]
in hogere sferen zijn
[wegdromen]
hoger beroep aantekenen
[herziening vragen van een vonnis]
geen hoge dunk van iemand hebben
[hem minachten]
op zijn hoogst
[in het uiterste geval]
de Hoge Raad
[hoogste rechtbank van Nederland]
hoog spel spelen
[riskante dingen doen]
dat is hogere wiskunde voor mij
[dat vind ik heel moeilijk]
hoge nood hebben
[naar het toilet moeten]
het is hoog tijd
[we kunnen niet wachten]
in hoge mate
[zeer, ruimschoots]
de strijd loopt hoog op
[wordt steeds erger]
hoog aan de wind zeilen
[bovenwinds]
iets bij hoog en laag beweren
[heel stellig]
iets hoog opnemen
[het iemand zeer kwalijk nemen]
iets hoog opnemen
[het iemand zeer kwalijk nemen]
het hoge woord is eruit
[hij heeft het eindelijk gezegd]
het zit hem hoog
[hij is er heel verontwaardigd over]
een smalle beurs hebben
[een klein inkomen]
dat is Holland op zijn smalst
[schamper commentaar bij bekrompenheid]
het in orde maken
[het regelen]
orde op zaken stellen
[alles goed regelen]
dat is aan de orde van de dag
[dat komt vaak voor]
dat is nu niet aan de orde
[daar hebben we het nu niet over]
dat is in orde
[dat is goed]
hem tot de orde roepen
[een standje geven]
de orde handhaven
[zorgen dat alles rustig blijft]
hij kan geen orde houden
[de klas doet niet wat hij wil]
ik ben niet in orde
[niet helemaal gezond]
de openbare orde
[de rust op straat]
het aan de orde stellen
[erover beginnen]
een kort geding
[voor zaken die snel afgehandeld moeten worden]
dat is in het geding
[daar gaat het over]
dat is in strijd met de wet
[het mag niet volgens de wet]
de strijd om het bestaan
[de worsteling om in leven te blijven]
zijn volle gewicht in de strijd gooien
[zijn invloed en al zijn mogelijkheden gebruiken om te winnen]
zijn huid duur verkopen
[zich tot het uiterste verdedigen]
een dure liefhebberij
[iets wat veel geld kost]
dat komt hem duur te staan
[heeft onplezierige gevolgen voor hem]
duur doen
[opscheppen]
dat is je dure plicht
[het is een erezaak]
dat is je geraden!
[dat kun je maar beter doen]
dat is je visitekaartje
[dat laat een eerste indruk achter]
een visitekaartje achterlaten
[sporen achterlaten waaraan men kan zien wie er geweest is]
gooi niet met je visitekaartje
[gezegd tegen iemand die tegen je scheldt]
zijn ware bedoeling
[zijn echte bedoeling]
een waar paradijs
[je kunt het echt wel zo noemen]
eerlijk waar?
[is het echt zo]
het is maar al te waar
[het is echt waar]
het voor waar aannemen
[het geloven]
waar of niet?
[is het niet zo?]
zijn ware gezicht tonen
[laten zien hoe hij werkelijk is]
het is niet waar!
[uitroep van ongeloof]
het is te mooi om waar te zijn
[het is zó fijn dat ik het nauwelijks kan geloven]
niets is minder waar
[het is absoluut onjuist]
verdomd als het niet waar is
[ik ben er echt van overtuigd dat het waar is]
zo waar als ik Silvano heet
[dat zeg je om je woorden kracht bij te zetten]
iets tot ware proporties terugbrengen
[de juiste betekenis geven van wat overdreven is voorgesteld]
de ware Jacob
[de volmaakt geschikte partner]
dat is je ware
[dat moet je hebben]
dat is waar ook
[ik was het bijna vergeten]
een Haags bakje
[een halfvol kopje]
een bakje troost
[een kopje koffie]
dat is kat in het bakkie
[een eenvoudig karweitje]
de bak in draaien
[gevangengenomen worden]
een volle bak
[een volle zaal]
niet aan de bak komen
[geen werk kunnen vinden]
dat is kinderspel
[dat is heel eenvoudig]
dat is koren op zijn molen
[dat komt hem heel goed uit]
het moet al gek gaan als ...
[het is bijna zeker]
gek genoeg
[commentaar dat verbazing uitdrukt]
doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg
[gedraag je niet anders dan anderen]
je zou gek staan te kijken...
[stomverbaasd zijn]
hoe ouder hoe gekker
[wordt gezegd als oudere mensen iets bijzonders doen]
op de gekste tijden
[op tijdstippen waarop je het niet zou verwachten]
ik ben me daar gek!
[ik denk er niet over om dat te doen]
gek van angst
[buiten zichzelf]
het is om gek van te worden
[ergerlijk en vermoeiend]
zich gek zoeken naar iets
[er overal naar lopen te zoeken]
ben je gek!
[verontwaardigde reactie als iemand iets zegt wat onwaarschijnlijk is]
zo gek als een deur
[helemaal geschift]
díe is gek!
[schamper commentaar als iemand iets gevaarlijks doet]
hij is niet zo gek als hij eruitziet
[plagerig commentaar als iemand plotseling iets slims doet]
geen gek figuur slaan
[een goede indruk maken]
het is te gek om los te lopen
[het is al te dwaas]
dat is lang niet gek!
[tamelijk goed]
dat is te gek!
[geweldig!]
ik ben gek op Hema-worst
[ik ben er dol op]
Adam was gek op Eva
[hield veel van haar]
ergens gek mee zijn
[er veel van houden]
de dames gaan in het lang
[in een lange jurk]
iets op de lange baan schuiven
[het telkens uitstellen]
op de lange duur
[over een lange tijd gezien]
aan het langste eind trekken
[het uiteindelijk winnen]
een lang gezicht trekken
[laten blijken dat je teleurgesteld bent]
de lange latten
[ski's]
lange tenen hebben
[snel beledigd zijn]
lange vingers hebben
[stelen]
het is zo lang als het breed is
[het komt op hetzelfde neer]
we hebben er lang en breed over gesproken
[heel uitvoerig]
hij zal het niet lang meer maken
[hij leeft nog maar kort]
ze heeft erg lang werk
[ze doet er een hele tijd over]
werk je daar al lang?
[al een tijd?]
een lange adem hebben
[iets lange tijd volhouden]
hoe langer hoe beter
[steeds beter]
al lang en breed
[al lang]
eerlijk duurt het langst
[met bedrog kom je niet ver]
lang geleden
[ver in het verleden]
we kennen elkaar langer dan vandaag
[om aan te geven dat je iemands gedrag goed kunt beoordelen]
van zijn lang zal z'n leven niet
[absoluut nooit]
hij zal het niet lang meer maken
[zal spoedig sterven]
lang van stof zijn
[altijd veel woorden nodig hebben]
dan kun je lang wachten
[spottend commentaar als iemand vergeefs ergens op wacht]
een lang weekend
[waar de maandag en/of de vrijdag bij betrokken is]
ergens lang werk mee hebben
[niet opschieten]
iets niet langer doen
[het niet meer doen]
dat is lang niet slecht
[behoorlijk goed]
ten langen leste
[eindelijk]
met lange tanden eten
[met tegenzin]
de soep wordt nooit zo heet gegeten als hij wordt opgediend
[het is niet zo erg als het lijkt]
je kunt er wel soep van koken
[het is heel erg vuil]
in de soep lopen
[mislukken]
dat is linke soep
[dat is gevaarlijk]
ik ga met het lood in mijn schoenen
[met veel tegenzin]
het loodje leggen
[verliezen of doodgaan]
dat is lood om oud ijzer
[het maakt niet uit wat je kiest]
de laatste loodjes wegen het zwaarst
[de eindfase is het moeilijkst]
de deur hangt uit het lood
[scheef]
hij is uit het lood geslagen
[verbaasd, verdrietig, machteloos]
hij heeft praatjes
[hij schept op over zichzelf]
dat is maar een praatje
[het is niet waar]
praatjes vullen geen gaatjes
[met alleen praten wordt het werk niet gedaan]
dat is me vies tegengevallen
[erg tegengevallen]
er vies bij zijn
[betrapt worden]
vies weer
[slecht weer]
vieze moppen
[die met seks te maken hebben]
hem vies te pakken nemen
[op een gemene manier]
er vies van zijn
[het niet leuk of lekker vinden]
daar ben ik niet vies van
[dat wil ik wel graag]
vieze varkens worden niet vet
[je moet niet zo kieskeurig zijn]
hij studeert rechten
[bestudeert het geheel van wetten en regels]
het recht aan zijn kant hebben
[gelijk hebben]
ongeschreven recht
[dat niet in wetten is vastgelegd]
gelijke rechten hebben
[hetzelfde mogen doen of hebben]
daar heb ik recht op
[volgens afspraak moet ik het mogen of krijgen]
dat is zijn goed recht
[hij mag dat]
met recht
[op grond van goede redenen]
recht doen aan iets
[de waarde ervan goed laten uitkomen]
het recht van de sterkste
[de sterkste is de baas]
het recht in eigen hand nemen
[zelf voor rechter spelen]
genade voor recht laten gelden
[iemand zijn straf kwijtschelden]
dat is mijn goed recht
[dat kan ik eisen of vragen]
waar niets is, verliest de keizer zijn recht
[als iemand niets heeft, valt er ook niets te halen]
tot zijn recht komen
[zich voldoende kunnen laten gelden]
recht van overpad
[om over iemands land te gaan]
tot zijn recht komen
[goed uitkomen]
zaken doen
[het sluiten van overeenkomsten]
geduld is een schone zaak
[heb nou maar geduld]
zaken gaan voor het meisje
[je werk is belangrijker dan een afspraakje]
zijn zaken waarnemen
[zijn belangen behartigen]
de zaak komt voor
[de rechtszaak]
hij is ter zake kundig
[hij weet er veel van]
kom ter zake!
[zeg wat je te zeggen hebt]
dat doet niet ter zake
[is niet belangrijk]
uit de aard der zaak
[als een noodzakelijk gevolg daarvan]
de zaak is deze
[dit is er aan de hand]
in de kern van de zaak
[in feite, eigenlijk]
gedane zaken nemen geen keer
[wat gebeurd is, laat zich niet veranderen]
met kennis van zaken
[op deskundige wijze]
onverrichter zake terugkeren
[zonder dat men zijn doel heeft bereikt]
de zaak aan het rollen brengen
[erover beginnen, ermee beginnen]
zoals de zaken nu staan ...
[zoals de situatie nu is]
het is zaak om ...
[we moeten ervoor zorgen]
het is niet veel zaaks
[stelt niet veel voor]
dat is mooi meegenomen
[dat is een voordeel]
dat is koren op zijn molen
[dat komt hem heel goed uit]
het moet al gek gaan als ...
[het is bijna zeker]
gek genoeg
[commentaar dat verbazing uitdrukt]
doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg
[gedraag je niet anders dan anderen]
je zou gek staan te kijken...
[stomverbaasd zijn]
hoe ouder hoe gekker
[wordt gezegd als oudere mensen iets bijzonders doen]
op de gekste tijden
[op tijdstippen waarop je het niet zou verwachten]
ik ben me daar gek!
[ik denk er niet over om dat te doen]
gek van angst
[buiten zichzelf]
het is om gek van te worden
[ergerlijk en vermoeiend]
zich gek zoeken naar iets
[er overal naar lopen te zoeken]
ben je gek!
[verontwaardigde reactie als iemand iets zegt wat onwaarschijnlijk is]
zo gek als een deur
[helemaal geschift]
díe is gek!
[schamper commentaar als iemand iets gevaarlijks doet]
hij is niet zo gek als hij eruitziet
[plagerig commentaar als iemand plotseling iets slims doet]
geen gek figuur slaan
[een goede indruk maken]
het is te gek om los te lopen
[het is al te dwaas]
dat is lang niet gek!
[tamelijk goed]
dat is te gek!
[geweldig!]
ik ben gek op Hema-worst
[ik ben er dol op]
Adam was gek op Eva
[hield veel van haar]
ergens gek mee zijn
[er veel van houden]
de dames gaan in het lang
[in een lange jurk]
iets op de lange baan schuiven
[het telkens uitstellen]
op de lange duur
[over een lange tijd gezien]
aan het langste eind trekken
[het uiteindelijk winnen]
een lang gezicht trekken
[laten blijken dat je teleurgesteld bent]
de lange latten
[ski's]
lange tenen hebben
[snel beledigd zijn]
lange vingers hebben
[stelen]
het is zo lang als het breed is
[het komt op hetzelfde neer]
we hebben er lang en breed over gesproken
[heel uitvoerig]
hij zal het niet lang meer maken
[hij leeft nog maar kort]
ze heeft erg lang werk
[ze doet er een hele tijd over]
werk je daar al lang?
[al een tijd?]
een lange adem hebben
[iets lange tijd volhouden]
een zaak van lange adem
[die lange tijd blijft bestaan]
hoe langer hoe beter
[steeds beter]
al lang en breed
[al lang]
eerlijk duurt het langst
[met bedrog kom je niet ver]
lang geleden
[ver in het verleden]
we kennen elkaar langer dan vandaag
[om aan te geven dat je iemands gedrag goed kunt beoordelen]
van zijn lang zal z'n leven niet
[absoluut nooit]
hij zal het niet lang meer maken
[zal spoedig sterven]
lang van stof zijn
[altijd veel woorden nodig hebben]
dan kun je lang wachten
[spottend commentaar als iemand vergeefs ergens op wacht]
een lang weekend
[waar de maandag en/of de vrijdag bij betrokken is]
ergens lang werk mee hebben
[niet opschieten]
iets niet langer doen
[het niet meer doen]
dat is lang niet slecht
[behoorlijk goed]
ten langen leste
[eindelijk]
met lange tanden eten
[met tegenzin]
de soep wordt nooit zo heet gegeten als hij wordt opgediend
[het is niet zo erg als het lijkt]
je kunt er wel soep van koken
[het is heel erg vuil]
in de soep lopen
[mislukken]
dat is linke soep
[dat is gevaarlijk]
ik ga met het lood in mijn schoenen
[met veel tegenzin]
het loodje leggen
[verliezen of doodgaan]
dat is lood om oud ijzer
[het maakt niet uit wat je kiest]
de laatste loodjes wegen het zwaarst
[de eindfase is het moeilijkst]
de deur hangt uit het lood
[scheef]
hij is uit het lood geslagen
[verbaasd, verdrietig, machteloos]
hij heeft praatjes
[hij schept op over zichzelf]
dat is maar een praatje
[het is niet waar]
praatjes vullen geen gaatjes
[met alleen praten wordt het werk niet gedaan]
de dames gaan in het lang
[in een lange jurk]
iets op de lange baan schuiven
[het telkens uitstellen]
op de lange duur
[over een lange tijd gezien]
aan het langste eind trekken
[het uiteindelijk winnen]
een lang gezicht trekken
[laten blijken dat je teleurgesteld bent]
de lange latten
[ski's]
lange tenen hebben
[snel beledigd zijn]
lange vingers hebben
[stelen]
het is zo lang als het breed is
[het komt op hetzelfde neer]
we hebben er lang en breed over gesproken
[heel uitvoerig]
hij zal het niet lang meer maken
[hij leeft nog maar kort]
ze heeft erg lang werk
[ze doet er een hele tijd over]
werk je daar al lang?
[al een tijd?]
een lange adem hebben
[iets lange tijd volhouden]
een zaak van lange adem
[die lange tijd blijft bestaan]
hoe langer hoe beter
[steeds beter]
al lang en breed
[al lang]
eerlijk duurt het langst
[met bedrog kom je niet ver]
lang geleden
[ver in het verleden]
we kennen elkaar langer dan vandaag
[om aan te geven dat je iemands gedrag goed kunt beoordelen]
van zijn lang zal z'n leven niet
[absoluut nooit]
hij zal het niet lang meer maken
[zal spoedig sterven]
lang van stof zijn
[altijd veel woorden nodig hebben]
dan kun je lang wachten
[spottend commentaar als iemand vergeefs ergens op wacht]
een lang weekend
[waar de maandag en/of de vrijdag bij betrokken is]
ergens lang werk mee hebben
[niet opschieten]
iets niet langer doen
[het niet meer doen]
dat is lang niet slecht
[behoorlijk goed]
ten langen leste
[eindelijk]
met lange tanden eten
[met tegenzin]
hij heeft praatjes
[hij schept op over zichzelf]
dat is maar een praatje
[het is niet waar]
praatjes vullen geen gaatjes
[met alleen praten wordt het werk niet gedaan]
dat is me vies tegengevallen
[erg tegengevallen]
er vies bij zijn
[betrapt worden]
vies weer
[slecht weer]
vieze moppen
[die met seks te maken hebben]
hem vies te pakken nemen
[op een gemene manier]
er vies van zijn
[het niet leuk of lekker vinden]
daar ben ik niet vies van
[dat wil ik wel graag]
vieze varkens worden niet vet
[je moet niet zo kieskeurig zijn]
hij studeert rechten
[bestudeert het geheel van wetten en regels]
het recht aan zijn kant hebben
[gelijk hebben]
ongeschreven recht
[dat niet in wetten is vastgelegd]
gelijke rechten hebben
[hetzelfde mogen doen of hebben]
daar heb ik recht op
[volgens afspraak moet ik het mogen of krijgen]
dat is zijn goed recht
[hij mag dat]
met recht
[op grond van goede redenen]
recht doen aan iets
[de waarde ervan goed laten uitkomen]
het recht van de sterkste
[de sterkste is de baas]
het recht in eigen hand nemen
[zelf voor rechter spelen]
genade voor recht laten gelden
[iemand zijn straf kwijtschelden]
dat is mijn goed recht
[dat kan ik eisen of vragen]
waar niets is, verliest de keizer zijn recht
[als iemand niets heeft, valt er ook niets te halen]
tot zijn recht komen
[zich voldoende kunnen laten gelden]
recht van overpad
[om over iemands land te gaan]
tot zijn recht komen
[goed uitkomen]
zaken doen
[het sluiten van overeenkomsten]
geduld is een schone zaak
[heb nou maar geduld]
zaken gaan voor het meisje
[je werk is belangrijker dan een afspraakje]
zijn zaken waarnemen
[zijn belangen behartigen]
de zaak komt voor
[de rechtszaak]
hij is ter zake kundig
[hij weet er veel van]
kom ter zake!
[zeg wat je te zeggen hebt]
dat doet niet ter zake
[is niet belangrijk]
de stand van zaken
[hoe het ervoor staat]
het fijne van de zaak vertelt hij niet
[de precieze gegevens]
dat is mijn zaak
[daar heb jij niets mee te maken]
uit de aard der zaak
[als een noodzakelijk gevolg daarvan]
de zaak is deze
[dit is er aan de hand]
in de kern van de zaak
[in feite, eigenlijk]
gedane zaken nemen geen keer
[wat gebeurd is, laat zich niet veranderen]
met kennis van zaken
[op deskundige wijze]
onverrichter zake terugkeren
[zonder dat men zijn doel heeft bereikt]
opening van zaken geven
[vertellen hoe het precies in elkaar zit]
de zaak aan het rollen brengen
[erover beginnen, ermee beginnen]
er komt schot in de zaak
[het begint zich te ontwikkelen]
zoals de zaken nu staan ...
[zoals de situatie nu is]
het is zaak om ...
[we moeten ervoor zorgen]
het is niet veel zaaks
[stelt niet veel voor]
dat is mooi meegenomen
[dat is een voordeel]
dat is mosterd na de maaltijd
[daar heb je niets meer aan, het komt te laat]
weten waar Abraham de mosterd haalt
[op de hoogte zijn, er alles van weten]
in die zin
[in dat opzicht]
in zekere zin
[in een bepaald opzicht]
hem zijn zin geven
[doen wat hij wil]
er zin in hebben
[het verlangen]
er zin in hebben
[er trek in hebben]
hij heeft het naar zijn zin
[voelt zich hier plezierig]
hij heeft goeie zin
[is vrolijk]
dat is naar mijn zin
[dat bevalt me]
je zin doordrijven
[net zolang zeuren tot het gebeurt]
iets in de zin hebben
[het van plan zijn]
zoveel hoofden, zoveel zinnen
[mensen hebben meestal verschillende meningen]
hij was nergens meer
[het was met hem gedaan]
ik wil hier slapen en nergens anders
[niet op een andere plaats]
ik wil hier slapen en nergens anders
[niet op een andere plaats]
ik weet nergens van
[ik weet er niets van]
dat is nergens goed voor
[ik weet er niets van]
dat is nergens goed voor
[voor niets is dat goed]
dat slaat nergens op
[dat heeft er niets mee te maken]
dat is net iets voor Loes
[dat is typisch voor Loes]
we moeten er iets op vinden
[we moeten een oplossing bedenken]
zo iets doe je niet!
[dat doe je niet]
als je ziek wordt of iets dergelijks
[of als er iets anders is]
dat is niet aan twijfel onderhevig
[dat is zeker]
de lidwoorden 'de' en 'het' zijn bepaalde lidwoorden
[ze geven aan dat je weet over wie of wat het gaat]
dat is niet bepaald slim
[dat is dom]
dat is geen cent waard
[niets waard]
dat is niet de moeite waard
[niets waard]
wat is het je waard?
[wat heb je ervoor over]
ze is nog niet veel waard
[nog niet erg fit]
de ene dienst is de andere waard
[als je iets voor iemand doet, verwacht je dat de ander ook iets voor jou doet]
het is zoveel waard als de gek ervoor geeft
[zoveel als de liefhebber ervoor wil betalen]
iemand niet waard zijn
[hem of haar niet verdienen]
een natte cel
[toilet, douche, of badkamer]
nat tot op zijn hemd
[doornat]
een nat pak halen
[in het water vallen]
een natte rug hebben
[hard gewerkt hebben]
natte sneeuw
[smeltende sneeuw, die in regen overgaat]
nat gaan
[in één ronde alles verliezen]
dat is niet gepiest maar toch nat
[commentaar als iemand iets bijzonders krijgt]
met de natte vinger
[grofweg, zonder zich er echt in te verdiepen]
zij is met een natte vinger te lijmen
[gemakkelijk over te halen]
dat is niet gering!
[heel belangrijk, erg veel]
niet in het geringst
[helemaal niet]
bij het minste of geringste
[bij de kleinste aanleiding]
dat is niet kinderachtig
[niet gering]
de prijs is niet kinderachtig
[het is erg duur]
ergens niet kinderachtig in zijn
[gul, royaal zijn]
dat is niet mis!
[erg veel, erg goed]
het is weer mis met haar
[het gaat niet goed met haar]
dat is niet misselijk
[commentaar van iemand die ergens van onder de indruk is]
zo gek als een deur
[heel erg gek]
ze is net de deur uit
[net weg]
dat is niet naast de deur
[dat is ver weg]
een open deur
[iets wat iedereen al weet]
met de deur in huis vallen
[het meteen vertellen]
de deur plat lopen
[er heel vaak komen]
dat doet de deur dicht
[nu moet er iets aan gedaan worden]
niet samen door één deur kunnen
[elkaar niet kunnen verdragen]
dat staat voor de deur
[het is bijna zover]
iemand het gat van de deur wijzen
[zeggen dat hij moet vertrekken]
de deur uit zijn
[niet meer thuis wonen]
buiten de deur eten
[in een restaurant]
voor een gesloten deur staan
[niemand thuis treffen]
ten aanhore van
[in het bijzijn van]
dat is niet om aan te horen
[ondraaglijk slecht of vervelend]
dat is niet te eten!
[dat is niet lekker]
eet smakelijk
[wens bij begin van de maaltijd]
dat eet geen brood
[dat kost je niets]
je kunt er van de vloer eten
[het is er erg schoon]
dan heb ik al gegeten en gedronken
[dan heb ik er meer dan genoeg van]
dat is niet van belang ontbloot
[dat is belangrijk]
dat is niet van toepassing
[dat geldt niet voor mij]
dat is niet voor de poes
[het is erg indrukwekkend]
mis poes!
[je hebt het lekker fout]
dat is niet voor herhaling vatbaar
[niet geschikt om te herhalen]
bij herhaling
[meer dan eens]
op herhaling zijn
[korte tijd terugzijn in militaire dienst]
dat is niet weggelegd voor hem
[niet bereikbaar]
dat is niet zoals het hoort
[dat hoort niet]
op eigen risico
[als er iets misgaat moet je niet zeuren]
dat is niet zonder risico
[tamelijk gevaarlijk]
kijk vóór je!
[kijk recht voor je uit]
aan de voorste speen liggen
[meer krijgen dan de anderen]
ik heb het voor weinig geld gekregen
[ik moest weinig betalen]
dat is voor eigen rekening
[dat moet je zelf betalen]
ik ben er niet voor
[er geen voorstander van]
ik stemde voor de VVD
[mijn stem ging naar die partij]
dat is niets voor mij
[dat vind ik helemaal niet leuk]
voor één keer
[alleen deze keer]
wat is dat voor ding?
[welk soort ding is dat]
hij doet dat voor zijn plezier
[omdat hij het leuk vindt]
ik ben vandaag voor het eerst geweest
[vandaag was de eerste keer]
voor het geval dat het gaat regenen
[als het gaat regenen]
iets van hem gedaan krijgen
[ervoor zorgen dat hij het doet]
zo gezegd zo gedaan
[zoals we het afgesproken hadden doen we het]
niets aan te doen!
[er is niets aan te veranderen]
het is met hem gedaan
[hij is dood of verloren]
dat is niks gedaan
[waardeloos]
iemand een plezier doen
[ervoor zorgen dat hij plezier heeft]
ik kon er niets aan doen
[het was mijn schuld niet]
doen alsof
[toneelspelen]
dat doet er niet toe
[dat is onbelangrijk]
ik heb met hem te doen
[ik heb medelijden met hem]
daar is het haar om te doen
[daar doet ze het voor]
voor zijn doen
[in vergelijking met hoe hij anders is]
het kind is uit zijn doen
[in de war]
zijn doen en laten
[zijn manier van leven]
een poging doen
[het proberen]
dat is nog de vraag
[dat is nog onzeker]
vragen afvuren
[een reeks vragen stellen]
een retorische vraag
[waarop men geen antwoord verwacht]
dat is voor jou een vraag, maar voor mij een weet
[daar geef ik geen antwoord op]
aan de vraag voldoen
[zorgen dat er voldoende artikelen zijn]
dat is nog een hele sessie
[het brengt veel beslommeringen met zich mee]
tot op zekere hoogte ben ik het met je eens
[ik ben het gedeeltelijk met je eens]
dat is nog tot daar aan toe
[dat is nog niet zo erg]
tot dadelijk
[ik ben zo terug]
we blijven tot en met dinsdag
[dinsdag ook nog]
tot nu toe
[in het verleden en ook nu nog]
van dag tot dag wordt het drukker
[elke dag wordt het drukker]
van tijd tot tijd liep hij naar het raam
[af en toe deed hij dat]
tot ziens
[ik ga weg, maar hoop je weer te zien]
tot besluit
[als laatste]
tot uw dienst
[beleefdheidsantwoord als iemand je bedankt]
dat is nooit weg!
[dat komt later wel van pas]
maak dat je weg komt!
[ga weg]
even weg zijn
[in slaap, of in gedachten zijn]
zij hebben veel van elkaar weg
[ze lijken veel op elkaar]
dat is nooit weg
[daar heb je altijd iets aan]
langs zijn neus weg
[terloops]
voor het vaderland weg
[zomaar, lukraak]
voor de vuist weg
[onvoorbereid]
in het wilde weg
[zomaar, lukraak]
dat is nooit weg!
[dat komt later wel van pas]
maak dat je weg komt!
[ga weg]
even weg zijn
[in slaap, of in gedachten zijn]
zij hebben veel van elkaar weg
[ze lijken veel op elkaar]
dat is nooit weg
[daar heb je altijd iets aan]
langs zijn neus weg
[terloops]
voor het vaderland weg
[zomaar, lukraak]
voor de vuist weg
[onvoorbereid]
in het wilde weg
[zomaar, lukraak]
iemand mijden als de pest
[niet met hem om willen gaan]
de pest in hebben
[een slecht humeur hebben]
ergens de pest aan hebben
[er een grote hekel aan hebben]
krijg de pest!
[platte verwensing]
geen pest
[helemaal niets]
dat is nou juist de pest
[dat is het vervelende]
dan breekt de pest uit
[ontstaan er moeilijkheden]
het in orde maken
[het regelen]
orde op zaken stellen
[alles goed regelen]
dat is aan de orde van de dag
[dat komt vaak voor]
dat is nu niet aan de orde
[daar hebben we het nu niet over]
dat is in orde
[dat is goed]
hem tot de orde roepen
[een standje geven]
de orde handhaven
[zorgen dat alles rustig blijft]
hij kan geen orde houden
[de klas doet niet wat hij wil]
ik ben niet in orde
[niet helemaal gezond]
de openbare orde
[de rust op straat]
het aan de orde stellen
erover beginnen]
dat is om te zoenen
[prachtig, schattig]
werk in uitvoering
[hier wordt gewerkt]
alles in het werk stellen om ...
[al het mogelijke doen]
zij heeft lang werk
[doet er lang over]
er werk van maken
[je ervoor inspannen]
er is werk aan de winkel
[er is veel te doen]
het vuile werk opknappen
[het moeilijkste of vervelendste doen]
half werk leveren
[het niet goed doen]
het is geen aangenomen werk!
[je hoeft je niet zo te haasten]
dat is het betere werk
[dat gaat goed]
veel handen maken licht werk
[met wat hulp gaat alles gemakkelijker]
dat is onbegonnen werk
[onmogelijk]
goed gereedschap is het halve werk
[met goed gereedschap gaat het gemakkelijker]
geen half werk doen
[het keurig, grondig doen]
omkomen in het werk
[het erg druk hebben]
er is veel werk aan de winkel
[er is veel te doen]
naar je werk gaan
[naar de plaats waar je werkt]
dat is afgesproken werk
[geen toeval]
dat is geen werk
[geen manier van doen, niet eerlijk]
ik neem de maat
[ik meet]
met mate
[niet te veel]
dat is op dezelfde leest geschoeid
[dat heeft dezelfde basis, grondgedachte]
schoenmaker, hou je bij je leest!
[doe vooral datgene waar je goed in bent]
van de hoed en de rand weten
[goed op de hoogte zijn]
aan de rand van de afgrond staan
[bijna ten onder gaan]
dat is op het randje
[het ligt op de grens van wat nog kan]
aan de rand van het graf staan
[de dood nabij zijn]
in plaats van
[als vervanging van]
plaats innemen
[een hoeveelheid ruimte bezetten]
hij was ter plaatse
[op die plaats]
plaats maken voor iemand
[ruimte voor hem maken]
opgestaan plaats vergaan
[als je wegloopt mag ik op je plaats]
dat is op zijn plaats
[dat is zoals het hoort]
het hart op de juiste plaats hebben
[iets voor anderen over hebben]
een zekere plaats
[het toilet]
pas op de plaats maken
[bewust geen voortgang maken]
op de eerste plaats ....
[als eerste]
zijn plaats niet weten
[niet weten waar hij zich aan moet houden]
in jouw plaats
[als ik in jouw positie was]
in jouw plaats
[als ik in jouw positie was]
oud en nieuw
[de jaarwisseling]
een oude vlam
[een vroegere geliefde]
een oude wond
[verdriet uit het verleden]
de oude garde
[de groep die oude tradities vertegenwoordigt]
een ouwe getrouwe
[iemand die al lang in dienst is]
alles bij het oude laten
[niets veranderen]
het is weer het oude liedje
[verzuchting als iets vele malen opnieuw gebeurt]
iemand van de oude stempel
[een conservatief iemand]
op de oude voet doorgaan
[op dezelfde manier als vroeger]
iets uit de oude doos
[iets ouderwets]
een oude kous (sok) hebben
[spaargeld hebben]
oude liefde roest niet
[vroegere verliefdheden gaan nooit helemaal over]
dat is oud nieuws
[allang bekend]
dat is pas werken
[dat is erg hard werken]
dat is praktisch niet uitvoerbaar
[je kunt het niet doen]
dat is precies hetzelfde
[helemaal gelijk]
hij is een Pietje Precies
[iemand die heel nauwkeurig is]
is dat Herman? Precies!
[dat heb je goed geraden]
voor spek en bonen meedoen
[meedoen zonder mee te tellen]
dat is spekje voor mijn bekje
[echt iets voor mij]
de kat op het spek binden
[iemand heel erg in de verleiding brengen]
daar dansen de muizen in het spek
[daar is van alles overvloed]
met spek vangt men muizen
[met cadeautjes kun je iedereen voor je winnen]
breek me de bek niet open!
[daar zou ik heel wat slechte dingen over kunnen vertellen]
je moet een gegeven paard niet in de bek kijken
[niet kritisch zijn over wat je krijgt]
(plat) op je bek gaan
[vallen]
(plat) een grote bek hebben
[brutaal zijn]
dat is spekje voor zijn bekje
[net iets voor hem]
sterke longen hebben
[niet gauw buiten adem raken]
sterk staan
[een positie hebben die niet gemakkelijk aan te vallen is]
zich ergens sterk voor maken
[er je best voor doen]
dat is sterk uitgedrukt
[dat is overdreven]
de sterke arm
[de politie]
zo sterk als een beer (paard)
[heel sterk]
het sterke geslacht
[de mannen]
een sterke man
[met z'n achten]
het recht van de sterkste
[de overmacht die iemand heeft omdat hij de meeste kracht heeft]
wie niet sterk is, moet slim zijn
[wie geen kracht heeft, moet zijn verstand gebruiken]
een sterk werkwoord
[met klinkerwisseling in de verleden tijd]
ik maak mij sterk dat...
[ik vind het waarschijnlijk]
een sterk werkwoord
[dat in de verleden tijd van klank verandert]
dat is te dol
[dat kan niet waar zijn]
het is te dol om los te lopen
[al te dwaas]
het is om dol van te worden
[ergerlijk en vermoeiend]
door het dolle heen zijn
[zo opgefokt dat je nergens meer bij nadenkt]
een dolle Mina
[strijdster voor de emancipatie van vrouwen]
ergens dol op zijn
[er veel van houden]
het moet al gek gaan als ...
[het is bijna zeker]
gek genoeg
[commentaar dat verbazing uitdrukt]
doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg
[gedraag je niet anders dan anderen]
je zou gek staan te kijken...
[stomverbaasd zijn]
hoe ouder hoe gekker
[wordt gezegd als oudere mensen iets bijzonders doen]
op de gekste tijden
[op tijdstippen waarop je het niet zou verwachten]
op de gekste tijden
[op tijdstippen waarop je het niet zou verwachten]
ik ben me daar gek!
[ik denk er niet over om dat te doen]
gek van angst
[buiten zichzelf]
het is om gek van te worden
[ergerlijk en vermoeiend]
zich gek zoeken naar iets
[er overal naar lopen te zoeken]
ben je gek!
[verontwaardigde reactie als iemand iets zegt wat onwaarschijnlijk is]
zo gek als een deur
[helemaal geschift]
díe is gek!
[schamper commentaar als iemand iets gevaarlijks doet]
hij is niet zo gek als hij eruitziet
[plagerig commentaar als iemand plotseling iets slims doet]
geen gek figuur slaan
[een goede indruk maken]
het is te gek om los te lopen
[het is al te dwaas]
dat is lang niet gek!
[tamelijk goed]
dat is te gek!
[geweldig!]
ik ben gek op Hema-worst
[ik ben er dol op]
Adam was gek op Eva
[hield veel van haar]
ergens gek mee zijn
[er veel van houden]
de ruzie liep hoog op
[was erg heftig]
dat zit haar erg hoog
[dat houdt haar erg bezig]
hij zit hoog en droog thuis
[veilig thuis]
hij zweert het bij hoog en bij laag
[zegt dat het zeker waar is]
een hoge borst opzetten
[verwaand zijn]
dat is te hoog gegrepen
[te moeilijk]
iets hoog houden
[in ere houden]
je kunt hoog of laag springen, maar...
[om duidelijk te maken dat je niet van mening zult veranderen]
de lat hoog leggen
[hoge eisen stellen]
hoog tegen iemand opkijken
[veel bewondering voor hem hebben]
geen hoge pet op hebben van iemand
[niet veel van hem verwachten]
hoog van de toren blazen
[een grote mond hebben]
iets hoog in zijn vaandel hebben
[er veel waardering voor hebben]
het neemt een hoge vlucht
[ontwikkelt zich goed en snel]
geen zee gaat hem te hoog
[hij laat zich nergens door afschrikken]
het hoogste lied zingen
[luidkeels laten horen dat je blij bent]
het hoogste woord hebben
[druk en zelfbewust praten]
in hoge mate
[zeer]
hoge ogen gooien
[er veel kans op hebben]
iemand te hoog aanslaan
[hem te veel belasting laten betalen]
hoge lasten hebben
[veel moeten betalen voor woning en onderhoud]
ten hoogste
[maximaal]
een hoge dunk van jezelf hebben
[denken dat je beter bent dan anderen]
iemand hoog hebben
[eerbied, respect voor hem hebben]
een hogere macht
[bovenaards wezen of principe]
in hogere sferen zijn
[wegdromen]
hoger beroep aantekenen
[herziening vragen van een vonnis]
geen hoge dunk van iemand hebben
[hem minachten]
op zijn hoogst
[in het uiterste geval]
de Hoge Raad
[hoogste rechtbank van Nederland]
hoog spel spelen
[riskante dingen doen]
dat is hogere wiskunde voor mij
[dat vind ik heel moeilijk]
hoge nood hebben
[naar het toilet moeten]
het is hoog tijd
[we kunnen niet wachten]
in hoge mate
[zeer, ruimschoots]
de strijd loopt hoog op
[wordt steeds erger]
de strijd loopt hoog op
[wordt steeds erger]
hoog aan de wind zeilen
[bovenwinds]
iets bij hoog en laag beweren
[heel stellig]
iets bij hoog en laag beweren
[heel stellig]
iets hoog opnemen
[het iemand zeer kwalijk nemen]
het hoge woord is eruit
[hij heeft het eindelijk gezegd]
het zit hem hoog
[hij is er heel verontwaardigd over]
dat is toch al te dol
[veel te gek]
ik kom graag, te meer omdat jij zo lekker kookt
[vooral ook daarom]
dat is te mooi om waar te zijn
[je kunt het bijna niet geloven]
de kleren hangen te drogen
[ze hangen en zo drogen ze]
het huis is te koop
[je kunt het kopen]
we gaan te voet
[we gaan lopen]
te zijner tijd zal ik u bezoeken
[op een gunstig tijdstip]
ten aanzien van dat onderwerp
[over dat onderwerp]
ten eerste
[op de eerste plaats]
ter gelegenheid van
[bij die gelegenheid]
ten gevolge van
als gevolg daarvan]
ter herinnering aan
[als een herinnering aan]
ten koste van zijn gezondheid
[het was slecht daarvoor]
ten name van
[op de naam van]
ten opzichte van haar vader
[tegenover haar vader]
tenslotte
[op het eind]
ter waarde van
[met de waarde van]
ter wille van de vrede
[om de vrede te bevorderen]
iemand een paar regels schrijven
[een kort briefje]
tussen de regels door lezen
[het ook snappen als het er niet letterlijk staat]
dat is tegen de regels
[dat mag niet]
je aan de regels houden
[doen wat afgesproken is]
in de regel
[gewoonlijk]
dat is ten enen male uitgesloten
[absoluut uitgesloten]
herhaalde malen
[verschillende keren]
eenmaal is geen maal
[één is zo goed als niets]
voor de honderdste maal
[talloze keren]
zo zeker als twee maal twee vier is
[heel zeker]
dat is toch geen ramp
[dat is niet erg]
tot overmaat van ramp
[alsof de ellende nog niet groot genoeg was]
een regelrechte ramp
[heel erg]
dat is tot daar aan toe
[dat kun je nog een beetje begrijpen]
het schip is in de lucht gevlogen
[ontploft]
dat is uit de lucht gegrepen
[dat kun je niet bewijzen]
de kritiek was niet van de lucht
[er was veel kritiek]
het programma gaat de lucht in
[wordt uitgezonden]
een gat in de lucht springen
[heel blij zijn]
dat is uit de lucht gegrepen
[verzonnen, niet waar]
er hangt iets in de lucht
[er gaat iets gebeuren]
de kou is uit de lucht
[het conflict is voorbij]
dat is een slag in de lucht
[iets wat nergens op gebaseerd is]
iets in de lucht laten vliegen
[het opblazen]
een vliegtuig uit de lucht halen
[het neerschieten]
niet van de lucht zijn
[veel voorkomen]
er is geen vuiltje aan de lucht
[het is helemaal in orde]
in de open lucht
[buiten]
hij leeft van de lucht
[heeft weinig geld nodig]
we gaan een luchtje scheppen
[buiten lopen]
hij doet alsof zij lucht is
[alsof hij haar niet ziet]
het zit in de lucht
[iedereen heeft er last van]
frisse lucht
[de buitenlucht]
geen lucht krijgen
[moeilijk kunnen ademhalen]
een luchtje scheppen
[buiten een wandeling maken]
van de lucht leven
[heel sober]
het aan stukken slaan
[kapot slaan]
aan één stuk door
[voortdurend]
een man uit één stuk
[erg betrouwbaar]
stukje bij beetje
[langzaam en geleidelijk]
werken dat de stukken ervan afvliegen
[heel hard werken]
aan één stuk door
[voortdurend]
het ontbrekende stukje van de puzzel
[de oplossing]
iemand uit één stuk
[consequent in zijn opvattingen]
een stuk duidelijkheid scheppen
[enige duidelijkheid]
op geen stukken na
[in het geheel niet]
een raar stuk vreten
[een wonderlijke persoon]
stukken beter
[veel beter]
stuk voor stuk
[allemaal apart]
per stuk
[per exemplaar]
een stuk of tien
[ongeveer tien]
een aangetekend stuk
[waarvoor je een ontvangstbewijs moet tekenen]
een stuk of wat
[een paar]
stukken goedkoper
[veel goedkoper]
op geen stukken na
[lang niet]
een brief op poten
[een boze, duidelijke brief]
dat geef ik je op een briefje
[dat weet ik heel zeker, dat bevestig ik]
een aangetekende brief
[waarvan je het bewijs hebt dat hij verstuurd is]
een aanslag opeisen
[in de media laten weten dat je de aanslag gepleegd hebt]
een aanzoek doen
[iemand ten huwelijk vragen]
voor aap staan
[voor gek staan]
daar komt de aap uit de mouw
[nu blijkt wat er echt gebeurd is]
in de aap gelogeerd zijn
[in moeilijkheden zijn]
als apen hoger klimmen willen, ziet men gauw hun blote billen
[wie zich beter voordoet dan hij is, valt een keer door de mand]
zich een aap lachen
[heel erg moeten lachen]
een aangeklede aap
[iemand die erg opzichtig gekleed is]
een aap van een jongen
[een deugniet]
zich een aap schrikken
[heel erg schrikken]
voor aap staan
[je belachelijk maken]
iemand voor aap zetten
[hem in het openbaar belachelijk maken]
overal iets achter zoeken
[achterdochtig zijn]
wat heb je hier te zoeken?
[wat doe je hier]
naar woorden zoeken
[even niet weten wat je moet zeggen]
dat had ik niet achter hem gezocht
[niet van hem verwacht]
hulp zoeken
[proberen hulp te krijgen]
ruzie zoeken
[proberen ruzie te maken]
dat is ver gezocht
[dat is wel heel onwaarschijnlijk]
hij zal het nog ver brengen
[veel bereiken]
dat gaat te ver
[dat mag echt niet]
ik vind dat ver gezocht
[het ligt niet voor de hand]
het ver schoppen
[veel bereiken]
van verre zag ik hem
[toen ik nog ver bij hem vandaan was]
het voert te ver om hierop in te gaan
[we dwalen dan te veel af]
dan zijn we nog verder van huis
[dan zijn we in nog grotere moeilijkheden]
hij is al veel verder dan ik
[heeft al meer gedaan]
dat is ver van mijn bed
[daar voel ik me niet bij betrokken]
iets te ver doordrijven
[er te lang mee doorgaan]
ver heen zijn
[stomdronken zijn]
van heinde en verre
[overal vandaan]
wat je van ver haalt, is lekker
[wat van ver komt, wordt vaak meer gewaardeerd]
niet verder kijken dan je neus lang is
[kortzichtig zijn]
in de verste verte niet
[absoluut niet]
zijn tijd ver vooruit zijn
[zeer modern zijn]
dat het zó ver kan komen
[verzuchting als iemand in slechte omstandigheden verkeert, of slechte dingen doet]
het bed houden
[in bed blijven]
dat is ver ban mijn bed
[dat doet me niets]
ik sta ermee op en ik ga ermee naar bed
[ik denk er steeds aan]
met je verkeerde been uit bed gestapt zijn
[chagrijnig zijn]
met iemand naar bed gaan
[seksuele omgang met hem hebben]
zijn bedje is gespreid
[hij gaat gemakkelijk een goede toekomst tegemoet]
het bed houden
[in bed blijven wegens ziekte]
ik sta ermee op en ik ga ermee naar bed
[ik denk er steeds aan]
iemand van zijn bed lichten
[hem 's nachts arresteren]
gescheiden zijn van tafel en bed
[apart wonen, maar nog wel getrouwd zijn]
dat is ver van mijn bed
[daar voel ik me niet bij betrokken]
de tijd vliegt
[hij gaat snel voorbij]
de tijd zal het leren
[later weten we het wel]
tijd is geld
[tijd is kostbaar]
ik heb daar geen tijd voor
[ik kan er geen momenten voor vrijmaken]
hij zit de hele tijd te gapen
[voortdurend, steeds]
we hebben geen tijd te verliezen
[we moeten opschieten]
de laatste tijd
[de periode die achter ons ligt]
vrije tijd
[waarin je niet hoeft te werken]
dat is uit de tijd
[ouderwets]
de tijd doden
[iets doen als je moet wachten]
hij is zijn tijd vooruit
[zijn ideeën worden pas later gewaardeerd]
het zal mijn tijd wel duren
[ik maak me er niet druk over]
hij heeft de tijd
[hoeft zich niet te haasten]
zijn tijd verdoen
[niets uitvoeren]
een sprong in de tijd maken
[een lange periode overslaan]
de tand des tijds
[de slijtage van alle dingen]
de tijd heelt alle wonden
[uiteindelijk kom je alle verdriet te boven]
het is tijd om te vertrekken
[we moeten vertrekken]
zij komt nooit op tijd
[ze is altijd te laat]
je moet op de tijd letten
[opletten of het moment er al is]
zij is over tijd
[niet ongesteld geworden, dus misschien zwanger]
te zijner tijd hoor ik daar graag iets over
[als het moment daar is]
zij is erg bij de tijd
[bijdehand, slim]
komt tijd, komt raad
[over een tijdje vind je vanzelf de oplossing]
als het mijn tijd is
[wanneer ik doodga]
heb je de tijd?
[weet je hoe laat het is?]
op tijd zijn natje en droogje krijgen
[niets tekort komen]
over tijd zijn
[de menstruatie is nog niet gekomen]
te allen tijde
[altijd]
van tijd tot tijd
[af en toe]
binnen afzienbare tijd
[spoedig]
in de baas zijn tijd
[onder werktijd]
iemands tijd in beslag nemen
[zijn aandacht opeisen]
dat heeft de tijd
[daar kunnen we nog wel even mee wachten]
het zal mijn tijd wel duren
[ik maak me er niet druk om]
iemand de tijd ergens voor gunnen
[het hem op zijn gemak laten doen]
gezelligheid kent geen tijd
[als het gezellig is, gaat de tijd snel voorbij]
de hele tijd
[voortdurend]
ik kan mijn tijd wel beter besteden
[dat vind ik minderwaardig]
in minder dan geen tijd
[heel snel]
een scherpe tijd
[die moeilijk te verbeteren is]
dat is verleden tijd
[dat is voorbij]
de tijd aan zichzelf hebben
[over zijn eigen tijd kunnen beschikken]
met je tijd meegaan
[met de mode en de heersende opvattingen]
niet meer van deze tijd
[heel verouderd]
zijn tijd ver vooruit zijn
[heel modern zijn]
een crimineel verleden hebben
[in het verleden veroordeeld zijn voor een misdrijf]
dat is verleden tijd
[dat is voorbij]
van nu af aan
[te beginnen bij nu]
met alle gevolgen van dien
[met alle gevolgen die erbij horen]
wat ben je van plan?
[wat voor plan heb je]
van alles
[allerlei dingen]
van alles en nog wat
[allerlei dingen]
van belang
[belangrijk]
ik denk van wel
[ik denk dat het zo is]
hij deed het niet van harte
[niet graag]
van nature is hij aardig
[zijn aard is dat hij aardig is]
dat is verre van aardig
[helemaal niet aardig]
hij zal het nog ver brengen
[veel bereiken]
dat gaat te ver
[dat mag echt niet]
ik vind dat ver gezocht
[het ligt niet voor de hand]
het ver schoppen
[veel bereiken]
van verre zag ik hem
[toen ik nog ver bij hem vandaan was]
dat is verre van aardig
[helemaal niet aardig]
het voert te ver om hierop in te gaan
[we dwalen dan te veel af]
dan zijn we nog verder van huis
[dan zijn we in nog grotere moeilijkheden]
hij is al veel verder dan ik
[heeft al meer gedaan]
dat is ver van mijn bed
[daar voel ik me niet bij betrokken]
iets te ver doordrijven
[er te lang mee doorgaan]
ver heen zijn
[stomdronken zijn]
van heinde en verre
[overal vandaan]
wat je van ver haalt, is lekker
[wat van ver komt, wordt vaak meer gewaardeerd]
niet verder kijken dan je neus lang is
[kortzichtig zijn]
in de verste verte niet
[absoluut niet]
zijn tijd ver vooruit zijn
[zeer modern zijn]
dat het zó ver kan komen
[verzuchting als iemand in slechte omstandigheden verkeert, of slechte dingen doet]
kijk vóór je!
[kijk recht voor je uit]
aan de voorste speen liggen
[meer krijgen dan de anderen]
ik heb het voor weinig geld gekregen
[ik moest weinig betalen]
dat is voor eigen rekening
[dat moet je zelf betalen]
ik ben er niet voor
[er geen voorstander van]
ik stemde voor de VVD
[mijn stem ging naar die partij]
dat is niets voor mij
[dat vind ik helemaal niet leuk]
voor één keer
[alleen deze keer]
wat is dat voor ding?
[welk soort ding is dat]
hij doet dat voor zijn plezier
[omdat hij het leuk vindt]
ik ben vandaag voor het eerst geweest
[vandaag was de eerste keer]
voor het geval dat het gaat regenen
[als het gaat regenen]
dat is nog de vraag
[dat is nog onzeker]
vragen afvuren
[een reeks vragen stellen]
een retorische vraag
[waarop men geen antwoord verwacht]
dat is voor jou een vraag, maar voor mij een weet
[daar geef ik geen antwoord op]
aan de vraag voldoen
[zorgen dat er voldoende artikelen zijn]
je moet er niet omheen draaien
[je moet zeggen waar het op staat]
dat is waar het om draait
[daar gaat het om]
er draait een goede film
[die wordt vertoond]
draai jij de deur op slot?
[doe jij de deur op slot?]
hem een rad voor ogen draaien
[bedriegen]
zijn ware bedoeling
[zijn echte bedoeling]
een waar paradijs
[je kunt het echt wel zo noemen]
eerlijk waar?
[is het echt zo]
het is maar al te waar
[het is echt waar]
het voor waar aannemen
[het geloven]
waar of niet?
[is het niet zo?]
zijn ware gezicht tonen
[laten zien hoe hij werkelijk is]
het is niet waar!
[uitroep van ongeloof]
het is te mooi om waar te zijn
[het is zó fijn dat ik het nauwelijks kan geloven]
niets is minder waar
[het is absoluut onjuist]
verdomd als het niet waar is
[ik ben er echt van overtuigd dat het waar is]
zo waar als ik Silvano heet
[dat zeg je om je woorden kracht bij te zetten]
iets tot ware proporties terugbrengen
[de juiste betekenis geven van wat overdreven is voorgesteld]
de ware Jacob
[de volmaakt geschikte partner]
dat is je ware
[dat moet je hebben]
dat is waar ook
[ik was het bijna vergeten]
ik ben er ook nog!
[je moet mij niet overslaan!]
hij liep zonder jas: hij is dan ook ziek geworden
[dus is hij ziek geworden]
we moeten hoe dan ook vergaderen
[in elk geval]
daar is oma! ook dat nog!
[wat vreselijk!]
waar je ook loopt
[overal waar je loopt]
dat is waar ook
[ik zou het bijna vergeten]
hoe heet hij ook al weer
[help me even op zijn naam te komen]
hij studeert rechten
[bestudeert het geheel van wetten en regels]
het recht aan zijn kant hebben
[gelijk hebben]
ongeschreven recht
[dat niet in wetten is vastgelegd]
gelijke rechten hebben
[hetzelfde mogen doen of hebben]
daar heb ik recht op
[volgens afspraak moet ik het mogen of krijgen]
dat is zijn goed recht
[hij mag dat]
met recht
[op grond van goede redenen]
recht doen aan iets
[de waarde ervan goed laten uitkomen]
het recht van de sterkste
[de sterkste is de baas]
het recht in eigen hand nemen
[zelf voor rechter spelen]
genade voor recht laten gelden
[iemand zijn straf kwijtschelden]
dat is mijn goed recht
[dat kan ik eisen of vragen]
waar niets is, verliest de keizer zijn recht
[als iemand niets heeft, valt er ook niets te halen]
tot zijn recht komen
[zich voldoende kunnen laten gelden]
recht van overpad
[om over iemands land te gaan]
tot zijn recht komen
[goed uitkomen]
dat is zijn tweede natuur
[zijn vaste gewoonte]
ik kan niet zonder jou
[ik kan je niet missen]
zonder dat iemand het wist
[niemand wist het]
zonder aarzelen
[hij aarzelde niet]
dat is zonder meer waar
[absoluut waar]
zonder twijfel
[daar hoeft niet aan getwijfeld te worden]
we zitten zonder
[we hebben niets meer]
een vakantie aan zee
[aan de kust]
op volle zee
[midden op zee]
met hem in zee gaan
[een verbintenis met hem aangaan]
geen zee gaat hem te hoog
[hij is nergens bang voor]
zij is recht door zee
[erg eerlijk en direct]
de zeven zeeën bevaren hebben
[over de hele wereld gezworven hebben]
water naar de zee dragen
[onnodig werk doen]
het water stroomt altijd naar de zee
[rijke mensen krijgen alle voordelen]
dat kan al het water van de zee niet afwassen
[die schuld of die schande is niet weg te krijgen]
er verdrinken er meer in een wijnglas dan in de zee
[drank maakt meer slachtoffers dan de zee]
geen zee gaat hem te hoog
[hij laat zich nergens door afschrikken]
mensenzee
[groot aantal mensen]
wat ik zeg, gebeurt!
[je moet dat doen]
dat kan de beste gebeuren
[dat kan iedereen overkomen]
het zal je gebeuren
[het is niet leuk als het je overkomt]
het is zo gebeurd
[het is snel klaar]
dat kan de toets der kritiek doorstaan
[het is goed genoeg]
zo blij als een kind
[heel erg blij]
hij is een kind van zijn tijd
[hij past precies in die tijd]
je moet het kind niet met het badwater weggooien
[tegelijk met het slechte ook het goede weggooien]
Kjeld is het kind van de rekening
[hij is het slachtoffer]
als een pasgeboren kind
[zo onschuldig]
dat kan een kind begrijpen
[dat is erg eenvoudig]
een doodgeboren kindje
[een zaak die van het begin af niets zou worden]
geen kind hebben aan iemand
[niet de minste last van hem hebben]
ik krijg er een kind van!
[ik heb er schoon genoeg van]
een ondergeschoven kindje
[dat niet veel aandacht krijgt]
een kind kan de was doen
[het is heel eenvoudig]
kind aan huis zijn bij iemand
[er vaak komen]
kind noch kraai hebben
[geen familie hebben]
een onwettig/ buitenechtelijk/ onecht kind
[van mensen die niet met elkaar getrouwd zijn]
dat kan het daglicht niet verdragen
[dat kan beter niet ontdekt worden]
in een kwaad daglicht stellen
[slechte dingen over iemand vertellen]
dat kan ik hem niet verbeteren
[dat kan ik niet beter doen dan hij]
dat kan ik toch niet ruiken!
[hoe moet ik dat weten?]
dat kan in de prullenmand
[het is waardeloos]
ik heb net een stuk taart achter de kiezen
[ik heb het net op]
hij krijgt heel wat voor zijn kiezen
[heel wat te verwerken]
dat kan in mijn holle kies
[dat is wel erg weinig]
iets achter de kiezen hebben
[doorstaan, meegemaakt hebben]
kiezen op elkaar!
[aanmoediging om iets zonder klagen te ondergaan]
dat kan me gestolen worden
[daar vind ik niets aan]
hij ziet eruit om te stelen
[erg lief]
je hebt mijn hart gestolen
[ik ben verliefd op je]
dat kan niet door de beugel
[dat is zó slecht dat je het niet mag doen]
het schot miste zijn doel
[het was niet raak]
dat kan niet missen
[dat gaat altijd goed]
er missen twee appels
[twee appels zijn weg]
ik wil er geen woord van missen
[ik wil alles goed horen]
hij kan veel missen
[hij geeft graag iets weg]
wacht even!
[heb nog even geduld]
dat kan wel wachten
[dat hoeft niet meteen]
hij weet niet wat hem daar te wachten staat
[wat hij daar zal meemaken]
hij weet niet wat hem daar te wachten staat
[wat hij daar zal meemaken]
dat smelt op de tong
[wordt lekker zacht in de mond]
dat doet mijn hart smelten
[daar krijg ik medelijden van]
dat kapitaal is weggesmolten
[verdwenen]
smeltende tonen of kleuren
[die zacht in elkaar overgaan]
het klokje van gehoorzaamheid
[de tijd waarop je naar bed moet]
het klokje rond slapen
[twaalf uur slapen]
hij is een man van de klok
[hij is altijd op tijd]
zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens
[het is nergens zo goed als thuis]
een analoge klok
[met wijzers]
een digitale klok
[met alleen cijfers]
het klokje van gehoorzaamheid
[bedtijd voor kinderen]
daar kun je de klok op gelijkzetten
[als iets altijd op een vaste tijd gebeurt]
met de regelmaat van de klok
[herhaaldelijk, regelmatig]
de klok terugdraaien
[terugkeren naar een vroegere situatie]
tegen de klok werken
[hard werken om nog op tijd klaar te zijn]
de biologische klok
[het natuurlijke mechanisme van onder andere waken en slapen]
het aan de grote klok hangen
[het aan iedereen vertellen]
hij heeft de klok horen luiden maar weet niet waar de klepel hangt
[hij weet het wel ongeveer, maar niet precies]
dat klinkt als een klok
[het zit goed in elkaar, is perfect]
ben jij hier bekend?
[weet je de weg?]
je komt me bekend voor
[ik denk dat ik je ken]
dat is algemeen bekend
[iedereen weet het]
dat klinkt me bekend in de oren
[dat heb ik wel eens eerder gehoord]
naar de bekende weg vragen
[iets vragen wat je al weet]
een tekst op muziek zetten
[er klanken bij bedenken]
daar zit muziek in
[daar kun je iets goeds van verwachten]
dat klinkt mij als muziek in de oren
[daar heb ik veel zin in]
mijn hart klopt
[ik voel het samentrekken en weer ontspannen]
slagroom kloppen
[die stijf slaan]
er klopt iets niet
[er is iets niet logisch]
dat klopt
[dat is juist]
een dik belegde boterham
[met veel beleg]
een dikke huid hebben
[ongevoelig zijn]
een dikke nek hebben
[arrogant zijn, kapsones hebben]
een dikke pil
[een dik boek]
maak je niet dik, dun is de mode
[wind je niet op]
zich dik maken
[zich opwinden]
zij zijn dikke vrienden
[heel goede vrienden]
dat zit er dik in
[dat is te verwachten]
ze doen graag dik
[ze scheppen op]
dat is dik voor elkaar
[helemaal in orde]
dikke kans dat....
[het is waarschijnlijk dat...]
dat komt dik voor elkaar
[dat komt helemaal in orde]
een dik uur
[ruim een uur]
het er dik bovenop leggen
[overdrijven]
het ligt er dik bovenop
[het is overduidelijk]
door dik en dun
[wat er ook gebeurt]
het is dikke mik tussen die twee
[ze zijn goed bevriend]
wie het eerst komt, het eerst maalt
[wie er het eerste bij is, heeft de eerste kans]
erachter komen
[het ontdekken]
tussenbeide komen
[bemiddelen in een ruzie]
tot jezelf komen
[weer rustig en helder worden]
er kwam iets tussen
[iets verhinderde het]
hoe komt dat?
[wat is de oorzaak?]
hoe kom je daarbij
[waar haal je dat idee vandaan?]
hoe kom je daarbij
[waar haal je dat idee vandaan?]
dat komt ervan als je teveel eet
[dat is het gevolg]
ik kan niet op zijn naam komen
[ik kan me zijn naam niet herinneren]
het komt wel goed
[het loopt wel goed af]
kom op!
[laat de moed niet zakken]
die som is moeilijk, ik kom er niet uit
[ik kan hem niet oplossen]
ik zal het wel te weten komen
[ik ontdek het wel]
dat komt goed uit
[dat komt op het juiste moment]
iemand de pas afsnijden
[dwarsbomen, verhinderen verder te gaan]
pas op de plaats maken
[bewust geen vooruitgang maken]
uit de pas lopen
[niet gelijkop gaan met anderen]
dat komt goed van pas
[ik kan het goed gebruiken]
het woordenboek moest eraan te pas komen
[moesten we te hulp roepen]
ik kom er nooit aan te pas
[op elk willekeurig moment]
dat geeft geen pas
[dat hoort niet]
iemand de pas afsnijden
[dwarsbomen, verhinderen verder te gaan]
pas op de plaats maken
[bewust geen vooruitgang maken]
uit de pas lopen
[niet gelijkop gaan met anderen]
dat komt goed van pas
[ik kan het goed gebruiken]
het woordenboek moest eraan te pas komen
[moesten we te hulp roepen]
ik kom er nooit aan te pas
[ik mag nooit meedoen]
te pas en te onpas
[op elk willekeurig moment]
dat geeft geen pas
[dat hoort niet]
duur doen
[opscheppen]
dat is je dure plicht
[het is een erezaak]
dat zit in de familie
[veel familieleden hebben die eigenschap geërfd]
dat komt in de beste families voor
[het kan iedereen overkomen]
dat komt jou toe
[daar heb je recht op]
je neus stoten
[afgewezen worden]
je neus ervoor ophalen
[het minderwaardig vinden]
hem met zijn neus op de feiten drukken
[laten zien hoe het werkelijk zit]
de neuzen tellen
[tellen hoeveel mensen er zijn]
er met je neus bovenop staan
[er vlakbij staan]
met je neus kijken
[niet goed zoeken]
uit je neus zitten eten
[niets doen]
je neus in de wind steken
[ergens trots op zijn]
op je neus kijken
[teleurgesteld zijn omdat het tegenvalt]
overal zijn neus in steken
[zich overal mee bemoeien]
een frisse neus halen
[bij koud weer buiten lopen]
geen knip voor zijn neus waard zijn
[nergens goed voor zijn, nergens voor deugen]
m'n neus!
[kom nou, dat is onzin]
iemand bij de neus nemen
[hem voor de gek houden, bedriegen]
iemand iets door de neus boren
[niet betalen wat men hem schuldig is]
plotseling voor iemands neus staan
[hem onverwacht ontmoeten]
iemand iets onder de neus wrijven
[hem vertellen wat hij verkeerd deed]
doen alsof je neus bloedt
[alsof je van niets weet]
zijn neus krult
[hij is blij over een compliment]
met de neus in de boter vallen
[het goed treffen]
het deksel op je neus krijgen
[gestraft worden als je te begerig bent]
iemand de pin op de neus zetten
[zo onder druk zetten dat hij gehoorzaamt]
dat is een wassen neus
[stelt niets voor]
het neusje van de zalm
[het fijnste, het beste]
dat komt niet in zijn kraam te pas
[daar kan hij geen gebruik van maken]
dat komt op hetzelfde neer
[dat is ongeveer gelijk]
schoolbord
[zwart bord waar je met krijt op schrijft]
de bordjes zijn verhangen
[alles is veranderd]
dat komt op mijn bordje terecht
[daar ben ik verantwoordelijk voor]
voor het bord moeten komen
[voor de klas]
dat komt prachtig uit
[het komt heel goed uit]
dat komt uit mijn koker!
[dat heb ik bedacht!]
dat kost een aardig sommetje
[heel wat geld]
de proef op de som nemen
[nagaan of iets klopt]
ik heb geen rooie duit meer
[geen geld meer]
dat kost een aardige duit
[vrij veel geld]
een duit in het zakje doen
[meepraten]
een slordige duit kosten
[vrij veel]
hij is zo rond als een ton
[erg dik]
als haringen in een ton
[heel dicht tegen elkaar aan zitten]
dat kost tonnen
[heel veel geld]
dat kun je in alle redelijkheid niet verwachten
[het is niet eerlijk om dat te verwachten]
iemand onder uit de zak geven
[scherpe kritiek op hem geven]
een kat in de zak kopen
[iets wat waardeloos blijkt te zijn]
zakjes plakken
[in de gevangenis zitten]
oude wijn in nieuwe zakken
[in een toestand van verslagenheid]
een duit in het zakje doen
[een woordje meespreken]
geld op zak hebben
[geld bij je hebben]
die kan hij in zijn zak steken
[hij is veel beter dan die ander]
iemand in je zak hebben
[met hem kunnen doen wat je wilt]
zijn zakken vullen
[zich verrijken]
op zijn zak teren
[van zijn geld leven]
een ouwe zak
[oude man]
ik begrijp er geen zak van
[helemaal niets]
dat kun je niet van haar verlangen
[van haar vragen]
nou breekt mijn klomp!
[daar ben ik stomverbaasd over]
dat kun je op je klompen aanvoelen
[als je kunt verwachten dat er iets zal gebeuren]
schrijf maar op je buik
[je krijgt je zin niet]
baas in eigen buik zijn
[zelf mogen beslissen over abortus]
er de buik vol van hebben
[ervan balen]
het zijn twee handen op één buik
[schamper commentaar als twee mensen het altijd met elkaar eens zijn]
dat kun je wel op je buik schrijven
[dat gaat niet door]
baas in eigen buik zijn
[zelf mogen beslissen over abortus]
er de buik vol van hebben
[ervan balen]
dat kun je wel op je buik
[dat gaat niet door]
het zijn twee handen op één buik
[schamper commentaar als twee mensen het altijd met elkaar eens zijn]
dat kun je wel op je buik schrijven
[dat gaat niet door]
vlinders in je buik hebben
[verliefd zijn]
er de buik vol van hebben
[er niets meer mee te maken willen hebben]
voor ik het vergeet ...
[ik geef het eerst maar even door]
vergeet het maar!
[zet dat maar uit je hoofd]
dat kun je wel vergeten
[daar hoef je niet op te rekenen]
een vergeten groep
[waar niemand aan denkt]
hem koud maken
[vermoorden]
een koude douche
[iets onverwachts wat je erg tegenvalt]
groente van de koude grond
[niet in een kas gekweekt, maar buiten]
het langs je koude kleren laten afglijden
[je er niets van aantrekken]
kunt u ons laten weten wat het besluit is
[kunt u ons dat meedelen?]
laat maar
[het hoeft niet meer]
het buiten beschouwing laten
[het er niet over hebben]
wil je me met rust laten?
[niet storen]
heb ik mijn sleutels hier laten liggen?
[heb ik ze hier achtergelaten?]
waar heb ik mijn sleutels gelaten?
[waar heb ik ze opgeborgen?]
laat hij nou gelijk hebben!
[tot mijn verbazing had hij gelijk]
dat laat me niet los
[ik moet er steeds aan denken]
dat laat veel te wensen over
[daar mankeert veel aan]
hij staat in het midden
[tussen twee personen in]
dat houdt het midden tussen .... en ....
[niet helemaal het een en ook niet helemaal het ander]
iets in het midden brengen
[erover beginnen tijdens een gesprek, het aansnijden]
er werd op grote schaal gespijbeld
[heel vaak, door veel leerlingen]
op schaal natekenen
[groter of kleiner tekenen, maar zo dat de verhoudingen kloppen]
een glijdende schaal
[die geleidelijk afloopt]
de schaal van Richter
[norm voor de kracht van aardbevingen]
dat legt gewicht in de schaal
[dat is belangrijk, heeft invloed]
je gewicht in goud waard zijn
[heel waardevol zijn]
dat legt gewicht in de schaal
[is heel belangrijk]
dat is een zaak van veel gewicht
[een belangrijke zaak]
de resultaat van het onderzoek
[de uitslag ervan]
zonder resultaat
[zonder dat het succes had]
dat is het resultaat van te veel drinken
[het gevolg ervan]
dat leidt tot goede resultaten
[tot goede gevolgen]
hij liegt alsof het gedrukt staat
[liegt heel erg]
dat liegt er niet om
[dat is nogal wat, dat is niet mis]
zo hard als steen
[erg hard]
een steen des aanstoots
[iets wat ergernis veroorzaakt]
een ezel stoot zich niet twee keer aan dezelfde steen
[alleen wie die dommer is dan een ezel, maakt twee keer dezelfde fout]
een steen in de vijver gooien
[opschudding veroorzaken]
dat ligt als een steen op je maag
[is moeilijk te verteren]
er een steentje aan bijdragen
[meehelpen]
geen steen op de andere laten
[veel veranderingen doorvoeren]
ergens je steentje aan bijdragen
[je bijdrage aan leveren]
de onderste steen moet boven komen
[er moet een grondig onderzoek naar worden gedaan]
steen en been klagen
[voortdurend jammeren]
dat ligt daar voor oud vuil
[alsof het niet meer gebruikt hoeft te worden]
hij ligt op sterven
[hij sterft]
ze hebben een kans laten liggen
[voorbij laten gaan]
dat ligt in zijn aard
[zo is hij nu eenmaal]
dat ligt voor de hand
[dat kies je als eerste]
de wind gaat liggen
[neemt af, wordt minder]
het ligt in de bedoeling ...
[de bedoeling is ...]
dat ligt me zwaar op de maag
[daar zie ik erg tegenop]
ik zit ermee in mijn maag
[het is een probleem voor me]
hij heeft het me in de maag gesplitst
[hij heeft me iets vervelends opgedragen]
een knorrende maag hebben
[honger hebben]
zijn ogen zijn groter dan zijn maag
[hij kan minder eten dan hij dacht]
iemand iets in zijn maag splitsen
[hem ergens mee opzadelen]
dat staat in de maag
[dat is stevige kost]
zij doet aan de slanke lijn
[probeert slanker te worden]
ik kan er geen lijn in ontdekken
[geen duidelijke regelmaat of samenhang]
het vertoont een stijgende lijn
[wordt steeds beter]
we moeten één lijn trekken
[dezelfde dingen goed en fout vinden]
de grote lijn
[een samenvatting van de hoofdzaken]
we hebben Amerika aan de lijn
[aan de telefoon]
zij houdt je aan het lijntje
[geeft niet waar je om vraagt, maar wijst je ook niet af]
langzaamaan, dan breekt het lijntje niet
[als je kalm aan doet, bereik je je doel]
de lijn trekken
[luieren]
hij volgt de harde lijn
[is erg streng]
dat ligt niet in mijn lijn
[dat past niet bij me]
dat ligt niet op de route
[daar komen we niet langs]
dat ligt nog vers in mijn geheugen
[dat weet ik nog heel goed]
het geheugen van een computer
[waar gegevens in worden opgeslagen]
een geheugen als een ijzeren pot
[een heel goed geheugen]
hij ligt op sterven
[hij sterft]
ze hebben een kans laten liggen
[voorbij laten gaan]
dat ligt in zijn aard
[zo is hij nu eenmaal]
dat ligt voor de hand
[dat kies je als eerste]
de wind gaat liggen
[neemt af, wordt minder]
het ligt in de bedoeling ...
[de bedoeling is ...]
zo mogelijk
[als het mogelijk is]
zo goed als
[bijna]
zo snel mogelijk
[met de snelheid die mogelijk is]
zo'n twee meter
[ongeveer twee meter]
goed zo
[goed]
hoe zo?
[wat bedoel je daarmee]
zo goed en zo kwaad als het lukte
[zover als het lukte]
dat lijkt maar zo
[het lijkt er alleen maar op]
dat lijkt maar zo
[het geeft die indruk, maar het is niet zo]
dat zou mij wel lijken
[dat zou mij wel bevallen]
dat loont de moeite niet
[het is de moeite niet waard]
dat loopt aardig in de papieren
[dat wordt kostbaar]
een aardig mondje (woordje) Engels spreken
[die taal redelijk beheersen]
hem van de trein halen
[ophalen als hij aankomt]
dat loopt als een trein
[dat gaat prima]
op een rijdende trein springen
[meedoen met iets dat al op gang is gekomen]
zich voor de trein gooien
[zelfmoord plegen]
het leest als een trein
[heel gemakkelijk]
het op papier zetten
[het opschrijven]
op papier hebben we dertig leerlingen
[officieel, maar de werkelijkheid is anders]
dat loopt in de papieren
[dat kost veel geld]
de harde schijf
[ingebouwde gegevensopslag in een computer]
dat loopt over veel schijven
[veel instanties bemoeien zich ermee]
dat luistert nauw
[dat komt er heel precies op aan]
het komt niet zo nauw
[het hoeft niet zo precies]
dat luistert nauw
[dat moet heel precies gebeuren]
mens en aap zijn nauw aan elkaar verwant
[lijken veel op elkaar]
de een of ander nam mijn tas mee
[iemand nam mijn tas mee]
een dag of wat geleden
[een paar dagen geleden]
een voor een doken ze in het water
[na elkaar]
dat lukt niet een twee drie
[niet meteen]
het heeft aan een stuk door geregend
[het heeft voortdurend geregend]
het pad was een en al blad
[er lagen overal bladeren]
er waren me daar een mensen
[er waren erg veel mensen]
wat maakt dat nou uit!
[dat maakt toch geen verschil]
hem uitmaken voor alles wat mooi en lelijk is
[allerlei scheldwoorden tegen hem zeggen]
dat maakt deel uit van een verzameling
[is er een onderdeel van]
dat maakt geen verschil
[dat maakt niets uit]
een verschil van mening hebben
[er anders over denken, er ruzie over maken]
een verschil van dag en nacht
[een heel groot verschil]
ik gun je de pret
[mij zou dat niets lijken]
dat mag de pret niet drukken
[die tegenslag is niet zo erg]
er was eens ....
[er leefde eens]
ware het niet dat ...
[als het niet zo was]
als het ware
[waar je het mee kunt vergelijken]
dat mag er zijn
[dat is indrukwekkend]
wat is er?
[wat scheelt eraan]
hij is er geweest
[hij is dood]
we zijn er
[we zijn op de plaats van bestemming]
erbij zijn
[goed opletten]
als ik jou was dan ...
[ik geef je de raad om ...]
dat mag wel in de krant
[dat is heel bijzonder]
plaatjes schieten
[foto's maken]
de plaat poetsen
[vluchten]
geen wonder dat hij gevallen is
[het verbaast me niets]
het is een wonder dat hij nog leeft
[het is onverklaarbaar]
dat middel doet wonderen
[het helpt erg goed]
wonder boven wonder
[tot ieders verrassing]
de wonderen zijn de wereld nog niet uit
[dat had ik nu nooit verwacht]
ik mag lijden dat hij vroeg komt
[ik hoop het]
hij mag er zijn hoor!
[hij ziet er knap uit]
dat mocht je willen
[je wilt het wel, maar het gebeurt niet]
het mocht niet baten
[het hielp helaas niet]
mocht je in de buurt zijn
[als je toevallig in de buurt bent]
dat moest een keer gebeuren
[het was te verwachten]
ik moet op voor het examen
[aan het examen meedoen]
dat moet je zelf weten
[dat mag je zelf uitmaken]
ze moeten heel aardig zijn
[men zegt dat]
ik moet nodig
[naar de WC]
zij moest eraan geloven
[zij was aan de beurt]
dat moet je me niet meer flikken
[dat moet je niet meer doen]
iemand een geintje flikken
[iets lelijks met hem uithalen]
dat moest een keer gebeuren
[het was te verwachten]
ik moet op voor het examen
[aan het examen meedoen]
dat moet je zelf weten
[dat mag je zelf uitmaken]
ze moeten heel aardig zijn
[men zegt dat]
ik moet nodig
[naar de WC]
dat muisje had nog een staartje
[die gebeurtenis had onverwachte gevolgen]
de berg heeft een muis gebaard
[het grote plan is op niets uitgelopen]
als een muis in de val zitten
[niet meer weg kunnen]
de muizen liggen er dood in de broodkast
[ze zijn erg arm]
een grijze muis
[een onopvallend persoon]
met man en muis vergaan
[het schip zinkt en alle opvarenden verdrinken]
met spek vangt men muizen
[als je gul bent, kun je iedereen voor je winnen]
met de staart tussen de benen afdruipen
[schaamtevol of vernederd weglopen]
als je van de duivel spreekt, trap je hem op zijn staart
[degene over wie je het hebt, komt net binnen]
er zit kop noch staart aan
[het is een warrig verhaal]
dat muisje zal nog een staartje hebben
[die zaak zal gevolgen hebben]
het venijn zit in de staart
[op het laatst zijn er toch nog moeilijkheden]
die zaak heeft nog een staartje
[nog een vervolg]
vaker dan me lief is
[vaker dan ik zou willen]
als je leven je lief is...
[dreigement]
iets voor lief nemen
[er genoegen mee nemen]
dat neem ik voor lief
[ik wil het eigenlijk niet, maar accepteer het toch]
ik deed net zo lief wat anders
[eigenlijk wil ik het niet doen]
lieve deugd!
[uitroep van schrik en verbazing]
het lieve leventje
[het leven van alledag]
werken dat het een lieve lust is
[intensief en met veel plezier werken]
net zo lief
[even graag]
dat neemt niet weg dat ....
[dat betekent niet dat ...]
zo kun je niet over straat
[naar buiten]
hij kwam op straat te staan
[werd dakloos, had geen woning meer]
dat past precies in zijn straatje
[dat past bij zijn opvattingen en plannen]
er moet meer blauw op straat komen
[meer politie]
ach, je bent van de straat
[je hebt iets te doen]
dat nieuwtje ligt op straat
[is algemeen bekend]
niet van de straat zijn
[hoog ontwikkeld of erg rijk zijn]
op straat staan
[geen huis hebben]
dat past in mijn holle kies
[schamper commentaar als je te weinig eten krijgt]
holle vaten klinken het hardst
[domme mensen hebben vaak de meeste praatjes]
holle bolle Gijs
[een dik, gulzig iemand]
holle klanken
[woorden die niets zeggen]
holle wangen
[ingevallen]
holle ogen
[die diep in de kassen liggen]
een holle weg
[die dieper ligt dan de grond aan weerskanten]
een holle blik
[een blik die niets lijkt te zien]
holle frasen
[nietszeggende, mooi klinkende woorden]
in het holst van de nacht
[middenin de nacht]
zo kun je niet over straat
[naar buiten]
hij kwam op straat te staan
[werd dakloos, had geen woning meer]
dat past precies in zijn straatje
[dat past bij zijn opvattingen en plannen]
er moet meer blauw op straat komen
[meer politie]
ach, je bent van de straat
[je hebt iets te doen]
dat nieuwtje ligt op straat
[is algemeen bekend]
niet van de straat zijn
[hoog ontwikkeld of erg rijk zijn]
op straat staan
[geen huis hebben]
dat plan klinkt leuk
[het lijkt een leuk plan]
dat plan komt op de helling te staan
[gaat misschien verdwijnen]
driemaal raden wie dat gedaan heeft
[het is niet moeilijk om te raden]
dat raadt je de koekoek!
[dat spreekt vanzelf!]
lichtgeraakt zijn
[snel beledigd zijn, boos worden]
dat raakt hem niet
[dat doet hem niets, laat hem onverschillig]
slaags raken
[gaan vechten]
we zullen hem eens flink raken
[veel alcohol drinken]
elkaar in de haren vliegen
[beginnen te vechten]
dat scheelde een haar
[heel erg weinig]
geen haar op m'n hoofd die eraan denkt
[ik doe het echt niet]
een vos verliest wel zijn haren, maar niet zijn streken
[een slecht mens is nooit te vertrouwen]
iemand geen haar krenken
[hem niets doen]
je wilde haren kwijtraken
[rustiger worden naarmate je ouder wordt]
er grijze haren van krijgen
[je er veel zorgen over maken]
iemand tegen de haren in strijken
[dingen zeggen die vervelend voor hem zijn]
mijn haren rezen te berge
[ik schrok heel erg]
met huid en haar
[volledig, helemaal]
gekrulde haren, gekrulde zinnen
[iemand met krullen is heel uitbundig]
haar op de tanden hebben
[sterk zijn, jezelf goed kunnen verdedigen]
met de handen in het haar zitten
[geen raad meer weten]
hem aan zijn jasje trekken
[hem herinneren aan wat hij beloofd heeft]
dat scheelt een jas
[het is veel minder koud dan gisteren]
zoals de wind waait, waait zijn jasje
[hij doet altijd waar hij het meeste voordeel van heeft, is een opportunist]
hij heeft een jasje uitgetrokken
[is heel mager geworden]
dat scheelt een slok op een borrel
[heel veel]
je verplichtingen nakomen
[doen wat je moet doen]
dat schept verplichtingen
[door dat te doen voelt iemand anders zich verplicht iets terug te doen]
dat slaat als een tang op een varken
[dat slaat nergens op]
hem in de tang nemen
[te pakken nemen, vastzetten]
een oude tang
[boosaardige, oude vrouw]
dat slaat als kut op Dirk
[dat slaat nergens op]
voor de kat zijn kut
[voor niets]
kut met peren!
[grove uiting van ongenoegen]
dat slaat een bres in de financiën
[kost veel geld]
voor iemand in de bres springen
[hem vurig verdedigen]
een bal over het net slaan
[naar de andere kant ervan]
de maat slaan
[de maat aangeven met armbewegingen]
ze is daar niet weg te slaan
[ze is er altijd bij]
dat slaat nergens op
[dat is onzin]
ik sla me er wel doorheen
[ik red het wel]
hij was nergens meer
[het was met hem gedaan]
ik wil hier slapen en nergens anders
[niet op een andere plaats]
ik weet nergens van
[ik weet er niets van]
dat is nergens goed voor
[voor niets is dat goed]
dat slaat nergens op
[dat heeft er niets mee te maken]
dat smelt op de tong
[wordt lekker zacht in de mond]
dat doet mijn hart smelten
[daar krijg ik medelijden van]
dat kapitaal is weggesmolten
[verdwenen]
smeltende tonen of kleuren
[die zacht in elkaar overgaan]
de botte bijl hanteren
[harde, grove maatregelen nemen]
dat snap jij niet met je botte hersens
[beledigend commentaar als iemand iets niet begrijpt]
bot ijs
[niet glad, hobbelig ijs]
hij is uit het goede hout gesneden
[is eerlijk en betrouwbaar]
we moeten op een houtje bijten
[hebben niets meer te eten]
dat snijdt geen hout
[dat gaat niet op, dat klopt niet]
van dik hout zaagt men planken
[wordt gezegd als iets op een slordige en grove manier wordt aangepakt]
een flinke bos hout voor de deur hebben
[grote borsten]
uit hetzelfde hout gesneden zijn
[op elkaar lijken]
op eigen houtje
[zonder overleg met en hulp van anderen]
ik snap er geen hout van
[niets]
de kroon op het werk
[de laatste en beste prestatie]
iemand naar de kroon steken
[proberen hem te overtreffen]
dat spant de kroon
[dat overtreft alles]
een parel aan zijn kroon
[een van zijn beste eigenschappen]
in dat geval kom ik lopen
[als dat zo is, kom ik lopen]
dat spreek vanzelf
[natuurlijk!]
dat treft!
[het komt goed uit]
dat spreekt tot de verbeelding
[maakt veel indruk]
over Jan gesproken ....
[nu we het toch over Jan hebben]
zij spreekt altijd de waarheid
[liegt nooit]
daar ben ik niet over te spreken
[dat bevalt me niet]
normaal gesproken ....
[gewoonlijk]
dat spreekt vanzelf
[natuurlijk!]
ik heb bij wijze van spreken geen tijd om te eten
[dat is niet echt zo, maar ik heb het erg druk]
deze cijfers spreken voor zich
[ze zijn duidelijk genoeg]
spreken is zilver, zwijgen is goud
[het is beter om te zwijgen dan om te praten]
dat staat als een paal boven water
[dat is absoluut zeker, duidelijk]
paal en perk aan iets stellen
[precies aangeven tot hoever het mag gaan]
voor paal staan
[voor gek staan]
als puntje bij paaltje komt
[als het eropaan komt]
voor paal staan
[je belachelijk maken]
dat ligt me zwaar op de maag
[daar zie ik erg tegenop]
ik zit ermee in mijn maag
[het is een probleem voor me]
hij heeft het me in de maag gesplitst
[hij heeft me iets vervelends opgedragen]
een knorrende maag hebben
[honger hebben]
zijn ogen zijn groter dan zijn maag
[hij kan minder eten dan hij dacht]
iemand iets in zijn maag splitsen
[hem ergens mee opzadelen]
dat staat in de maag
[dat is stevige kost]
dat staat in mijn geheugen gegrift
[dat zal ik nooit vergeten]
ik sta erop
[ik wil per se dat het gebeurt]
ik sta achter je
[ik verdedig je]
het staat of valt met ....
[het hangt ervan af]
je moet daar boven staan
[je er niets van aantrekken]
ik sta op het standpunt dat ....
[ik vind dat]
dat staat in verband met ....
[dat heeft ermee te maken]
je baard laten staan
[je niet scheren]
die plant staat er goed bij
[ziet er gezond uit]
hij staat aan het hoofd
[hij heeft de leiding]
ik werk nooit in de tuin, laat staan als het regent
[dus zeker niet als het regent]
dat geval staat op zichzelf
[het heeft niet met iets anders te maken]
zij staat bekend als ....
[men kent haar zo]
ik sta op de foto
[ik ben daarop afgebeeld]
er staat jou nog wat te wachten
[je krijgt nog heel wat te verwerken]
iets in een fraai daglicht stellen
[het zo mooi mogelijk voorstellen]
dat staat je fraai!
[daarvoor moet je je schamen!]
een fraaie prestatie
[een goede prestatie]
dat staat ter discussie
[daar is nog geen beslissing over genomen]
ter discussie stellen
[zeggen dat je erover wilt praten]
de zon steekt
[hij schijnt zo fel dat het pijn doet]
het steekt hem dat ....
[het doet hem pijn dat ....]
dat steekt niet zo nauw
[dat hoeft niet zo precies]
daar steekt iets achter
[daar zit iets achter]
in brand steken
[laten branden]
bittere tranen
[die voortkomen uit verdriet of spijt]
een bittere nasmaak
[een vervelend gevoel dat je ergens aan overhoudt]
een bittere pil
[een vervelende boodschap]
een bittere pil moeten slikken
[een pijnlijke vernedering moeten ondergaan]
doorgaan tot het bittere eind
[altijd maar doorgaan, hoe erg het ook wordt]
het is bitter koud
[heel erg koud]
er blanco tegenover staan
[niet vóór zijn en ook niet tégen]
een blanco cheque
[waarop de ontvanger elk bedrag kan invullen]
een blanco cheque
[een machtiging om te doen wat je wilt]
er blanco tegenover staan
[er geen mening over hebben]
blanco stemmen
[een stembiljet oningevuld inleveren; niet voor of tegen stemmen]
een blanco strafblad hebben
[nog nooit door de rechter veroordeeld zijn]
er blanco tegenover staan
[niet vóór zijn en ook niet tégen]
een blanco cheque
[waarop de ontvanger elk bedrag kan invullen]
een blanco cheque
[een machtiging om te doen wat je wilt]
er blanco tegenover staan
[er geen mening over hebben]
blanco stemmen
[een stembiljet oningevuld inleveren; niet voor of tegen stemmen]
een blanco strafblad hebben
[nog nooit door de rechter veroordeeld zijn]
van de blauwe knoop zijn
[geen alcohol gebruiken]
een blauwe maandag
[heel kort]
iemand bont en blauw slaan
[hem afranselen]
een blauwe plek
[lichte bloeduitstorting onder de huid]
spa blauw
[bronwater zonder koolzuur]
Delfts blauw
[blauw beschilderd aardewerk uit Delft]
meer blauw op straat
[meer politie]
blauw bloed hebben
[van adellijke afkomst zijn]
zich blauw ergeren
[zich in hoge mate ergeren]
een blauwe maandag
[een zeer korte tijd]
ter plekke
[op de plaats zelf]
een blauwe plek
[een bloeduitstorting onder de huid]
de vinger op de zere plek leggen
[het probleem precies aanwijzen]
van de blauwe knoop zijn
[geen alcohol gebruiken]
een blauwe maandag
[heel kort]
iemand bont en blauw slaan
[hem afranselen]
een blauwe plek
[lichte bloeduitstorting onder de huid]
spa blauw
[bronwater zonder koolzuur]
Delfts blauw
[blauw beschilderd aardewerk uit Delft]
meer blauw op straat
[meer politie]
blauw bloed hebben
[van adellijke afkomst zijn]
zich blauw ergeren
[zich in hoge mate ergeren]
een blauwe maandag
[een zeer korte tijd]
een bleek zonnetje
[een flauw zonnetje]
bleek om de neus worden
[wit worden van angst]
een blik agenten opentrekken
[een extra aantal agenten inzetten]
een holle blik
[die niets lijkt te zien]
een vernietigende blik
[waaruit boosheid spreekt]
iemands blik vangen
[zorgen dat hij naar je kijkt]
verstand op nul, blik op oneindig
[niet denken, maar doen]
iemand geen blik waardig keuren
[hem uit minachting of trots niet aankijken]
ergens een blik op werpen
[ernaar kijken]
een ruime blik hebben
[ruimdenkend zijn]
een vooruitziende blik hebben
[weten wat er in de toekomst gebeurt]
je er blind op staren
[er te lang naar kijken waardoor je het niet goed meer ziet]
liefde is blind
[wie verliefd is ziet de gebreken van de geliefde niet]
een blinde vlek hebben voor iets
[het niet kunnen inzien]
ziende blind zijn
[iets niet zien of niet willen zien]
blinde haat
[die alleen het afstotelijke ziet]
blind toeval
[een gebeurtenis waar niet op te rekenen viel]
een blind vertrouwen hebben in iemand
[hem zonder meer vertrouwen]
een blinde muur
[zonder raam of deur]
ik heb een blind vertrouwen in hem
[een groot vertrouwen]
blind typen
[zonder naar de toetsen te kijken]
een blinde vink
[rolletje gehakt met lapje vlees eromheen]
een blinde deur
[die niet geopend kan worden]
een blinde muur
[zonder ramen of deuren]
we spelen open kaart
[we zeggen precies wat we denken]
hem in de kaart spelen
[hem ongewild bevoordelen]
alles op één kaart zetten
[je geluk van één ding laten afhangen]
ansichtkaart
[kaart die je stuurt als je op vakantie bent]
de rode kaart
[teken van ernstige overtreding waarvoor je het veld wordt uitgestuurd]
de gele kaart
[teken van bestraffing in een voetbalwedstrijd]
de kaarten zijn geschud
[de uitslag ligt vast]
iemand in de kaart kijken
[zijn geheime plannen doorzien]
de problemen zijn nog niet in kaart gebracht
[nog niet op een rijtje gezet]
een blinde kaart
[zonder plaatsnamen]
iets in kaart brengen
[er een overzicht van maken]
een stad van de kaart vegen
[vernietigen]
van de kaart zijn
[helemaal in de war zijn]
de muren hebben oren
[je kunt afgeluisterd worden]
uit de muur eten
[voedsel uit de automaat eten]
de muren kwamen op me af
[ik voelde me erg opgesloten]
een blinde muur
[zonder ramen of deuren]
een dragende muur
[waarop het dak steunt]
met je kop tegen de muur lopen
[door tegenwerking niet bereiken wat je wilt bereiken]
een muur optrekken
[je in jezelf terugtrekken]
de muren hebben oren
[zorg ervoor dat niemand je afluistert]
met de rug tegen de muur staan
[geen uitweg meer zien]
Gert-Jan kan nog geen spijker in de muur slaan
[is erg onhandig]
je er blind op staren
[er te lang naar kijken waardoor je het niet goed meer ziet]
liefde is blind
[wie verliefd is ziet de gebreken van de geliefde niet]
een blinde vlek hebben voor iets
[het niet kunnen inzien]
ziende blind zijn
[iets niet zien of niet willen zien]
blinde haat
[die alleen het afstotelijke ziet]
in blinde razernij (woede)
[waarbij je niet meer nadenkt]
blind toeval
[een gebeurtenis waar niet op te rekenen viel]
een blind vertrouwen hebben in iemand
[hem zonder meer vertrouwen]
een blinde muur
[zonder raam of deur]
blind typen
[zonder naar de toetsen te kijken]
een blinde vink
[rolletje gehakt met lapje vlees eromheen]
een blinde deur
[die niet geopend kan worden]
een blinde muur
[zonder ramen of deuren]
vlekkeloos
[zonder schuld]
men noemt geen koe bont, of er zit wel een vlekje aan
[niemand is volmaakt]
een blinde vlek
[iets wat je niet kunt leren of begrijpen]
je er blind op staren
[er te lang naar kijken waardoor je het niet goed meer ziet]
een blinde vlek hebben voor iets
[het niet kunnen inzien]
ziende blind zijn
[iets niet zien of niet willen zien]
blinde haat
[die alleen het afstotelijke ziet]
in blinde razernij (woede)
[waarbij je niet meer nadenkt]
blind toeval
[een gebeurtenis waar niet op te rekenen viel]
een blind vertrouwen hebben in iemand
[hem zonder meer vertrouwen]
een blote jurk
[die veel bloot laat]
op blote voeten
[zonder kousen of schoenen]
met zijn blote handen
[zonder gereedschap te gebruiken]
onder de blote hemel slapen
[in de open lucht]
uit het blote hoofd
[zonder hulpmiddel]
open en bloot
[heel openlijk]
de beer een jurk aantrekken
[de zaak mooier voorstellen dan ze is]
een blote jurk
[die veel bloot laat]
aan bod zijn
[aan de beurt zijn]
niet aan bod komen
[er geen kans voor krijgen]
een bod uitbrengen
[er iets voor bieden]
een bodemloze put
[waar je steeds geld in stopt en waar nooit een eind aan komt]
een boef vangen
[hem grijpen]
er geld voor vangen
[er geld voor krijgen]
je adem inhouden
[even niet ademen omdat het spannend is]
buiten adem zijn
[moeilijk ademen als je hard gelopen hebt]
een boek in één adem uitlezen
[zonder weg te leggen, omdat het zo spannend is]
je laatste adem uitblazen
[doodgaan]
op adem komen
[tot rust komen]
een boek van kaft tot kaft kennen
[helemaal]
hij gaat zijn boekje te buiten
[doet of zegt dingen die niet mogen]
ik zal eens een boekje over hem open doen
[slechte dingen over hem vertellen]
een open boek zijn
[geen geheimen hebben]
dat is een gesloten boek
[een afgesloten periode]
het boek der boeken
[de Bijbel]
de boeken afsluiten
[een financieel jaarverslag maken]
volgens het boekje
[volgens de voorschriften]
de bokken van de schapen scheiden
[de mannen van de vrouwen scheiden]
een oude bok lust wel een groen blaadje
[een oude vent houdt wel van een jonge vrouw]
erop zitten als een bok op de haverkist
[erg happig zijn op iets]
de bokken van de schapen scheiden
[de goede van de slechte mensen scheiden]
het nieuws sloeg in als een bom
[iedereen was er verbijsterd over]
na een dag barstte de bom
[toen konden ze zich niet langer inhouden]
een zure bom
[een grote zure augurk]
een bom duiten
[een grote hoeveelheid geld]
een bon ter waarde van een tientje
[met de waarde ervan]
er waarde aan hechten
[het belangrijk vinden]
waarden en normen
[opvattingen over goed of slecht]
hem in zijn waarde laten
[aanvaarden zoals hij is]
van nul en generlei waarde
[zonder enige waarde]
iemand bont en blauw slaan
[afranselen]
bekendstaan als de bonte hond
[overal bekend zijn]
de bonte was
[was voor gekleurd goed]
een bonte avond
[avondprogramma met veel afwisseling]
een bonte mengeling
[allerlei soorten mensen]
het te bont maken
[te ver gaan]
een boom van een vent
[een grote, massieve kerel]
weer het ventje zijn
[erbovenop zijn]
een boom van een vent
[een grote stevige man]
hoge bomen vangen veel wind
[wie belangrijk is, krijgt veel kritiek]
de bomen groeien niet tot in de hemel
[de mogelijkheden zijn niet onbeperkt]
aan de vruchten kent men de boom
[men kent de mens aan wat hij doet]
de kat uit de boom kijken
[een afwachtende houding aannemen]
een boom omzagen
[hard snurken]
iemand om de tuin leiden
[hem bedriegen, misleiden]
in zijn knollentuin zijn
[het erg naar zijn zin hebben]
een botanische tuin
[plantentuin]
ieder moet zijn eigen tuintje wieden
[zijn eigen gebreken verbeteren]
wie zijn eigen tuintje wiedt, ziet het onkruid van een ander niet
[aansproring om vooral voor jezelf kritisch te zijn]
een boterham met tevredenheid
[brood zonder boter en beleg]
een goede boterham verdienen
[een baan hebben die goed betaalt]
een boterham met tevredenheid
[zonder beleg, alleen met boter]
tot volle tevredenheid
[iedereen is er helemaal tevreden over]
ergens op gebrand zijn
[het heel graag willen]
die vraag brandt me op de lippen
[ik kan bijna niet wachten hem te stellen]
branden van ongeduld
[heel ongeduldig zijn]
een brandende kwestie
[een erg belangrijke zaak]
het stuit me tegen de borst
[ik vind het afschuwelijk]
uit volle borst zingen
[heel hard zingen]
hij klopt zich op de borst
[laat blijken dat hij zichzelf erg goed vindt]
maak je borst maar nat
[bereid je er maar op voor]
een slang aan je borst koesteren
[goed zijn voor iemand die daar misbruik van maakt]
een hoge borst opzetten
[verwaand zijn]
het op de borst hebben
[zwaar verkouden zijn]
een brave borst
[een goeie kerel]
een brave Hendrik
[iemand die akelig braaf is]
een brave borst
[een goeie kerel]
een breuk tussen twee mensen weer lijmen
[zorgen dat de relatie weer goed wordt]
een brief op poten
[een boze, duidelijke brief]
dat geef ik je op een briefje
[dat weet ik heel zeker, dat bevestig ik]
een aangetekende brief
[waarvan je het bewijs hebt dat hij verstuurd is]
een brok in je keel hebben
[ontroerd zijn]
brokken maken
[iets kapot maken, een ongeluk veroorzaken]
met de brokken zitten
[narigheid hebben als gevolg van iets wat mislukt]
een bromfiets biedt uitkomst als je gauw moe bent
[biedt de oplossing]
een bron van vermaak
[waar je veel plezier kunt hebben]
bron van inkomsten
[waar je je geld mee verdient]
uit betrouwbare bron
[van iemand die te vertrouwen is]
zo gezond als een vis
[erg gezond]
gezond en wel
[volkomen gezond]
je moet gezond eten
[dingen eten die goed voor je zijn]
de gezonde apotheek
[gewone, goede kost]
een broodje gezond
[met wat rauwkost erbij]
het gezond verstand
[een nuchtere wijze van redeneren]
een brug slaan tussen twee volken
[ervoor zorgen dat ze elkaar begrijpen]
hij moet over de brug komen
[hij moet doen wat wij willen]
een bruin café
[café met donkere muren en meubels]
ze bruin (kunnen) bakken
[erg overdrijven, het te gek maken]
een bruin leven
[wild en ongeregeld]
bruisen van energie
[heel veel energie hebben]
een bruisend feest
[waar veel gebeurt]
een burgerlijk huwelijk
[voor de ambtenaar van de burgerlijke stand gesloten]
burgerlijke ongehoorzaamheid
[verzet van burgers tegen de wet]
je burgerlijke staat
[de toestand van waaruit je het recht hebt om te handelen]
het Burgerlijk Wetboek
[dat de verhoudingen tussen burgers regelt]
een centrale keuken
[die maaltijden maakt voor alle bewoners van een gebouw]
centraal staan
[het belangrijkst zijn]
centraal stellen
[er een groot belang aan toekennen]
het centrale zenuwstelsel
[de hersenen en het ruggenmerg]
centraal overleg
[tussen overheid, vakbonden en werkgevers]
een chronische ziekte
[die niet meer overgaat]
een collectieve arbeidsovereenkomst (cao)
[tussen werkgevers en werknemers in een bepaalde bedrijfstak]
collectieve lastendruk
[de afdeling die afhankelijk is van overheidsgelden]
collectieve uitgaven
[het geheel van subsidies en uitkeringen aan instellingen en personen]
de aandacht trekken
[zorgen dat ze je zien]
het toneelstuk trekt veel publiek
[veel mensen willen het zien]
dat trekt mij niet
[dat vind ik niet aantrekkelijk]
een kies trekken
[hem eruit halen]
een conclusie trekken
[zeggen wat je mening over het onderwerp is]
een lijn trekken
[tekenen]
het trekt
[het tocht]
aan je trekken komen
[krijgen wat je nodig hebt of hebben wilt]
een crimineel verleden hebben
[in het verleden veroordeeld zijn voor een misdrijf]
dat is verleden tijd
[dat is voorbij]
zo gezegd, zo gedaan
[het is gebeurd zoals het was afgesproken]
zeg ....
[luister eens]
zeg dat wel!
[inderdaad]
daar is veel voor te zeggen
[dat is een goed idee]
nee zeggen
[weigeren]
het voor het zeggen hebben
[de baas zijn]
eerlijk gezegd
[als ik eerlijk ben]
hij zegt van wel
[dat het wel zo is]
dat zegt me niets
[dat betekent niets voor me]
het over het hoofd zien
[niet opmerken]
tot ziens!
[ik hoop je gauw weer te zien]
hij mag gezien worden
[ziet er goed uit]
ik zie er wel iets in
[ik vind het wel aantrekkelijk]
zie je kans om ...
[kun je]
het laten zien
[het tonen]
mij niet gezien!
[dat doe ik niet]
dat zijn de krenten in de pap
[dat zorgt voor iets bijzonders]
een maatregel nemen
[besluiten wat er gebeurt]
dat zijn geen halve maatregelen
[er verandert veel door]
dat zijn interessante details
[interessante bijzonderheden]
je moet niet in details treden
[geen kleine bijzonderheden vertellen]
dat zit in de familie
[veel familieleden hebben die eigenschap geërfd]
dat komt in de beste families voor
[het kan iedereen overkomen]
moderne talen
[Engels, Frans en Duits]
klassieke talen
[Grieks en Latijn]
moderne talen
Engels, Frans en Duits]
klassieke talen
Grieks en Latijn]
een dode taal
die niemand meer spreekt]
grove taal uitslaan
lelijke woorden gebruiken
zwijgen in alle talen
niets zeggen
hij gaf taal noch teken
liet niets van zich horen
een levende taal
die nog gesproken wordt
een vreemde taal
een buitenlandse taal
bloemrijke taal
[met veel beeldspraak]
duidelijke taal spreken
begrijpelijk zijn
gepeperde taal
met harde oordelen
gespierde taal
waaruit blijkt dat je daadkrachtig bent
taal noch teken geven
niets van zich laten horen
versluierende taal
waarmee iemand niet ronduit zegt wat hij bedoelt]
je eigen graf graven
je eigen ondergang veroorzaken
zwijgen als het graf
helemaal niets zeggen
met een been in het graf staan
niet lang meer te leven hebben
je eigen graf graven
je positie onmogelijk maken
iemand het graf in prijzen
overdreven veel lof toezwaaien
over zijn graf heen regeren
macht uitoefenen na zijn dood
van de wieg tot het graf
het hele leven
zwijgen als het graf
een geheim niet verraden
je kunt zijn ribben tellen
hij is erg mager
dat is een rib uit mijn lijf
dat is erg duur]
zwevende ribben
die niet met het borstbeen verbonden zijn
zwemmen in het geld
heel rijk zijn
Zwarte Piet
de knecht van Sinterklaas
voor Piet Snot staan
een dom of gek figuur slaan]
er voor Piet Snot bij zitten
niet echt mee mogen doen
Zwarte Piet
de knecht van Sinterklaas
voor Piet Snot staan
een dom of gek figuur slaan
zwarte lijst
opsomming van personen die iets verkeerd gedaan hebben
beeldende kunsten
[schilderen en beeldhouwen]
uit de kunst!
[geweldig]
zwarte kunst
[toverij, magie]
volgens de regels van de kunst
[zoals het hoort]
de kunst van iemand afkijken
[bij hem kijken hoe het moet]
oefening baart kunst
[door oefening krijg je vaardigheid]
uit de kunst!
[geweldig!]
het zag er zwart van de mensen
er waren heel veel mensen]
het zwarte werelddeel
Afrika]
zo zwart als een tor
[heel zwart]
in de zwarte cijfers zitten
[een positief saldo hebben]
zo zwart als roet
[heel zwart]
zwart op wit
[vastgelegd op papier]
iemand zwart maken
[ongunstige dingen over hem vertellen]
de zwarte lijst
[waarop staat wie uitgesloten is]
zwart geld
[waarover geen belasting is betaald]
een zwarte bladzijde uit de geschiedenis
[een droevige of rampzalige periode]
het zwarte schaap
[iemand die altijd beschuldigd wordt, het mikpunt is]
een zwarte school
[waarop meer gekleurde dan blanke kinderen zitten]
op zwart zaad zitten
[geen geld meer hebben]
het ziet er zwart van de mensen
[er zijn heel veel mensen]
hem zwart maken
slechte dingen over hem vertellen
zwart rijden in de bus
[zonder te betalen]
zwart geld
waarover geen premies en belastingen zijn betaald]
zwart werk
[waarover geen belasting en premies worden betaald]
het zwarte circuit
[de omloop van zwart geld]
iemand zwart afschilderen
[hem slechter voorstellen dan hij is]
iemand zwart maken
[slechte dingen over hem vertellen]
de zwarte doos
[recorder met opnames van tijdens de vlucht]
een witte kerst
[als er sneeuw ligt]
zo wit als sneeuw
erg wit]
de witte vlag
teken van overgave]
een wit voetje bij iemand halen
[slijmen, proberen bij hem in de gunst te komen]
de witte boorden
[kantoorpersoneel, ambtenaren]
wit om de neus worden
[angstig, bang worden]
Witte Donderdag
[de donderdag voor Pasen]
een witte fiets
[die iedereen mag gebruiken]
witte plekken
[gedeelten op een landkaart die nog niet bekend zijn]
de witte vlag
[teken in de strijd dat men wil onderhandelen]
een wit voetje proberen te halen
bij iemand in de gunst proberen te komen]
een witte wereld
[een besneeuwd landschap]
zwart op wit
een bewijs op schrift]
wit wegtrekken
[erg bleek worden]
zo wit als een doek
[erg bleek]
witte rijst
[gepelde rijst]
wit om de neus worden
[verbleken van angst]
het zag er zwart van de mensen
[er waren heel veel mensen]
het zwarte werelddeel
[Afrika]
zo zwart als een tor
[heel zwart]
in de zwarte cijfers zitten
[een positief saldo hebben]
zo zwart als roet
[heel zwart]
zwart op wit
[vastgelegd op papier]
iemand zwart maken
[ongunstige dingen over hem vertellen]
de zwarte lijst
[waarop staat wie uitgesloten is]
zwart geld
[waarover geen belasting is betaald]
een zwarte bladzijde uit de geschiedenis
[een droevige of rampzalige periode]
het zwarte schaap
[iemand die altijd beschuldigd wordt, het mikpunt is]
een zwarte school
[waarop meer gekleurde dan blanke kinderen zitten]
op zwart zaad zitten
[geen geld meer hebben]

het ziet er zwart van de mensen [er zijn heel veel mensen]
hem zwart maken
[slechte dingen over hem vertellen]
zwart rijden in de bus
[zonder te betalen]
zwart geld
[waarover geen premies en belastingen zijn betaald]
zwart werk
[waarover geen belasting en premies worden betaald]
het zwarte circuit
[de omloop van zwart geld]

tegenstelling: wit
iemand zwart afschilderen
[hem slechter voorstellen dan hij is]
iemand zwart maken
[slechte dingen over hem vertellen]
de zwarte doos
[recorder met opnames van tijdens de vlucht]
zijn verdiende loon krijgen
[terecht gestraft worden]
loon naar werken krijgen
[krijgen wat je toekomt]
zwart loon
[waarover geen premies en belastingen zijn betaald]
boontje komt om zijn loontje
[commentaar als iemand terecht gestraft wordt]
het zag er zwart van de mensen
[er waren heel veel mensen]
het zwarte werelddeel
[Afrika]

zo zwart als een tor [heel zwart]
in de zwarte cijfers zitten
[een positief saldo hebben]
zo zwart als roet
[heel zwart]

zwart op wit [vastgelegd op papier]
iemand zwart maken
ongunstige dingen over hem vertellen]
de zwarte lijst
[waarop staat wie uitgesloten is]
zwart geld
[waarover geen belasting is betaald]
een zwarte bladzijde uit de geschiedenis
[een droevige of rampzalige periode]
het zwarte schaap
[iemand die altijd beschuldigd wordt, het mikpunt is]
een zwarte school
[waarop meer gekleurde dan blanke kinderen zitten]
op zwart zaad zitten
[geen geld meer hebben]
het ziet er zwart van de mensen
[er zijn heel veel mensen]
hem zwart maken
[slechte dingen over hem vertellen]
zwart rijden in de bus
[zonder te betalen]
zwart geld
[waarover geen premies en belastingen zijn betaald]
zwart werk
[waarover geen belasting en premies worden betaald]
het zwarte circuit
[de omloop van zwart geld]

tegenstelling: wit
iemand zwart afschilderen
[hem slechter voorstellen dan hij is]
iemand zwart maken
[slechte dingen over hem vertellen]
de zwarte doos
[recorder met opnames van tijdens de vlucht]
het zag er zwart van de mensen
[er waren heel veel mensen]
het zwarte werelddeel
[Afrika]
zo zwart als een tor
[heel zwart]
in de zwarte cijfers zitten
[een positief saldo hebben]
zo zwart als roet
[heel zwart]
zwart op wit
[vastgelegd op papier]
iemand zwart maken
[ongunstige dingen over hem vertellen]
de zwarte lijst
waarop staat wie uitgesloten is]
zwart geld
[waarover geen belasting is betaald]
een zwarte bladzijde uit de geschiedenis
[een droevige of rampzalige periode]
het zwarte schaap
[iemand die altijd beschuldigd wordt, het mikpunt is]
een zwarte school
[waarop meer gekleurde dan blanke kinderen zitten]
op zwart zaad zitten
[geen geld meer hebben]
het ziet er zwart van de mensen
[er zijn heel veel mensen]
er zwaar aan tillen
[het als een groot bezwaar zien]
ik heb er een zwaar hoofd in
[ik voorzie grote problemen]
wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen
[het belangrijkste gaat voor]
zwaar op de maag liggen
[moeilijk te verteren zijn]
zwaar verkeer
[grote vrachtwagens]
dat weegt zwaar
[dat is belangrijk]
de laatste loodjes wegen het zwaarst
[de eindfase is het moeilijkst]
het zwaar te verduren krijgen
[het moeilijk hebben]
een zware straf
[een strenge en harde straf]
het valt me zwaar
[het kost me veel moeite]
zwaar beproefd worden
[veel moeten lijden]
een zware dobber ergens aan hebben
[er veel moeite mee hebben]
zware kost
[moeilijk verteerbaar voedsel, of moeilijk te begrijpen stof]
het zwaar te verduren hebben
[veel onaangenaams meemaken]
de zware industrie
grote metaalindustrie]
een zware jongen
[echte misdadiger, of iemand met een hoge positie]
zware kost
[moeilijk verteerbaar voedsel, of moeilijk te begrijpen stof]
het zwaar te verduren hebben
[veel onaangenaams meemaken]
de zware industrie
[grote metaalindustrie]
een zware jongen
[echte misdadiger, of iemand met een hoge positie]
van een zwaar kaliber
[met hoge kwaliteit]
er een zware pijp mee roken
[ergens heel negatieve ervaringen mee hebben]
zware wapens
[artillerie en tanks]
ergens zwaar over in zitten
[je er ernstig zorgen over maken]
een zwaar verlies
[een groot verlies, grote schade]
zware lasten hebben
[veel betalen voor woning en onderhoud]
wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen
[het belangrijkste gaat voor]
het zwaar te pakken hebben
[erg verkouden zijn, of erg verliefd zijn]
ergens zwaar aan tillen
[laten weten dat je het belangrijk vindt]
zwaar op de hand zijn
[erg serieus en tobberig zijn]
de kleine criminaliteit
[winkeldiefstal, vandalisme, e.d.]
zware criminaliteit
[moord en doodslag]
zwangerschapsverlof
[vrije dagen in verband met de geboorte van een kind]
betaald verlof
[vrije dagen waarin je doorbetaald wordt]
een zwak argument
[niet overtuigend]
zwak staan
[er zo voor staan dat je gemakkelijk kunt verliezen]
het zwakke geslacht
[de vrouwen]
een zwakke maag hebben
[die geen zwaar voedsel verdraagt]
in een zwak moment (ogenblik)
[waarin niet voldoende aan de gevolgen gedacht is]
het vlees is zwak
[wordt gezegd als iemand geen weerstand kon bieden aan een verleiding]
een zwakke broeder
[iemand die niet goed kan meekomen op school]
een zwak werkwoord
[dat geen klinkerwisseling heeft in de verleden tijd]
er zwaar aan tillen
het als een groot bezwaar zien]
ik heb er een zwaar hoofd in
[ik voorzie grote problemen]
wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen
[het belangrijkste gaat voor]
zwaar op de maag liggen
[moeilijk te verteren zijn]
zwaar verkeer
[grote vrachtwagens]
dat weegt zwaar
[dat is belangrijk]
de laatste loodjes wegen het zwaarst
[de eindfase is het moeilijkst]
het zwaar te verduren krijgen
[het moeilijk hebben]
een zware straf
[een strenge en harde straf]
het valt me zwaar
[het kost me veel moeite]
zwaar beproefd worden
[veel moeten lijden]
een zware dobber ergens aan hebben
[er veel moeite mee hebben]
zware kost
[moeilijk verteerbaar voedsel, of moeilijk te begrijpen stof]
het zwaar te verduren hebben
[veel onaangenaams meemaken]
de zware industrie
[grote metaalindustrie]
een zware jongen
[echte misdadiger, of iemand met een hoge positie]
van een zwaar kaliber
[met hoge kwaliteit]
er een zware pijp mee roken
[ergens heel negatieve ervaringen mee hebben]
zware wapens
[artillerie en tanks]
ergens zwaar over in zitten
[je er ernstig zorgen over maken]
een zwaar verlies
[een groot verlies, grote schade]
zware lasten hebben
[veel betalen voor woning en onderhoud]
wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen
[het belangrijkste gaat voor]
het zwaar te pakken hebben
[erg verkouden zijn, of erg verliefd zijn]
ergens zwaar aan tillen
[laten weten dat je het belangrijk vindt]
zwaar op de hand zijn
[erg serieus en tobberig zijn]
de kleine criminaliteit
[winkeldiefstal, vandalisme, e.d.]
zware criminaliteit
[moord en doodslag]
zwangerschapsverlof
[vrije dagen in verband met de geboorte van een kind]
betaald verlof
[vrije dagen waarin je doorbetaald wordt]
zijn verdiende loon krijgen
[terecht gestraft worden]
loon naar werken krijgen
[krijgen wat je toekomt]
zwart loon
[waarover geen premies en belastingen zijn betaald]
boontje komt om zijn loontje
[commentaar als iemand terecht gestraft wordt]
zwangerschapsverlof
[vrije dagen in verband met de geboorte van een kind]
betaald verlof
[vrije dagen waarin je doorbetaald wordt]
zwangerschapsverlof
[vrije dagen in verband met de geboorte van een kind]
betaald verlof
[vrije dagen waarin je doorbetaald wordt]
een zwak argument
[niet overtuigend]
zwak staan
[er zo voor staan dat je gemakkelijk kunt verliezen]
het zwakke geslacht
[de vrouwen]
een zwakke maag heb
[die geen zwaar voedsel verdraagt]
in een zwak moment (ogenblik)
[waarin niet voldoende aan de gevolgen gedacht is]
het vlees is z
[wordt gezegd als iemand geen weerstand kon bieden aan een verleiding]
een zwakke broeder
[iemand die niet goed kan meekomen op school]
een zwak werkwoord
[dat geen klinkerwisseling heeft in de verleden tijd]
er zwaar aan tillen
[het als een groot bezwaar zien]
ik heb er een zwaar hoofd in
[ik voorzie grote problemen]
wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen
[het belangrijkste gaat voor]
zwaar op de maag liggen
[moeilijk te verteren zijn]
zwaar verkeer
[grote vrachtwagens]
dat weegt zwaar
[dat is belangrijk]
de laatste loodjes wegen het zwaarst
[de eindfase is het moeilijkst]
het zwaar te verduren krijgen
[het moeilijk hebben]
een zware straf
[een strenge en harde straf]
het valt me zwaar
[het kost me veel moeite]
zwaar beproefd worden
[veel moeten lijden]
een zware dobber ergens aan hebben
[er veel moeite mee hebben]
zware kost
[moeilijk verteerbaar voedsel, of moeilijk te begrijpen stof]
het zwaar te verduren hebben
[veel onaangenaams meemaken]
de zware industrie
[grote metaalindustrie]
een zware jongen
[echte misdadiger, of iemand met een hoge positie]
van een zwaar kaliber
[met hoge kwaliteit]
er een zware pijp mee roken
[ergens heel negatieve ervaringen mee hebben]
zware wapens
[artillerie en tanks]
ergens zwaar over in zitten
[je er ernstig zorgen over maken]
een zwaar verlies
[een groot verlies, grote schade]
zware lasten hebben
[veel betalen voor woning en onderhoud]
wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen
[het belangrijkste gaat voor]
het zwaar te pakken hebben
[erg verkouden zijn, of erg verliefd zijn]
ergens zwaar aan tillen
[laten weten dat je het belangrijk vindt]
zwaar op de hand zijn
[erg serieus en tobberig zijn]
er zwaar aan tillen
[het als een groot bezwaar zien]
ik heb er een zwaar hoofd in
[ik voorzie grote problemen]
wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen
[het belangrijkste gaat voor]
zwaar op de maag liggen
[moeilijk te verteren zijn]
zwaar verkeer
[grote vrachtwagens]
dat weegt zwaar
[dat is belangrijk]
de laatste loodjes wegen het zwaarst
[de eindfase is het moeilijkst]
het zwaar te verduren krijgen
[het moeilijk hebben]
een zware straf
[een strenge en harde straf]
het valt me zwaar
[het kost me veel moeite]
zwaar beproefd worden
[veel moeten lijden]
een zware dobber ergens aan hebben
[er veel moeite mee hebben]
zware kost
[moeilijk verteerbaar voedsel, of moeilijk te begrijpen stof]
het zwaar te verduren hebben
[veel onaangenaams meemaken]
ergens zwaar over in zitten
[je er ernstig zorgen over maken]
een zwaar verlies
[een groot verlies, grote schade]
zware lasten hebben
[veel betalen voor woning en onderhoud]
wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen
[het belangrijkste gaat voor]
het zwaar te pakken hebben
[erg verkouden zijn, of erg verliefd zijn]
ergens zwaar aan tillen
[laten weten dat je het belangrijk vindt]
zwaar op de hand zijn
[erg serieus en tobberig zijn]
de handen uit de mouwen steken
ijverig gaan werken]
je hand ophouden
[geld vragen]
de hand aan jezelf slaan
[zelfmoord plegen]
met harde hand optreden
[streng optreden]
een handje helpen
[even meehelpen]
dat ligt voor de hand
[dat is heel logisch]
iets achter de hand hebben
[in reserve hebben]
de hand over het hart strijken
[voor één keer minder streng zijn]
er de hand aan houden
[de voorschriften volgen]
in goede handen zijn
[goed verzorgd worden]
jezelf in de hand hebben
[je beheersen]
wat is er aan de hand?
[wat is er mis, of wat gebeurt er?]
zwaar op de hand zijn
[erg serieus of somber zijn]
er je hand niet voor omdraaien
[het niet moeilijk vinden om te doen]
een hand geven
[een hand drukken om te begroeten]
er de laatste hand aan leggen
[het juist afmaken]
handen te kort komen
[het heel druk hebben]
een gat in je hand hebben
[gemakkelijk te veel geld uitgeven]
de hand boven het hoofd houden
[verdedigen met woorden]
met de handen over elkaar zitten
[niets doen]

aan de beterende hand zijn [langzaam
aan de beterende hand zijn
[langzaam genezen]
van de hand wijzen
[weigeren]
in de hand werken
[bevorderen]
er de hand op weten te leggen
[iets bijzonders kopen of krijgen]
de hand op de knip houden
[zuinig zijn, gierig zijn]
je handen thuishouden
[niet aankomen, niet slaan]
uit je hand eten
[precies doen wat je zegt]
twee handen op één buik zijn
[het altijd met elkaar eens zijn]
uit de hand lopen
[niet meer kunnen beheersen]
van de hand doen
[wegdoen, verkopen]
het hoofd boven water houden
[maar nét genoeg hebben om van te leven]
het hoofd laten hangen
de moed verliezen]
de handen dichtknijpen
[jezelf gelukkig prijzen]
bij de hand houden
[zo houden dat je het snel kunt laten zien]
er zwaar aan tillen
[het als een groot bezwaar zien]
ik heb er een zwaar hoofd in
[ik voorzie grote problemen]
wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen
[het belangrijkste gaat voor]
zwaar op de maag liggen
[moeilijk te verteren zijn]
zwaar verkeer
[grote vrachtwagens]
dat weegt zwaar
[dat is belangrijk]
de laatste loodjes wegen het zwaarst
[de eindfase is het moeilijkst]
het zwaar te verduren krijgen
[het moeilijk hebben]
een zware straf
[een strenge en harde straf]
het valt me zwaar
[het kost me veel moeite]
zwaar beproefd worden
[veel moeten lijden]
een zware dobber ergens aan hebben
[er veel moeite mee hebben]
het valt me zwaar
[het kost me veel moeite]
zwaar beproefd worden
[veel moeten lijden]
een zware dobber ergens aan hebben
[er veel moeite mee hebben]
zware kost
[moeilijk verteerbaar voedsel, of moeilijk te begrijpen stof]
het zwaar te verduren hebben
[veel onaangenaams meemaken]
de zware industrie
[grote metaalindustrie]
een zware jongen
echte misdadiger, of iemand met een hoge positie]
van een zwaar kaliber
[met hoge kwaliteit]
er een zware pijp mee roken
[ergens heel negatieve ervaringen mee hebben]
zware wapens
[artillerie en tanks]
ergens zwaar over in zitten
[je er ernstig zorgen over maken]
een zwaar verlies
[een groot verlies, grote schade]
zware lasten hebben
[veel betalen voor woning en onderhoud]
wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen
[het belangrijkste gaat voor]
het zwaar te pakken hebben
[erg verkouden zijn, of erg verliefd zijn]
ergens zwaar aan tillen
[laten weten dat je het belangrijk vindt]
zwaar op de hand zijn
[erg serieus en tobberig zijn]
zwaar bewapend zijn
[veel wapens bij je hebben]
er zwaar aan tillen
[het als een groot bezwaar zien]
ik heb er een zwaar hoofd in
[ik voorzie grote problemen]
wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen
[het belangrijkste gaat voor]
zwaar op de maag liggen
[moeilijk te verteren zijn]
zwaar verkeer
[grote vrachtwagens]
dat weegt zwaar
[dat is belangrijk]
de laatste loodjes wegen het zwaarst
[de eindfase is het moeilijkst]
het zwaar te verduren krijgen
[het moeilijk hebben]

tegenstelling: licht
een zware straf
[een strenge en harde straf]
het valt me zwaar
[het kost me veel moeite]
zwaar beproefd worden
[veel moeten lijden]
een zware dobber ergens aan hebben
[er veel moeite mee hebben]
zware kost [
[moeilijk verteerbaar voedsel, of moeilijk te begrijpen stof]
het zwaar te verduren hebben
[veel onaangenaams meemaken]
de zware industrie
[grote metaalindustrie]
een zware jongen
[echte misdadiger, of iemand met een hoge positie]
van een zwaar kaliber
met hoge kwaliteit]
er een zware pijp mee roken
[ergens heel negatieve ervaringen mee hebben]
zware wapens
[artillerie en tanks]
ergens zwaar over in zitten
[je er ernstig zorgen over maken]
een zwaar verlies
[een groot verlies, grote schade]
zware lasten hebben
[veel betalen voor woning en onderhoud]
wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen
[het belangrijkste gaat voor]
het zwaar te pakken hebben
[erg verkouden zijn, of erg verliefd zijn]
ergens zwaar aan tillen
[laten weten dat je het belangrijk vindt]
zwaar op de hand zijn
[erg serieus en tobberig zijn]
ZVV is aan de bal
[de spelers van ZVV hebben de bal]
ik vind er niets aan
[ik vind het niet leuk]
hij is er slecht aan toe
[het gaat slecht met hem]
wie is aan de beurt?
[wie is de volgende klant?]
hoe kom je aan die hoed?
[hoe heb je die hoed gekregen?]
ik kan er niets aan doen
[ik kan het niet helpen, het is mijn schuld niet]
ik vind er niets aan
[ik vind het helemaal niet leuk]
zuur kijken
[onvriendelijk]
iemand het leven zuur maken
[hem dwarszitten]
door de zure appel heen bijten
[aanvaarden wat onvermijdelijk en vervelend is]
een zure bom
[grote, zoetzure augurk]
de druiven zijn zuur
[de nederlaag is moeilijk te accepteren]
nou ben je zuur
[nou ben je betrapt]
zullen we tot stemming overgaan?
[gaan stemmen]
huis van bewaring
[gevangenis]
het koninklijk huis
[de koninklijke familie]
een heilig huisje
[onderwerp waar je geen kritiek op mag hebben]
niet om over naar huis te schrijven
[niet erg goed]
van huis uit
[bij ons in het gezin]
nog verder van huis raken
[nog meer moeilijkheden krijgen]
heel wat in huis hebben
[heel veel kunnen]
ieder huisje heeft zijn kruisje
[elk gezin heeft zijn problemen]
zuinigheid met vlijt bouwt huizen als kastelen
[wie zuinig en vlijtig is kan heel wat bereiken]
het huisje bij het schuurtje laten
[niet meer uitgeven dan verantwoord is]
dat staat als een huis
[is heel zeker]
dan is het huis te klein
[dan gaat hij verschrikkelijk tekeer]
van goeden huize
[uit een deftige familie]
huis aan huis
[in alle woningen]
met de deur in huis vallen
[ergens meteen over beginnen]
dicht bij huis blijven
[niet te ver van het onderwerp afdwalen]
je huis moeten opeten
[de waarde van het huis moeten gebruiken voor je levensonderhoud]
iets in huis hebben
[in voorraad hebben]
als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel
[er moet toezicht zijn, anders gaat het niet goed]
ergens kind aan huis zijn
[er vaak komen]
veel in huis hebben
[veel kunnen]
van goeden huize komen
[van goede familie zijn]
het koninklijk huis
[de familie van de heersende koning of koningin]
zuinig leven
[weinig geld gebruiken]
de auto rijdt zuinig
[gebruikt weinig brandstof]
ik ben er zuinig op
[ga er heel voorzichtig mee om]
ergens zuinig mee omgaan
[er weinig van gebruiken]
en niet zo zuinig ook!
[stevig, flink]
zuinig zijn met woorden
[weinig zeggen]
zuinig op jezelf zijn
[gezond en veilig leven]
zuinig kijken
[teleurgesteld of weinig toeschietelijk]
zuinig leven
[weinig geld gebruiken]
de auto rijdt zuinig
[gebruikt weinig brandstof]
ik ben er zuinig op
ga er heel voorzichtig mee om]
ergens zuinig mee omgaan
[er weinig van gebruiken]
en niet zo zuinig ook!
[stevig, flink]
zuinig zijn met woorden
[weinig zeggen]
zuinig op jezelf zijn
[gezond en veilig leven]
zuinig kijken
[teleurgesteld of weinig toeschietelijk]
zuchtend en steunend
[met veel klagen]
in die zin
[in dat opzicht]
in zekere zin
[in een bepaald opzicht]
hem zijn zin geven
[doen wat hij wil]
er zin in hebben
[het verlangen]
er zin in hebben
[er trek in hebben]
hij heeft het naar zijn zin
[voelt zich hier plezierig]
hij heeft goeie zin
[is vrolijk]
dat is naar mijn zin
[dat bevalt me]
je zin doordrijven
[net zolang zeuren tot het gebeurt]
je zin doordrijven
[net zolang zeuren tot het gebeurt]
iets in de zin hebben
[het van plan zijn]
zoveel hoofden, zoveel zinnen
[mensen hebben meestal verschillende meningen]
iedere gek heeft z'n gebrek
[niemand is volmaakt]
iemand voor de gek houden
[voor de grap tegen hem liegen]
een jongensgek
[een meisje dat dol is op jongens]
voor gek staan
[jezelf belachelijk maken]
één gek kan meer vragen dan tien wijzen kunnen beantwoorden
[er zijn vragen waarop je geen zinnig antwoord kunt geven]
al te goed is buurmans gek
[wees niet te behulpzaam, want mensen maken daar misbruik van]
voor gek lopen
[er bespottelijk uitzien]
zoveel als de gek ervoor geeft
[zoveel als iemand wil bieden]
één gek kan meer vragen, dan tien wijzen kunnen beantwoorden
[op veel vragen is geen verstandig antwoord mogelijk]
hij verdient het zout in de pap niet
[verdient bijna niets]
iets met een korreltje zout nemen
[het niet te letterlijk opvatten]
het zout in de pap niet verdienen
[bijna niets verdienen]
peper- en zoutkleurig
[gedeeltelijk grijs]
op alle slakken zout leggen
[overal opmerkingen over maken]
zout in de wonde wrijven
[een vervelende opmerking maken over iets wat pijnlijk is]
dat is het zout in de pap
[wat het interessant, boeiend maakt]
zo zout heb ik het nog nooit gegeten
[zoiets raars heb ik nog nooit meegemaakt]
zout water
[zeewater]
zou het?
[denk je dat het zo is]
dat zul je altijd zien
[zo gaat het nu altijd]
zou je ze niet?
[ik wil ze wel een pak rammel geven]
oud en nieuw
[de jaarwisseling]
een oude vlam
[een vroegere geliefde]
een oude wond
[verdriet uit het verleden]
de oude garde
[de groep die oude tradities vertegenwoordigt
een ouwe getrouwe
[iemand die al lang in dienst is]
dat is ouwe koek
[niets nieuws]
alles bij het oude laten
[niets veranderen]
het is weer het oude liedje
[verzuchting als iets vele malen opnieuw gebeurt]
iemand van de oude stempel
[een conservatief iemand]
op de oude voet doorgaan
[op dezelfde manier als vroeger]
iets uit de oude doos
[iets ouderwets]
een oude kous (sok) hebben
[spaargeld hebben]
oude liefde roest niet
[vroegere verliefdheden gaan nooit helemaal over]
dat is oud nieuws
[allang bekend]
je moet geen oude schoenen weggooien voordat je nieuwe hebt
[iets niet wegdoen voordat je iets beters hebt]
oude talen
[Latijn en Grieks]
zo oud als de weg naar Kralingen (Rome)
[heel oud]
dat is oud zeer
[iets wat al heel lang verdriet veroorzaakt]
oude bomen moet je niet verplanten
[oude mensen kunnen beter niet verhuizen]
zorgen voor de oude dag
[sparen voor later, als men oud is]
ouden van dagen
[bejaarden]
hoe ouder hoe gekker
[wordt gezegd als oude mensen zich aanstellen]
jong en oud
[iedereen]
jong geleerd, oud gedaan
[wat je in je jeugd leert, geeft je je hele leven voordeel]
zoals de ouden zongen, piepen de jongen
[kinderen lijken in hun gedrag vaak op hun ouders]
zo oud als Methusalem
[hoogbejaard]
een ouwe snoeper
[iemand met veel oog voor vrouwelijk schoon]
een ouwe vrijster
[een zure, ongehuwde oudere vrouw]
hij is oud en wijs genoeg
[hij heeft er genoeg wijsheid en levenservaring voor]
er zorg voor dragen
[zorgen dat het gebeurt]
je er zorgen over maken
[bang zijn dat het verkeerd afloopt]
dat is van later zorg
[daar maken we ons nu nog niet druk om]
dat zal mij een zorg zijn
[dat kan me niets schelen]
zorgen hebben
[bang zijn voor de toekomst]
wij zijn uit de zorgen
[wij hoeven nergens meer bezorgd over te zijn]
dat baart me zorgen
[daar ben ik bezorgd over]
een zieltje zonder zorg
[iemand die onbekommerd leeft]
q
9030
kost en inwoning
[eten en slapen]
ergens in de kost zijn
[altijd mee-eten]
hij heeft de kosten eruit
[wat hij ervoor betaald heeft, kreeg hij terug]
hem op kosten jagen
[ervoor zorgen dat hij veel moet betalen]
dat gaat ten koste van Jan
[die moet daaronder lijden]
wat doet hij voor de kost?
[wat voor werk doet hij]
zijn kostje is gekocht
[hij kan daar meer dan genoeg geld verdienen]
zand erover
[we praten er niet meer over]
zand schuurt de maag
[een beetje zand in het eten is niet erg]
als los zand
[zonder samenhang]
hem zand in de ogen strooien
[hem misleiden]
zijn kop in het zand steken
[iets niet willen zien]
bouwen op los zand
[iets ondernemen zonder de vereiste voorbereiding]
in het zand bijten
[neervallen of verliezen]
schoon aan de haak
[naakt gewogen]
met een schone lei beginnen
[een heel nieuw begin maken]
schoon metselwerk
netjes gevoegd]
een schone motor
[die weinig luchtvervuiling veroorzaakt]
schoon schip maken
[opruimen]
het schone geslacht
[de vrouwen]
de schone slaapster
[Doornroosje]
schoon in het handje
[contant]
het eten is schoon op
[helemaal op]
je hebt schoon gelijk
[helemaal gelijk]
ik heb er schoon genoeg van
[ik ben het zat]
zijn kans schoon zien
[een goede kans zien en daar gebruik van maken]
we spelen open kaart
[we zeggen precies wat we denken]
hem in de kaart spelen
[hem ongewild bevoordelen]
alles op één kaart zetten
[je geluk van één ding laten afhangen]
ansichtkaart
[kaart die je stuurt als je op vakantie bent]
trouwkaart
[kaart met aankondiging van een huwelijk]
speelkaart
[kaart om het kaartspel mee te spelen]
dat is geen haalbare kaart
[heeft geen kans van slagen]
de groene kaart
[internationaal verzekeringsbewijs]
de rode kaart
[teken van ernstige overtreding waarvoor je het veld wordt uitgestuurd]
de gele kaart
[teken van bestraffing in een voetbalwedstrijd]
de kaarten zijn geschud
[de uitslag ligt vast]
de kaarten liggen nu anders
[de situatie is veranderd]
zijn kaarten op tafel leggen
[zijn bedoelingen onthullen]
dat is doorgestoken kaart
[afgesproken werk]
iemand in de kaart kijken
[zijn geheime plannen doorzien]
open kaart spelen
[eerlijk zijn, niets verbergen]
iemand in de kaart spelen
[hem helpen]
de problemen zijn nog niet in kaart gebracht
[nog niet op een rijtje gezet]
een blinde kaart
[zonder plaatsnamen]
iets in kaart brengen
[er een overzicht van maken]
iets op de kaart zetten
[zorgen dat het algemeen bekend wordt]
een stad van de kaart vegen
[vernietigen]
van de kaart zijn
[helemaal in de war zijn]
zijn intrede doen
[in gebruik raken]
hem op de huid zitten
[hem onder druk zetten]
een dikke huid hebben
[je niet snel beledigd voelen]
hem de huid vol schelden
[hem heel erg uitschelden]
het met huid en haar opeten
[helemaal]
bang voor zijn huid zijn
[voor zijn leven]
je moet de huid niet verkopen voor de beer geschoten is
[geen toezeggingen doen als iets nog niet van jou is]
zijn huid duur verkopen
[zich tot het uiterste verdedigen]
in iemands huid kruipen
[je indenken dat je hem bent]
zijn huid duur verkopen
[zich tot het uiterste verdedigen]
een dure liefhebberij
[iets wat veel geld kost]
dat komt hem duur te staan
[heeft onplezierige gevolgen voor hem]
duur doen
[opscheppen]
dat is je dure plicht
[het is een erezaak]
het uit de handel nemen
[het niet langer verkopen]
zijn handel en wandel
[alles wat hij doet, hoe hij zich gedraagt]
zijn haan moet altijd koning kraaien
[hij moet altijd zijn zin krijgen]
de gebraden haan uithangen
[veel geld uitgeven]
daar kraait geen haan naar
[niemand zal het opmerken]
zijn gram halen
[zich wreken]
zijn gezicht staat op onweer
[hij kijkt heel boos]
zo eerlijk als goud
[erg eerlijk]
voor geen goud ga ik de straat op
[ik durf het echt niet]
het is niet alles goud wat er blinkt
[laat je niet misleiden door de mooie buitenkant]
zijn gewicht in goud waard zijn
[heel waardevol zijn]
een hart van goud hebben
[goed zijn voor alles en iedereen]
iets voor geen goud willen missen
[beslist niet]

vloeibaar goud [aardolie]
spreken is zilver, zwijgen is goud
[soms is het beter om niets te zeggen]
zijn geduld op de proef stellen
[ervoor zorgen dat hij lang moet wachten]
hem op gang helpen
[hem helpen te beginnen]

ga je gang [doe het maar]
een vreemde gang van zaken
[het gaat op een vreemde manier]
hij zette er flink de gang in
[flink vaart maken]
zijn eigen gang gaan
[zijn eigen zin doen]
zijn gangen nagaan
[controleren hoe hij leeft en wat hij doet]
aan de gang gaan met iets
[ermee beginnen]
iets in gang zetten
[het laten werken]
ik kan wel aan de gang blijven!
[protest als je iets steeds opnieuw moet doen]
op gang komen
[goed beginnen te lopen]
zijn gal spuwen
[zijn boosheid uiten]
per slot van rekening ben ik de oudste
[ik ben immers de oudste]
ten slotte gingen we een patatje halen
[als laatste deden we dat]
de deur is op slot
[afgesloten]
zijn fiets op slot zetten
[afsluiten]
achter slot en grendel
[in de gevangenis]
zijn fantasie de vrije loop laten
[laten werken]
op de loop gaan
[vluchten]
zijn er nog liefhebbers voor ....
[wil iemand er nog iets van?]
eten wat de pot schaft
[wat op tafel komt]
hij kan een potje bij me breken
[ik word niet gauw boos op hem]
zijn eigen potje koken
[zijn eigen eten klaarmaken]
op ieder potje past een dekseltje
[voor iedereen is een geschikte partner te vinden]
de dood in de pot
[een saaie boel]
de hond in de pot vinden
[komen als het eten op is]
een hoofd als een ijzeren pot
[een goed geheugen]
jongens van de gestampte pot
[zonder kapsones]
het is één pot nat
[er bestaat nauwelijks verschil tussen]
kleine potjes hebben grote oren
[als er kinderen in de buurt zijn moet je niet te veel vertellen]
hij kan de pot op
[ik trek me niets van hem aan]
ben je nou helemaal van de pot gerukt!
[ben je gek geworden?]
naast de pot piesen
[misgrijpen of te laat zijn]
naast de pot piesen
[overspel plegen]
het is allemaal één pot nat
[hetzelfde]
je maakt er een potje van
[een rommeltje]
hem op gang helpen
[hem helpen te beginnen]
ga je gang
[doe het maar]
een vreemde gang van zaken
[het gaat op een vreemde manier]
hij zette er flink de gang in
[flink vaart maken]
zijn eigen gang gaan
[zijn eigen zin doen]
zijn gangen nagaan
[controleren hoe hij leeft en wat hij doet]
aan de gang gaan met iets
[ermee beginnen]
iets in gang zetten
[het laten werken]
ik kan wel aan de gang blijven!
[protest als je iets steeds opnieuw moet doen]
op gang komen
[goed beginnen te lopen]
beter een half ei dan een lege dop
[beter iets dan niets]
het ei van Columbus
[een eenvoudige oplossing waar niemand aan gedacht had]
eieren voor je geld kiezen
[met wat minder tevreden zijn]
je ei niet kwijt kunnen
[geen kans krijgen het te vertellen]
voor een appel en een ei
[heel goedkoop]
de kip met de gouden eieren slachten
[een bron van inkomsten wegdoen]
zijn ei niet kwijt kunnen
[zich niet kunnen uitspreken, niet aan bod komen]
het is koek en ei
[hun verhouding is goed]
op eieren lopen
[heel voorzichtig zijn]
zijn gezicht staat op onweer
[hij kijkt heel boos]
zo eerlijk als goud
[erg eerlijk]
voor geen goud ga ik de straat op
[ik durf het echt niet]
het is niet alles goud wat er blinkt
[laat je niet misleiden door de mooie buitenkant]
zijn gewicht in goud waard zijn
[heel waardevol zijn]
een hart van goud hebben
[goed zijn voor alles en iedereen]
iets voor geen goud willen missen
[beslist niet]
vloeibaar goud
[aardolie]
spreken is zilver, zwijgen is goud
[soms is het beter om niets te zeggen]
zijn geduld op de proef stellen
[ervoor zorgen dat hij lang moet wachten]
zijn gal spuwen
[zijn boosheid uiten]
per slot van rekening ben ik de oudste
[ik ben immers de oudste]
ten slotte gingen we een patatje halen
[als laatste deden we dat]
de deur is op slot
[afgesloten]
zijn fiets op slot zetten
[afsluiten]
achter slot en grendel
[in de gevangenis]
zijn fantasie de vrije loop laten
[laten werken]
op de loop gaan
[vluchten]
zijn er nog liefhebbers voor ....
[wil iemand er nog iets van?]
eten wat de pot schaft
[wat op tafel komt]
hij kan een potje bij me breken
[ik word niet gauw boos op hem]
zijn eigen potje koken
[zijn eigen eten klaarmaken]
op ieder potje past een dekseltje
[voor iedereen is een geschikte partner te vinden]
de dood in de pot
[een saaie boel]
de hond in de pot vinden
[komen als het eten op is]
een hoofd als een ijzeren pot
[een goed geheugen]
jongens van de gestampte pot
[zonder kapsones
het is één pot nat
[er bestaat nauwelijks verschil tussen]
kleine potjes hebben grote oren
[als er kinderen in de buurt zijn moet je niet te veel vertellen]
hij kan de pot op
[ik trek me niets van hem aan]
ben je nou helemaal van de pot gerukt!
[ben je gek geworden?]
naast de pot piesen
[misgrijpen of te laat zijn]
naast de pot piesen
[overspel plegen]
het is allemaal één pot nat
[hetzelfde]
je maakt er een potje van
[een rommeltje]
hem op het goede pad brengen
[zorgen dat hij geen slechte dingen meer doet]
op pad gaan
[eropuit gaan]
platgetreden paden bewandelen
[methoden die allang uitgeprobeerd zijn]
zijn pad gaat niet over rozen
[hij heeft het erg moeilijk]
van het rechte pad afdwalen
[in de criminaliteit verzeild raken]
zijn eigen paadje schoonvegen
[zorgen dat hem niets te verwijten valt]
hem op gang helpen
[hem helpen te beginnen]
ga je gang
[doe het maar]
een vreemde gang van zaken
[het gaat op een vreemde manier]
hij zette er flink de gang in
[flink vaart maken]
zijn eigen gang gaan
[zijn eigen zin doen]
zijn gangen nagaan
[controleren hoe hij leeft en wat hij doet]
aan de gang gaan met iets
[ermee beginnen]
iets in gang zetten
[het laten werken]
ik kan wel aan de gang blijven!
[protest als je iets steeds opnieuw moet doen]
op gang komen
[goed beginnen te lopen]
beter een half ei dan een lege dop
[beter iets dan niets]
het ei van Columbus
[een eenvoudige oplossing waar niemand aan gedacht had]
eieren voor je geld kiezen
[met wat minder tevreden zijn]
je ei niet kwijt kunnen
[geen kans krijgen het te vertellen]
voor een appel en een ei
[heel goedkoop]
de kip met de gouden eieren slachten
[een bron van inkomsten wegdoen]
zijn ei niet kwijt kunnen
[zich niet kunnen uitspreken, niet aan bod komen]
het is koek en ei
[hun verhouding is goed]
op eieren lopen
[heel voorzichtig zijn]
zijn ego kreeg een flinke deuk
[zijn zelfvertrouwen werd een stuk minder]
iets van hem gedaan krijgen
[ervoor zorgen dat hij het doet]
zo gezegd zo gedaan
[zoals we het afgesproken hadden doen we het]
niets aan te doen
[er is niets aan te veranderen]
het is met hem gedaan
[hij is dood of verloren]
dat is niks gedaan
[waardeloos]
iemand een plezier doen
[ervoor zorgen dat hij plezier heeft]
ik kon er niets aan doen
[het was mijn schuld niet]
doen alsof
[toneelspelen]
dat doet er niet toe
[dat is onbelangrijk]
ik heb met hem te doen
[ik heb medelijden met hem]
daar is het haar om te doen
[daar doet ze het voor]
voor zijn doen
[in vergelijking met hoe hij anders is]
het kind is uit zijn doen
[in de war]
zijn doen en laten
[zijn manier van leven]
een poging doen
[het proberen]
als de dag van gisteren
[alsof het gisteren gebeurd is]
dag in, dag uit
[steeds, iedere dag]
ze loopt op alledag
[ze kan elk moment bevallen]
op zijn oude dag
[toen hij al oud was]
van de ene dag op de andere
[heel plotseling]
bij de dag leven
[niet nadenken over de toekomst]
het gesprek van de dag zijn
[het meest besproken onderwerp]
zijn dagen zijn geteld
[hij gaat bijna dood]
heden ten dage
[tegenwoordig, in deze tijd]
sinds jaar en dag
[al heel lang]
tot in lengte van dagen
[nog heel lang]
een man van de dag zijn
[vlak voor zijn dood staan]
de dag des oordeels
[de laatste dag van de wereld]
overgaan tot de orde van de dag
[de gewone werkzaamheden weer gaan doen]
voor je oude dag zorgen
[sparen voor later]
ouden van dagen
[bejaarden]
pluk de dag!
[leef; geniet nu!]
vandaag de dag
[tegenwoordig]
je dag niet hebben
[niet kunnen doen wat je normaal kunt doen]
geen zorgen voor de dag van morgen
[maak je niet bezorgd over de toekomst]
men moet de dag niet prijzen voor het avond is
het werk pas beoordelen als het klaar is]
het is morgen weer vroeg dag
[we moeten vroeg op]
iets voor de dag halen
[het tevoorschijn halen]
goed voor de dag komen
[iets goeds presteren]
het is kort dag
[er is nog maar weinig tijd]
dag en nacht
[onophoudelijk]
een gat in de dag slapen
[lang uitslapen]
ermee voor de dag komen
[het zeggen]
voor dag en dauw
[heel vroeg]
een verschil van dag en nacht
[een groot verschil]
het bloed kruipt waar het niet gaan kan
[je doet toch wat in je aard ligt]
hem het bloed onder de nagels vandaan halen
[hem erg kwaad maken]
dat heeft kwaad bloed gezet
[boosheid veroorzaakt]
iemand in koelen bloede vermoorden
[op een harde, gevoelloze manier]
mijn eigen vlees en bloed
[mijn eigen kind]
het bloed stolt hem in de aderen
[hij is ineens erg bang]
baden in het bloed
[in een plas bloed liggen]
blauw bloed hebben
[van adellijke afkomst zijn]
zijn bloed wel kunnen drinken
[hem heel erg haten]
van gemengd bloed zijn
[afstammen van ouders van een verschillend ras]
er kleeft bloed aan zijn handen
[hij heeft gemoord]
in koelen bloede
[bewust, in het volle besef van wat je doet]
mijn bloed kookt
[ik ben woedend]
kwaad bloed zetten
[boosheid opwekken]
bloed vergieten
[doden]
je biezen pakken
[ervandoor gaan, vluchten]
zijn biezen pakken
[zich uit de voeten maken, vertrekken, vluchten]
diep in de beurs tasten
[heel veel betalen]
met gesloten beurs betalen
[zonder geld, bijvoorbeeld door te ruilen]
een smalle beurs hebben
[weinig geld]
iemands beurs spekken
[hem veel betalen]
zijn beurs trekken
[betalen]
aan de beurs genoteerd zijn
[op de vaste koerslijsten voorkomen]
zo stijf als een plank
[heel erg stijf]
de brief staat stijf van de fouten
[er staan heel veel fouten in]
een stijve krijgen
[een stijve penis krijgen]
zijn been (poot) stijf houden
[niet toegeven]
iemand stijf vloeken
[overdonderen met scheldwoorden]
een stijve hark
[een onhandig en houterig iemand]
het bed houden
[in bed blijven]
dat is ver ban mijn bed
[dat doet me niets]
ik sta ermee op en ik ga ermee naar bed
[ik denk er steeds aan]
met je verkeerde been uit bed gestapt zijn
[chagrijnig zijn]
met iemand naar bed gaan
[seksuele omgang met hem hebben]
zijn bedje is gespreid
[hij gaat gemakkelijk een goede toekomst tegemoet]
het bed houden
[in bed blijven wegens ziekte]
ik sta ermee op en ik ga ermee naar bed
[ik denk er steeds aan]
iemand van zijn bed lichten
[hem 's nachts arresteren]
gescheiden zijn van tafel en bed
[apart wonen, maar nog wel getrouwd zijn]
sterke longen hebben
[niet gauw buiten adem raken]
sterk staan
[een positie hebben die niet gemakkelijk aan te vallen is]
zich ergens sterk voor maken
[er je best voor doen]
dat is sterk uitgedrukt
[dat is overdreven]
de sterke arm
[de politie]
zo sterk als een beer (paard)
[heel sterk]
het sterke geslacht
[de mannen]
een sterke man
[iemand die autoritair leiding geeft en orde weet te scheppen]
acht man sterk
[met z'n achten]
het recht van de sterkste
[de overmacht die iemand heeft omdat hij de meeste kracht heeft]
wie niet sterk is, moet slim zijn
[wie geen kracht heeft, moet zijn verstand gebruiken]
een sterk werkwoord
[met klinkerwisseling in de verleden tijd]
ik maak mij sterk dat...
[ik vind het waarschijnlijk]
een sterk werkwoord
[dat in de verleden tijd van klank verandert]
zo sterk als een beer
[heel erg sterk]
een beer van een vent
[een grote, sterke man]
beren op de weg zien
[bang zijn voor iets wat niet bestaat]
de beer is los!
[de strijd is begonnen]
een ongelikte beer
[iemand zonder goede manieren]
je moet de huid niet verkopen voordat de beer geschoten is
[geen toezeggingen doen over iets wat nog niet van jou is]
zo mogelijk
[als het mogelijk is]
zo goed als
[bijna]
zo snel mogelijk
[met de snelheid die mogelijk is]
zo'n twee meter
[ongeveer twee meter]
goed zo
[goed]
hoe zo?
[wat bedoel je daarmee]
zo goed en zo kwaad als het lukte
[zover als het lukte]
is dat zo?
[is dat waar]
dat lijkt maar zo
[het lijkt er alleen maar op]
zo sluw als een vos
[heel sluw]
zo slim als een vos
[heel slim]
een vos verliest wel zijn haren, maar niet zijn streken
[wie ouder wordt, houdt hetzelfde karakter]
als de vos passie preekt, boer pas op je kippen
[vertrouw niet iemand met mooie praatjes]
men moet vossen met vossen vangen
[tegenover slimheid moet je slim te werk gaan]
een oude vos
[iemand met veel ervaring]
een sluwe vos
[een geslepen iemand]
je slap lachen
[heel erg lachen]
slappe koffie
[met weinig smaak]
zo slap als een vaatdoek
[heel erg slap]
zich slap lachen
[heel erg moeten lachen]
hij zit weer slap te kletsen
[onzin te praten]
een slappe tijd
[niet druk]
slap geklets
[wat nergens over gaat]
zo scheef als een krab
[erg scheef]
zo rot als een mispel
[heel erg rot]
iemand uitmaken voor rotte vis
[uitschelden]
ze reed met een rotvaart
[heel erg hard]
je rot ergeren (lachen, schrikken, etc)
[je heel erg ergeren etc.]
zo rood als een kreeft
[heel rood]
een hoofd zo rood als een biet
[erg rood]
zo rood als een kreeft
[verbrand door de zon]
in de rode cijfers komen
[een negatief saldo hebben, verlies lijden]
de rode draad
[een onderwerp dat steeds terugkomt in een verhaal]
de rode kaart
[teken dat je na een grove overtreding het veld moet verlaten]
de rode vlag hangt uit
[iemand menstrueert]
dat werkt als een rode lap op een stier
[het veroorzaakt een woedende reactie]
een rooie rakker
[een linkse activist]
geen rooie cent
[helemaal niets]
met rode oortjes
[met stijgende opwinding]
ik sta rood bij de bank
[ik heb een tekort op mijn rekening]
een rond bedrag
[dat op een of meer nullen eindigt]
het jaar rond
[het hele jaar]
het klokje rond slapen
[twaalf uur achter elkaar]
zo rond als een ton(netje)
[dat zeg je van heel dikke mensen]
in het rond kijken
[om je heen kijken]
zo recht als een kaars
[heel recht]
zo iemand moet je met een kaarsje zoeken
[kun je moeilijk vinden]
oud en nieuw
[de jaarwisseling]
een oude vlam
[een vroegere geliefde]
een oude wond
[verdriet uit het verleden]
de oude garde
[de groep die oude tradities vertegenwoordigt]
een ouwe getrouwe
[iemand die al lang in dienst is]
dat is ouwe koek
[niets nieuws]
alles bij het oude laten
[niets veranderen]
het is weer het oude liedje
[verzuchting als iets vele malen opnieuw gebeurt]
iemand van de oude stempel
[een conservatief iemand]
op de oude voet doorgaan
[op dezelfde manier als vroeger]
iets uit de oude doos
[iets ouderwets]
een oude kous (sok) hebben
[spaargeld hebben]
oude liefde roest niet
[vroegere verliefdheden gaan nooit helemaal over]
dat is oud nieuws
[allang bekend]
je moet geen oude schoenen weggooien voordat je nieuwe hebt
[iets niet wegdoen voordat je iets beters hebt]
oude talen
[Latijn en Grieks]
zo oud als de weg naar Kralingen (Rome)
[heel oud]
dat is oud zeer
[iets wat al heel lang verdriet veroorzaakt]
oude bomen moet je niet verplanten
[oude mensen kunnen beter niet verhuizen]
zorgen voor de oude dag
[sparen voor later, als men oud is]
ouden van dagen
[bejaarden]
hoe ouder hoe gekker
[wordt gezegd als oude mensen zich aanstellen]
jong en oud
[iedereen]
jong geleerd, oud gedaan
[wat je in je jeugd leert, geeft je je hele leven voordeel]
zoals de ouden zongen, piepen de jongen
[kinderen lijken in hun gedrag vaak op hun ouders]
zo oud als Methusalem
[hoogbejaard]
een ouwe snoeper
[iemand met veel oog voor vrouwelijk schoon]
een ouwe vrijster
[een zure, ongehuwde oudere vrouw]
hij is oud en wijs genoeg
[hij heeft er genoeg wijsheid en levenservaring voor]
u moet deze weg houden
[op deze weg blijven]
je eigen weg gaan
[je leven op je eigen manier inrichten]
aan de weg timmeren
[iets doen om publieke aandacht te krijgen]
zo oud als de weg naar Rome
[heel oud]
de weg voor iemand banen
[hindernissen voor hem weghalen]
gebaande wegen bewandelen
[dingen doen die anderen voorbereid hebben]
de officiële weg bewandelen
[volgens de voorschriften handelen]
in geen velden of wegen te bekennen
[nergens]
de weg van de minste weerstand
[de makkelijkste methode]
waar een wil is, is een weg
[als je iets werkelijk wilt, is er ook een oplossing voor]
hem de weg wijzen
[vertellen hoe hij moet lopen of rijden]
in de weg staan
[de doorgang versperren]
we gaan op weg
[ergens naar toe]
hem op weg helpen
[in het begin even helpen]
naar de bekende weg vragen
[iets vragen waar je het antwoord al van weet]
hem uit de weg gaan
[zorgen dat je hem niet ontmoet]
hem iets in de weg leggen
[hem hinderen]
hem uit de weg ruimen
[vermoorden]
oud en nieuw
[de jaarwisseling]
een oude vlam
[een vroegere geliefde]
een oude wond
[verdriet uit het verleden]
een oude vlam
[een vroegere geliefde]
een oude wond
[verdriet uit het verleden]
de oude garde
[de groep die oude tradities vertegenwoordigt]
een ouwe getrouwe
[iemand die al lang in dienst is]
dat is ouwe koek
[niets nieuws]
alles bij het oude laten
[niets veranderen]
het is weer het oude liedje
[verzuchting als iets vele malen opnieuw gebeurt]
iemand van de oude stempel
[een conservatief iemand]
op de oude voet doorgaan
[op dezelfde manier als vroeger]
iets uit de oude doos
[iets ouderwets]
een oude kous (sok) hebben
[spaargeld hebben]
oude liefde roest niet
[vroegere verliefdheden gaan nooit helemaal over]
dat is oud nieuws
[allang bekend]
je moet geen oude schoenen weggooien voordat je nieuwe hebt
[iets niet wegdoen voordat je iets beters hebt]
oude talen
[Latijn en Grieks]
zo oud als de weg naar Kralingen (Rome)
[heel oud]
dat is oud zeer
[iets wat al heel lang verdriet veroorzaakt]
oude bomen moet je niet verplanten
[oude mensen kunnen beter niet verhuizen]
zorgen voor de oude dag
[sparen voor later, als men oud is]
ouden van dagen
[bejaarden]
hoe ouder hoe gekker
[wordt gezegd als oude mensen zich aanstellen]
jong en oud
[iedereen]
jong geleerd, oud gedaan
[wat je in je jeugd leert, geeft je je hele leven voordeel]
zoals de ouden zongen, piepen de jongen
[kinderen lijken in hun gedrag vaak op hun ouders]
zo oud als Methusalem
[hoogbejaard]
een ouwe snoeper
[iemand met veel oog voor vrouwelijk schoon]
een ouwe vrijster
[een zure, ongehuwde oudere vrouw]
hij is oud en wijs genoeg
[hij heeft er genoeg wijsheid en levenservaring voor]
uit het oog, uit het hart
[wie je niet meer ziet, vergeet je]
zo op het oog
[als je oppervlakkig kijkt]

uit het oog verliezen [niet meer zien]
iemand onder vier ogen spreken
[zonder dat er anderen bij zijn]
oog om oog, tand om tand
[wat iemand je aandoet, dat doe je ook hem aan]
oog in oog staan met iemand
[recht tegenover elkaar]
iemand een doorn in het oog zijn
[hem ergeren]
groen en geel voor de ogen worden
[duizelig worden]
iemand een rad voor de ogen draaien
[de dingen anders voorstellen dan ze zijn]
wat zijn ogen zien, maken zijn handen
handen [hij is erg handig]
zijn ogen zijn groter dan zijn maag
[hij kan minder eten dan hij dacht]
ogen in zijn rug hebben
[alles zien]
iemand de ogen openen
[hem de waarheid laten zien]
met het oog op
[in verband daarmee]
iemand naar de ogen zien
[je afhankelijk opstellen]
iets met de ogen verslinden
[er verlangend naar kijken]
een oogje in het zeil houden
[opletten of alles goed gaat]
iets voor ogen houden
[het in gedachten houden]
in zijn ogen
[volgens hem]
in het oog lopen of springen
[opvallen]
je ogen uitkijken
[het prachtig vinden om te zien]
het met andere ogen bekijken
[op een andere manier]
schele ogen geven
[anderen jaloers maken]
grote ogen opzetten
[verbaasd kijken]
er geen oog voor hebben
[er geen aandacht voor hebben]
iemand de ogen uitsteken
[jaloers maken]
een oogje op iemand hebben
[een beetje verliefd op haar zijn]
het onder ogen zien
[het beseffen]
iets op het oog hebben
[het gezien hebben en willen kopen]
je ogen de kost geven
[goed kijken]
iemand zand in de ogen strooien
[hem misleiden]
je ogen in je zak hebben
[niet opletten]
iemand zand in de ogen strooien
[voor de gek houden, misleiden]
ogen tekortkomen
[veel te zien hebben]
als mijn ogen mij niet bedriegen
[ik weet niet zeker of ik het goed gezien heb]
met het blote oog
[zonder bril of andere hulpmiddelen]
geen oog dichtdoen
[niet kunnen slapen]
hij heeft dollartekens in zijn ogen
[laat blijken dat hij graag geld wil verdienen]
geen hand voor ogen kunnen zien
[helemaal niets]
iemand het licht in de ogen niet gunnen
[niets gunnen]
ergens een open oog voor hebben
[er de waarde van inzien]
de schellen vallen hem van de ogen
[hij ziet hoe het werkelijk zit]
wel de splinter in andersmans oog zien, maar niet de balk in zijn eigen oog
[blind zijn voor eigen fouten, maar van anderen alles zien]
hoge ogen gooien
[veel kans maken]
door het oog van de naald
[aan groot gevaar ontkomen]
zo mogelijk
[als het mogelijk is]
zo goed als
[bijna]
zo snel mogelijk
[met de snelheid die mogelijk is]
zo'n twee meter
[ongeveer twee meter]
goed zo
[goed]
hoe zo?
[wat bedoel je daarmee]
zo goed en zo kwaad als het lukte
[zover als het lukte]
is dat zo?
[is dat waar]
zo goed en zo kwaad als het lukte
[zover als het lukte]
is dat zo?
[is dat waar]
dat lijkt maar zo
[het lijkt er alleen maar op]
zo moedig als een leeuw
[heel erg moedig]
goed gebruld, leeuw!
[als een machtig iemand gezegd heeft wat er moet gebeuren]
voor de leeuwen gegooid worden
[aan het publiek overleveren]
zich in het hol van de leeuw wagen
[zelf het gevaar opzoeken]
zo moedig als een leeuw
[heel erg moedig]
goed gebruld, leeuw!
[als een machtig iemand gezegd heeft wat er moet gebeuren]
voor de leeuwen gegooid worden
[aan het publiek overleveren]
zich in het hol van de leeuw wagen
wagen [zelf het gevaar opzoeken]
zo moe als een hond
[heel erg moe]
het moede hoofd neerleggen
[sterven na een periode vol zorgen]
liever lui dan moe zijn
[erg lui zijn]
iemand of iets moe zijn
[ervan balen]
daar moet je niet te min over denken
[dat moet je niet onderschatten]
te min zijn voor iemand
[niet goed genoeg gevonden worden]
te min zijn voor iemand
[niet goed genoeg gevonden worden]
zo min mogelijk
[zo weinig als kan]
zo mak als een lammetje
[erg kalm en rustig]
onschuldig als een pasgeboren lam
[erg onschuldig]
als een lam naar de slachtbank geleid worden
[weerloos je ondergang tegemoet gaan]
de lange latten
[ski's]
zo mager als een lat
[heel erg mager]
de lat gelijk leggen
[iedereen op dezelfde manier behandelen]
onder de lat staan
[in het doel]
de lat hoger leggen
[hogere eisen stellen]
het bruidspaar
[twee mensen die trouwen]
het koninklijk paar
[de koningin en haar man]
zo lust ik er nog wel een paar!
[dat antwoord slaat nergens op]
zo lust ik er nog wel een paar!
[dat antwoord slaat nergens op]
in een paar seconden
[even]
zo link als een looien deur
[erg doortrapt]
hij is gewogen en te licht bevonden
[hij is beoordeeld, maar men vond hem niet geschikt]
zij is zo licht als een veertje
[ze weegt erg weinig]
met een licht hart
[opgewekt]
zo licht als een veertje
[heel licht]
zo licht als een veertje
[heel erg licht]
vroeg uit de veren zijn
[vroeg op zijn]
pronken met andermans veren
[opscheppen over iets wat je niet zelf gedaan hebt]
een veer moeten laten
[met minder tevreden moeten zijn]
men plukt een gans zolang zij veren heeft
[men trekt ergens voordeel uit, zolang er iets te
iemand een veer op zijn hoed steken
[hem prijzen]
van een kikker kun je geen veren plukken
[als iemand niets heeft, kun je ook niets bij hem halen]
men kent de vogel aan zijn veren
[aan het uiterlijk zie je wat voor persoon het is]
de fabriek draait dag en nacht
[altijd]
zo lelijk als de nacht
[heel erg lelijk]
bij nacht en ontij
[op ongewone en onplezierige uren]
daar moet ik een nachtje over slapen
[nog eens goed over nadenken]
dag en nacht
[onophoudelijk]
van de nacht een dag maken
['s nachts doen wat je eigenlijk overdag hoort te doen]
als een dief in de nacht
[ongemerkt]
niet over één nacht ijs gaan
[geen risico's nemen]
zo lelijk als de nacht
[erg lelijk]
een lelijke eend
[een auto, type Citroën, ook genoemd: deux-chevaux]
het ziet er lelijk voor je uit
[het lijkt erop of het niet goed afloopt]
hij vertelt lelijke dingen over mij
[ongunstige, slechte dingen]
een lelijke knauw krijgen
[schade aan gezondheid of financiën]
iemand uitmaken voor alles wat mooi en lelijk is
[uitschelden]
een lelijke pijp roken
[een slechte, nare ervaring hebben]
lelijk op zijn neus kijken
[erg teleurgesteld worden]
dat zal je nog lelijk opbreken
[daar zul je spijt van krijgen]
wat kijk je lelijk!
[wat kijk je boos!]
zo lek als een zeef
[heel erg lek]
een geheugen als een zeef hebben
[een zeer slecht geheugen]
hij valt door de mand
[moet tenslotte bekennen wat hij gedaan heeft]
zo lek als een mandje
[helemaal lek]
zo lang als het duurt
[het zal wel weer gauw voorbij zijn]
zo kun je niet over straat
[naar buiten]
hij kwam op straat te staan
[werd dakloos, had geen woning meer]
dat past precies in zijn straatje
[dat past bij zijn opvattingen en plannen]
er moet meer blauw op straat komen
[meer politie]
ach, je bent van de straat
[je hebt iets te doen]
dat nieuwtje ligt op straat
[is algemeen bekend]
niet van de straat zijn
[hoog ontwikkeld of erg rijk zijn]
op straat staan
[geen huis hebben]
zo koppig als een ezel
[heel koppig]
wat ben ik toch een ezel!
[wat ben ik toch dom!]
een ezel stoot zich niet twee keer aan dezelfde steen
[alleen wie dommer is als een ezel maakt twee keer achter elkaar dezelfde fout]
klaar is Kees
[het is af]
is het nu klaar?
[wil je er nu mee stoppen?]
ik ben nog niet klaar met je
[je bent nog niet van me af]
klaar ben je!
[het is wat moois!]
daar ben ik mooi klaar mee
[daar zit ik lelijk mee te kijken]
van zessen klaar zijn
[goed kunnen aanpakken]
zo klaar als een klontje
[heel erg duidelijk]
klaar wakker
[helemaal wakker]
zonneklaar
[helemaal duidelijk]
zo klaar als koffiedik
[helemaal niet duidelijk]
klip en klaar
[overduidelijk]
klare wijn schenken
[nergens geheimzinnig over doen]
daar ben je mooi klaar mee
[blijk van medeleven als iemand in een nare situatie zit]
ik kan niet
[ik heb andere afspraken]
ik kan er niets aan doen
[het is mijn schuld niet]
je kunt van hem opaan
[je kunt op hem rekenen]
daar kan ik niet tegen
[ik kan het niet verdragen]
ik kán niet meer
[ik ben heel erg moe]
daar kan ik niet bij met m'n verstand
[dat begrijp ik niet]
ik kan niet toe met mijn zakgeld
[ik heb er niet genoeg aan]
die jurk kán niet
[hij staat erg gek
zij kan het gedaan hebben
[zij heeft het misschien gedaan]
het kan ermee door
[zo gaat het wel]
het kan niet op
[er komt geen eind aan]
zo kan het wel weer
[zo is het wel genoeg]
jullie kunnen me wat
[ik doe niet wat jullie willen]
zo kaal als een luis
[heel arm]
leven als een luis op een zeer hoofd
[heel comfortabel]
een kale boterham
[zonder beleg]
een kale boom
[zonder blad]
een kale plek in een stof
[een versleten plek]
zo kaal als een luis
[heel erg arm]
een kale neet
[een armoedzaaier]
de kale huur
[zonder de kosten van gas en licht]
kale kak
[afkeurende benaming voor zogenaamd deftige mensen]
dat is net iets voor Loes
[dat is typisch voor Loes]
we moeten er iets op vinden
[we moeten een oplossing bedenken]
zo iets doe je niet!
[dat doe je niet]
als je ziek wordt of iets dergelijks
[of als er iets anders is]
zo recht als een kaars
[heel recht]
zo iemand moet je met een kaarsje zoeken
[kun je moeilijk vinden]
een helder moment hebben
[een goed idee hebben]
het staat me nog helder voor de geest
[ik kan het me nog goed herinneren]
zo helder als koffiedik
[onbegrijpelijk]
als een donderslag bij heldere hemel
[heel onverwacht]
zo helder als koffiedik
[erg onduidelijk]
zo hard als steen
[erg hard]
een steen des aanstoots
[iets wat ergernis veroorzaakt]
een ezel stoot zich niet twee keer aan dezelfde steen
[alleen wie die dommer is dan een ezel, maakt twee keer dezelfde fout]
een steen in de vijver gooien
[opschudding veroorzaken]
dat ligt als een steen op je maag
[is moeilijk te verteren]
er een steentje aan bijdragen
[meehelpen]
geen steen op de andere laten
[veel veranderingen doorvoeren]
ergens je steentje aan bijdragen
[je bijdrage aan leveren]
de onderste steen moet boven komen
[er moet een grondig onderzoek naar worden gedaan]
steen en been klagen
[voortdurend jammeren]
zo hard als staal
[heel hard]
het staal wordt in het vuur gehard
[tegenslag maakt mensen sterker]
hij toonde ons een staaltje van zijn kunnen
[liet zien hoe goed hij het kon]
een sterk staaltje
[een knappe prestatie]
zo mogelijk
[als het mogelijk is]
zo goed als
[bijna]
zo snel mogelijk
[met de snelheid die mogelijk is]
zo'n twee meter
[ongeveer twee meter]
goed zo
[goed]
hoe zo?
[wat bedoel je daarmee]
zo goed en zo kwaad als het lukte
[zover als het lukte]
is dat zo?
[is dat waar]
dat lijkt maar zo
[het lijkt er alleen maar op]
de goeden moeten onder de kwaden lijden
[de onschuldigen moeten ook mee lijden]
hij meent het zo kwaad niet
[verontschuldiging voor iemand die onaardig doet]
te kwader trouw zijn
[oneerlijk zijn]
in een kwaad daglicht staan
[slecht bekend staan]
een kwade dronk hebben
[agressief zijn als je dronken bent]
een kwaad geweten hebben
[een gevoel van schuld]
zo goed en zo kwaad als het gaat
[zo goed als in deze situatie mogelijk is]
aan iemand een kwaaie hebben
[een geduchte tegenstander]
hij is de kwaadste niet
[hij is best vriendelijk]
met hem is het kwaad kersen eten
[met hem kun je beter niet te maken krijgen]
de kwaaie pier zijn
[altijd de schuld krijgen]
kwaad bloed zetten
[boosheid opwekken]
iemand een kwaad hart toedragen
[gunstig over hem denken]
kwade tongen beweren....
[roddelaars vertellen...]
kwade tijden
[tijden vol tegenspoed]
als ik het goed heb
[als ik me niet vergis]
het is mij goed
[ik heb er niets tegen]
het is wel goed met jou
[ik neem je niet meer serieus]
zo goed en zo kwaad als het gaat
[zo primitief als het gaat]
voor de goede orde
[opdat alles behoorlijk geregeld is]
goed en wel
[nauwelijks, nog maar net]
alles goed en wel, maar ...
[laat dat zo zijn, maar ...]
dat zit wel goed
[(als iemand je bedankt) dat is in orde]
goed zo!
[uiting van waardering]
niet goed bij zijn verstand zijn
[gek zijn]
hou je goed!
[afscheidsgroet]
zich goed houden
[zich niet door emoties laten meeslepen]
het goed maken
[gezond zijn, in welstand verkeren]
niet goed worden
[misselijk worden]
ik word er niet goed van!
[uitroep van ergernis]
dat is nergens goed voor
[dat heeft geen zin]
waar is dat goed voor?
[wat heeft het voor zin?]
met goed gevolg
[met succes]
goed aangeschreven staan
[gunstig bekend staan]
in een goed blaadje staan bij iemand
[hij waardeert je erg]
goed boeren
[er zakelijk gunstig voorstaan]
goed voor de dag komen
[een goede indruk maken]
eind goed, al goed
[als het goed afloopt, vergeet je snel alle moeite]
goed geld naar kwaad geld gooien
[geld steken in een hopeloze onderneming]
op goed geluk
[op de gok]
de goede kanten van iets zien
[de positieve gevolgen]
net goed!
[commentaar als door eigen schuld iets vervelends gebeurt]
goede papieren hebben
[veel kans maken]
een goede partij
[een passende huwelijkspartner]
een goede ruil doen
[meer ontvangen dan je geeft]
goed wegkomen
[met voordeel]
er geen goed woord voor overhebben
[het absoluut verwerpelijk vinden]
een goed woordje voor iemand doen
[hem aanbevelen, verdedigen]
dat valt in goede aarde
[daar is iedereen het mee eens]
het ga je goed
[groet bij een definitief afscheid]
die goeie, oude tijd
[het verleden is beter dan het heden]
ik weet het goed gemaakt
[inleiding op een voorstel waarin men iets toegeeft]
we zitten hier goed
[we wonen hier prettig]
in goede aarde vallen
[welkom zijn]
goed blijven
[niet bederven]
goed gebekt zijn
[zich mondeling goed kunnen verdedigen]
dat heb je goed geschoten
[dat heb je goed voor elkaar]
niet half zo goed
[lang niet zo goed]
een goed heenkomen zoeken
[zich redden uit een gevaarlijke situatie]
uit het goede hout gesneden zijn
[geschikt zijn]
goed beslagen ten ijs komen
[goed voorbereid zijn]
in goeden doen zijn
[veel geld hebben]
kort en goed
[direct en zonder omhaal]
nou goed?
[heb je nu je zin?]
goede raad is duur
[gezegd als je geen oplossing weet]
goede waar verkoopt zich zelf
[wat goed is heeft geen aanbeveling nodig]
een goed doel
[een liefdadige bestemming]
daar sta je dan met je goeie gedrag
[commentaar als iemand onverdiend in de moeilijkheden zit]
te goeder trouw zijn
[oprecht en eerlijk zijn]
goed bij zijn
[slim zijn]
goed in zijn geld zitten
[rijk zijn]
goed op elkaar ingespeeld zijn
[goed kunnen samenwerken]
goed ingevoerd zijn
[goed op de hoogte zijn]
goed bij kas zitten
[voldoende geld hebben]
goed in de markt liggen
[gevraagd, gewild zijn]
het er goed van nemen
[veel consumeren]
goed van pas komen
[nuttig zijn]
niet goed snik zijn
[gek zijn]
goed van de tongriem gesneden zijn
[goed kunnen praten]
goed uitgeslapen zijn
[pittig, oplettend zijn]
goed vertegenwoordigd zijn
[met een behoorlijk aantal]
goed van vertrouwen zijn
[lichtgelovig]
het goed kunnen vinden met iemand
[goed met hem kunnen opschieten]
goed in het vlees zitten
[niet mager zijn]
als goede vrienden uit elkaar gaan
[scheiden zonder ruzie]
er goed bij zitten
[in een luxueus huis]
goede zaken doen
[veel geld verdienen]
een goed uur
[ruim een uur]
een goed hart hebben
[vriendelijk van aard zijn]
het goed voor hebben met iemand
[hem willen helpen]
een goed onthaal krijgen
[welkom zijn]
te goed zijn voor deze wereld
[te goed van vertrouwen zijn]
in goede handen zijn
[goed verzorgd worden]
een goede verliezer zijn
[je verlies waardig kunnen dragen]
goed en wel was hij thuis ....
[nauwelijks was hij thuis ....]
zo goed als nieuw
[bijna nieuw]
zich te goed doen aan iets
[er volop van genieten]
goeie genade!
[uitroep van schrik of ergernis]
iets te goed houden
[het te zijner tijd kunnen opeisen]
nou wordt ie goed!
[uitroep van verbaasde verontwaardiging]
iets te goed hebben
[te vorderen, te verwachten]
Goede Vrijdag
[de vrijdag voor Pasen]
goed en wel
[nauwelijks]
zo goed als nieuw
[bijna nieuw]
als ik het goed heb
[als ik me niet vergis]
het is mij goed
[ik heb er niets tegen]
het is wel goed met jou
[ik neem je niet meer serieus]
zo goed en zo kwaad als het gaat
[zo primitief als het gaat]
zo goed als nieuw
[vrijwel nieuw]
voor de goede orde
[opdat alles behoorlijk geregeld is]
goed en wel [
[nauwelijks, nog maar net]
alles goed en wel, maar
[laat dat zo zijn, maar ...]
dat zit wel goed
[(als iemand je bedankt) dat is in orde]
goed zo!
[uiting van waardering]
niet goed bij zijn verstand zijn
[gek zijn]
hou je goed!
[afscheidsgroet]
zich goed houden
[zich niet door emoties laten meeslepen]
het goed maken
[gezond zijn, in welstand verkeren]
niet goed worden
[misselijk worden]
ik word er niet goed van!
[uitroep van ergernis]
dat is nergens goed voor
[dat heeft geen zin]
waar is dat goed voor?
[wat heeft het voor zin?]
met goed gevolg
[met succes]
Goed aangeschreven staan
[gunstig bekend staan]
goed af zijn
[door bepaalde omstandigheden in een gunstige toestand zijn]
in een goed blaadje staan bij iemand
[hij waardeert je erg]
goed boeren
[er zakelijk gunstig voorstaan]
goed voor de dag komen
[een goede indruk maken]
eind goed, al goed
[als het goed afloopt, vergeet je snel alle moeite]
goed geld naar kwaad geld gooien
[geld steken in een hopeloze onderneming]
op goed geluk
[op de gok]
de goede kanten van iets zien
[de positieve gevolgen]
net goed!
[commentaar als door eigen schuld iets vervelends gebeurt]
goede papieren hebben
[veel kans maken]
een goede partij
[een passende huwelijkspartner]
een goede ruil doen
[meer ontvangen dan je geeft]
goed wegkomen
[met voordeel]
er geen goed woord voor overhebben
[het absoluut verwerpelijk vinden]
een goed woordje voor iemand doen
[hem aanbevelen, verdedigen]
dat valt in goede aarde
[daar is iedereen het mee eens]
het ga je goed
[groet bij een definitief afscheid]
die goeie, oude tijd
[het verleden is beter dan het heden]
ik weet het goed gemaakt
[inleiding op een voorstel waarin men iets toegeeft]
we zitten hier goed
[we wonen hier prettig]
in goede aarde vallen
[welkom zijn]
goed blijven
[niet bederven]
goed gebekt zijn
[zich mondeling goed kunnen verdedigen]
dat heb je goed geschoten
[dat heb je goed voor elkaar]
niet half zo goed
[lang niet zo goed]
een goed heenkomen zoeken
[zich redden uit een gevaarlijke situatie]
uit het goede hout gesneden zijn
[geschikt
goed beslagen ten ijs komen
[goed voorbereid zijn]
in goeden doen zijn
[veel geld hebben]
kort en goed
[direct en zonder omhaal]
nou goed?
[heb je nu je zin?]
goede raad is duur
[gezegd als je geen oplossing weet]
goede waar verkoopt zich zelf
[wat goed is heeft geen aanbeveling nodig]
een goed doel
[een liefdadige bestemming]
daar sta je dan met je goeie gedrag
[commentaar als iemand onverdiend in de moeilijkheden zit]
te goeder trouw zijn
[oprecht en eerlijk zijn]
goed bij zijn
[slim zijn]
goed in zijn geld zitten
[rijk zijn]
goed op elkaar ingespeeld zijn
[goed kunnen samenwerken]
goed ingevoerd zijn
[goed op de hoogte zijn]
goed bij kas zitten
[voldoende geld hebben]
goed in de markt liggen
[gevraagd, gewild zijn]
het er goed van nemen
[veel consumeren]
goed van pas komen
[nuttig zijn]
niet goed snik zijn
[gek zijn]
goed van de tongriem gesneden zijn
[goed kunnen praten]
goed uitgeslapen zijn
[pittig, oplettend zijn]
goed vertegenwoordigd zijn
[met een behoorlijk aantal]
goed van vertrouwen zijn
[lichtgelovig]
het goed kunnen vinden met iemand
[goed met hem kunnen opschieten]
goed in het vlees zitten
[niet mager zijn]
als goede vrienden uit elkaar gaan
[scheiden zonder ruzie]
er goed bij zitten
[in een luxueus huis]
goede zaken doen
[veel geld verdienen]
een goed uur
[ruim een uur]
een goed hart hebben
[vriendelijk van aard zijn]
het goed voor hebben met iemand
[hem willen helpen]
een goed onthaal krijgen
[welkom zijn]
te goed zijn voor deze wereld
[te goed van vertrouwen zijn]
in goede handen zijn
[goed verzorgd worden]
een goede verliezer zijn
[je verlies waardig kunnen dragen]
goed en wel was hij thuis ....
[nauwelijks was hij thuis ....]
zo goed als nieuw
[bijna nieuw]
zich te goed doen aan iets
[er volop van genieten]
goeie genade!
[uitroep van schrik of ergernis]
iets te goed houden
[het te zijner tijd kunnen opeisen]
nou wordt ie goed!
[uitroep van verbaasde verontwaardiging]
iets te goed hebben
[te vorderen, te verwachten]
Goede Vrijdag [
[de vrijdag voor Pasen]
zo mogelijk
[als het mogelijk is]
zo goed als
[bijna]
zo snel mogelijk
[met de snelheid die mogelijk is]
zo'n twee meter
[ongeveer twee meter]
goed zo
[goed]
hoe zo?
[wat bedoel je daarmee]
zo goed en zo kwaad als het lukte
[zover als het lukte]
is dat zo?
[is dat waar]
dat lijkt maar zo
[het lijkt er alleen maar op]
zich op glad ijs begeven
[een moeilijk onderwerp aansnijden]
zo glad als een aal
[heel slim en geslepen]
een gladde jongen
[een sluwe jongen]
dat zal hem niet glad zitten
[dat zal hem tegenvallen]
nogal glad
[dat ligt voor de hand]
een gladde tong hebben
[goed kunnen praten]
zo gezond als een vis
[erg gezond]
gezond en wel
[volkomen gezond]
je moet gezond eten
[dingen eten die goed voor je zijn]
de gezonde apotheek
[gewone, goede kost]
een broodje gezond
[met wat rauwkost erbij]
het gezond verstand
[een nuchtere wijze van redeneren]
hem voor rotte vis uitmaken
[heel erg uitschelden]
zo gezond als een vis
[helemaal gezond]
je voelen als een vis in het water
[erg prettig, echt op je plaats]
de vis wordt duur betaald
[je moet er veel voor over hebben]
het is vlees noch vis
[het een noch het ander]
als een vis op het droge
[hulpeloos]
boter bij de vis
[contante betaling]
de vis wordt duur betaald
[vraagt grote offers]
vis moet zwemmen
[als je vis eet, moet je erbij drinken]
zo gezegd, zo gedaan
[het is gebeurd zoals het was afgesproken]
zeg ..
[luister eens]
zeg dat wel!
[inderdaad]
daar is veel voor te zeggen
[dat is een goed idee]
nee zeggen
[weigeren]
het voor het zeggen hebben
[de baas zijn]
eerlijk gezegd
[als ik eerlijk ben]
hij zegt van wel
[dat het wel zo is]
dat zegt me niets
[dat betekent niets voor me]
iets van hem gedaan krijgen
[ervoor zorgen dat hij het doet]
zo gezegd zo gedaan
[zoals we het afgesproken hadden doen we het]
niets aan te doen!
[er is niets aan te veranderen]
het is met hem gedaan
[hij is dood of verloren]
dat is niks gedaan
[waardeloos]
iemand een plezier doen
[ervoor zorgen dat hij plezier heeft]
ik kon er niets aan doen
[het was mijn schuld niet]
doen alsof
[toneelspelen]
dat doet er niet toe
[dat is onbelangrijk
ik heb met hem te doen
[ik heb medelijden met hem]
daar is het haar om te doen
[daar doet ze het voor]
voor zijn doen
[in vergelijking met hoe hij anders is]
het kind is uit zijn doen
[in de war]
zijn doen en laten
[zijn manier van leven]
een poging doen
[het proberen]
een gesloten beroep
[waar niet iedereen vrij kan toetreden]
met gesloten beurs betalen
[zonder dat er geld aan te pas komt]
een gesloten boek
[zonder dat er geld aan te pas komt]
een gesloten boek
[een afgesloten periode]
voor een gesloten deur staan
[niemand thuis treffen]
hermetisch gesloten
[zonder dat er lucht bij kan]
in gesloten gelederen
[eensgezind]
zo gesloten als een oester (het graf)
[heel erg gesloten]
hij is een gesloten boek voor mij
[hij laat zijn gevoelens niet blijken]
een gesloten circuit
[zonder onderbreking]
een gesloten lettergreep
[die op een medeklinker eindigt]
een gesloten vraag
[waarbij maar een beperkt aantal antwoorden mogelijk is]

Meer informatie bij:
het moet al gek gaan als ...
[het is bijna zeker]
gek genoeg
[commentaar dat verbazing uitdrukt]
doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg
[gedraag je niet anders dan anderen]
je zou gek staan te kijken...
[stomverbaasd zijn]
hoe ouder hoe gekker
[wordt gezegd als oudere mensen iets bijzonders doen]
op de gekste tijden
[op tijdstippen waarop je het niet zou verwachten]
ik ben me daar gek!
[ik denk er niet over om dat te doen]
gek van angst
[buiten zichzelf]
het is om gek van te worden
[ergerlijk en vermoeiend]
zich gek zoeken naar iets
[er overal naar lopen te zoeken]
ben je gek!
[verontwaardigde reactie als iemand iets zegt wat onwaarschijnlijk is]
zo gek als een deur
[helemaal geschift]
díe is gek!
[schamper commentaar als iemand iets gevaarlijks doet]
hij is niet zo gek als hij eruitziet
[plagerig commentaar als iemand plotseling iets slims doet]
geen gek figuur slaan
[een goede indruk maken]
het is te gek om los te lopen
[het is al te dwaas]
dat is lang niet gek!
[tamelijk goed]
dat is te gek!
[geweldig!]
ik ben gek op Hema-worst
[ik ben er dol op]
Adam was gek op Eva
[hield veel van haar]
ergens gek mee zijn
[er veel van houden]
zo gek als een deur
[heel erg gek]
ze is net de deur uit
[net weg]
dat is niet naast de deur
[dat is ver weg]
een open deur
[iets wat iedereen al weet]
met de deur in huis vallen
[het meteen vertellen]
de deur plat lopen
[er heel vaak komen]
dat doet de deur dicht
[nu moet er iets aan gedaan worden]
niet samen door één deur kunnen
[elkaar niet kunnen verdragen]
dat staat voor de deur
[het is bijna zover]
iemand het gat van de deur wijzen
[zeggen dat hij moet vertrekken]
de deur uit zijn
[niet meer thuis wonen]
buiten de deur eten
[in een restaurant]
voor een gesloten deur staan
[niemand thuis treffen]
niet van zijn zijde wijken [
[niet bij hem vandaan gaan]
hem ter zijde staan
[helpen]
het ter zijde leggen
[wegleggen]
dit terzijde
[het heeft er eigenlijk niet mee te maken]
ik heb pijn in mij zij
[in de zijkant van mijn lijf]
van de zijde van zijn familie
[van zijn familie]
's winters
[in de winter]
van de winter
[de komende of de afgelopen winter]
van de wind kun je niet leven
[je moet werken om aan de kost te komen]
het gaat hem voor de wind
[alles gaat voorspoedig]
met alle winden meewaaien
[met iedereen meepraten]
hij heeft de wind eronder
[ze doen wat hij zegt]
de wind van voren krijgen
[scherpe kritiek krijgen]
iets in de wind slaan
[er niet op letten]
wind en weder dienende
[als het goed weer is]
wie wind zaait, zal storm oogsten
[voor fouten word je vaak zwaar gestraft]
als de wind
[zeer snel]
er waait een frisse wind
[er is een nieuwe aanpak]
de wind uit díe hoek?
[scherpe kritiek krijgen]
iets in de wind slaan
[er niet op letten]
wind en weder dienende
[als het goed weer is]
wie wind zaait, zal storm oogsten
[voor fouten word je vaak zwaar gestraft]

als de wind [zeer snel]
er waait een frisse wind
[er is een nieuwe aanpak]
waait de wind uit díe hoek?
[zit het zo?]
weten uit wat voor hoek de wind waait
[waar de tegenwerking vandaan komt]
van de wind kun je niet leven
[er moet gewerkt worden voor de kost]
je kop in de wind gooien
[opstandig, tegendraads zijn]
de wind gaat liggen
[het houdt op met waaien]
de wind mee hebben
[in gunstige omstandigheden zijn]
zijn neus in de wind steken
[hooghartig, arrogant zijn]
de wind ruimt
[gaat door het noorden naar het westen]
een waarschuwing in de wind slaan
[er niets mee doen]
een uur in de wind stinken
[heel erg stinken]
hem de wind uit de zeilen nemen
[hem hinderen, gaan doen wat hij al wilde gaan doen]
zoals de wind waait, waait zijn jasje
[hij doet altijd waar hij het meeste voordeel van heeft]
je eigen graf graven
[je eigen ondergang veroorzaken]
zwijgen als het graf
[helemaal niets zeggen]
met een been in het graf staan
[niet lang meer te leven hebben]
je eigen graf graven
[je positie onmogelijk maken]
iemand het graf in prijzen
[overdreven veel lof toezwaaien]
over zijn graf heen regeren [
[macht uitoefenen na zijn dood]
van de wieg tot het graf
[het hele leven]
zwijgen als het graf
[een geheim niet verraden]
ga eens aan de kant
[opzij]
het was kantje boord
[het liep maar net goed af]
zij loopt de kantjes ervan af
[ze doet bijna niets]
ik ben door hem aan de kant gezet
[weggestuurd]
aan de kant staan
[niet meedoen]
dat raakt kant nog wal
[is onzin]
welke kant moet jij uit?
[in welke richting ga jij?]
van moeders kant is hij Turks
[zijn moeder is Turks]
ik kan geen kant meer op
[zit erg in het nauw]
daar kun je alle kanten mee uit
[dat kun je op verschillende manieren opvatten]
ga ik zo goed? nee, je gaat de verkeerde kant op
[in de verkeerde richting]
het mes snijdt aan twee kanten
[het levert dubbel voordeel op]
het is een dubbeltje op zijn kant
[onzeker hoe het afloopt]
de scherpe kantjes van iets afnemen
[het verzachten]
iets van alle kanten bekijken
[de voors en tegens goed afwegen]
het deugt van geen kant
[is helemaal niet in orde]
even de andere kant op kijken
[iets gedogen]
geen kant meer op kunnen
[geen uitweg meer weten]
ergens alle kanten mee op kunnen
[er veel mogelijkheden mee hebben]
familie van de koude kant
[aangetrouwd]
het gelijk aan zijn kant hebben
[het bij het juiste eind hebben]
dat hoor je van alle kanten
[dat zegt iedereen]
iemands kant kiezen
[zijn partij]
van de verkeerde kant zijn
[homoseksueel]
je van kant maken
[zelfmoord plegen]
het niet over je kant laten gaan
[je ertegen verzetten]
de boel aan kant maken
[opruimen]
iets over zijn kant laten gaan
[zich er niet tegen verzetten]
een regen van prijzen
[heel veel prijzen]
na regen komt zonneschijn
[na een vervelende tijd komt een goede tijd]
van de regen in de drup
[je ontwijkt iets vervelends, en krijgt iets ergers]
van de prins geen kwaad weten
[nergens iets van weten, onschuldig zijn]
leven als een prins
[in grote weelde]
de prins op het witte paard
[de ideale echtgenoot]
in de pen klimmen
[iemand gaan schrijven]
het valt met geen pen te beschrijven
[het is heel erg]
pennen in beweging brengen
[veel schriftelijke reacties oproepen]
van de pen leven
[met schrijven de kost verdienen]
het doet me deugd
[ik vind het fijn]
lieve deugd!
[uitroep van onsteltenis]
de deugd in het midden
[schertsend gezegd als iemand tussen twee anderen in zit]
van de nood een deugd maken
[uit een ongunstige situatie voordeel halen]
nood breekt wet
[als je in moeilijkheden bent kun je je niet altijd aan de regels houden]
van de nood een deugd maken
[van een moeilijke situatie iets goeds maken]
in geval van nood
[als de nood je ertoe dwingt]
geen nood!
[uitroep als een probleem snel kan worden opgelost]
nood leert bidden
[als je in nood bent, leer je om hulp vragen]
als de nood het hoogst is, is de redding nabij [
[als de moeilijkheden het ergst zijn, komt er snel hulp]
we komen in tijdnood
[hebben geen tijd genoeg]
ik heb hoge nood
[moet dringend naar de WC]
woningnood
[veel behoefte aan woningen]
de fabriek draait dag en nacht
[altijd]
zo lelijk als de nacht
[heel erg lelijk]
bij nacht en ontij
[op ongewone en onplezierige uren]
daar moet ik een nachtje over slapen
[nog eens goed over nadenken]
dag en nacht
[onophoudelijk]
van de nacht een dag maken
['s nachts doen wat je eigenlijk overdag hoort te doen]
als een dief in de nacht
[ongemerkt]
niet over één nacht ijs gaan
[geen risico's nemen]
het schip is in de lucht gevlogen
[ontploft]
dat is uit de lucht gegrepen
[dat kun je niet bewijzen]
de kritiek was niet van de lucht
[er was veel kritiek]
het programma gaat de lucht in
[wordt uitgezonden]
een gat in de lucht springen
[heel blij zijn]
dat is uit de lucht gegrepen
[verzonnen, niet waar]
er hangt iets in de lucht
[er gaat iets gebeuren]
de kou is uit de lucht
[het conflict is voorbij]
dat is een slag in de lucht
[iets wat nergens op gebaseerd is]
iets in de lucht laten vliegen
[het opblazen]
een vliegtuig uit de lucht halen
[het neerschieten]
de lucht breekt [
[de wolken gaan uiteen]
niet van de lucht zijn
[veel voorkomen]
er is geen vuiltje aan de lucht
[het is helemaal in orde]
in de open lucht
[buiten]
hij leeft van de lucht
[heeft weinig geld nodig]
we gaan een luchtje scheppen
[buiten lopen]
hij doet alsof zij lucht is
[alsof hij haar niet ziet]
het zit in de lucht
[iedereen heeft er last van]
frisse lucht
[de buitenlucht]
geen lucht krijgen
[moeilijk kunnen ademhalen]
een luchtje scheppen
[buiten een wandeling maken]
van de lucht leven
[heel sober]
van de kook zijn
[in de war zijn]
we spelen open kaart
[we zeggen precies wat we denken]
hem in de kaart spelen
[hem ongewild bevoordelen]
alles op één kaart zetten
[je geluk van één ding laten afhangen]
ansichtkaart
[kaart die je stuurt als je op vakantie bent]
trouwkaart
[kaart met aankondiging van een huwelijk]
speelkaart
[kaart om het kaartspel mee te spelen]
dat is geen haalbare kaart
[heeft geen kans van slagen]
de groene kaart
[internationaal verzekeringsbewijs]
de rode kaart
[teken van ernstige overtreding waarvoor je het veld wordt uitgestuurd]
de gele kaart
[teken van bestraffing in een voetbalwedstrijd]
de kaarten zijn geschud
[de uitslag ligt vast]
de kaarten liggen nu anders
[de situatie is veranderd]
zijn kaarten op tafel leggen
[zijn bedoelingen onthullen]
dat is doorgestoken kaart
[afgesproken werk]
iemand in de kaart kijken
[zijn geheime plannen doorzien]
open kaart spelen
[eerlijk zijn, niets verbergen]
iemand in de kaart spelen
[hem helpen]
de problemen zijn nog niet in kaart gebracht
[nog niet op een rijtje gezet]
een blinde kaart
[zonder plaatsnamen]
iets in kaart brengen
[er een overzicht van maken]
iets op de kaart zetten
[zorgen dat het algemeen bekend wordt]
een stad van de kaart vegen
[vernietigen]
van de kaart zijn
[helemaal in de war zijn]
ik schrok me een hoedje
[ik schrok heel erg]
onder één hoedje spelen
[met iemand samenzweren]
hij is onder een hoedje te vangen
[is heel rustig en gehoorzaam]
ergens je hoed voor afnemen
[er veel waardering voor hebben]
met de hoed in de hand, komt men door het ganse land
[wie beleefd is, zal het ver brengen]
van de hoed en de rand weten
[op de hoogte zijn]
iets uit zijn hoed toveren
[plotseling tevoorschijn brengen]
alle duivels uit de hel vloeken
[heel erg vloeken]
het is kermis in de hel
[dat zeg je wanneer de zon schijnt en het regent]
iets voor de poorten van de hel wegslepen
[met grote moeite nog net redden]
het stinkt er als de hel
[heel erg]
de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens
[goede voornemens worden meestal niet uitgevoerd]
de hel breekt los
[de situatie is onhoudbaar geworden]
van de hel in de hemel komen
[opnieuw een deel van leven krijgen]
de handen uit de mouwen steken
[ijverig gaan werken]
je hand ophouden
[geld vragen]
de hand aan jezelf slaan [
zelfmoord plegen]
er de hand aan houden
[de voorschriften volgen]
in goede handen zijn
[goed verzorgd worden]
jezelf in de hand hebben
[je beheersen]
wat is er aan de hand?
[wat is er mis, of wat gebeurt er?]
zwaar op de hand zijn
[erg serieus of somber zijn]
er je hand niet voor omdraaien
[het niet moeilijk vinden om te doen]
een hand geven
[een hand drukken om te begroeten]
er de laatste hand aan leggen
[het juist afmaken]
handen te kort komen
[het heel druk hebben]
een gat in je hand hebben
[gemakkelijk te veel geld uitgeven]
de hand boven het hoofd houden
[verdedigen met woorden]
met de handen over elkaar zitten
[niets doen]
aan de beterende hand zijn
[langzaam genezen]
van de hand wijzen
[weigeren]
in de hand werken
[bevorderen]
er de hand op weten te leggen
[iets bijzonders kopen of krijgen]
de hand op de knip houden
[zuinig zijn, gierig zijn]
je handen thuishouden
[niet aankomen, niet slaan]
uit je hand eten
[precies doen wat je zegt]
twee handen op één buik zijn
[het altijd met elkaar eens zijn]
uit de hand lopen
[niet meer kunnen beheersen]
van de hand doen
[wegdoen, verkopen]
het hoofd boven water houden
[maar nét genoeg hebben om van te leven]
het hoofd laten hangen
[de moed verliezen]
de handen dichtknijpen
[jezelf gelukkig prijzen]
bij de hand houden
[zo houden dat je het snel kunt laten zien]
hem aan de tand voelen
[ondervragen]
tot de tanden gewapend
[zwaar bewapend]
eten met lange tanden
[met tegenzin]
je tanden laten zien
[dreigend laten zien dat je niet bang bent]
haar op de tanden hebben
[nergens bang voor zijn]
op zijn tanden bijten
[pijn of boosheid niet laten zien]
van de hand in de tand leven
[wat je verdient, meteen uitgeven]
zich met hand en tand verzetten
[met alle kracht]
met de mond vol tanden staan
[geen antwoord weten]
oog om oog, tand om tand
[wat hij mij aandoet, doe ik hem aan]
ergens zijn tanden op stukbijten
[vergeefse moeite doen om iets te bereiken]
de tand des tijds
[de slijtage van alle dingen]
zijn tanden laten zien
[een dreigende houding aannemen]
ergens zijn tanden in zetten
[beginnen aan een zware klus]
een tandje hoger
[in een hogere versnelling]
de handen uit de mouwen steken
[ijverig gaan werken]
je hand ophouden
[geld vragen]
de hand aan jezelf slaan
[zelfmoord plegen]
met harde hand optreden
[streng optreden]
een handje helpen
[even meehelpen]
dat ligt voor de hand
[dat is heel logisch]
iets achter de hand hebben
[in reserve hebben]
de hand over het hart strijken
[voor één keer minder streng zijn]
er de hand aan houden
[de voorschriften volgen]
in goede handen zijn
[goed verzorgd worden]
jezelf in de hand hebben
[je beheersen]
wat is er aan de hand?
[wat is er mis, of wat gebeurt er?]
zwaar op de hand zijn
[erg serieus of somber zijn]
er je hand niet voor omdraaien
[het niet moeilijk vinden om te doen]
een hand geven
[een hand drukken om te begroeten]
er de laatste hand aan leggen
[het juist afmaken]
handen te kort komen
[het heel druk hebben]
een gat in je hand hebben
[gemakkelijk te veel geld uitgeven]
de hand boven het hoofd houden
[verdedigen met woorden]
met de handen over elkaar zitten
[niets doen]
aan de beterende hand zijn
[langzaam genezen]
van de hand wijzen
[weigeren]
in de hand werken
[bevorderen]
er de hand op weten te leggen
[iets bijzonders kopen of krijgen]
de hand op de knip houden
[zuinig zijn, gierig zijn]
je handen thuishouden
[niet aankomen, niet slaan]
uit je hand eten
[precies doen wat je zegt]
twee handen op één buik zijn
[het altijd met elkaar eens zijn]
uit de hand lopen
[niet meer kunnen beheersen]
van de hand doen
[wegdoen, verkopen]
het hoofd boven water houden
[maar nét genoeg hebben om van te leven]
het hoofd laten hangen
[de moed verliezen]
de handen dichtknijpen
[jezelf gelukkig prijzen]
bij de hand houden
[zo houden dat je het snel kunt laten zien]
met je hakken over de sloot
[op het nippertje]
van de hak op de tak springen
[dingen vertellen die niets met elkaar te maken hebben]
iemand een hak zetten
[een gemene streek met hem uithalen]
op de hak nemen
[er de spot mee drijven]
met de hakken over de sloot
[op het nippertje]
iets met wortel en tak uitroeien
[helemaal]
van de hak op de tak springen
[van het ene onderwerp op het andere]
hij slaat de plank mis
[hij vergist zich]
ik ben zo stijf als een plank
[heel erg stijf]
van de bovenste plank
[zeer goed]
brood op de plank hebben
[genoeg hebben om van te leven]
van dik hout zaagt men planken
[zeg je als iets voortvarend, maar ruw wordt aangepakt]
tussen zes planken liggen
[dood zijn]
de plank misslaan
[zich vergissen]
op de planken staan
[toneelspelen]
op de plank blijven liggen
[niet uitgegeven worden]
van de blauwe knoop zijn
[geen alcohol gebruiken]
een blauwe maandag
[heel kort]
iemand bont en blauw slaan
[hem afranselen]
een blauwe plek
[lichte bloeduitstorting onder de huid]
spa blauw
[bronwater zonder koolzuur]
Delfts blauw
[blauw beschilderd aardewerk uit Delft]
meer blauw op straat
[meer politie]
blauw bloed hebben
[van adellijke afkomst zijn]
zich blauw ergeren
[zich in hoge mate ergeren]
een blauwe maandag
[een zeer korte tijd]
Delfts blauw
[met blauwe kleur beschilderd aardewerk]
meer blauw op straat
[meer politie]
van de blauwe knoop zijn
[geen alcohol gebruiken]
iets in goede banen leiden
[zorgen dat het goed verloopt]
iets op de lange baan schuiven
[het steeds uitstellen]
iets of iemand ruim baan geven
[vrije gelegenheid om iets te doen]
van de baan zijn
[niet meer doorgaan]
baantjes trekken
[heen en weer zwemmen in een zwembad]
tot op zekere hoogte ben ik het met je eens
[ik ben het gedeeltelijk met je eens]
dat is nog tot daar aan toe
[dat is nog niet zo erg]
tot dadelijk
[ik ben zo terug]
we blijven tot en met dinsdag
[dinsdag ook nog]
tot nu toe
[in het verleden en ook nu nog]
van dag tot dag wordt het drukker
elke dag wordt het drukker]
van tijd tot tijd liep hij naar het raam
[af en toe deed hij dat]
tot ziens
[ik ga weg, maar hoop je weer te zien]
tot besluit
[als laatste]
tot uw dienst
[beleefdheidsantwoord als iemand je bedankt]
er is stront aan de knikker
[er gaat iets mis waardoor je in moeilijkheden kunt komen]
hij heeft stront in zijn ogen
[het is heel opvallend, maar hij ziet het niet]
in de stront zitten
[in de problemen]
van boven bont, van onder stront
[het lijkt meer dan het is]
van boven bont, van onder stront
[het lijkt meer dan het is]
het was kantje boord
[op het nippertje]
van boord gaan
[van het schip af, uit het vliegtuig, etc.]
van nu af aan
[te beginnen bij nu]
met alle gevolgen van dien
[met alle gevolgen die erbij horen]
wat ben je van plan?
[wat voor plan heb je]
van alles
[allerlei dingen]
van alles en nog wat
[allerlei dingen]
van belang
[belangrijk]
ik denk van wel
[ik denk dat het zo is]
hij deed het niet van harte
[niet graag]
van nature is hij aardig
[zijn aard is dat hij aardig is]
dat is verre van aardig
[helemaal niet aardig]

Meer
het is armoe troef
[ze zijn erg arm]
van armoe iets doen
[omdat je niets beters kunt bedenken]
bittere armoede
[heel erg arm]
stille armoede
[waarvoor je niet uit wilt komen]
van nu af aan
[te beginnen bij nu]
met alle gevolgen van dien
[met alle gevolgen die erbij horen]
wat ben je van plan?
[wat voor plan heb je]
van alles
[allerlei dingen]
van alles en nog wat
[allerlei dingen]
van belang
[belangrijk]
ik denk van wel
[ik denk dat het zo is]
hij deed het niet van harte
[niet graag]
van nature is hij aardig
[zijn aard is dat hij aardig is]
dat is verre van aardig
[helemaal niet aardig]
van nu af aan
[te beginnen bij nu]
met alle gevolgen van dien
[met alle gevolgen die erbij horen]
wat ben je van plan?
[wat voor plan heb je]
van alles
[allerlei dingen]
van alles en nog wat
[allerlei dingen]
van belang
[belangrijk]
ik denk van wel
[ik denk dat het zo is]
hij deed het niet van harte
[niet graag]
van nature is hij aardig
[zijn aard is dat hij aardig is]
dat is verre van aardig
[helemaal niet aardig]
hem aan de tand voelen
[ondervragen]
tot de tanden gewapend
[zwaar bewapend]
eten met lange tanden
[met tegenzin]
je tanden laten zien
[dreigend laten zien dat je niet bang bent]
haar op de tanden hebben
[nergens bang voor zijn]
op zijn tanden bijten
[pijn of boosheid niet laten zien]
van de hand in de tand leven
[wat je verdient, meteen uitgeven]
zich met hand en tand verzetten
[met alle kracht]
met de mond vol tanden staan
[geen antwoord weten]
oog om oog, tand om tand
[wat hij mij aandoet, doe ik hem aan]
ergens zijn tanden op stukbijten
[vergeefse moeite doen om iets te bereiken]
de tand des tijds
[de slijtage van alle dingen]
zijn tanden laten zien
[een dreigende houding aannemen]
ergens zijn tanden in zetten
[beginnen aan een zware klus]
een tandje hoger
[in een hogere versnelling]
met je hakken over de sloot
[op het nippertje]
van de hak op de tak springen
[dingen vertellen die niets met elkaar te maken hebben]
iemand een hak zetten
[een gemene streek met hem uithalen]
op de hak nemen
[er de spot mee drijven]
met de hakken over de sloot
[op het nippertje]
iets met wortel en tak uitroeien
[helemaal]
van de hak op de tak springen
[van het ene onderwerp op het andere]
van de gelegenheid profiteren
[er gebruik van maken]
als de dag van gisteren
[alsof het gisteren gebeurd is]
dag in, dag uit
[steeds, iedere dag]
ze loopt op alledag
[ze kan elk moment bevallen]
op zijn oude dag
[toen hij al oud was]
van de ene dag op de andere
[heel plotseling]
bij de dag leven
[niet nadenken over de toekomst]
het gesprek van de dag zijn
[het meest besproken onderwerp]
zijn dagen zijn geteld
[hij gaat bijna dood]
heden ten dage
[tegenwoordig, in deze tijd]
sinds jaar en dag
[al heel lang]
tot in lengte van dagen
[nog heel lang]
een man van de dag zijn
[vlak voor zijn dood staan]
de dag des oordeels
[de laatste dag van de wereld]
overgaan tot de orde van de dag
[de gewone werkzaamheden weer gaan doen]
voor je oude dag zorgen
[sparen voor later]
ouden van dagen
[bejaarden]
pluk de dag!
[leef; geniet nu!]
vandaag de dag
[tegenwoordig]
je dag niet hebben
[niet kunnen doen wat je normaal kunt doen]
geen zorgen voor de dag van morgen
[maak je niet bezorgd over de toekomst]
men moet de dag niet prijzen voor het avond is
[het werk pas beoordelen als het klaar is]
het is morgen weer vroeg dag
[we moeten vroeg op]
iets voor de dag halen
[het tevoorschijn halen]
goed voor de dag komen
[iets goeds presteren]
het is kort dag
[er is nog maar weinig tijd]
dag en nacht
[onophoudelijk]
een gat in de dag slapen
[lang uitslapen]
ermee voor de dag komen
[het zeggen]
voor dag en dauw
[heel vroeg]
een verschil van dag en nacht
[een groot verschil]
hij slaat de plank mis
[hij vergist zich]
ik ben zo stijf als een plank
[heel erg stijf]
van de bovenste plank
[zeer goed]
brood op de plank hebben
[genoeg hebben om van te leven]
van dik hout zaagt men planken
[zeg je als iets voortvarend, maar ruw wordt aangepakt]
tussen zes planken
[dood zijn]
de plank misslaan
[zich vergissen]
op de planken staan
[toneelspelen]
op de plank blijven liggen
[niet uitgegeven worden]
van de blauwe knoop zijn
[geen alcohol gebruiken]
een blauwe maandag
[heel kort]
iemand bont en blauw slaan
[hem afranselen]
een blauwe plek
[lichte bloeduitstorting onder de huid]
spa blauw
[bronwater zonder koolzuur]
Delfts blauw
[blauw beschilderd aardewerk uit Delft]
meer blauw op straat
[meer politie]
blauw bloed hebben
[van adellijke afkomst zijn]
zich blauw ergeren
[zich in hoge mate ergeren]
een blauwe maandag
[een zeer korte tijd]
Delfts blauw
[met blauwe kleur beschilderd aardewerk]
meer blauw op straat
[meer politie]
van de blauwe knoop zijn
[geen alcohol gebruiken]
van de blauwe knoop zijn
[geen alcohol gebruiken]
in de knoop zitten
[in moeilijkheden]
de knoop doorhakken
[een moeilijke beslissing nemen]
met zichzelf in de knoop zitten
[verward zijn]
een knoop in je zakdoek leggen
[proberen iets niet te vergeten]
iets uit de knoop halen
[het ontwarren]
iets in goede banen leiden
[zorgen dat het goed verloopt]
iets op de lange baan schuiven
[het steeds uitstellen]
iets of iemand ruim baan geven
[vrije gelegenheid om iets te doen]
van de baan zijn
[niet meer doorgaan]
baantjes trekken
[heen en weer zwemmen in een zwembad]
tot op zekere hoogte ben ik het met je eens
[ik ben het gedeeltelijk met je eens]
tot dadelijk
[ik ben zo terug]
we blijven tot en met dinsdag
[dinsdag ook nog]
tot nu toe
[in het verleden en ook nu nog]
van dag tot dag wordt het drukker
[elke dag wordt het drukker]
van tijd tot tijd liep hij naar het raam
[af en toe deed hij dat]
tot ziens
[ik ga weg, maar hoop je weer te zien]
van buiten leren
[zorgen dat je het meteen weet]
ik zal je leren!
[ik ga je straffen]
er is stront aan de knikker
[er gaat iets mis waardoor je in moeilijkheden kunt komen]
hij heeft stront in zijn ogen
[het is heel opvallend, maar hij ziet het niet]
in de stront zitten
[in de problemen]
van boven bont, van onder stront
[het lijkt meer dan het is]
van boven bont, van onder stront
[het lijkt meer dan het is]
het was kantje boord
[op het nippertje]
van boord gaan
[van het schip af, uit het vliegtuig, etc.]
van nu af aan
[te beginnen bij nu]
met alle gevolgen van dien
[met alle gevolgen die erbij horen]
wat ben je van plan?
[wat voor plan heb je]
van alles
[allerlei dingen]
van alles en nog wat
[allerlei dingen]
van belang
[belangrijk]
ik denk van wel
[ik denk dat het zo is]
hij deed het niet van harte
[niet graag]
van nature is hij aardig
[zijn aard is dat hij aardig is]
dat is verre van aardig
[helemaal niet aardig]
van nu af aan
[te beginnen bij nu]
met alle gevolgen van dien
[met alle gevolgen die erbij horen]
wat ben je van plan?
[wat voor plan heb je]
van alles
[allerlei dingen]
van alles en nog wat
[allerlei dingen]
van belang
[belangrijk]
ik denk van wel
[ik denk dat het zo is]
hij deed het niet van harte
[niet graag]
van nature is hij aardig
[zijn aard is dat hij aardig is]
dat is verre van aardig
[helemaal niet aardig]
van nu af aan
[te beginnen bij nu]
met alle gevolgen van dien
[met alle gevolgen die erbij horen]
wat ben je van plan?
[wat voor plan heb je]
van alles
[allerlei dingen]
van alles en nog wat
[allerlei dingen]
van belang
[belangrijk]
ik denk van wel
[ik denk dat het zo is]
hij deed het niet van harte
[niet graag]
van nature is hij aardig
[zijn aard is dat hij aardig is]
dat is verre van aardig
[helemaal niet aardig]
van alle markten thuis zijn
[overal wat vanaf weten]
een gat in de markt
[een mogelijkheid om producten te verkopen]
goed in de markt liggen
[gevraagd, gewild zijn]
in de markt zijn voor iets
[gegadigde zijn]
een nerveuze markt
[met sterke schommelingen]
een open markt
[zonder invoerrechten en heffingen]
iets onder de markt verkopen
[onder de vastgestelde prijs]
de markt veroveren
[veel verkopen]
de zwarte markt
[clandestiene handel]
heb jij al een vriendje, Anna?
[heb jij al verkering]
dikke vrienden
[goede vrienden van elkaar]
hem te vriend houden
ervoor zorgen dat hij je aardig blijft vinden
even goede vrienden
[ik blijf je toch aardig vinden]
beter een goede buur dan een verre vriend
[goede buren kunnen sneller hulp bieden dan vrienden die ver weg wonen]
in nood leert men zijn vrienden kennen
[als je in nood bent, ontdek je pas wie je echte vrienden zijn]
valse vrienden
[woorden in verschillende talen die op elkaar lijken, maar verschillende betekenissen hebben]
van je vrienden moet je het maar hebben
[reactie als vrienden in gebreke blijven]
valse lucht
[door een lek aangezogen]
vals spelen
[onzuiver spelen]
een valse start
[vertrek voordat het startsein geklonken heeft]
hem vals beschuldigen
[beschuldigen terwijl hij niets heeft gedaan]
valse hoop wekken
[waardoor men bedrogen uitkomt]
valse schaamte
[die niet terecht is]
onder valse vlag varen
[zich uitgeven voor iemand anders]
valse tanden
[een kunstgebit]
vals zingen
[onzuiver zingen]
hij is in geen velden of wegen te bekennen
[nergens te zien]
het veld ruimen
[je terugtrekken nadat je verloren hebt]
veld winnen
[meer aanhangers krijgen]
zij is uit het veld geslagen
[in verwarring, onzeker]
vallen op het veld van eer
[sneuvelen in de strijd]
uit het veld
[uit de praktijk]
vaker dan me lief is
[vaker dan ik zou willen]
als je leven je lief is...
[dreigement]
iets voor lief nemen
[er genoegen mee nemen]
dat neem ik voor lief
[ik wil het eigenlijk niet, maar accepteer het toch]
ik deed net zo lief wat anders
[eigenlijk wil ik het niet doen]
lieve deugd!
[uitroep van schrik en verbazing]
het lieve leventje
[het leven van alledag]
werken dat het een lieve lust is
[intensief en met veel plezier werken]
net zo lief
[even graag]
op vakantie gaan
[naar een andere plaats gaan als je vrij hebt]
vakantie nemen
[vrije dagen opnemen]
onder geen voorwaarde mag je dat doen
[je mag het beslist niet doen]

synoniemen: conditie beding
uw opleiding voldoet niet aan de voorwaarden
[u hebt niet voldoende opleiding]
zich het recht voorbehouden
[het als je recht beschouwen]
prijswijzigingen voorbehouden
[de prijzen kunnen veranderen]
uitzonderingen voorbehouden
[uitzonderingen zijn mogelijk]
itkeringstrekker
[iemand die een uitkering ontvangt]
iets op zijn sloffen kunnen
[heel gemakkelijk]
uit zijn slof schieten
[plotseling boos worden]
het vuur uit zijn sloffen lopen
[ergens veel moeite voor doen]
in de kracht van je leven
[in je beste tijd]
met vereende krachten
[met zijn allen]
uit zijn krachten gegroeid zijn
[naar verhouding te lang geworden]
zijn krachten meten met iemand
[uitproberen wie de sterkste is]
met vereende krachten
[met gezamenlijke inspanning]
de krachten bundelen
[samenwerken]
op eigen kracht
[zonder hulp van anderen]
is die wet al van kracht?
[in werking]
een losse kracht
[in werking]
een losse kracht
[zonder arbeidsovereenkomst]
in de as gelegd worden
[door brand helemaal vernietigd worden]
uit zijn as herrijzen
[na een dieptepunt weer helemaal opbloeien]
as is verbrande turf
[zeg je tegen iemand die zeurt over 'maar als nou...']
in zak en as zitten
[je verslagen voelen]
zo vrij als een vogeltje in de lucht
[heel erg vrij]
een vrij beroep
[waarbij je je eigen baas bent]
vrije toegang
[zonder te betalen]
iemand de vrije hand geven
[het hem laten doen zoals hij zelf wil]
de handen vrij hebben
[ongehinderd iets kunnen doen]
een vrije jongen
[een kleine zelfstandige]
uit vrije wil
[niet gedwongen]
er vrij over kunnen beschikken
[kunnen gebruiken wat je wilt]
vrij op naam
[de koper betaalt de overdrachtskosten van het huis]
vrij spel hebben
[ongehinderd je gang kunnen gaan]
iemand de vrije teugel laten
[hem zijn gang laten gaan]
een vrije trap
[een schot dat ongehinderd genomen mag worden]
een vrije vertaling
[die zich niet precies aan de betekenis houdt]
een vrije vogel
[iemand die zich van niemand iets aantrekt]
vrije tijd
[de tijd die je niet hoeft te werken]
de vrije sector
[huizen waarvoor je geen woonvergunning hoeft te hebben]
mag ik zo vrij zijn om...?
[vindt u dat goed?]
ter wille van de kinderen
[voor de kinderen]
hem ter wille zijn
[helpen met wat hij vraagt]
uit vrije wil
[zonder dat je gedwongen wordt]
hij is van goede wil
[bedoelt het goed]
met de beste wil van de wereld niet
[hoe ik het ook probeer]
voor elk wat wils
[voor iedereen iets wat hij leuk vindt]
tegen wil en dank
[met tegenzin, gedwongen]
om 's hemels wil!
[in godsnaam]
met een beetje goede wil
[als je maar meewerkt]
uit vrije wil
[niet gedwongen]
waar een wil is, is een weg
[als je werkelijk iets wilt, vind je een oplossing]
zijn wil is wet
[hij bepaalt de regels]
er vol van zijn
[over niets anders meer kunnen praten of denken]
het was een volle bak
[een uitverkochte zaal]
ergens de buik vol van hebben
[er niets meer mee te maken willen hebben]
ergens de handen vol aan hebben
[het er druk mee hebben]
de maat is vol
[ik accepteer het niet langer]
ergens de mond vol van hebben
[er voortdurend over praten]
iemand voor vol aanzien
[hem serieus nemen]
de volle laag krijgen
[veel verwijten krijgen]
in zijn volle lengte
[met zijn hele lichaam]
het volle leven
[het werkelijke leven]
in het volle licht staan
[goed opgemerkt worden]
de volle mep betalen
het hele bedrag]
het volle pond betalen
[de hele som]
ten volle
[volkomen]
op volle toeren
[uit alle macht]
uit volle borst zingen
[luidkeels]
in volle ernst
[heel ernstig]
hem voor vol aanzien
[hem serieus nemen]
iemand de huid vol schelden
[hem overladen met scheldwoorden]
het stuit me tegen de borst
[ik vind het afschuwelijk]
uit volle borst zingen
[heel hard zingen]
hij klopt zich op de borst
[laat blijken dat hij zichzelf erg goed vindt]
maak je borst maar nat
[bereid je er maar op voor]
een slang aan je borst koesteren
[goed zijn voor iemand die daar misbruik van maakt]
een hoge borst opzetten
[verwaand zijn]
het op de borst hebben
[zwaar verkouden zijn]
een brave borst
[een goeie kerel]
het mag geen naam hebben
[het betekent niets]
ik kan niet op zijn naam komen
[ik herinner me niet hoe hij heet]
met name in augustus was het koud
[vooral in augustus]
zij heeft de naam lui te zijn
[veel mensen vinden dat]
die winkel heeft een goede naam
[staat bekend als een goede winkel]
uit naam van de vereniging
[als vertegenwoordiger van de vereniging]
mijn naam is haas
[ik weet er niets van]
een naamloze vennootschap
[zaak waarvan de aandelen openbaar verkocht kunnen worden]
het beestje bij de naam noemen
[zeggen waar het op staat]
iets op zijn naam schrijven
[een succes behalen]
in zijn naam
[op zijn gezag]
ten name van
[op die naam geregistreerd]
met naam en toenaam
[met alle persoonlijke gegevens]
vrij op naam
[de koper betaalt geen overdrachtskosten]
in naam der wet
[de wet bepaalt het zo]
zijn naam eer aan doen
[zijn reputatie waarmaken]
te goeder naam en faam bekend zijn
[gunstig bekendstaan]
iemand in zijn goede naam aantasten
[belasteren]
een slechte naam hebben
[een slechte reputatie]
iemands naam door het slijk halen
[zijn reputatie aantasten]
het aan zijn naam verplicht zijn
[voor het behoud van zijn goede naam]
uit je vel springen
[erg kwaad worden]
vel over been zijn
[heel erg mager]
hem het vel over de oren halen
[veel te veel laten betalen]
uit je ritme zijn
[uit de dagelijkse regelmaat]
veel aan je hoofd hebben
[het druk hebben]
het hoofd laten hangen
[de moed opgeven]
iets uit je hoofd leren
[het zo leren dat je het kunt herhalen]
een dak boven je hoofd hebben
[woonruimte hebben]
het hoofd verliezen
[niet meer nadenken]
je kon over de hoofden lopen
[het was er erg druk]
over het hoofd zien
[niet opmerken]
je boven het hoofd groeien
[het wordt je te veel]
niet goed bij zijn hoofd zijn
[niet goed wijs zijn]
uit je hoofd laten
[niet doen]
voor het hoofd stoten
[iets doen waarmee je iemand beledigt]
de hand boven het hoofd houden
[beschermen]
het hoofd bieden
[een probleem oplossen]
je hoofd er niet bij kunnen houden
[niet goed kunnen nadenken]
iets het hoofd bieden
[je ertegen verzetten]
het hoofd stoten
[er wordt je iets geweigerd]
het hoofd in de schoot leggen
[de moed verliezen]
iemand hoofd eisen
[eisen dat hij aftreedt]
daar durf ik mijn hoofd onder te verwedden
[daar ben ik heel zeker van]
het hoofd neerleggen
[doodgaan, sterven]
het hoofd boven water houden
[maar net genoeg geld hebben om van te leven]
mijn hoofd staat er niet naar
[ik ben er niet voor in de stemming]
er hangt hem iets boven het hoofd
[er gaat iets met hem gebeuren]
het hoofd op hol brengen
[héél enthousiast of verliefd maken]
er je hoofd over breken
[er diep over nadenken]
het hoofd van de tafel
[een van de korte zijden]
er een hard hoofd in hebben
[er niet in geloven]
boter op je hoofd hebben
[ook schuldig zijn]
de handen uit de mouwen steken
[ijverig gaan werken]
je hand ophouden
[geld vragen]
de hand aan jezelf slaan
[zelfmoord plegen]
met harde hand optreden
[streng optreden]
een handje helpen
[even meehelpen]
dat ligt voor de hand
[dat is heel logisch]
iets achter de hand hebben
[in reserve hebben]
de hand over het hart strijken
[voor één keer minder streng zijn]
er de hand aan houden
[de voorschriften volgen]
in goede handen zijn
[goed verzorgd worden]
jezelf in de hand hebben
[je beheersen]
wat is er aan de hand?
[wat is er mis, of wat gebeurt er?]
zwaar op de hand zijn
[erg serieus of somber zijn]
er je hand niet voor omdraaien
[het niet moeilijk vinden om te doen]
een hand geven
[een hand drukken om te begroeten]
er de laatste hand aan leggen
[het juist afmaken]
handen te kort komen
[het heel druk hebben]
een gat in je hand hebben
[gemakkelijk te veel geld uitgeven]
de hand boven het hoofd houden
[verdedigen met woorden]
met de handen over elkaar zitten
[niets doen]
aan de beterende hand zijn
[langzaam genezen]
van de hand wijzen
[weigeren]
in de hand werken
[bevorderen]
er de hand op weten te leggen
[iets bijzonders kopen of krijgen]
de hand op de knip houden
[zuinig zijn, gierig zijn]
je handen thuishouden
[niet aankomen, niet slaan]
uit je hand eten
[precies doen wat je zegt]
twee handen op één buik zijn
[het altijd met elkaar eens zijn]
uit de hand lopen
[niet meer kunnen beheersen]
van de hand doen
[wegdoen, verkopen]
het hoofd boven water houden
[maar nét genoeg hebben om van te leven]
het hoofd laten hangen
[de moed verliezen]
het hoofd laten hangen
[de moed verliezen]
de handen dichtknijpen
[jezelf gelukkig prijzen]
bij de hand houden
[zo houden dat je het snel kunt laten zien]
het van de daken schreeuwen
[het overal vertellen]
iemand op je dak krijgen
hem onverwacht op bezoek krijgen]
geen dak boven je hoofd hebben
[geen huis om in te wonen]
onder dak zijn
[huisvesting gevonden hebben]
een dak boven je hoofd hebben
[een woning hebben]
uit je dak gaan
[uitzinnig worden van woede of blijdschap]
ga nou gauw op het dak zitten!
[ik geloof je niet; ik wil het niet]
dat valt me koud op het dak
[dat is een onaangename verrassing, het overvalt me]
het gaat van een leien dakje
[heel gemakkelijk en vlot]
de mussen vallen dood van het dak
[het is heel warm]
iemand iets op zijn dak schuiven
[hem ermee opzadelen]
iemand op je dak krijgen
[met iemand te maken krijgen zonder dat je dat wilt]
hij is uit het goede hout gesneden
[is eerlijk en betrouwbaar]
we moeten op een houtje bijten
[hebben niets meer te eten]
dat snijdt geen hout
[dat gaat niet op, dat klopt niet]
van dik hout zaagt men planken
[wordt gezegd als iets op een slordige en grove manier wordt aangepakt]
een flinke bos hout voor de deur hebben
[grote borsten]
uit hetzelfde hout gesneden zijn
[op elkaar lijken]
op eigen houtje
[zonder overleg met en hulp van anderen]
ik snap er geen hout van
[niets]
voor de vuist weg
[zonder voorbereiding]
in je vuistje lachen
[stiekem plezier hebben om de pech van iemand anders]
een vuist maken
[samen met anderen in verzet komen]
brood uit het vuistje
[niet van een bord]
op de vuist gaan met iemand
[met hem vechten]
met de vuist op tafel slaan
[eisen stellen door te dreigen]
uit het vuistje eten
[uit de hand, zonder bestek]
uit het oog, uit het hart
[wie je niet meer ziet, vergeet je]
zo op het oog
[als je oppervlakkig kijkt]
uit het oog verliezen
[niet meer zien]
iemand onder vier ogen spreken
[zonder dat er anderen bij zijn]
oog om oog, tand om tand [
[wat iemand je aandoet, dat doe je ook hem aan]
oog in oog staan met iemand
[recht tegenover elkaar]
iemand een doorn in het oog zijn
[hem ergeren]
groen en geel voor de ogen worden
duizelig worden]
iemand een rad voor de ogen draaien
[de dingen anders voorstellen dan ze zijn]
wat zijn ogen zien, maken zijn handen
[hij is erg handig]
zijn ogen zijn groter dan zijn maag
[hij kan minder eten dan hij dacht]
ogen in zijn rug hebben
[alles zien]
iemand de ogen openen
[hem de waarheid laten zien]
met het oog op
in verband daarmee]
iemand naar de ogen zien
[je afhankelijk opstellen]
iets met de ogen verslinden
[er verlangend naar kijken]
een oogje in het zeil houden
[opletten of alles goed gaat]
iets voor ogen houden
[het in gedachten houden]
in zijn ogen
[volgens hem]
in het oog lopen of springen
[opvallen]
je ogen uitkijken
[het prachtig vinden om te zien]
het met andere ogen bekijken
[op een andere manier]
schele ogen geven
[anderen jaloers maken]
grote ogen opzetten
[verbaasd kijken]
er geen oog voor hebben
[er geen aandacht voor hebben]
iemand de ogen uitsteken
[jaloers maken]
een oogje op iemand hebben
[een beetje verliefd op haar zijn]
het onder ogen zien
[het beseffen]
iets op het oog hebben
[het gezien hebben en willen kopen]
je ogen de kost geven
[goed kijken]
iemand zand in de ogen strooien
[hem misleiden]
je ogen in je zak hebben
[niet opletten]
iemand zand in de ogen strooien
[voor de gek houden, misleiden]
ogen tekortkomen
[veel te zien hebben]
als mijn ogen mij niet bedriegen
[ik weet niet zeker of ik het goed gezien heb]
met het blote oog
[zonder bril of andere hulpmiddelen]
geen oog dichtdoen
[niet kunnen slapen]
hij heeft dollartekens in zijn ogen
[laat blijken dat hij graag geld wil verdienen]
geen hand voor ogen kunnen zien
[helemaal niets]
iemand het licht in de ogen niet gunnen
[niets gunnen]
ergens een open oog voor hebben
[er de waarde van inzien]
de schellen vallen hem van de ogen
[hij ziet hoe het werkelijk zit]
wel de splinter in andersmans oog zien, maar niet de balk in zijn eigen oog
[blind zijn voor eigen fouten, maar van anderen alles zien]
hoge ogen gooien
[veel kans maken]
door het oog van de naald
[aan groot gevaar ontkomen]
een blote jurk
[die veel bloot laat
op blote voeten
[zonder kousen of schoenen]
met zijn blote handen
[zonder gereedschap te gebruiken]
onder de blote hemel slapen
[in de open lucht]
uit het blote hoofd
[zonder hulpmiddel]
open en bloot
[heel openlijk]
achter elkaar lopen
[de een achter de ander]
het is voor elkaar
[het is in orde]
hij sprak twee uur achter elkaar
[twee uur aan een stuk door]
je haalt die dingen door elkaar
[je verwart ze]
ik kan die tweelingen niet uit elkaar houden
[ik weet niet wie wie is]
hij roept de bestuursleden bij elkaar
[hij schrijft een vergadering uit]
het in elkaar zetten
[het opbouwen]
in elkaar slaan
[zo lang slaan dat de ander niet meer kan staan]
uit elkaar gaan
[niet langer samen blijven]
je een vreemde taal eigen maken
[een vreemde taal leren]
eigen baas zijn
[niet in loondienst]
in haar eigen belang
[in het belang van haarzelf]
uit eigen beweging kwam hj
[we vroegen het niet]
de burgemeester in eigen persoon
[de burgemeester zelf]
uit eigen beweging
[zonder dat iemand dat zegt]
ze komen in beweging
[ze gaan bewegen]
ervandoor gaan
[wegvluchten]
uit de weg gaan
[opzij stappen]
hem zijn gang laten gaan
[je niet met hem bemoeien]
in staking gaan
[een staking beginnen]
hoe gaat het? het gaat wel.
[ik maak het redelijk]
het gaat haar om dat horloge
[ze wil dat horloge hebben]
hij gaat er flink tegenaan
[werkt hard]
hij gaat eraan
[hij wordt gedood]
met iemand gaan
[verkering met hem of haar hebben]
met iemand naar bed gaan
[met hem neuken]
daar moet je niet te min over denken
[dat moet je niet onderschatten]
te min zijn voor iemand
[niet goed genoeg gevonden worden]
zo min mogelijk
[zo weinig als kan]
zo mak als een lammetje
[erg kalm en rustig]
onschuldig als een pasgeboren lam
erg onschuldig]
de lange latten
[ski's]
zo mager als een lat
[heel erg mager]
de lat gelijk leggen
[iedereen op dezelfde manier behandelen]
onder de lat staan
[in het doel]
de lat hoger leggen
[hogere eisen stellen]
zo mager als een lat
[heel erg mager]
een magere sprinkhaan
[iemand die erg mager is]
magere en vette jaren
[goede en slechte jaren]
een mager resultaat
[slechter dan verwacht]
het bruidspaar
[twee mensen die trouwen]
het koninklijk paar
[de koningin en haar man]
zo lust ik er nog wel een paar!
[dat antwoord slaat nergens op]
in een paar seconden
[even]
zo link als een looien deur
[erg doortrapt]
hij is gewogen en te licht bevonden
[hij is beoordeeld, maar men vond hem niet geschikt]
zij is zo licht als een veertje
[ze weegt erg weinig]
met een licht hart
[opgewekt]
zo licht als een veertje
[heel licht]
lichte muziek
[popmuziek, jazzmuziek, volksmuziek etc]
zo licht als een veertje
[heel erg licht]
vroeg uit de veren zijn
[vroeg op zijn]
pronken met andermans veren
[opscheppen over iets wat je niet zelf gedaan hebt]
een veer moeten laten
[met minder tevreden moeten zijn]
men plukt een gans zolang zij veren heeft
[men trekt ergens voordeel uit, zolang er iets te halen valt]
iemand een veer op zijn hoed steken
[hem prijzen]
van een kikker kun je geen veren plukken
[als iemand niets heeft, kun je ook niets bij hem halen]
men kent de vogel aan zijn veren
[aan het uiterlijk zie je wat voor persoon het is]
zo lelijk als de nacht
[erg lelijk]
een lelijke eend
[een auto, type Citroën, ook genoemd: deux-chevaux]
het ziet er lelijk voor je uit
[het lijkt erop of het niet goed afloopt]
hij vertelt lelijke dingen over mij
[ongunstige, slechte dingen]
een lelijke knauw krijgen
[schade aan gezondheid of financiën]
iemand uitmaken voor alles wat mooi en lelijk is
[uitschelden]
een lelijke pijp roken
[een slechte, nare ervaring hebben]
een lelijk gezicht trekken
[boos kijken]
lelijk op zijn neus kijken
[erg teleurgesteld worden]
dat zal je nog lelijk opbreken
[daar zul je spijt van krijgen]
wat kijk je lelijk!
[wat kijk je boos!]
zo lek als een zeef
[heel erg lek]
een geheugen als een zeef hebben
[een zeer slecht geheugen]
hij valt door de mand
[moet tenslotte bekennen wat hij gedaan heeft]
zo lek als een mandje
[helemaal lek]
zo lang als het duurt
[het zal wel weer gauw voorbij zijn]
zo kun je niet over straat
[naar buiten]
hij kwam op straat te staan
[werd dakloos, had geen woning meer]
dat past precies in zijn straatje
[dat past bij zijn opvattingen en plannen]
er moet meer blauw op straat komen
[meer politie]
ach, je bent van de straat
[je hebt iets te doen]
dat nieuwtje ligt op straat
[is algemeen bekend]
niet van de straat zijn
[hoog ontwikkeld of erg rijk zijn]
op straat staan
[geen huis hebben]
klaar is Kees
[het is af]
is het nu klaar?
[wil je er nu mee stoppen?]
ik ben nog niet klaar met je
[je bent nog niet van me af]
klaar ben je!
[het is wat moois!]
daar ben ik mooi klaar mee
[daar zit ik lelijk mee te kijken]
van zessen klaar zijn
[goed kunnen aanpakken]
zo klaar als een klontje
[heel erg duidelijk]
klaar wakker
[helemaal wakker]
zonneklaar
[helemaal duidelijk]
zo klaar als koffiedik
[helemaal niet duidelijk]
klip en klaar
[overduidelijk]
klare wijn schenken
[nergens geheimzinnig over doen]
daar ben je mooi klaar mee
[blijk van medeleven als iemand in een nare situatie zit]
ik kan niet
[ik heb andere afspraken]
ik kan er niets aan doen
[het is mijn schuld niet]
je kunt van hem opaan
[je kunt op hem rekenen]
daar kan ik niet tegen [
[ik kan het niet verdragen]
ik kán niet meer
[ik ben heel erg moe]
daar kan ik niet bij met m'n verstand
[dat begrijp ik niet]
ik kan niet toe met mijn zakgeld
[ik heb er niet genoeg aan]
die jurk kán niet
[hij staat erg gek]
zij kan het gedaan hebben
[zij heeft het misschien gedaan]
het kan ermee door
[zo gaat het wel]
het kan niet op
[er komt geen eind aan]
zo kan het wel weer
[zo is het wel genoeg]
jullie kunnen me wat
[ik doe niet wat jullie willen]
zo kaal als een luis
[heel arm]
leven als een luis op een zeer hoofd
[heel comfortabel]
dat is net iets voor Loes
[dat is typisch voor Loes]
we moeten er iets op vinden
[we moeten een oplossing bedenken]
zo iets doe je niet!
[dat doe je niet]
als je ziek wordt of iets dergelijks
[of als er iets anders is]
zo recht als een kaars
[heel recht]
zo iemand moet je met een kaarsje zoeken
[kun je moeilijk vinden]
een platte neus
[die niet ver uitsteekt]
zo plat als een dubbeltje
[heel erg plat]
ik ga plat
[ik ga slapen]
hem plat spuiten
[veel kalmerende middelen inspuiten]
iemand plat krijgen
[hem voor je winnen]
de fabriek gaat plat
[er wordt gestaakt]
oud en nieuw
[de jaarwisseling]
een oude vlam
[een vroegere geliefde]
een oude wond
[verdriet uit het verleden]
de oude garde
[de groep die oude tradities vertegenwoordigt]
een ouwe getrouwe
[iemand die al lang in dienst is]
dat is ouwe koek
[niets nieuws]
alles bij het oude laten
[niets veranderen]
het is weer het oude liedje
[verzuchting als iets vele malen opnieuw gebeurt]
iemand van de oude stempel
[een conservatief iemand]
op de oude voet doorgaan
[op dezelfde manier als vroeger]
iets uit de oude doos
[iets ouderwets]
een oude kous (sok) hebben
[spaargeld hebben]
oude liefde roest niet
[vroegere verliefdheden gaan nooit helemaal over]
dat is oud nieuws
[allang bekend]
je moet geen oude schoenen weggooien voordat je nieuwe hebt
[iets niet wegdoen voordat je iets beters hebt]
oude talen
[Latijn en Grieks]
zo oud als de weg naar Kralingen (Rome)
[heel oud]
dat is oud zeer
[iets wat al heel lang verdriet veroorzaakt]
oude bomen moet je niet verplanten
[oude mensen kunnen beter niet verhuizen]
zorgen voor de oude dag [
[sparen voor later, als men oud is]
ouden van dagen
[bejaarden]
hoe ouder hoe gekker
[wordt gezegd als oude mensen zich aanstellen]
jong en oud
[iedereen]
jong geleerd, oud gedaan
[wat je in je jeugd leert, geeft je je hele leven voordeel]
zoals de ouden zongen, piepen de jongen
[kinderen lijken in hun gedrag vaak op hun ouders]
zo oud als Methusalem
[hoogbejaard]
een ouwe snoeper
[iemand met veel oog voor vrouwelijk schoon]
een ouwe vrijster
[een zure, ongehuwde oudere vrouw]
hij is oud en wijs genoeg
[hij heeft er genoeg wijsheid en levenservaring voor]
oud en nieuw
[de jaarwisseling]
een oude vlam
[een vroegere geliefde]
een oude wond
[verdriet uit het verleden]
de oude garde
[de groep die oude tradities vertegenwoordigt]
een ouwe getrouwe
[iemand die al lang in dienst is]
dat is ouwe koek
[niets nieuws]
alles bij het oude laten
[niets veranderen]
het is weer het oude liedje
[verzuchting als iets vele malen opnieuw gebeurt]
iemand van de oude stempel
[een conservatief iemand]
op de oude voet doorgaan
[op dezelfde manier als vroeger]
iets uit de oude doos
[iets ouderwets]
een oude kous (sok) hebben
[spaargeld hebben]
oude liefde roest niet
[vroegere verliefdheden gaan nooit helemaal over]
dat is oud nieuws
[allang bekend]
je moet geen oude schoenen weggooien voordat je nieuwe hebt
[iets niet wegdoen voordat je iets beters hebt]
oude talen
[Latijn en Grieks]
zo oud als de weg naar Kralingen (Rome)
[heel oud]
dat is oud zeer
[iets wat al heel lang verdriet veroorzaakt]
oude bomen moet je niet verplanten
[oude mensen kunnen beter niet verhuizen]
zorgen voor de oude dag
[sparen voor later, als men oud is]
ouden van dagen
[bejaarden]
hoe ouder hoe gekker
[wordt gezegd als oude mensen zich aanstellen]
jong en oud
[iedereen]
jong geleerd, oud gedaan
[wat je in je jeugd leert, geeft je je hele leven voordeel]
zoals de ouden zongen, piepen de jongen
[kinderen lijken in hun gedrag vaak op hun ouders]
zo oud als Methusalem
[hoogbejaard]
een ouwe snoeper
[iemand met veel oog voor vrouwelijk schoon]
een ouwe vrijster
[een zure, ongehuwde oudere vrouw]
hij is oud en wijs genoeg
[hij heeft er genoeg wijsheid en levenservaring voor]
u moet deze weg houden
[op deze weg blijven]
je eigen weg gaan
[je leven op je eigen manier inrichten]
aan de weg timmeren
[iets doen om publieke aandacht te krijgen]
zo oud als de weg naar Rome
[heel oud]
de weg voor iemand banen
[hindernissen voor hem weghalen
gebaande wegen bewandelen
[dingen doen die anderen voorbereid hebben]
de officiële weg bewandelen
[volgens de voorschriften handelen]
in geen velden of wegen te bekennen
[nergens]
de weg van de minste weerstand
[de makkelijkste methode]
waar een wil is, is een weg
[als je iets werkelijk wilt, is er ook een oplossing voor]
hem de weg wijzen
[vertellen hoe hij moet lopen of rijden]
in de weg staan
[de doorgang versperren]
we gaan op weg
[ergens naar toe]
hem op weg helpen
[in het begin even helpen]
naar de bekende weg vragen
[iets vragen waar je het antwoord al van weet]
hem uit de weg gaan
[zorgen dat je hem niet ontmoet]
hem iets in de weg leggen
[hem hinderen]
hem uit de weg ruimen
[vermoorden]
oud en nieuw
[de jaarwisseling]
een oude vlam
[een vroegere geliefde]
een oude wond
[verdriet uit het verleden]
de oude garde
[de groep die oude tradities vertegenwoordigt]
een ouwe getrouwe
[iemand die al lang in dienst is]
dat is ouwe koek
[niets nieuws]
alles bij het oude laten
[niets veranderen]
het is weer het oude liedje
[verzuchting als iets vele malen opnieuw gebeurt]
iemand van de oude stempel
[een conservatief iemand]
op de oude voet doorgaan
[op dezelfde manier als vroeger]
iets uit de oude doos
[iets ouderwets]
een oude kous (sok) hebben
[spaargeld hebben]
oude liefde roest niet
[vroegere verliefdheden gaan nooit helemaal over]
dat is oud nieuws
[allang bekend]
je moet geen oude schoenen weggooien voordat je nieuwe hebt
[iets niet wegdoen voordat je iets beters hebt]
oude talen
[Latijn en Grieks]
zo oud als de weg naar Kralingen (Rome)
[heel oud]
dat is oud zeer
[iets wat al heel lang verdriet veroorzaakt]
oude bomen moet je niet verplanten
[oude mensen kunnen beter niet verhuizen]
zorgen voor de oude dag
[sparen voor later, als men oud is]
ouden van dagen
[bejaarden]
hoe ouder hoe gekker
[wordt gezegd als oude mensen zich aanstellen]
jong en oud
[iedereen]
jong geleerd, oud gedaan
[wat je in je jeugd leert, geeft je je hele leven voordeel]
zoals de ouden zongen, piepen de jongen
[kinderen lijken in hun gedrag vaak op hun ouders]
zo oud als Methusalem
[hoogbejaard]
een ouwe snoeper
[iemand met veel oog voor vrouwelijk schoon]
een ouwe vrijster
[een zure, ongehuwde oudere vrouw]
hij is oud en wijs genoeg
[hij heeft er genoeg wijsheid en levenservaring voor]
zo mogelijk
[als het mogelijk is]
zo goed als
[bijna]
zo snel mogelijk
[met de snelheid die mogelijk is]
zo'n twee meter
[ongeveer twee meter]
goed zo
[goed]
hoe zo?
[wat bedoel je daarmee]
zo goed en zo kwaad als het lukte
[zover als het lukte]
is dat zo?
[is dat waar]
dat lijkt maar zo
[het lijkt er alleen maar op]
zo moe als een hond
[heel erg moe]
het moede hoofd neerleggen
[sterven na een periode vol zorgen]
liever lui dan moe zijn
[erg lui zijn]
iemand of iets moe zijn
[ervan balen]
zo mak als een lammetje
[erg kalm en rustig]
onschuldig als een pasgeboren lam
[erg onschuldig]
als een lam naar de slachtbank geleid worden
[weerloos je ondergang tegemoet gaan]
zo mager als een lat
[heel erg mager]
een magere sprinkhaan
[iemand die erg mager is]
magere en vette jaren
[goede en slechte jaren]
een mager resultaat
[slechter dan verwacht]
het bruidspaar
[twee mensen die trouwen]
het koninklijk paar
[de koningin en haar man]
zo lust ik er nog wel een paar!
[dat antwoord slaat nergens op]
in een paar seconden
[even]
zo link als een looien deur
[erg doortrapt]
hij is gewogen en te licht bevonden
[hij is beoordeeld, maar men vond hem niet geschikt]
zij is zo licht als een veertje
[ze weegt erg weinig]
met een licht hart
[opgewekt]
zo licht als een veertje
[heel licht]
lichte muziek
[popmuziek, jazzmuziek, volksmuziek etc]
zo licht als een veertje
[heel erg licht]
vroeg uit de veren zijn
[vroeg op zijn]
pronken met andermans veren
[opscheppen over iets wat je niet zelf gedaan hebt]
een veer moeten laten
[met minder tevreden moeten zijn]
men plukt een gans zolang zij veren heeft
[men trekt ergens voordeel uit, zolang er iets te halen valt]
iemand een veer op zijn hoed steken
[hem prijzen]
van een kikker kun je geen veren plukken
[hem prijzen]
van een kikker kun je geen veren plukken
[als iemand niets heeft, kun je ook niets bij hem halen]
men kent de vogel aan zijn veren
[aan het uiterlijk zie je wat voor persoon het is]
de fabriek draait dag en nacht
[altijd]
zo lelijk als de nacht
[heel erg lelijk]
bij nacht en ontij
[op ongewone en onplezierige uren]
daar moet ik een nachtje over slapen
[nog eens goed over nadenken]
dag en nacht
[onophoudelijk]
van de nacht een dag maken
['s nachts doen wat je eigenlijk overdag hoort te doen]
als een dief in de nacht
[ongemerkt]
niet over één nacht ijs gaan
[geen risico's nemen]
zo lelijk als de nacht
[erg lelijk]
een lelijke eend
[een auto, type Citroën, ook genoemd: deux-chevaux]
het ziet er lelijk voor je uit
[het lijkt erop of het niet goed afloopt]
hij vertelt lelijke dingen over mij
[ongunstige, slechte dingen]
een lelijke knauw krijgen
[schade aan gezondheid of financiën]
iemand uitmaken voor alles wat mooi en lelijk is
[uitschelden]
een lelijke pijp roken
[een slechte, nare ervaring hebben]
een lelijk gezicht trekken
[boos kijken]
lelijk op zijn neus kijken
[erg teleurgesteld worden]
dat zal je nog lelijk opbreken [
[daar zul je spijt van krijgen]
wat kijk je lelijk!
[wat kijk je boos!]
hij valt door de mand
[moet tenslotte bekennen wat hij gedaan heeft]
zo lek als een mandje
[helemaal lek]
zo kun je niet over straat
[naar buiten]
hij kwam op straat te staan
[werd dakloos, had geen woning meer]
dat past precies in zijn straatje
[dat past bij zijn opvattingen en plannen]
er moet meer blauw op straat komen
[meer politie]
ach, je bent van de straat
[je hebt iets te doen]
dat nieuwtje ligt op straat
[is algemeen bekend]
niet van de straat zijn
[hoog ontwikkeld of erg rijk zijn]
op straat staan
[geen huis hebben]
klaar is Kees
[het is af]
het nu klaar?
[wil je er nu mee stoppen?]
ik ben nog niet klaar met je
[je bent nog niet van me af]
klaar ben je!
[het is wat moois!]
daar ben ik mooi klaar mee
[daar zit ik lelijk mee te kijken]
van zessen klaar zijn
[goed kunnen aanpakken]
zo klaar als een klontje
[heel erg duidelijk]
klaar wakker
[helemaal wakker]
zonneklaar
[helemaal duidelijk]
zo klaar als koffiedik
[helemaal niet duidelijk]
klip en klaar
[overduidelijk]
klare wijn schenken
[nergens geheimzinnig over doen]
daar ben je mooi klaar mee
[blijk van medeleven als iemand in een nare situatie zit]
ik kan niet
[ik heb andere afspraken]
ik kan er niets aan doen
[het is mijn schuld niet]
je kunt van hem opaan
[je kunt op hem rekenen]
daar kan ik niet tegen
[ik kan het niet verdragen]
ik kán niet meer
[ik ben heel erg moe]
daar kan ik niet bij met m'n verstand
[dat begrijp ik niet]
ik kan niet toe met mijn zakgeld
[ik heb er niet genoeg aan]
die jurk kán niet
[hij staat erg gek]
zij kan het gedaan hebben
[zij heeft het misschien gedaan]
het kan ermee door
[zo gaat het wel]
het kan niet op
[er komt geen eind aan]
zo kan het wel weer
[zo is het wel genoeg]
jullie kunnen me wat
[ik doe niet wat jullie willen]
zo kaal als een luis
[heel arm]
leven als een luis op een zeer hoofd
[heel comfortabel]
een kale boterham
[zonder beleg]
een kale boom
[zonder blad]
een kale plek in een stof
[een versleten plek]
zo kaal als een luis
[heel erg arm]
een kale neet
[een armoedzaaier]
de kale huur
[zonder de kosten van gas en licht]
kale kak
[afkeurende benaming voor zogenaamd deftige mensen]
dat is net iets voor Loes
[dat is typisch voor Loes]
we moeten er iets op vinden
[we moeten een oplossing bedenken]
zo iets doe je niet!
[dat doe je niet]
als je ziek wordt of iets dergelijks
[of als er iets anders is]
een helder moment hebben
[een goed idee hebben]
het staat me nog helder voor de geest
[ik kan het me nog goed herinneren]
zo helder als koffiedik
[onbegrijpelijk]
als een donderslag bij heldere hemel
[heel onverwacht]
zo helder als koffiedik
[erg onduidelijk]
zo hard als steen
[erg hard]
een steen des aanstoots
[iets wat ergernis veroorzaakt]
een ezel stoot zich niet twee keer aan dezelfde steen
[alleen wie die dommer is dan een ezel, maakt twee keer dezelfde fout]
een steen in de vijver gooien
[opschudding veroorzaken]
dat ligt als een steen op je maag
[is moeilijk te verteren]
er een steentje aan bijdragen
[meehelpen]
geen steen op de andere laten
[veel veranderingen doorvoeren]
ergens je steentje aan bijdragen
[je bijdrage aan leveren]
de onderste steen moet boven komen
[er moet een grondig onderzoek naar worden gedaan]
steen en been klagen
[voortdurend jammeren]
hij laat er geen gras over groeien
[hij haast zich ermee]
hem het gras voor de voeten wegmaaien
[iets zeggen wat iemand anders had willen zeggen]
zo groen als gras
[onervaren en onbedorven]
er zit een addertje onder het gras
[er is een verborgen gevaar of moeilijkheid]
te hooi en te gras
[zonder orde of systeem]
luisteren of het gras groeit
[liggen luieren]
zo mogelijk
[als het mogelijk is]
zo goed als
[bijna]
zo snel mogelijk
[met de snelheid die mogelijk is]
zo'n twee meter
[ongeveer twee meter]
goed zo
[goed]
hoe zo?
[wat bedoel je daarmee]
zo goed en zo kwaad als het lukte
[zover als het lukte]
is dat zo?
[is dat waar]
dat lijkt maar zo
[het lijkt er alleen maar op]
als ik het goed heb
[als ik me niet vergis]
het is mij goed
[ik heb er niets tegen]
het is wel goed met jou
[ik neem je niet meer serieus]
zo goed en zo kwaad als het gaat
[zo primitief als het gaat]
zo goed als nieuw
[vrijwel nieuw]
voor de goede orde
[opdat alles behoorlijk geregeld is]
goed en wel
[nauwelijks, nog maar net]
alles goed en wel, maar ..
[laat dat zo zijn, maar ...]
dat zit wel goed
[(als iemand je bedankt) dat is in orde]
goed zo!
[uiting van waardering]
niet goed bij zijn verstand zijn
[gek zijn]
hou je goed!
[afscheidsgroet]
zich goed houden
[zich niet door emoties laten meeslepen]
het goed maken
[gezond zijn, in welstand verkeren]
niet goed worden
[misselijk worden]
ik word er niet goed van!
[uitroep van ergernis]
dat is nergens goed voor
[dat heeft geen zin]
waar is dat goed voor?
[wat heeft het voor zin?]
met goed gevolg
[met succes]
goed aangeschreven staan
[gunstig bekend staan]
goed af zijn
[door bepaalde omstandigheden in een gunstige toestand zijn]
in een goed blaadje staan bij iemand
[hij waardeert je erg]
goed boeren
[er zakelijk gunstig voorstaan]
goed voor de dag komen
[een goede indruk maken]
eind goed, al goed
[als het goed afloopt, vergeet je snel alle moeite]
goed geld naar kwaad geld gooien
[geld steken in een hopeloze onderneming]
op goed geluk
[op de gok]
de goede kanten van iets zien
[de positieve gevolgen]
net goed!
[commentaar als door eigen schuld iets vervelends gebeurt]
goede papieren hebben
[veel kans maken]
een goede partij
[een passende huwelijkspartner]
een goede ruil doen
[meer ontvangen dan je geeft]
goed wegkomen
[met voordeel]
er geen goed woord voor overhebben
[het absoluut verwerpelijk vinden]
een goed woordje voor iemand doen
[hem aanbevelen, verdedigen]
dat valt in goede aarde
[daar is iedereen het mee eens]
het ga je goed
[groet bij een definitief afscheid]
die goeie, oude tijd
[het verleden is beter dan het heden]
ik weet het goed gemaakt
[inleiding op een voorstel waarin men iets toegeeft]
we zitten hier goed
[we wonen hier prettig]
in goede aarde vallen
[welkom zijn]
goed blijven
[niet bederven]
goed gebekt zijn
[zich mondeling goed kunnen verdedigen]
dat heb je goed geschoten
[dat heb je goed voor elkaar]
niet half zo goed
[lang niet zo goed]
een goed heenkomen zoeken
[zich redden uit een gevaarlijke situatie]
uit het goede hout gesneden zijn
[geschikt zijn]
goed beslagen ten ijs komen
[goed voorbereid zijn]
in goeden doen zijn
[veel geld hebben]
kort en goed
[direct en zonder omhaal]
nou goed?
[heb je nu je zin?]
goede raad is duur
[gezegd als je geen oplossing weet]
goede waar verkoopt zich zelf
[wat goed is heeft geen aanbeveling nodig]
een goed doel
[een liefdadige bestemming]
daar sta je dan met je goeie gedrag
[commentaar als iemand onverdiend in de moeilijkheden zit]
te goeder trouw zijn
[oprecht en eerlijk zijn]
goed bij zijn
[slim zijn]
goed in zijn geld zitten
[rijk zijn]
goed op elkaar ingespeeld zijn
[goed kunnen samenwerken]
goed ingevoerd zijn
[goed op de hoogte zijn]
goed bij kas zitten
[voldoende geld hebben]
goed in de markt liggen
[gevraagd, gewild zijn]
het er goed van nemen
[veel consumeren]
goed van pas komen
[nuttig zijn]
niet goed snik zijn
[gek zijn]
goed van de tongriem gesneden zijn
[goed kunnen praten]
goed uitgeslapen zijn
[pittig, oplettend zijn]
goed vertegenwoordigd zijn
[met een behoorlijk aantal]
goed van vertrouwen zijn
[lichtgelovig]
het goed kunnen vinden met iemand
[goed met hem kunnen opschieten]
goed in het vlees zitten
[niet mager zijn]
als goede vrienden uit elkaar gaan
[scheiden zonder ruzie]
er goed bij zitten
[in een luxueus huis]
goede zaken doen
[veel geld verdienen]
een goed uur
[ruim een uur]
een goed hart hebben
[vriendelijk van aard zijn]
het goed voor hebben met iemand
[hem willen helpen]
een goed onthaal krijgen
[welkom zijn]
te goed zijn voor deze wereld
[te goed van vertrouwen zijn]
in goede handen zijn
[goed verzorgd worden]
een goede verliezer zijn
[je verlies waardig kunnen dragen]
goed en wel was hij thuis ....
[nauwelijks was hij thuis ....]
zo goed als nieuw
[bijna nieuw]
zich te goed doen aan iets
[er volop van genieten]
goeie genade!
[uitroep van schrik of ergernis]
iets te goed houden
[het te zijner tijd kunnen opeisen]
nou wordt ie goed!
[uitroep van verbaasde verontwaardiging]
iets te goed hebben
[te vorderen, te verwachten]
Goede Vrijdag
[de vrijdag voor Pasen]
zo mogelijk
[als het mogelijk is]
zo goed als
[bijna]
zo snel mogelijk
[met de snelheid die mogelijk is]
zo'n twee meter
[ongeveer twee meter]
goed zo
[goed]
hoe zo?
[wat bedoel je daarmee]
zo goed en zo kwaad als het lukte
[zover als het lukte]
is dat zo?
[is dat waar]
dat lijkt maar zo
[het lijkt er alleen maar op]
hem voor rotte vis uitmaken
[heel erg uitschelden]
zo gezond als een vis
[helemaal gezond]
je voelen als een vis in het water
[erg prettig, echt op je plaats]
de vis wordt duur betaald
[je moet er veel voor over hebben]
het is vlees noch vis
[het een noch het ander]
als een vis op het droge
[hulpeloos]
boter bij de vis
[contante betaling]
de vis wordt duur betaald
[vraagt grote offers]
vis moet zwemmen
[als je vis eet, moet je erbij drinken]
zo gezegd, zo gedaan
[het is gebeurd zoals het was afgesproken]
zeg ....
[luister eens]
zeg dat wel!
[inderdaad]
daar is veel voor te zeggen
[dat is een goed idee]
nee zeggen
[weigeren]
het voor het zeggen hebben
[de baas zijn]
eerlijk gezegd
[als ik eerlijk ben]
hij zegt van wel
[dat het wel zo is]
dat zegt me niets
[dat betekent niets voor me]
iets van hem gedaan krijgen
[ervoor zorgen dat hij het doet]
zo gezegd zo gedaan
[zoals we het afgesproken hadden doen we het]
niets aan te doen!
er is niets aan te veranderen]
het is met hem gedaan
[hij is dood of verloren]
dat is niks gedaan
[waardeloos]
iemand een plezier doen
[ervoor zorgen dat hij plezier heeft]
ik kon er niets aan doen
[het was mijn schuld niet]
doen alsof
[toneelspelen]
dat doet er niet toe
[dat is onbelangrijk]
ik heb met hem te doen
[ik heb medelijden met hem]
daar is het haar om te doen
[daar doet ze het voor]
voor zijn doen
[in vergelijking met hoe hij anders is]
het kind is uit zijn doen
[in de war]
zijn doen en laten
[zijn manier van leven]
een poging doen
[het proberen]
het moet al gek gaan als ...
[het is bijna zeker]
gek genoeg [
[commentaar dat verbazing uitdrukt]
doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg
[gedraag je niet anders dan anderen]
je zou gek staan te kijken...
[stomverbaasd zijn]
hoe ouder hoe gekker
[wordt gezegd als oudere mensen iets bijzonders doen]
op de gekste tijden
[op tijdstippen waarop je het niet zou verwachten]
ik ben me daar gek! [
[ik denk er niet over om dat te doen]
gek van angst
buiten zichzelf]
het is om gek van te worden
[ergerlijk en vermoeiend]
zich gek zoeken naar iets
[er overal naar lopen te zoeken]
ben je gek!
! [verontwaardigde reactie als iemand iets zegt wat onwaarschijnlijk is]
zo gek als een deur
[helemaal geschift]
díe is gek!
[schamper commentaar als iemand iets gevaarlijks doet]
hij is niet zo gek als hij eruitziet
[plagerig commentaar als iemand plotseling iets slims doet]
geen gek figuur slaan
[een goede indruk maken]
het is te gek om los te lopen
[het is al te dwaas]
dat is lang niet gek!
[tamelijk goed]
dat is te gek!
[geweldig!]
ik ben gek op Hema-worst
[ik ben er dol op]
Adam was gek op Eva
[hield veel van haar]
ergens gek mee zijn
[er veel van houden]
zo gek als een deur
[heel erg gek]
ze is net de deur uit
[net weg]
dat is niet naast de deur
[dat is ver weg]
een open deur
[iets wat iedereen al weet]
met de deur in huis vallen
[het meteen vertellen]
de deur plat lopen
[er heel vaak komen]
dat doet de deur dicht
[nu moet er iets aan gedaan worden]
niet samen door één deur kunnen
[elkaar niet kunnen verdragen]
dat staat voor de deur
[het is bijna zover]
iemand het gat van de deur wijzen
[zeggen dat hij moet vertrekken]
de deur uit zijn
[niet meer thuis wonen]
buiten de deur eten
[in een restaurant]
voor een gesloten deur staan
[niemand thuis treffen]
een frisse adem
[die aangenaam ruikt]
de frisse lucht
[de buitenlucht]
een frisse neus halen
[een luchtje scheppen]
dat is geen fris zaakje
[er is op een verdachte manier gewerkt]
met frisse tegenzin
[ironische opmerking als je ergens geen zin in hebt]
zo fris als een hoentje
[goed uitgerust, vol energie]
fris van de lever
[spontaan]
zo fris als een hoentje
[heel fit en fris]
hij speelt de baas
[hij doet alsof hij meer te vertellen heeft]
het is altijd baas boven baas
[er is altijd iemand die het nog beter weet]
baas in eigen buik
[zelf mogen beslissen over zwangerschap en abortus]
iemand de baas zijn
[hem overtreffen]
er is altijd baas boven baas
[iemand die anderen overtreft]
zo druk als een klein baasje
[van alles moeten regelen]
je eigen baas zijn
van niemand afhankelijk]
in de baas zijn tijd
[onder werktijd]
zo dronken als een tor
[heel erg dronken]
zo doof als een kwartel
[erg doof]
hij is Oost-Indisch doof
[hij doet alsof hij niets hoort]
een dooie pier
[een sloom, saai figuur]
zo dood als een pier
[morsdood]
de kwaaie pier zijn
[er de schuld van krijgen]
hij houdt zich van de domme
[doet alsof hij het niet snapt]
zo dom als het achterend van een varken
[heel erg dom]
te dom om voor de duvel te dansen
[zeer dom]
hij is niet zo dom als hij eruitziet
[plagerig commentaar als iemand opeens een slimme opmerking maakt]
een domme gans
[een sufferd]
het geluk is met de dommen
[domme mensen hebben soms onverwachts geluk]
zich van de domme houden
[doen alsof je van niets weet]
zo dik als een pad
[heel dik]
zo brutaal als de beul
[heel erg brutaal]
brutalen hebben de halve wereld
[ze krijgen meestal hun zin]
zo blij als een kind
[heel erg blij]
hij is een kind van zijn tijd
[hij past precies in die tijd]
je moet het kind niet met het badwater weggooien
[tegelijk met het slechte ook het goede weggooien]
Kjeld is het kind van de rekening
[hij is het slachtoffer]
als een pasgeboren kind
[zo onschuldig]
dat kan een kind begrijpen
[dat is erg eenvoudig]
een doodgeboren kindje
[een zaak die van het begin af niets zou worden]
geen kind hebben aan iemand
[niet de minste last van hem hebben]
ik krijg er een kind van!
[ik heb er schoon genoeg van]
een ondergeschoven kindje
[dat niet veel aandacht krijgt]
een kind kan de was doen
[het is heel eenvoudig]
kind aan huis zijn bij iemand
[er vaak komen]
kind noch kraai hebben [
[geen familie hebben]
een onwettig/ buitenechtelijk/ onecht kind
[van mensen die niet met elkaar getrouwd zijn]
iemands dood
[het einde van zijn leven, of zijn sterven]
de een zijn dood is de ander zijn brood
[als iemand doodgaat, kan dat voor iemand anders voordeel betekenen]
de dood vinden
[omkomen]
de dood zoeken
[zelf een eind aan je leven maken]
de dood voor ogen hebben
[ieder ogenblik verwachten dood te gaan]
ten dode opgeschreven (mensen)
[op korte termijn gaan sterven]
ten dode opgeschreven (dingen)
[gedoemd zijn te mislukken]
als de dood zijn voor iets
[er erg bang voor zijn]
om de dooie dood niet
[absoluut niet]
de dood in hebben
[de pest in hebben]
het is er de dood in de pot
[alle leven en levendigheid is er verdwenen]
duizend doden sterven
[heel veel angsten hebben]
een mooie dood
[zonder doodstrijd]
iemand de dood op het lijf jagen
[heel erg laten schrikken]
zo bleek als de dood
[heel erg bleek]
de zwarte dood
[de pest]
als de dood zijn voor iemand of iets
[er heel erg bang voor zijn]
zo bang of schuw zijn als een wezel
[erg bang of schuw]
er als een haas vandoor gaan
[heel snel]
zo bang als een haas
[heel bang]
met onwillige honden is het kwaad hazen vangen
[met onwillige mensen bereik je niets]
je kunt nooit weten hoe een koe een haas vangt
[wat onmogelijk lijkt, kan toch gebeuren]
mijn naam is haas
[ik weet van niets]
het haasje zijn
[het slachtoffer]
het is alsof het van de armen gaat
[zuur commentaar als men zuinig is]
zo arm als Job (de mieren, een kerkrat)
[heel erg arm]
arm en rijk
[iedereen]
de armen van geest
[eenvoudige mensen]
een illusie armer zijn
[ergens teleurgesteld over zijn]
het arme schaap [
[de stakker]
een arme sloeber (stakker, stumper, sukkel)
[iemand die medelijden opwekt]
zilver winnen
[de tweede prijs]
spreken is zilver, zwijgen is goud
[je kunt beter zwijgen dan spreken]
8878
zijn
zijn/haar nieuwe verovering
[nieuwe vriend of vriendin]
iemand onder uit de zak geven
[scherpe kritiek op hem geven]
een kat in de zak kopen
[iets wat waardeloos blijkt te zijn]
zakjes plakken
[in de gevangenis zitten]
oude wijn in nieuwe zakken
[iets bekends in een nieuwe vorm]
in zak en as zitten
[in een toestand van verslagenheid]
iemand de zak geven
[hem ontslaan]
geld op zak hebben
[geld bij je hebben]
dat kun je in je zak steken
[die opmerking was raak]
die kan hij in zijn zak steken
[hij is veel beter dan die ander]
zonder een cent op zak
[zonder contant geld bij zich te hebben]
het geld brandt hem in de zak
[hij wil het graag uitgeven]
iemand in je zak hebben
[met hem kunnen doen wat je wilt]
zijn ogen in zijn zak hebben
[niet uitkijken]
zijn zakken vullen
[zich verrijken]
iets uit eigen zak betalen
[zelf de kosten dragen]
op zijn zak teren
[van zijn geld leven]
een ouwe zak
[oude man]
ik begrijp er geen zak van
[helemaal niets]
zaken doen
[het sluiten van overeenkomsten]
geduld is een schone zaak
[heb nou maar geduld]
zaken gaan voor het meisje
[je werk is belangrijker dan een afspraakje]
zijn zaken waarnemen [
[zijn belangen behartigen]
de zaak komt voor
[de rechtszaak]
hij is ter zake kundig
[hij weet er veel van]
om ter zake!
[zeg wat je te zeggen hebt]
dat doet niet ter zake
[is niet belangrijk]
de stand van zaken
[hoe het ervoor staat]
het fijne van de zaak vertelt hij niet
[de precieze gegevens]
dat is mijn zaak
[daar heb jij niets mee te maken]
uit de aard der zaak
[als een noodzakelijk gevolg daarvan]
de zaak is deze
[dit is er aan de hand]
in de kern van de zaak
[in feite, eigenlijk]
gedane zaken nemen geen keer
[wat gebeurd is, laat zich niet veranderen]
met kennis van zaken
[op deskundige wijze]
onverrichter zake terugkeren
[zonder dat men zijn doel heeft bereikt]
opening van zaken geven
[vertellen hoe het precies in elkaar zit]
de zaak aan het rollen brengen
[erover beginnen, ermee beginnen]
er komt schot in de zaak
[het begint zich te ontwikkelen]
zoals de zaken nu staan ...
[zoals de situatie nu is]
het is zaak om ...
[we moeten ervoor zorgen]
het is niet veel zaaks
[stelt niet veel voor]
hij heeft het niet met zoveel woorden gezegd
[niet precies zo]
hem aan het woord laten
[hem de anderen toe laten spreken]
met andere woorden
[anders gezegd]
er geen woorden voor hebben
[het heel goed of heel erg vinden]
je haalt me de woorden uit de mond
[je zegt wat ik net had willen zeggen]
er geen woorden aan vuil willen maken
[er niet over willen spreken]
hij had het hoogste woord
[was steeds op een overheersende manier aan het praten]
het hoge woord komt eruit
[hij zegt wat hij eerst niet durfde te zeggen]
met twee woorden spreken
['ja meneer' zeggen, in plaats van 'ja']
iemand woorden in de mond leggen
[niet juist navertellen wat hij gezegd heeft]
het laatste woord willen hebben
[er als laatste iets over willen beslissen]
van het ene woord kwam het andere
[het ontaardde in ruzie]
wiens brood men eet, diens woord men spreekt
[je staat aan de kant van degene bij wie je in dienst bent]
geen woorden maar daden
[we hebben niets aan praatjes alleen]
ergens geen woorden voor hebben
[het niet kunnen uitleggen]
dat is geen woord teveel gezegd
[dat is niet overdreven]
woorden hebben
[ruzie hebben]
holle woorden
[zonder inhoud]
het hoogste woord hebben
[druk en zelfbewust praten]
let op mijn woorden!
[dat zal zeker gebeuren]
woorden schieten tekort
[het is niet in woorden uit te drukken]
met twee woorden spreken
[niet alleen met ja of nee antwoorden]
woord voor woord
[volledig en precies]
je woorden wegen
[zorgvuldig formuleren]
ik geloof je op je woord
[omdat je het zegt]
woord houden
[doen wat je beloofd hebt]
iemand aan zijn woord houden
[verlangen dat hij doet wat hij beloofd heeft]
een man van zijn woord
[iemand die zich aan zijn afspraken houdt]
een man een man, een woord een woord
[iemand die eerlijk is, houdt zich aan zijn beloftes]
iemand aan het woord laten
[laten uitspreken]
het woord voeren
[spreken]
zijn woordje kunnen doen
[zich goed kunnen uitdrukken]
het woord richten tot iemand
[hem toespreken]
iemand te woord staan
[hem aanhoren]
een goed woordje voor hem doen
[hem aanbevelen]
een vies woord
[een woord dat met seks of met ontlasting te maken heeft]
niet uit je woorden kunnen komen
[er niet in slagen het te zeggen]
hem op zijn woord geloven
[hij hoeft het niet te bewijzen]
een hartig woordje spreken met iemand
[hem zeggen wat je vindt]
er was geen woord tussen te krijgen
[ik kreeg niet de kans om iets te zeggen]
een goed verstaander heeft maar een half woord nodig
[voor iemand die goed luistert, is een aanduiding voldoende]
enkele woorden wisselen
[met elkaar spreken]
een aardig woordje Engels spreken
[die taal goed beheersen]
altijd het laatste woord willen hebben
[altijd nog iets willen toevoegen]
de daad bij het woord voegen
[een plan meteen ten uitvoer brengen]
daar is geen woord Frans bij
[dat is heel duidelijk]
daarover is het laatste woord nog niet gesproken
[die zaak is nog niet afgehandeld]
woorden hebben
[ruzie hebben]
zijn woede koelen
[uit boosheid afreageren]
een wilde staking
[niet georganiseerd maar spontaan]
in het wilde weg
[zonder goed te kijken of te denken]
wild enthousiast
[erg enthousiast]
zijn wilde haren verliezen
[zijn jeugdige onbezonnenheid kwijtraken]
wilde verhalen
[overdreven of verzonnen verhalen]
in het wilde weg
[lukraak, zomaar]
het wilde westen
[het westen van de Verenigde Staten in de tijd dat er nog geen gezag was]
ik ben wild op chocola
[ik ben er dol op]
een wilde plakker
[die zonder toestemming overal affiches opplakt]
een wilde staking
[die zonder toestemming van de vakbonden ontstaan is]
de wilde vaart
[ongeregeld vrachtverkeer per boot]
het is geen wet van Meden en Perzen
[geen regel waar iedereen zich aan moet houden]
hem de wet voorschrijven
[zeggen wat hij wel of niet mag doen]
wet is wet
[de wet moet nageleefd worden, al is het moeilijk
hij staat boven de wet
[hoeft zich er niet aan te houden]
de heren van de wet
[mensen van de overheid]
we gaan er geen wet van maken
[geen vaste gewoonte]
naar de geest van de wet
[volgens de uitgangspunten ervan]
nood breekt wet
[als je erg in de knoei zit, hoef je je niet aan de wet te houden]
zijn woord is wet
[wat hij zegt moet gebeuren]
door de mazen van de wet kruipen
[op listige wijze de wet ontduiken]
trouwen voor de wet
[voor de burgerlijke stand]
nood breekt wet
[als je in moeilijkheden zit moet je wel eens dingen doen die verboden zijn]
zijn wil is wet
[hij bepaalt de regels]
ter wille van de kinderen
[voor de kinderen]
hem ter wille zijn
[helpen met wat hij vraagt]
uit vrije wil
[zonder dat je gedwongen wordt]
hij is van goede wil
[bedoelt het goed]
met de beste wil van de wereld niet
[hoe ik het ook probeer]
voor elk wat wils
[voor iedereen iets wat hij leuk vindt]
tegen wil en dank
[met tegenzin, gedwongen]
om 's hemels wil!
[in godsnaam]
met een beetje goede wil
[als je maar meewerkt]
uit vrije wil
[niet gedwongen]
waar een wil is, is een weg
[als je werkelijk iets wilt, vind je een oplossing]
zijn wil is wet
[hij bepaalt de regels]
een wens doen
[zeggen wat je graag zou willen]
zijn wens vervullen
[geven wat hij graag wil]
de beste wensen
[ik wens u heel veel goeds]
alles gaat naar wens
[zoals het moet]
de wens is de vader van de gedachte
[het gebeurt omdat je graag wilt dat het gebeurt]
zijn ware bedoeling
[zijn echte bedoeling]
een waar paradijs
[je kunt het echt wel zo noemen]
eerlijk waar?
[is het echt zo]
het is maar al te waar
[het is echt waar]
het voor waar aannemen
[het geloven]
waar of niet?
[is het niet zo?]
zijn ware gezicht tonen
[laten zien hoe hij werkelijk is]
het is niet waar!
[uitroep van ongeloof]
het is te mooi om waar te zijn
[het is zó fijn dat ik het nauwelijks kan geloven]
niets is minder waar
[het is absoluut onjuist]
verdomd als het niet waar is
[ik ben er echt van overtuigd dat het waar is]
zo waar als ik Silvano heet
[dat zeg je om je woorden kracht bij te zetten
iets tot ware proporties terugbrengen
[de juiste betekenis geven van wat overdreven is voorgesteld]
de ware Jacob
[de volmaakt geschikte partner]
dat is je ware
[dat moet je hebben]
dat is waar ook
[ik was het bijna vergeten]
dat is in strijd met de wet
[het mag niet volgens de wet]
de strijd om het bestaan
[de worsteling om in leven te blijven]
zijn volle gewicht in de strijd gooien
[zijn invloed en al zijn mogelijkheden gebruiken om te winnen]
zijn verdiende loon krijgen
[terecht gestraft worden]
loon naar werken krijgen
[krijgen wat je toekomt]
zwart loon
[waarover geen premies en belastingen zijn betaald]
boontje komt om zijn loontje
[commentaar als iemand terecht gestraft wordt]
zijn uur is gekomen
[hij gaat sterven]
het uur U
[het moment waar het op aan komt]
van het eerste uur
[ervaren]
het uur van de waarheid
[het beslissende ogenblik]
op zondag rijdt er om het uur een bus
[het ene uur wel, het andere niet]
de mensen van het eerste uur
[die er vanaf het begin bij waren]
het uur der waarheid
[waarin we achter de waarheid zullen komen]
zijn laatste uur
[het uur van zijn sterven]
tot in de kleine(vroege) uurtjes
[tot diep in de nacht]
dag noch uur weten
[zijn oriëntatie op de tijd kwijt zijn]
klokslag acht uur
[precies om acht uur]
een uur in de wind stinken
[heel erg stinken]
te elfder ure
[op het laatste ogenblik]
de tijd vliegt
[hij gaat snel voorbij]
de tijd zal het leren
[later weten we het wel]
tijd is geld
[tijd is kostbaar]
ik heb daar geen tijd voor
[ik kan er geen momenten voor vrijmaken]
hij zit de hele tijd te gapen
[voortdurend, steeds]
de laatste tijd
[de periode die achter ons ligt]

we hebben geen tijd te verliezen [we moeten opschieten]
vrije tijd
[waarin je niet hoeft te werken]
dat is uit de tijd
[ouderwets]
de tijd doden
[iets doen als je moet wachten]
hij is zijn tijd vooruit
[zijn ideeën worden pas later gewaardeerd]
het zal mijn tijd wel duren
[ik maak me er niet druk over]
hij heeft de tijd
[hoeft zich niet te haasten]
zijn tijd verdoen
[niets uitvoeren]
een sprong in de tijd maken
[een lange periode overslaan]
de tand des tijds
[de slijtage van alle dingen]
de tijd heelt alle wonden
[uiteindelijk kom je alle verdriet te boven]
het is tijd om te vertrekken
[we moeten vertrekken]
zij komt nooit op tijd
[ze is altijd te laat]
je moet op de tijd letten
[opletten of het moment er al is]
zij is over tijd
[niet ongesteld geworden, dus misschien zwanger]
te zijner tijd hoor ik daar graag iets over
[als het moment daar is]
zij is erg bij de tijd
[bijdehand, slim]
komt tijd, komt raad
[over een tijdje vind je vanzelf de oplossing]
als het mijn tijd is
[wanneer ik doodga]
heb je de tijd?
[weet je hoe laat het is?]
op tijd zijn natje en droogje krijgen
[niets tekort komen]
over tijd zijn
[de menstruatie is nog niet gekomen]
te allen tijde
[altijd]
van tijd tot tijd
[af en toe]
binnen afzienbare tijd
[spoedig]
in de baas zijn tijd
[onder werktijd]
iemands tijd in beslag nemen
[zijn aandacht opeisen]
dat heeft de tijd
[daar kunnen we nog wel even mee wachten]
het zal mijn tijd wel duren
[ik maak me er niet druk om]
iemand de tijd ergens voor gunnen
[het hem op zijn gemak laten doen]
gezelligheid kent geen tijd
[als het gezellig is, gaat de tijd snel voorbij]
de hele tijd
[voortdurend]
ik kan mijn tijd wel beter besteden
[dat vind ik minderwaardig]
in minder dan geen tijd
[heel snel]
een scherpe tijd
[die moeilijk te verbeteren is]
dat is verleden tijd
[dat is voorbij]
de tijd aan zichzelf hebben
[over zijn eigen tijd kunnen beschikken]
met je tijd meegaan
[met de mode en de heersende opvattingen]
niet meer van deze tijd
[heel verouderd]
zijn tijd ver vooruit zijn
[heel modern zijn]
hij zal het nog ver brengen
[veel bereiken]
dat gaat te ver
[dat mag echt niet]
ik vind dat ver gezocht
[het ligt niet voor de hand]
het ver schoppen
[veel bereiken]
van verre zag ik hem
[toen ik nog ver bij hem vandaan was]
dat is verre van aardig
[helemaal niet aardig]
het voert te ver om hierop in te gaan
[we dwalen dan te veel af]
dan zijn we nog verder van huis
[dan zijn we in nog grotere moeilijkheden]
hij is al veel verder dan ik
[heeft al meer gedaan]
dat is ver van mijn bed
[daar voel ik me niet bij betrokken]
iets te ver doordrijven
[er te lang mee doorgaan]
ver heen zijn
[stomdronken zijn]
van heinde en verre
[overal vandaan]
wat je van ver haalt, is lekker
[wat van ver komt, wordt vaak meer gewaardeerd]
niet verder kijken dan je neus lang is
[kortzichtig zijn]
in de verste verte niet
[absoluut niet]
zijn tijd ver vooruit zijn
[zeer modern zijn]
dat het zó ver kan komen
[verzuchting als iemand in slechte omstandigheden verkeert, of slechte dingen doet]
de tijd vliegt
[hij gaat snel voorbij]
de tijd zal het leren
[later weten we het wel]
tijd is geld
[tijd is kostbaar]
ik heb daar geen tijd voor
[ik kan er geen momenten voor vrijmaken]
hij zit de hele tijd te gapen
[voortdurend, steeds]
de laatste tijd
[de periode die achter ons ligt]
we hebben geen tijd te verliezen
[we moeten opschieten]
vrije tijd
[waarin je niet hoeft te werken]
dat is uit de tijd
[ouderwets
de tijd doden
[iets doen als je moet wachten]
hij is zijn tijd vooruit
[zijn ideeën worden pas later gewaardeerd]
het zal mijn tijd wel duren
[ik maak me er niet druk over]
hij heeft de tijd
[hoeft zich niet te haasten]
zijn tijd verdoen
[niets uitvoeren]
een sprong in de tijd maken
[een lange periode overslaan]
de tand des tijds
[de slijtage van alle dingen]
de tijd heelt alle wonden
[uiteindelijk kom je alle verdriet te boven]
het is tijd om te vertrekken
[we moeten vertrekken]
zij komt nooit op tijd
[ze is altijd te laat]
je moet op de tijd letten
[opletten of het moment er al is]
zij is over tijd
[niet ongesteld geworden, dus misschien zwanger]
te zijner tijd hoor ik daar graag iets over
[als het moment daar is]
zij is erg bij de tijd
[bijdehand, slim]
komt tijd, komt raad
[over een tijdje vind je vanzelf de oplossing]
als het mijn tijd is
[wanneer ik doodga]
heb je de tijd?
[weet je hoe laat het is?]
op tijd zijn natje en droogje krijgen
[niets tekort komen]
over tijd zijn
[de menstruatie is nog niet gekomen]
te allen tijde
[altijd]
van tijd tot tijd
[af en toe]
binnen afzienbare tijd
[spoedig]
in de baas zijn tijd
[onder werktijd]
iemands tijd in beslag nemen
[zijn aandacht opeisen]
dat heeft de tijd
[daar kunnen we nog wel even mee wachten]
het zal mijn tijd wel duren
[ik maak me er niet druk om]
iemand de tijd ergens voor gunnen
[het hem op zijn gemak laten doen]
gezelligheid kent geen tijd
[als het gezellig is, gaat de tijd snel voorbij]
de hele tijd
[voortdurend]
ik kan mijn tijd wel beter besteden
[dat vind ik minderwaardig]
in minder dan geen tijd
[heel snel]
een scherpe tijd
[die moeilijk te verbeteren is]
dat is verleden tijd
[dat is voorbij]
de tijd aan zichzelf hebben
[over zijn eigen tijd kunnen beschikken]
met je tijd meegaan
[met de mode en de heersende opvattingen]
niet meer van deze tijd
[heel verouderd]
zijn tijd ver vooruit zijn
[heel modern zijn]
het staat in de sterren
[het is voorspeld]
sterretjes zien
[duizelig zijn]
de sterren van de hemel zingen
[heel mooi zingen]
zijn ster is verbleekt
[zijn succes is minder groot geworden]
een rijzende ster
[iemand die steeds populairder wordt]
zijn stem verdraaien
[anders laten klinken]
in staat van opwinding
[erg opgewonden]
de auto is nog in goede staat
[hij is nog goed]
de staat van beleg
[het gezag is in handen van de militairen]
de echtelijke staat
[het getrouwd zijn]
in gezegende staat zijn
[zwanger zijn]
in alle staten zijn
[heel erg opgewonden]
in staat zijn
[het kunnen]
tot alles in staat zijn
[zonder nadenken de ergste dingen kunnen doen]
de burgerlijke staat
[geeft aan wat iemands handelingsbevoegdheid is]
zijn staat van dienst
[het overzicht van zijn prestaties]
er geen staat op kunnen maken
[niet voorspelbaar zijn]
hij is in staat om
[hij kan het]
hij is tot alles in staat
[je kunt alles van hem verwachten]
wie is aan slag?
[aan de beurt om te slaan]
polsslag
[het kloppen van het bloed in de pols]
het is op slag van zessen
[bijna zes uur]
een vrije slag
[die je ongehinderd mag nemen]
met de Franse slag
[haastig en oppervlakkig]
hij heeft er slag van
[hij is er handig in]
het was een slag in de lucht
[een onzekere gok]
zijn slaag slaan
[van een gunstige situatie profiteren]
zonder slag of stoot
[zonder zich te verzetten]
zonder slag of stoot
[zonder dat erover gestreden hoeft te worden]
een slag kleiner
[iets kleiner]
je slag slaan
[een kans krijgen en die benutten]
er een slag naar slaan
[ernaar raden]
aan de slag gaan
[beginnen]
van slag zijn
[van streek, overstuur]
een slag om de arm houden
[nog geen definitieve uitspraak doen]
op slag dood
[direct dood]
zijn schouders ophalen
[ze optillen als teken dat het je niet kan schelen]
zijn neus ergens voor ophalen
[het niet de moeite waard vinden]
je hart ergens aan ophalen
[er volop van genieten]
ze eten droog brood
[zonder boter of beleg]
de baby is droog
[heeft niet in zijn broek geplast]
een droge keel hebben
[dorst hebben]
het niet met droge ogen kunnen aanzien
[niet zonder te huilen]
hoog en droog zitten
[veilig zijn]
nog niet droog zijn achter de oren
[jong en onervaren]
zijn schaapjes op het droge hebben
[van zijn verdiende geld kunnen leven]
als een vis op het droge
[hulpeloos]
als droog zand aan elkaar hangen
[zonder samenhang zijn]
er is geen droog brood mee te verdienen
[het levert bijna niets op]
geld speelt geen rol
[het is niet belangrijk hoeveel het kost]
de rollen omdraaien
[doen wat iemand anders deed]
aan de rol gaan
[uitgebreid feestvieren]
het loopt op rolletjes
goed, gesmeerd]
een rol spelen
[je anders voordoen dan je bent]
uit zijn rol vallen
[even laten zien hoe hij echt is]
geld speelt geen rol [
[het geeft niet wat het kost]
een rol spelen
[van invloed zijn]
een rol spelen
[zich anders voordoen dan hij is]
zijn rol is uitgespeeld
[hij heeft geen invloed meer]
de rollen zijn omgekeerd
[de onderlinge verhoudingen zijn verwisseld]
de lamp hangt scheef
[er is geldgebrek]
zijn pruik staat scheef
[hij is uit zijn humeur]
een scheve schaats rijden
[iets doen wat niet geoorloofd is]
schots en scheef
[rommelig, verkeerd]
iemand scheef aankijken
[met wantrouwen]
dat geef scheve gezichten
[waarschuwing dat men jaloers zal zijn]
dat zit scheef
[dat zit fout]
dat gaat scheef
[dat loopt verkeerd af]
de bokkenpruik op hebben
[boos of chagrijnig zijn]
zijn pruik staat scheef
[hij is uit zijn humeur]
in plaats van
[als vervanging van]
plaats innemen
[een hoeveelheid ruimte bezetten]
hij was ter plaatse
[op die plaats]
plaats maken voor iemand
[ruimte voor hem maken]
opgestaan plaats vergaan
[als je wegloopt mag ik op je plaats]
dat is op zijn plaats
[dat is zoals het hoort]
het hart op de juiste plaats hebben
[iets voor anderen over hebben]
een zekere plaats
[het toilet]
pas op de plaats maken
[bewust geen voortgang maken]
op de eerste plaats
[als eerste]
zijn plaats niet weten
[niet weten waar hij zich aan moet houden]
in jouw plaats
[als ik in jouw positie was]
hem op het goede pad brengen
[zorgen dat hij geen slechte dingen meer doet]
op pad gaan
eropuit gaan]
platgetreden paden bewandelen
[methoden die allang uitgeprobeerd zijn]
zijn pad gaat niet over rozen
[hij heeft het erg moeilijk]
van het rechte pad afdwalen
[in de criminaliteit verzeild raken]
zijn eigen paadje schoonvegen
[zorgen dat hem niets te verwijten valt]
uit het oog, uit het hart
[wie je niet meer ziet, vergeet je]
zo op het oog
[als je oppervlakkig kijkt]
uit het oog verliezen
[niet meer zien]
iemand onder vier ogen spreken
[zonder dat er anderen bij zijn]
oog om oog, tand om tand
[wat iemand je aandoet, dat doe je ook hem aan]
oog in oog staan met iemand
[recht tegenover elkaar]
iemand een doorn in het oog zijn
[hem ergeren]
groen en geel voor de ogen worden
[duizelig worden]
iemand een rad voor de ogen draaien
[de dingen anders voorstellen dan ze zijn]
wat zijn ogen zien, maken zijn handen
[hij is erg handig]
zijn ogen zijn groter dan zijn maag
[hij kan minder eten dan hij dacht]
ogen in zijn rug hebben
[alles zien]
iemand de ogen openen
[hem de waarheid laten zien]
met het oog op
[in verband daarmee]
iemand naar de ogen zien
[je afhankelijk opstellen]
iets met de ogen verslinden
[er verlangend naar kijken]
een oogje in het zeil houden
[opletten of alles goed gaat]
iets voor ogen houden
[het in gedachten houden]
in zijn ogen
[volgens hem]
in het oog lopen of springen
[opvallen]
je ogen uitkijken
[het prachtig vinden om te zien]
het met andere ogen bekijken
[op een andere manier]
schele ogen geven
[anderen jaloers maken]
grote ogen opzetten
[verbaasd kijken]
er geen oog voor hebben
[er geen aandacht voor hebben]
iemand de ogen uitsteken
[jaloers maken]
een oogje op iemand hebben
[een beetje verliefd op haar zijn]
het onder ogen zien
[het beseffen]
iets op het oog hebben
[het gezien hebben en willen kopen]
je ogen de kost geven
[niet opletten]
iemand zand in de ogen strooien
[voor de gek houden, misleiden]
ogen tekortkomen
[veel te zien hebben]
als mijn ogen mij niet bedriegen
[ik weet niet zeker of ik het goed gezien heb]
met het blote oog
[zonder bril of andere hulpmiddelen]
geen oog dichtdoen
[niet kunnen slapen]
hij heeft dollartekens in zijn ogen
[laat blijken dat hij graag geld wil verdienen]
geen hand voor ogen kunnen zien
[helemaal niets]
iemand het licht in de ogen niet gunnen
[niets gunnen]
ergens een open oog voor hebben
[er de waarde van inzien]
de schellen vallen hem van de ogen
[hij ziet hoe het werkelijk zit]
wel de splinter in andersmans oog zien, maar niet de balk in zijn eigen oog
[blind zijn voor eigen fouten, maar van anderen alles zien]
hoge ogen gooien
[veel kans maken]
door het oog van de naald
[aan groot gevaar ontkomen]
dat ligt me zwaar op de maag
[daar zie ik erg tegenop]
ik zit ermee in mijn maag
[het is een probleem voor me]
hij heeft het me in de maag gesplitst
[hij heeft me iets vervelends opgedragen]
een knorrende maag hebben
[honger hebben
zijn ogen zijn groter dan zijn maag
[hij kan minder eten dan hij dacht]
iemand iets in zijn maag splitsen
[hem ergens mee opzadelen]
dat staat in de maag
[dat is stevige kost]
zijn ogen puilden uit hun kassen
[hij was erg verbaasd]
iemand onder uit de zak geven
[scherpe kritiek op hem geven]
een kat in de zak kopen
[iets wat waardeloos blijkt te zijn]
zakjes plakken
[in de gevangenis zitten]
oude wijn in nieuwe zakken
[iets bekends in een nieuwe vorm]
in zak en as zitten
[in een toestand van verslagenheid]
een duit in het zakje doen
[een woordje meespreken]
geld op zak hebben
[geld bij je hebben]
dat kun je in je zak steken
[die opmerking was raak]
die kan hij in zijn zak steken
[hij is veel beter dan die ander]
zonder een cent op zak
[zonder contant geld bij zich te hebben]
het geld brandt hem in de zak
[hij wil het graag uitgeven]
iemand in je zak hebben
[met hem kunnen doen wat je wilt]
zijn ogen in zijn zak hebben
[niet uitkijken]
zijn zakken vullen
[zich verrijken]
iets uit eigen zak betalen
[zelf de kosten dragen]
op zijn zak teren
[van zijn geld leven]
een ouwe zak
[oude man]
ik begrijp er geen zak van
[helemaal niets]
je neus stoten
[afgewezen worden]
je neus ervoor ophalen
[het minderwaardig vinden]
hem met zijn neus op de feiten drukken
[laten zien hoe het werkelijk zit]
neuzen tellen
[tellen hoeveel mensen er zijn]
er met je neus bovenop staan
[er vlakbij staan]
met je neus kijken
[niet goed zoeken]
uit je neus zitten eten
[niets doen]
je neus in de wind steken
[ergens trots op zijn]
op je neus kijken
[teleurgesteld zijn omdat het tegenvalt]
overal zijn neus in steken
[zich overal mee bemoeien]
een frisse neus halen
[bij koud weer buiten lopen]
geen knip voor zijn neus waard zijn
[nergens goed voor zijn, nergens voor deugen]
m'n neus!
[kom nou, dat is onzin]
iemand bij de neus nemen
[hem voor de gek houden, bedriegen]
dat komt me de neus uit
[daar heb ik schoon genoeg van]
iemand iets door de neus boren
[niet betalen wat men hem schuldig is]
plotseling voor iemands neus staan
[hem onverwacht ontmoeten]
de deur voor zijn neus dichtdoen
[terwijl hij er vlak voor staat]
dat gaat je neus voorbij
[daar krijg je niets van]
iemand iets onder de neus wrijven
[hem vertellen wat hij verkeerd deed]
dat zal ik je niet aan je neus hangen
[niet vertellen]
iets langs zijn neus weg zeggen
[terloops, alsof het niet belangrijk is]
doen alsof je neus bloedt
[alsof je van niets weet]
zijn neus krult
[hij is blij over een compliment]
iemand de pen op de neus zetten
[hem waarschuwen dat hij zich beter moet gedragen]
alle neuzen wijzen dezelfde kant op
[iedereen heeft dezelfde mening]
bleek om de neus worden
[ergens heel bang voor zijn]
niet verder kijken dan je neus lang is
[niet goed nadenken]
iemand iets door de neus boren
[verhinderen dat hij het krijgt]
met de neus in de boter vallen
[het goed treffen]
het deksel op je neus krijgen
[gestraft worden als je te begerig bent]
het ligt voor je neus
[vlak voor je]
iemand de pin op de neus zetten
[zo onder druk zetten dat hij gehoorzaamt]
dat is een wassen neus
[stelt niets voor]
het neusje van de zalm
[het fijnste, het beste]
een fijne neus voor iets hebben
[intuïtief iets opmerken]
een scherpe neus hebben
[goed kunnen ruiken]
van de wind kun je niet leven
[je moet werken om aan de kost te komen]
het gaat hem voor de wind
[alles gaat voorspoedig]
met alle winden meewaaien
[met iedereen meepraten]
hij heeft de wind eronder
[ze doen wat hij zegt]
de wind van voren krijgen
[scherpe kritiek krijgen]
iets in de wind slaan
[er niet op letten]
wind en weder dienende
[als het goed weer is]
wie wind zaait, zal storm oogsten
[voor fouten word je vaak zwaar gestraft]
als de wind
[zeer snel]
er waait een frisse wind
[er is een nieuwe aanpak]
waait de wind uit díe hoek?
[zit het zo?]
weten uit wat voor hoek de wind waait
[waar de tegenwerking vandaan komt]
van de wind kun je niet leven
[er moet gewerkt worden voor de kost]
je kop in de wind gooien
[opstandig, tegendraads zijn]
de wind gaat liggen
[het houdt op met waaien]
de wind mee hebben
[in gunstige omstandigheden zijn]
zijn neus in de wind steken
[hooghartig, arrogant zijn]
de wind ruimt
[gaat door het noorden naar het westen]
een waarschuwing in de wind slaan
[er niets mee doen]
een uur in de wind stinken
[heel erg stinken]
hem de wind uit de zeilen nemen
[hem hinderen, gaan doen wat hij al wilde gaan doen]
zoals de wind waait, waait zijn jasje
[hij doet altijd waar hij het meeste voordeel van heeft]
zijn schouders ophalen
[ze optillen als teken dat het je niet kan schelen]
zijn neus ergens voor ophalen
[het niet de moeite waard vinden]
je hart ergens aan ophalen
[er volop van genieten]
het mag geen naam hebben
[het betekent niets]
ik kan niet op zijn naam komen
[ik herinner me niet hoe hij heet]
met name in augustus was het koud
[vooral in augustus]
zij heeft de naam lui te zijn
[veel mensen vinden dat]
die winkel heeft een goede naam
[staat bekend als een goede winkel]
uit naam van de vereniging
[als vertegenwoordiger van de vereniging]
mijn naam is haas
[ik weet er niets van]

een naamloze vennootschap [zaak waarvan de aandelen openbaar verkocht kunnen worden]
het beestje bij de naam noemen
[zeggen waar het op staat]
iets op zijn naam schrijven
[een succes behalen]
in zijn naam
[op zijn gezag]
ten name van
[op die naam geregistreerd]
met naam en toenaam
[met alle persoonlijke gegevens]
vrij op naam
[de koper betaalt geen overdrachtskosten]
in naam der wet
[de wet bepaalt het zo]
zijn naam eer aan doen
[zijn reputatie waarmaken]
te goeder naam en faam bekend zijn
[gunstig bekendstaan]
iemand in zijn goede naam aantasten
[belasteren]
een slechte naam hebben
[een slechte reputatie]
iemands naam door het slijk halen
[zijn reputatie aantasten]
het aan zijn naam verplicht zijn
[voor het behoud van zijn goede naam]
zijn muts staat verkeerd
[hij is niet goed te spreken, niet vrolijk]
zijn lier aan de wilgen hangen
[ermee ophouden]
het loopt als een lier
[zonder haperen, gesmeerd]
zijn levenslust komt in dit lied goed tot uitdrukking
[die wordt erg duidelijk]
zijn leven redden
[ervoor zorgen dat hij niet doodgaat]
ze kan zich goed redden in het Engels
[ze spreekt voldoende Engels]
hij gaat altijd tegen de draad in
[is eigenwijs]
de rode draad van een verhaal
[een onderwerp dat steeds terugkomt]
ze raakte de draad kwijt
[begreep het niet meer]
tot op de draad versleten
[helemaal versleten]
ermee voor de draad komen
[het zeggen]
de draad weer oppakken
[verdergaan waar je gebleven was]
de draad van Ariadne
[waarmee Theseus zijn weg uit het doolhof kon vinden]
zijn leven hangt aan een zijden draadje
[is ernstig in gevaar]
kom op, voor de draad ermee!
[zeg wat er aan de hand is]
wij zitten op rozen
[wij hebben het goed getroffen]
hij slaapt als een roos
[erg diep]
geen roos zonder doornen
[wat aangenaam is, heeft ook vervelende kanten]
zijn leven gaat niet over rozen
[hij heeft veel tegenslag]
zijn uur is gekomen
[hij gaat sterven]
het uur U
[het moment waar het op aan komt]
van het eerste uur
[ervaren]
het uur van de waarheid
[het beslissende ogenblik]
op zondag rijdt er om het uur een bus
[het ene uur wel, het andere niet]
de mensen van het eerste uur
[die er vanaf het begin bij waren]
het uur der waarheid
[waarin we achter de waarheid zullen komen]
zijn laatste uur
[het uur van zijn sterven]
tot in de kleine(vroege) uurtjes
[tot diep in de nacht]
dag noch uur weten
[zijn oriëntatie op de tijd kwijt zijn]
klokslag acht uur
[precies om acht uur]
een uur in de wind stinken
[heel erg stinken]
te elfder ure
[op het laatste ogenblik]
je laatste troef uitspelen
[je laatste kans gebruiken]
het is daar armoe troef
[grote armoede]
veel troeven in handen hebben
[doorslaggevende argumenten]
zijn laatste troef uitspelen
[gebruikmaken van zijn laatste kans]
in de kracht van je leven
[in je beste tijd]
met vereende krachten
[met zijn allen]
uit zijn krachten gegroeid zijn
[naar verhouding te lang geworden]
zijn krachten meten met iemand
[uitproberen wie de sterkste is]
met vereende krachten
[met gezamenlijke inspanning]
de krachten bundelen
[samenwerken]
op eigen kracht
[zonder hulp van anderen]
is die wet al van kracht?
[in werking]
een losse kracht
[zonder arbeidsovereenkomst]
kost en inwoning
[eten en slapen]
ergens in de kost zijn
[altijd mee-eten]
hij heeft de kosten eruit
[wat hij ervoor betaald heeft, kreeg hij terug]
hem op kosten jagen
[ervoor zorgen dat hij veel moet betalen]
dat gaat ten koste van Jan
[die moet daaronder lijden]
wat doet hij voor de kost?
[wat voor werk doet hij]
zijn kostje is gekocht
[hij kan daar meer dan genoeg geld verdienen]
schoon aan de haak
[naakt gewogen]
met een schone lei beginnen
[een heel nieuw begin maken]
schoon metselwerk
[netjes gevoegd]
een schone motor
die weinig luchtvervuiling veroorzaakt]
schoon schip maken
[opruimen]
het schone geslacht
[de vrouwen]
de schone slaapster
[Doornroosje]
schoon in het handje
[contant]
het eten is schoon op
[helemaal op]
je hebt schoon gelijk
[helemaal gelijk]
ik heb er schoon genoeg van
[ik ben het zat]
zijn kans schoon zien
[een goede kans zien en daar gebruik van maken]
zijn intrede doen
[in gebruik raken]
hem op de huid zitten
[hem onder druk zetten]
een dikke huid hebben
[je niet snel beledigd voelen]
hem de huid vol schelden
[hem heel erg uitschelden]
het met huid en haar opeten
[helemaal]
bang voor zijn huid zijn
[voor zijn leven]
je moet de huid niet verkopen voor de beer geschoten is
[geen toezeggingen doen als iets nog niet van jou is]
zijn huid duur verkopen
[zich tot het uiterste verdedigen]
in iemands huid kruipen
[je indenken dat je hem bent]
het uit de handel nemen
[het niet langer verkopen]
zijn handel en wandel
[alles wat hij doet, hoe hij zich gedraagt]
zijn gram halen
[zich wreken]
zo eerlijk als goud
[erg eerlijk]
voor geen goud ga ik de straat op
[ik durf het echt niet]
het is niet alles goud wat er blinkt
[laat je niet misleiden door de mooie buitenkant]
zijn gewicht in goud waard zijn
[heel waardevol zijn]
een hart van goud hebben
[goed zijn voor alles en iedereen]
iets voor geen goud willen missen
[beslist niet]
vloeibaar goud
[aardolie]
spreken is zilver, zwijgen is goud
[soms is het beter om niets te zeggen]
zijn geduld op de proef stellen
[ervoor zorgen dat hij lang moet wachten]
hem op gang helpen
[hem helpen te beginnen]
ga je gang
[doe het maar]
een vreemde gang van zaken
[het gaat op een vreemde manier]
hij zette er flink de gang in
[flink vaart maken]
zijn eigen gang gaan
[zijn eigen zin doen]
zijn gangen nagaan
[controleren hoe hij leeft en wat hij doet]
aan de gang gaan met iets
[ermee beginnen]
iets in gang zetten
[het laten werken]
ik kan wel aan de gang blijven!
[protest als je iets steeds opnieuw moet doen]
op gang komen
[goed beginnen te lopen]
per slot van rekening ben ik de oudste
[ik ben immers de oudste]
ten slotte gingen we een patatje halen
[als laatste deden we dat]
de deur is op slot
[afgesloten]
zijn fiets op slot zetten
[afsluiten]
achter slot en grendel
[in de gevangenis]
zijn er nog liefhebbers voor ....
[wil iemand er nog iets van?]
hem op het goede pad brengen
[zorgen dat hij geen slechte dingen meer doet]
op pad gaan
[eropuit gaan]
platgetreden paden bewandelen
[methoden die allang uitgeprobeerd zijn]
zijn pad gaat niet over rozen
[hij heeft het erg moeilijk]
van het rechte pad afdwalen
[in de criminaliteit verzeild raken]
zijn eigen paadje schoonvegen
[zorgen dat hem niets te verwijten valt]
beter een half ei dan een lege dop
[beter iets dan niets]
het ei van Columbus
[een eenvoudige oplossing waar niemand aan gedacht had]
eieren voor je geld kiezen
[met wat minder tevreden zijn]
je ei niet kwijt kunnen
[geen kans krijgen het te vertellen]
voor een appel en een ei
[heel goedkoop]
de kip met de gouden eieren slachten
[een bron van inkomsten wegdoen]
zijn ei niet kwijt kunnen
[zich niet kunnen uitspreken, niet aan bod komen]
het is koek en ei
[hun verhouding is goed]
op eieren lopen
[heel voorzichtig zijn]
zijn ego kreeg een flinke deuk
[zijn zelfvertrouwen werd een stuk minder]
iets van hem gedaan krijgen
[ervoor zorgen dat hij het doet]
zo gezegd zo gedaan
[zoals we het afgesproken hadden doen we het]
niets aan te doen!
[er is niets aan te veranderen]
het is met hem gedaan
[hij is dood of verloren]
dat is niks gedaan
[waardeloos]
iemand een plezier doen
[ervoor zorgen dat hij plezier heeft]
ik kon er niets aan doen
[het was mijn schuld niet]
doen alsof
[toneelspelen]
dat doet er niet toe
[dat is onbelangrijk]
ik heb met hem te doen
[ik heb medelijden met hem]
daar is het haar om te doen
[daar doet ze het voor]
voor zijn doen
[in vergelijking met hoe hij anders is]
het kind is uit zijn doen
[in de war]
zijn doen en laten
[zijn manier van leven]
een poging doen
[het proberen]
diep in de beurs tasten
[heel veel betalen]
met gesloten beurs betalen
[zonder geld, bijvoorbeeld door te ruilen]
een smalle beurs hebben
[weinig geld]
iemands beurs spekken
[hem veel betalen]
zijn beurs trekken
[betalen]
aan de beurs genoteerd zijn
[op de vaste koerslijsten voorkomen]
zo stijf als een plank
[heel erg stijf]
de brief staat stijf van de fouten
[er staan heel veel fouten in]
een stijve krijgen
[een stijve penis krijgen]
zijn been (poot) stijf houden
[niet toegeven]
iemand stijf vloeken
[overdonderen met scheldwoorden]
een stijve hark
[een onhandig en houterig iemand]
zo stijf als een plank
[heel erg stijf]
de brief staat stijf van de fouten
[er staan heel veel fouten in]
een stijve krijgen
[een stijve penis krijgen]
zijn been (poot) stijf houden
[niet toegeven]
iemand stijf vloeken
[overdonderen met scheldwoorden]
een stijve hark
[een onhandig en houterig iemand]
heo is achter in de dertig
[Theo is bijna veertig]
twee keer achter elkaar
[twee opeenvolgende keren]
zij zijn erachter gekomen
[zij hebben ontdekt hoe het zit]
een dik belegde boterham
[met veel beleg]
een dikke huid hebben
[ongevoelig zijn]
een dikke nek hebben
[arrogant zijn, kapsones hebben]
een dikke pil
[een dik boek]
maak je niet dik, dun is de mode
[wind je niet op]
zich dik maken
[zich opwinden]
zij zijn dikke vrienden
[heel goede vrienden]
dat zit er dik in
[verwachten]
ze doen graag dik
[ze scheppen op]
dat is dik voor elkaar
[helemaal in orde]
dikke kans dat....
[het is waarschijnlijk dat...]
dat komt dik voor elkaar
[dat komt helemaal in orde]
een dik uur
[ruim een uur]
het er dik bovenop leggen
[overdrijven]
het ligt er dik bovenop
[het is overduidelijk]
door dik en dun
[wat er ook gebeurt]
het is dikke mik tussen die twee
[ze zijn goed bevriend]
zij weet zich met haar figuur geen raad
[ze weet niet hoe ze zich moet gedragen]
zij weet zich geen houding te geven
[weet niet hoe ze zich moet gedragen]
hij heeft geen hemd aan zijn lijf
[is heel erg arm]
iemand in zijn hemd zetten
[hem voor gek zetten]
zij vroeg hem het hemd van zijn lijf
[hoorde hem helemaal uit]
geen hemd aan het lijf hebben
[straatarm zijn]
nat zijn tot op het hemd
[drijfnat]
het hemd is nader dan de rok
[men is eerder geneigd iets voor familie te doen dan voor anderen]
zij steigerde toen ze dat hoorde
[protesteerde heftig]
ze is omgedraaid als een blad aan de boom
[ze gedraagt zich ineens heel anders]
een oude bok lust nog wel een groen blaadje
[schamper commentaar als een oudere man met een jong meisje gaat]
zij is een onbeschreven blad
[er valt nog niets op haar aan te merken]
zij staat bij hem in een goed blaadje
[hij denkt positief over haar]
hij neemt geen blad voor de mond
[zegt rechtstreeks en eerlijk wat hij vindt]
ze staat bij de directie in een goed blaadje
[de directie denkt gunstig over haar]
ik sta erop
[ik wil per se dat het gebeurt]
ik sta achter je
[ik verdedig je]
het staat of valt met ....
[het hangt ervan af]
je moet daar boven staan
[je er niets van aantrekken]
ik sta op het standpunt dat ....
[ik vind dat]
dat staat in verband met ..
[dat heeft ermee te maken]
je baard laten staan
[je niet scheren]
die plant staat er goed bij
[ziet er gezond uit]
hij staat aan het hoofd
[hij heeft de leiding]
ik werk nooit in de tuin, laat staan als het regent
[dus zeker niet als het regent]
dat geval staat op zichzelf
[het heeft niet met iets anders te maken]
zij staat bekend als ....
[men kent haar zo]
ik sta op de foto
[ik ben daarop afgebeeld]
er staat jou nog wat te wachten
[je krijgt nog heel wat te verwerken]
over Jan gesproken ....
[nu we het toch over Jan hebben]
zij spreekt altijd de waarheid
[liegt nooit]
daar ben ik niet over te spreken
[dat bevalt me niet]
normaal gesproken ....
[gewoonlijk]
dat spreekt vanzelf
[natuurlijk!]
ik heb bij wijze van spreken geen tijd om te eten
[dat is niet echt zo, maar ik heb het erg druk]
deze cijfers spreken voor zich
[ze zijn duidelijk genoeg]
spreken is zilver, zwijgen is goud
[het is beter om te zwijgen dan om te praten]
in mijn onschuld dacht ik ....
[omdat ik er niet voldoende van wist]
zij speelt de vermoorde onschuld
[doet heel verontwaardigd dat men haar schuldig vindt]
het laten rusten
[er niet meer over praten]
zij ruste in vrede
[wens op een grafsteen]
er rust geen zegen op
[dit zeg je als het steeds mis gaat]
ga eens aan de kant
[opzij]
het was kantje boord
[het liep maar net goed af]
zij loopt de kantjes ervan af
[ze doet bijna niets]
ik ben door hem aan de kant gezet
[weggestuurd]
aan de kant staan
[niet meedoen]
dat raakt kant nog wal
[is onzin]
welke kant moet jij uit?
[in welke richting ga jij?]
van moeders kant is hij Turks
[zijn moeder is Turks]
ik kan geen kant meer op
[zit erg in het nauw]
daar kun je alle kanten mee uit
dat kun je op verschillende manieren opvatten]
verkeerde kant op
[in de verkeerde richting]
het mes snijdt aan twee kanten
[het levert dubbel voordeel op]
het is een dubbeltje op zijn kant
[onzeker hoe het afloopt]
de scherpe kantjes van iets afnemen
[het verzachten]
iets van alle kanten bekijken
[de voors en tegens goed afwegen]
het deugt van geen kant
[is helemaal niet in orde]
even de andere kant op kijken
[iets gedogen]
geen kant meer op kunnen
[geen uitweg meer weten]
ergens alle kanten mee op kunnen
[er veel mogelijkheden mee hebben]
familie van de koude kant
[aangetrouwd]
het gelijk aan zijn kant hebben
[het bij het juiste eind hebben]
dat hoor je van alle kanten
[dat zegt iedereen]
iemands kant kiezen
[zijn partij]
van de verkeerde kant zijn
[homoseksueel]
van kant maken
[zelfmoord plegen]
het niet over je kant laten gaan
[je ertegen verzetten]
de boel aan kant maken
[opruimen]
iets over zijn kant laten gaan
[zich er niet tegen verzetten]
een leven als een oordeel
[een ontzettend lawaai]
je bent er je leven niet zeker
[het is er heel gevaarlijk]
iemand om het leven brengen
[doden]
zij heeft het leven geschonken aan een dochter
[zij kreeg een dochter]
het slachtoffer is nog in leven
[leeft nog]
het nieuw leven inblazen
[het opnieuw laten opbloeien]
hij heeft geen leven bij haar
[zij zit hem steeds dwars]
hij maakt haar het leven zuur
[hij zit haar steeds dwars]
zij leven langs elkaar heen
[ze hebben geen contact]
dat brengt leven in de brouwerij
[geeft actie en vrolijkheid]
haar leven hangt aan een zijden draad
[is in gevaar]
bij leven en welzijn
[als alles gaat zoals we verwachten]
van mijn leven niet!
[nooit!]
iets in het leven roepen
[laten ontstaan]
dat is uit het leven gegrepen
[naar de werkelijkheid]
zij koopt kleren bij het leven
[heel veel, heel vaak]
dat zal ik nooit van mijn leven doen
[absoluut nooit]
alles wat los en vast zit is weggehaald
[alles dus]
de beer is los
[de narigheid is begonnen]
er zit een draadje (schroefje) bij hem los
[hij is niet goed bij zijn verstand]
losse handen hebben
[veel en gauw slaan]
iets uit de losse pols doen
[met groot gemak]
op losse schroeven staan
[onzeker, twijfelachtig of het doorgaat]
aan hem is een steekje los
[hij is een beetje gek]
als los zand aan elkaar hangen
[zonder samenhang zijn]
dat was maar een losse opmerking
[ik bedoelde er niet iets bijzonders mee]
een losse kracht
[zonder arbeidsovereenkomst]
een los nummer
[dat niet bij een abonnement hoort]
los van..
[afgezien van...]
zij leven erop los
[doen waar ze zin in hebben]
hij slaat erop los
[slaat hard en wild]
een losse flodder
[munitiepatroon zonder kogel]
van God los zijn
[verderfelijk]
erop los leven
[losbandig zijn]
de tijd vliegt
[hij gaat snel voorbij]
de tijd zal het leren
[later weten we het wel]
tijd is geld
[tijd is kostbaar]
ik heb daar geen tijd voor
[ik kan er geen momenten voor vrijmaken]
hij zit de hele tijd te gapen
[voortdurend, steeds]
de laatste tijd
[de periode die achter ons ligt]
we hebben geen tijd te verliezen
[we moeten opschieten]
vrije tijd
[waarin je niet hoeft te werken]
dat is uit de tijd
[ouderwets]
de tijd doden
[iets doen als je moet wachten]
hij is zijn tijd vooruit
[zijn ideeën worden pas later gewaardeerd]
het zal mijn tijd wel duren
[ik maak me er niet druk over]
hij heeft de tijd
[hoeft zich niet te haasten]
zijn tijd verdoen
[niets uitvoeren]
een sprong in de tijd maken
[een lange periode overslaan]
de tand des tijds
[de slijtage van alle dingen]
de tijd heelt alle wonden
[uiteindelijk kom je alle verdriet te boven]
het is tijd om te vertrekken
[we moeten vertrekken]
zij komt nooit op tijd
[ze is altijd te laat]
je moet op de tijd letten
[opletten of het moment er al is]
zij is over tijd
[niet ongesteld geworden, dus misschien zwanger]
te zijner tijd hoor ik daar graag iets over
[als het moment daar is]
zij is erg bij de tijd
[bijdehand, slim]
komt tijd, komt raad
[over een tijdje vind je vanzelf de oplossing]
als het mijn tijd is
[wanneer ik doodga]
heb je de tijd?
[weet je hoe laat het is?]
op tijd zijn natje en droogje krijgen
[niets tekort komen]
over tijd zijn
[de menstruatie is nog niet gekomen]
te allen tijde
[altijd]
van tijd tot tijd
[af en toe]
binnen afzienbare tijd
[spoedig]
in de baas zijn tijd
[onder werktijd]
iemands tijd in beslag nemen
[zijn aandacht opeisen]
dat heeft de tijd
[daar kunnen we nog wel even mee wachten]
het zal mijn tijd wel duren
[ik maak me er niet druk om]
iemand de tijd ergens voor gunnen
[het hem op zijn gemak laten doen]
gezelligheid kent geen tijd
[als het gezellig is, gaat de tijd snel voorbij]
de hele tijd
[voortdurend]
ik kan mijn tijd wel beter besteden
[dat vind ik minderwaardig]
in minder dan geen tijd
[heel snel]
een scherpe tijd
[die moeilijk te verbeteren is]
dat is verleden tijd
[dat is voorbij]
in minder dan geen tijd
[heel snel]
een scherpe tijd
[die moeilijk te verbeteren is]
dat is verleden tijd
[dat is voorbij]
de tijd aan zichzelf hebben
over zijn eigen tijd kunnen beschikken]
met je tijd meegaan
[met de mode en de heersende opvattingen]
niet meer van deze tijd
[heel verouderd]
zijn tijd ver vooruit zijn
[heel modern zijn]
ik heb geen mens gezien
[niemand dus]
grote mensen
[volwassenen]
zij komt niet onder de mensen
ontmoet geen anderen]
we gaan de inwendige mens versterken
[iets eten]
daar heb ik mijn mensen voor
[mijn medewerkers]
zij is geen mens voor kantoor
[daar is zij niet geschikt voor]
hij is een nachtmens
[werkt het liefst 's nachts]
ik ben ook maar een mens!
[verontschuldiging voor zwakheden]
een mens is geen aardappel
[hij wil wel eens een pleziertje]
alle mensen!
[uitroep van verbazing of ergernis]
de mens leeft niet van brood alleen
[heeft hogere behoeftes dan alleen het materiële]
ik ben geen mens meer
[ben heel erg moe]
de mens wikt, God beschikt
[het kan wel eens heel anders lopen dan je denkt]
onder de mensen komen
[mensen ontmoeten]
je hebt mensen en potloden
[berustend commentaar als iemand onhandig is geweest]
een mens van vlees en bloed
[met lichamelijke begeerten en zwakheden]
de Zoon des Mensen
[Jezus Christus]
zij kan zich in alle kringen goed bewegen
[met alle mensen goed omgaan]
zij is van mening dat ...
[zij vindt dat ...]
wij hebben een verschil van mening
[zij vindt dat ...]
wij hebben een verschil van mening [
[we zijn het niet met elkaar eens]
hij geeft zijn mening over het onderwerp
[hij zegt wat hij ervan vindt]
naar mijn mening ...
[ik vind ....]
hij is in geen velden of wegen te bekennen
[nergens te zien]
het veld ruimen
[je terugtrekken nadat je verloren hebt]
veld winnen
[meer aanhangers krijgen]
zij is uit het veld geslagen
[in verwarring, onzeker]
vallen op het veld van eer
[sneuvelen in de strijd]
uit het veld
[uit de praktijk]
een vakantie aan zee
[aan de kust]
op volle zee
[midden op zee]
met hem in zee gaan
[een verbintenis met hem aangaan]
geen zee gaat hem te hoog
[hij is nergens bang voor]
zij is recht door zee
[erg eerlijk en direct]
de zeven zeeën bevaren hebben
[over de hele wereld gezworven hebben]
water naar de zee dragen
[onnodig werk doen]
het water stroomt altijd naar de zee
rijke mensen krijgen alle voordelen]
dat kan al het water van de zee niet afwassen
[die schuld of die schande is niet weg te krijgen]
er verdrinken er meer in een wijnglas dan in de zee
[drank maakt meer slachtoffers dan de zee]
geen zee gaat hem te hoog
[hij laat zich nergens door afschrikken]
mensenzee
[groot aantal mensen]
de tijd vliegt
[hij gaat snel voorbij]
de tijd zal het leren
[later weten we het wel]
tijd is geld
[tijd is kostbaar]
ik heb daar geen tijd voor
[ik kan er geen momenten voor vrijmaken]
hij zit de hele tijd te gapen
[voortdurend, steeds]
de laatste tijd
[de periode die achter ons ligt]
we hebben geen tijd te verliezen
[we moeten opschieten]
vrije tijd [
waarin je niet hoeft te werken]

dat is uit de tijd [ouderwets]
de tijd doden
[iets doen als je moet wachten]
hij is zijn tijd vooruit
[zijn ideeën worden pas later gewaardeerd]
het zal mijn tijd wel duren
[ik maak me er niet druk over]
hij heeft de tijd
[hoeft zich niet te haasten]
zijn tijd verdoen
[niets uitvoeren]
een sprong in de tijd maken
[een lange periode overslaan]
de tand des tijds
[de slijtage van alle dingen]
de tijd heelt alle wonden
[uiteindelijk kom je alle verdriet te boven]
het is tijd om te vertrekken
[we moeten vertrekken]
zij komt nooit op tijd
[ze is altijd te laat]
je moet op de tijd letten
[opletten of het moment er al is]
zij is over tijd
[niet ongesteld geworden, dus misschien zwanger]
te zijner tijd hoor ik daar graag iets over
[als het moment daar is]
zij is erg bij de tijd
[bijdehand, slim]
komt tijd, komt raad
[over een tijdje vind je vanzelf de oplossing]
als het mijn tijd is
[wanneer ik doodga]
heb je de tijd?
[weet je hoe laat het is?]
op tijd zijn natje en droogje krijgen
[niets tekort komen]
over tijd zijn
[de menstruatie is nog niet gekomen]
te allen tijde
[altijd]
van tijd tot tijd
[af en toe]
binnen afzienbare tijd
[spoedig]
in de baas zijn tijd
[onder werktijd]
iemands tijd in beslag nemen
[zijn aandacht opeisen]
dat heeft de tijd
[daar kunnen we nog wel even mee wachten]
het zal mijn tijd wel duren
[ik maak me er niet druk om]
iemand de tijd ergens voor gunnen
[het hem op zijn gemak laten doen]
gezelligheid kent geen tijd
[als het gezellig is, gaat de tijd snel voorbij]
de hele tijd
[voortdurend]
k kan mijn tijd wel beter besteden
[dat vind ik minderwaardig]
in minder dan geen tijd
[heel snel]
een scherpe tijd
[die moeilijk te verbeteren is]
dat is verleden tijd
[dat is voorbij]
de tijd aan zichzelf hebben
[over zijn eigen tijd kunnen beschikken]
met je tijd meegaan
[met de mode en de heersende opvattingen]
niet meer van deze tijd
[heel verouderd]
zijn tijd ver vooruit zijn
[heel modern zijn]
het beste paard van stal
[de beste persoon die erbij is]
het paard achter de wagen spannen
[het verkeerd aanpakken]
zij is over het paard getild
[verwend]
ik heb honger als een paard
[erg veel honger]
een gegeven paard mag je niet in de bek kijken
[je moet tevreden zijn met wat je krijgt]
het beste paard struikelt weleens
[iedereen maakt wel eens een fout]
hoog te paard zitten [
[verwaand zijn]
man en paard noemen
[de namen van de betrokkenen]
de prins op het witte paard
[de ideale echtgenoot die langskomt]
je bent het beste paard van stal vergeten
[wanneer iemand overgeslagen is]
het paard van Troje
[een nagemaakt paard waarin de aanvallers zich verstopt hadden]
het paard van Troje binnenhalen
[je eigen ondergang bewerkstelligen]
op het verkeerde paard wedden
[een misrekening maken]
een ziekte komt te paard, en gaat te voet
[je hebt een ziekte snel, maar het genezen gaat langzaam]
we hebben onder andere Cola in huis
[naast Cola ook nog andere dingen]
onder leiding van Jan de Wit
[Jan de Wit had de leiding]
dit spul wordt onder meer gebruikt voor tanden poetsen
[te midden van andere doelen]
ten onder gaan
[verloren gaan]
onder een auto komen
[aangereden worden door een auto]
van onderen!
[waarschuwing dat er iets op je kan vallen]
zij is nog onder de twaalf
[jonger dan twaalf]
moeder worden
[een kind krijgen]
zij is niet moeders mooiste
[nogal lelijk]
wat wil je nog meer?
[verder nog]
we hebben onder meer konijnen thuis
[onder andere konijnen]
je hebt zonder meer gelijk
[zonder dat ik daarover na hoef te denken]
meer dan eens
[vaker dan een keer]
zij is niet meer
[zij is dood]
in snikken uitbarsten
[beginnen te huilen]
tot aan je laatste snik
[tot aan je dood]
zij is niet goed snik
[gek]
een natte cel
[toilet, douche, of badkamer]
nat tot op zijn hemd
[doornat]
een nat pak halen
[in het water vallen]
een natte rug hebben
[hard gewerkt hebben]
natte sneeuw
[smeltende sneeuw, die in regen overgaat]
nat gaan
[in één ronde alles verliezen]
dat is niet gepiest maar toch nat
[commentaar als iemand iets bijzonders krijgt]
met de natte vinger
[grofweg, zonder zich er echt in te verdiepen]
zij is met een natte vinger te lijmen
[gemakkelijk over te halen]
in de zon zitten
[zo zitten dat het licht van de zon op je valt]
de zon schijnt
[hij zit niet achter de wolken]
er is niets nieuws onder de zon
[niets nieuws]
zij is het zonnetje in huis
[brengt de vrolijkheid in huis]
hem in het zonnetje zetten
[huldigen, prijzen]
men moet hooien als de zon schijnt
[van een gunstige gelegenheid gebruikmaken]
het land van de rijzende zon
[Japan]
voor niets gaat de zon op
[je krijgt niets voor niets]
achter de wolken schijnt de zon
[na tegenspoed komt altijd weer voorspoed]
tegen de zon in
[tegen de wijzers van de klok in]
ik heb geen mens gezien
[niemand dus]
grote mensen
[volwassenen]
zij komt niet onder de mensen
[ontmoet geen anderen]
we gaan de inwendige mens versterken
[iets eten]
daar heb ik mijn mensen voor
[mijn medewerkers]
zij is geen mens voor kantoor
[daar is zij niet geschikt voor]
hij is een nachtmens
[werkt het liefst 's nachts]
ik ben ook maar een mens!
[verontschuldiging voor zwakheden]
een mens is geen aardappel
[hij wil wel eens een pleziertje]
alle mensen!
[uitroep van verbazing of ergernis]
de mens leeft niet van brood alleen
[heeft hogere behoeftes dan alleen het materiële]
ik ben geen mens meer
[ben heel erg moe]
de mens wikt, God beschikt
[het kan wel eens heel anders lopen dan je denkt]
onder de mensen komen
[mensen ontmoeten]
je hebt mensen en potloden
[berustend commentaar als iemand onhandig is geweest]
een mens van vlees en bloed
[met lichamelijke begeerten en zwakheden]
de Zoon des Mensen
[Jezus Christus]
de tijd vliegt
[hij gaat snel voorbij]
de tijd zal het leren
[later weten we het wel]
tijd is geld
[tijd is kostbaar]
ik heb daar geen tijd voor
[ik kan er geen momenten voor vrijmaken]
hij zit de hele tijd te gapen
[voortdurend, steeds]
de laatste tijd
[de periode die achter ons ligt]
we hebben geen tijd te verliezen
[we moeten opschieten]
vrije tijd
[waarin je niet hoeft te werken]
dat is uit de tijd
[ouderwets]
de tijd doden
[iets doen als je moet wachten]
hij is zijn tijd vooruit
[zijn ideeën worden pas later gewaardeerd]
het zal mijn tijd wel duren
[ik maak me er niet druk over]
hij heeft de tijd
[hoeft zich niet te haasten]
zijn tijd verdoen
[niets uitvoeren]
een sprong in de tijd maken
[een lange periode overslaan]
de tand des tijds
[de slijtage van alle dingen]
de tijd heelt alle wonden
[uiteindelijk kom je alle verdriet te boven]
het is tijd om te vertrekken
[we moeten vertrekken]
zij komt nooit op tijd
[ze is altijd te laat]
je moet op de tijd letten
[opletten of het moment er al is]
zij is over tijd
[niet ongesteld geworden, dus misschien zwanger]
te zijner tijd hoor ik daar graag iets over
[als het moment daar is]
zij is erg bij de tijd
[bijdehand, slim]
komt tijd, komt raad
[over een tijdje vind je vanzelf de oplossing]
als het mijn tijd is
[wanneer ik doodga]
heb je de tijd?
[weet je hoe laat het is?]
op tijd zijn natje en droogje krijgen
[niets tekort komen]
over tijd zijn
[de menstruatie is nog niet gekomen]
te allen tijde
[altijd]
van tijd tot tijd
[altijd]
van tijd tot tijd
[af en toe]
binnen afzienbare tijd
[spoedig]
in de baas zijn tijd
[onder werktijd]
iemands tijd in beslag nemen
[zijn aandacht opeisen]
dat heeft de tijd
[daar kunnen we nog wel even mee wachten]
het zal mijn tijd wel duren
[ik maak me er niet druk om]
iemand de tijd ergens voor gunnen
[het hem op zijn gemak laten doen]
gezelligheid kent geen tijd
[als het gezellig is, gaat de tijd snel voorbij]
de hele tijd
[voortdurend]
ik kan mijn tijd wel beter besteden
[dat vind ik minderwaardig]
in minder dan geen tijd
[als het gezellig is, gaat de tijd snel voorbij]
de hele tijd
[voortdurend]
ik kan mijn tijd wel beter besteden
[dat vind ik minderwaardig]
in minder dan geen tijd
[heel snel]
een scherpe tijd
[die moeilijk te verbeteren is]
dat is verleden tijd
[dat is voorbij]
de tijd aan zichzelf hebben
[over zijn eigen tijd kunnen beschikken]
met je tijd meegaan
[met de mode en de heersende opvattingen]
niet meer van deze tijd
[heel verouderd]
zijn tijd ver vooruit zijn
[heel modern zijn]
ze is omgedraaid als een blad aan de boom
[ze gedraagt zich ineens heel anders]
een oude bok lust nog wel een groen blaadje
[schamper commentaar als een oudere man met een jong meisje gaat]
zij is een onbeschreven blad
[er valt nog niets op haar aan te merken]
zij staat bij hem in een goed blaadje
[hij denkt positief over haar]
hij neemt geen blad voor de mond
[zegt rechtstreeks en eerlijk wat hij vindt]
ze staat bij de directie in een goed blaadje
[de directie denkt gunstig over haar]
zij is een bezige bij
[is altijd aan het werk]
zij is de motor achter dit bedrijf
[de activiteiten gaan van haar uit]
zij doet aan de slanke lijn
[probeert slanker te worden]
ik kan er geen lijn in ontdekken
[geen duidelijke regelmaat of samenhang]
het vertoont een stijgende lijn
[wordt steeds beter]
we moeten één lijn trekken
geen duidelijke regelmaat of samenhang]
het vertoont een stijgende lijn
[wordt steeds beter]
we moeten één lijn trekken
[dezelfde dingen goed en fout vinden]
de grote lijn
[een samenvatting van de hoofdzaken]
we hebben Amerika aan de lijn
[aan de telefoon]
zij houdt je aan het lijntje
[geeft niet waar je om vraagt, maar wijst je ook niet af]
langzaamaan, dan breekt het lijntje niet
[als je kalm aan doet, bereik je je doel]
de lijn trekken
[luieren]
hij volgt de harde lijn
[is erg streng]
dat ligt niet in mijn lijn
[dat past niet bij me]
dat is geen manier van doen
[geen fatsoenlijk gedrag]
zij heeft van die maniertjes
[ze doet zo overdreven]
zij heeft niet veel in de melk te brokkelen
[niet veel te vertellen]
eruitzien als melk en bloed
[er heel gezond uitzien]
een land van melk en honing
[waar alles in overvloed is]
melk is goed voor elk
[reclame voor melk]
melk, de witte motor
[reclame voor melk]
werk in uitvoering
[hier wordt gewerkt]
alles in het werk stellen om ...
[al het mogelijke doen]
zij heeft lang werk
[doet er lang over]
er werk van maken
[je ervoor inspannen]
er is werk aan de winkel
[er is veel te doen]
het vuile werk opknappen
[het moeilijkste of vervelendste doen]
half werk leveren
[het niet goed doen]
het is geen aangenomen werk!
[je hoeft je niet zo te haasten]
dat is het betere werk
[dat gaat goed]
veel handen maken licht werk
[met wat hulp gaat alles gemakkelijker]
dat is onbegonnen werk
[onmogelijk]
goed gereedschap is het halve werk
[met goed gereedschap gaat het gemakkelijker]
geen half werk doen
[het keurig, grondig doen]
omkomen in het werk
[het erg druk hebben]
er is veel werk aan de winkel
[er is veel te doen]
naar je werk gaan
[naar de plaats waar je werkt]
dat is afgesproken werk
[geen toeval]
dat is geen werk
[geen manier van doen, niet eerlijk]
je arm uit het lid draaien
[uit de kom]
familielid
[wie bij de familie hoort]
een papieren lid
[dat niet actief deelneemt]
het mannelijk lid
[de penis]
zij heeft iets onder de leden
[ze is nog niet ziek, maar ze wordt ziek]
gezond van lijf en leden
[welgeschapen]
je arm uit het lid draaien
[uit de kom]
je hele hebben en houden
[al je spullen]
ik wil het niet hebben
[ik wil niet dat het gebeurt]
daar héb je hem weer
[daar begint hij weer te zeuren]
ik hád het niet meer
[ik kon niet meer van het lachen, de zenuwen, enz]
hij heeft het in zijn rug
[pijn in zijn rug]
zij heeft iets met haar buurjongen
[ze heeft verkering met hem]
ik erger me groen en geel
[ik erger me verschrikkelijk]
een groene partij
[partij die opkomt voor het milieu]
zij heeft groene vingers
[bij haar doen de planten het altijd goed]
het wordt hem groen en geel voor de ogen
[het duizelt hem, alles draait]
onder de groene zoden liggen
[dood en begraven zijn]
het groene licht geven
[toestemming geven]
het Groene Boekje
[officiële woordenlijst van de Nederlandse taal]
de groene golf
[reeks van op groen springende verkeerslichten]
het groene hart van de Randstad
[het deel dat nog uit open, onbebouwd land bestaat]
de groene kaart
[internationaal verzekeringsbewijs]
het groene laken
[het biljart]
groen zien van nijd
[erg jaloers zijn]
groene vingers hebben
[succes met het kweken van planten]
onder de groene zoden liggen
[dood en begraven zijn]
een oude bok lust nog wel een groen blaadje
[een oude vent houdt wel van een jonge vrouw]
rijp en groen
[goed en slecht door elkaar]
zij heeft een reputatie hoog te houden
[zij heeft een goede naam en moet ervoor zorgen dat ze die houdt]
het mag geen naam hebben
[het betekent niets]
ik kan niet op zijn naam komen
[ik herinner me niet hoe hij heet]
met name in augustus was het koud
[vooral in augustus]
zij heeft de naam lui te zijn
[veel mensen vinden dat]
die winkel heeft een goede naam
[staat bekend als een goede winkel]
uit naam van de vereniging
[als vertegenwoordiger van de vereniging]
mijn naam is haas
[ik weet er niets van]
een naamloze vennootschap
[zaak waarvan de aandelen openbaar verkocht kunnen worden]
het beestje bij de naam noemen
[zeggen waar het op staat]
iets op zijn naam schrijven
[een succes behalen]
in zijn naam
[op zijn gezag]
ten name van
[op die naam geregistreerd]
met naam en toenaam
[met alle persoonlijke gegevens]
vrij op naam
[de koper betaalt geen overdrachtskosten]
in naam der wet
[de wet bepaalt het zo]
zijn naam eer aan doen
[zijn reputatie waarmaken]
te goeder naam en faam bekend zijn
[gunstig bekendstaan]
iemand in zijn goede naam aantasten
[belasteren]
een slechte naam hebben
[een slechte reputatie]
iemands naam door het slijk halen
[zijn reputatie aantasten]
het aan zijn naam verplicht zijn
[voor het behoud van zijn goede naam]
dat is nooit weg! [
[dat komt later wel van pas]
maak dat je weg komt!
[ga weg]
even weg zijn
[in slaap, of in gedachten zijn]
zij hebben veel van elkaar weg
[ze lijken veel op elkaar]
dat is nooit weg
[daar heb je altijd iets aan]
langs zijn neus weg
[terloops]
voor het vaderland weg
[onvoorbereid]
in het wilde weg
[zomaar, lukraak]
de dokter gaf mij het advies minder te roken
[hij adviseert het mij]
hij geeft gas
[drukt op het gaspedaal van de auto]
zij geeft te kennen dat ze weg wil
[ze zegt het]
ik geef hem een teken dat hij moet stoppen
[ik maak een gebaar]
jij moet het goede voorbeeld geven
[jij moet je goed gedragen]
ik heb hem zijn zin gegeven
[hij mocht doen wat hij wilde doen]
mag ik u het woord geven?
[wilt u nu iets zeggen?]
zij gaf hem te verstaan dat ...
[zij maakte het hem duidelijk]
ik maak een fout
[er ontstaat een fout]
we maken er het beste van
[proberen het in moeilijke omstandigheden toch goed te doen]
je moet daar geen gewoonte van maken
[het niet steeds zo doen]
grappen maken
[grappen vertellen]
hij maakt er niet veel van
[hij doet het niet goed]
hij maakt het niet lang meer
[hij leeft niet lang meer]
je hebt het ernaar gemaakt
[het is je eigen schuld]
zij gaat het maken
[ze zal veel succes hebben]
hij kan me niets maken
[kan me nergens de schuld van geven]
een begin maken
kan me nergens de schuld van geven]
een begin maken
[beginnen]
we moeten haast maken
[opschieten]
ergens jacht op maken
[het proberen te krijgen of te pakken]
we gaan het openbaar maken
[aan iedereen vertellen]
het in orde maken
[zorgen dat het goed komt]
dat maakt geen verschil
[dat is hetzelfde]
er werk van maken
[goed je best erop doen]
je moet je mond houden
[niet praten]
met open mond keek hij toe
[heel verbaasd]
zij doet geen mond open
[ze zegt niets]
hij zette toch een grote mond op!
[ging ineens schelden]
ik heb hem de mond gesnoerd
[gezorgd dat hij ging zwijgen]
ik spreek een mondje Turks
[een beetje]
het ging van mond tot mond
[de een zei het tegen de ander]
zij is niet op haar mondje gevallen
[heeft altijd een antwoord klaar]
zij praat mij naar de mond
[zegt wat ik graag wil horen]
daar heeft hij de mond vol van
[hij praat er steeds over]
ik stond met de mond vol tanden
[wist niet wat ik moest zeggen]
iets met de mond belijden
[iets beweren, zonder ernaar te handelen]
beter hard geblazen dan de mond gebrand
voorzichtigheid gaat voor alles]
bij monde van
[gezegd door]
geen blad voor de mond nemen
[openhartig spreken]
het brood uit de mond sparen
[bezuinigen op wat men eet, voor iemand anders]
mondje dicht!
[verzoek om iets geheim te houden]
van mond tot mond gaan
[rondverteld worden]
waar het hart vol van is, loopt de mond van over
[men praat graag over iets waar men enthousiast over is]
ik heb het uit zijn mond
[hij heeft het gezegd]
geen mond open doen
[zwijgen]
het schuim staat hem op de mond
[hij is woedend]
ik krijg er een vieze smaak van in de mond
[het voelt onplezierig]
ga je mond spoelen
[reactie als iemand iets lelijks gezegd heeft]
met de tong uit de mond
[buiten adem]
ergens de mond vol van hebben
[er steeds over praten]
het water loopt mij in de mond
[ik heb erg veel zin in dat lekkers]
je haalt me de woorden uit de mond
[dat had ik ook willen zeggen]
ik kan er geen lijn in ontdekken
[geen duidelijke regelmaat of samenhang]
het vertoont een stijgende lijn
[wordt steeds beter]
we moeten één lijn trekken
[dezelfde dingen goed en fout vinden]
de grote lijn
[een samenvatting van de hoofdzaken]
we hebben Amerika aan de lijn
[aan de telefoon]
zij houdt je aan het lijntje
[geeft niet waar je om vraagt, maar wijst je ook niet af]
langzaamaan, dan breekt het lijntje niet
[als je kalm aan doet, bereik je je doel]
de lijn trekken
[luieren]
hij volgt de harde lijn
[is erg streng]
dat ligt niet in mijn lijn
[dat past niet bij me]
als buffer dienen
[zorgen dat de vrede bewaard blijft]
zij diende als buffer
[door haar werd de vrede bewaard]
je er blind op staren
[er te lang naar kijken waardoor je het niet goed meer ziet]
liefde is blind
[wie verliefd is ziet de gebreken van de geliefde niet]
een blinde vlek hebben voor iets
[het niet kunnen inzien]
ziende blind zijn
[iets niet zien of niet willen zien]
blinde haat
[die alleen het afstotelijke ziet]
in blinde razernij (woede)
[waarbij je niet meer nadenkt]
blind toeval
[een gebeurtenis waar niet op te rekenen viel]
een blind vertrouwen hebben in iemand
[hem zonder meer vertrouwen]
een blinde muur
[zonder raam of deur]
ik heb een blind vertrouwen in hem
[een groot vertrouwen]
blind typen
[zonder naar de toetsen te kijken]
een blinde vink
[rolletje gehakt met lapje vlees eromheen]
een blinde deur
[die niet geopend kan worden]
een blinde muur
[zonder ramen of deuren]
met je ziel onder je arm
[zonder doel]
hem op zijn ziel trappen
[zonder doel]
hem op zijn ziel trappen
[erg kwetsen]
zieltjes winnen
[mensen tot je geloof bekeren]
hoe meer zielen hoe meer vreugd
[hoe meer mensen, hoe gezelliger het wordt]
je ziel aan de duivel verkopen
[je uitleveren aan iets slechts]
eelt op je ziel hebben
[ongevoelig zijn voor verdriet]
ter ziele gaan [
ophouden te bestaan]
met hart en ziel
[met alle kracht en toewijding]
op zijn ziel krijgen
[een uitbrander krijgen]
bezit uw ziel in lijdzaamheid
[berust er nu maar in]
het snijdt me door de ziel
[het raakt me diep]
twee zielen, een gedachte
[op hetzelfde moment hetzelfde denken]
hoe meer zielen, hoe meer vreugd
[hoe meer mensen, hoe gezelliger]
zieltjes winnen
[mensen tot je geloof of tot je partij overhalen]
een zieltje zonder zorg
[iemand die onbekommerd leeft]
met je ziel onder je arm
[zonder doel]
hem op zijn ziel trappen
[erg kwetsen]
zieltjes winnen
[mensen tot je geloof bekeren]
hoe meer zielen hoe meer vreugd
[hoe meer mensen, hoe gezelliger het wordt]
je ziel aan de duivel verkopen
[je uitleveren aan iets slechts]
eelt op je ziel hebben
[ongevoelig zijn voor verdriet]
ter ziele gaan
[ophouden te bestaan]
met hart en ziel
[met alle kracht en toewijding]
op zijn ziel krijgen
[een uitbrander krijgen]
bezit uw ziel in lijdzaamheid
[berust er nu maar in]
het snijdt me door de ziel
[het raakt me diep]
twee zielen, een gedachte
[op hetzelfde moment hetzelfde denken]
hoe meer zielen, hoe meer vreugd
[hoe meer mensen, hoe gezelliger]
zieltjes winnen
[mensen tot je geloof of tot je partij overhalen]
een zieltje zonder zorg
[iemand die onbekommerd leeft]
het over het hoofd zien
[niet opmerken]
tot ziens!
[ik hoop je gauw weer te zien]
hij mag gezien worden
[ziet er goed uit]
ik zie er wel iets in
[ziet er goed uit]
ik zie er wel iets in
[ik vind het wel aantrekkelijk]
zie je kans om ...
[kun je]
het laten zien
[het tonen]
ik heb het wel gezien
[wil niet langer blijven]
mij niet gezien!
[wil niet langer blijven]
mij niet gezien!
[dat doe ik niet]
dat zie ik nog niet gebeuren
[ik kan het me niet voorstellen]
het zien zitten
[er goede verwachtingen van hebben]
we zullen wel zien
[we wachten maar af]
ik zie het niet meer zitten
[heb geen hoop meer dat het goed komt]
er tegenop zien
[verwachten dat het akelig zal zijn]
hem niet kunnen zien of luchten
[een grote afkeer van hem hebben]
hem niet kunnen zien of luchten
[een grote afkeer van hem hebben]
zichzelf uit de markt prijzen
[te hoge eisen stellen, je prijs te hoog stellen]
dat is een lot uit de loterij!
[een buitenkans]
lootjes trekken
[briefjes met de naam van iemand]
van lotje getikt
[gek]
hem aan zijn lot overlaten
[je niet om hem bekommeren]
het lot was mij gunstig gezind
[ik had geluk]
de ironie van het lot
[het toeval brengt het tegenovergestelde van wat je verwacht]
zich zijn lot aantrekken
[met hem begaan zijn]
berusten in zijn lot
[er vrede mee hebben]
hem van de trein halen
[ophalen als hij aankomt]
dat loopt als een trein
[dat gaat prima]
het loopt als een trein
[heel goed]
op een rijdende trein springen
[meedoen met iets dat al op gang is gekomen]
zich voor de trein gooien
[zelfmoord plegen]
het leest als een trein
[heel gemakkelijk]
zich van het leven beroven
[zelfmoord plegen]
zich van de wereld omkeren
[niet meer met mensen omgaan]
hij houdt zich van de domme
[doet alsof hij het niet snapt]
zo dom als het achterend van een varken
[heel erg dom]
te dom om voor de duvel te dansen
[zeer dom]
een dom blondje
[blonde vrouw met weinig verstand]
hij is niet zo dom als hij eruitziet
[plagerig commentaar als iemand opeens een slimme opmerking maakt]
een domme gans
[een sufferd]
het geluk is met de dommen
[domme mensen hebben soms onverwachts geluk]
zich van de domme houden
[doen alsof je van niets weet]
zich te pletter schrikken
[heel erg schrikken]
als ik het goed heb
[als ik me niet vergis]
het is mij goed
[ik heb er niets tegen]
het is wel goed met jou
[ik neem je niet meer serieus]
zo goed en zo kwaad als het gaat
[zo primitief als het gaat]
zo goed als nieuw
[vrijwel nieuw]
voor de goede orde
[opdat alles behoorlijk geregeld is]
goed en wel
[nauwelijks, nog maar net]
alles goed en wel, maar ...
[laat dat zo zijn, maar ...]
dat zit wel goed
[(als iemand je bedankt) dat is in orde]
goed zo!
[uiting van waardering]
niet goed bij zijn verstand zijn
[gek zijn]
hou je goed!
[afscheidsgroet]
zich goed houden
[zich niet door emoties laten meeslepen]
het goed maken
[gezond zijn, in welstand verkeren]
niet goed worden
[misselijk worden]
ik word er niet goed van!
[uitroep van ergernis]
dat is nergens goed voor
[dat heeft geen zin]
waar is dat goed voor?
[wat heeft het voor zin?]
met goed gevolg
[met succes]
goed aangeschreven staan
[gunstig bekend staan]
goed af zijn
[door bepaalde omstandigheden in een gunstige toestand zijn]
in een goed blaadje staan bij iemand
[hij waardeert je erg]
goed boeren
[er zakelijk gunstig voorstaan]
goed voor de dag komen
[een goede indruk maken]
eind goed, al goed
[als het goed afloopt, vergeet je snel alle moeite]
goed geld naar kwaad geld gooien
[geld steken in een hopeloze onderneming]
op goed geluk
[op de gok]
de goede kanten van iets zien
[de positieve gevolgen]
net goed!
[commentaar als door eigen schuld iets vervelends gebeurt]
goede papieren hebben
[veel kans maken]
een goede partij
[een passende huwelijkspartner]
een goede ruil doen
[meer ontvangen dan je geeft]
goed wegkomen
[met voordeel]
er geen goed woord voor overhebben
[het absoluut verwerpelijk vinden]
een goed woordje voor iemand doen
[hem aanbevelen, verdedigen]
dat valt in goede aarde
[daar is iedereen het mee eens]
het ga je goed
[groet bij een definitief afscheid]
die goeie, oude tijd
[het verleden is beter dan het heden]
ik weet het goed gemaakt
[inleiding op een voorstel waarin men iets toegeeft]
we zitten hier goed
[we wonen hier prettig]
in goede aarde vallen
[welkom zijn]
goed blijven
[niet bederven]
goed gebekt zijn
zich mondeling goed kunnen verdedigen]
dat heb je goed geschoten
[dat heb je goed voor elkaar]
iet half zo goed
[lang niet zo goed]
een goed heenkomen zoeken
[zich redden uit een gevaarlijke situatie]
uit het goede hout gesneden zijn
[geschikt zijn]
goed beslagen ten ijs komen
[goed voorbereid zijn]
in goeden doen zijn
[veel geld hebben]
kort en goed
[direct en zonder omhaal]
nou goed?
[heb je nu je zin?]
goede raad is duur
[gezegd als je geen oplossing weet]
goede waar verkoopt zich zelf
[wat goed is heeft geen aanbeveling nodig]
een goed doel
[een liefdadige bestemming]
daar sta je dan met je goeie gedrag
[commentaar als iemand onverdiend in de moeilijkheden zit]
goed bij zijn
[slim zijn]
goed in zijn geld zitten
[rijk zijn]
goed op elkaar ingespeeld zijn
[goed kunnen samenwerken]
goed ingevoerd zijn
[goed op de hoogte zijn]
goed bij kas zitten
[voldoende geld hebben]
goed in de markt liggen
[gevraagd, gewild zijn]
het er goed van nemen
[veel consumeren]
goed van pas komen
[nuttig zijn]
niet goed snik zijn
[gek zijn]
goed van de tongriem gesneden zijn
[goed kunnen praten]
goed uitgeslapen zijn
[pittig, oplettend zijn]
goed vertegenwoordigd zijn
[met een behoorlijk aantal]
goed van vertrouwen zijn
[lichtgelovig]
het goed kunnen vinden met iemand
[goed met hem kunnen opschieten]
goed in het vlees zitten
[niet mager zijn]
als goede vrienden uit elkaar gaan
[scheiden zonder ruzie]
er goed bij zitten
[in een luxueus huis]
goede zaken doen
[veel geld verdienen]
een goed uur
[ruim een uur]
een goed hart hebben
[vriendelijk van aard zijn]
het goed voor hebben met iemand
[hem willen helpen]
een goed onthaal krijgen
[welkom zijn]
te goed zijn voor deze wereld
[te goed van vertrouwen zijn]
in goede handen zijn
[goed verzorgd worden]
een goede verliezer zijn
[je verlies waardig kunnen dragen]
goed en wel was hij thuis ....
[nauwelijks was hij thuis ....]
zo goed als nieuw
[bijna nieuw]
zich te goed doen aan iets
[er volop van genieten]
goeie genade!
[uitroep van schrik of ergernis]
iets te goed houden
[het te zijner tijd kunnen opeisen]
nou wordt ie goed!
[uitroep van verbaasde verontwaardiging]
iets te goed hebben
[te vorderen, te verwachten]
Goede Vrijdag
[de vrijdag voor Pasen]
de goden verzoeken
[iets doen wat waarschijnlijk problemen oplevert]
de mindere goden
[minder begaafden]
Gods water over Gods akker laten vloeien
[de dingen nemen zoals ze komen]
leven als God in Frankrijk
[in alle vrijheid genieten]
zich storen aan God noch gebod
[zich nergens iets van aantrekken]
je slap lachen
[heel erg lachen]
slappe koffie
[met weinig smaak]
zo slap als een vaatdoek
[heel erg slap]
zich slap lachen
[heel erg moeten lachen]
hij zit weer slap te kletsen
[onzin te praten]
een slappe tijd
[niet druk]
slap geklets
[wat nergens over gaat]
zich op glad ijs begeven
[een moeilijk onderwerp aansnijden]
zo glad als een aal
[heel slim en geslepen]
een gladde jongen
[een sluwe jongen]
dat zal hem niet glad zitten
[dat zal hem tegenvallen]
nogal glad
[dat ligt voor de hand]
een gladde tong hebben
[goed kunnen praten]
problemen op het persoonlijke vlak
[persoonlijke problemen]
zich op een hellend vlak bevinden
[in een situatie die erger kan worden]
zich op de voorgrond plaatsen
[zich als eerste en belangrijkste zien]
op de voorgrond staan
[het belangrijkst zijn of het meest opvallen]
op de voorgrond treden
[zich voordoen als eerste en belangrijkste]
zich op de dijen slaan
[dikke pret hebben]
je lacht je naar
[je moet daar heel erg om lachen]
ik heb me naar gezocht
[langdurig overal gezocht]
zich naar schrikken
[heel erg schrikken]
met de moed der wanhoop
[eigenlijk durf je niet, maar toch moet het]
hem moed inspreken
[iets zeggen waardoor hij het durft]
dat geeft de burger moed
[opmerking als er weer iets positiefs gebeurd]
zich moed indrinken
[alcohol gebruiken om iets te durven]
moed verzamelen
[de kracht proberen te vinden om iets te durven]
ik heb goede moed dat het gaat lukken
[ik heb er vertrouwen in]
er met frisse moed tegenaan gaan
[er weer zin in hebben na een rustperiode]
de moed zonk me in de schoenen
[ik had er plotseling geen vertrouwen meer in]
hem aan de tand voelen [
[ondervragen]
tot de tanden gewapend
[zwaar bewapend]
eten met lange tanden
[met tegenzin]
je tanden laten zien
[dreigend laten zien dat je niet bang bent]
haar op de tanden hebben
[nergens bang voor zijn]
op zijn tanden bijten
[pijn of boosheid niet laten zien]
van de hand in de tand leven
[wat je verdient, meteen uitgeven]
zich met hand en tand verzetten
[met alle kracht]
met de mond vol tanden staan
[geen antwoord weten]
oog om oog, tand om tand
[wat hij mij aandoet, doe ik hem aan]
ergens zijn tanden op stukbijten
[vergeefse moeite doen om iets te bereiken]
de tand des tijds
[de slijtage van alle dingen]
zijn tanden laten zien
[een dreigende houding aannemen]
ergens zijn tanden in zetten
[beginnen aan een zware klus]
een tandje hoger
[in een hogere versnelling]
zich lam schrikken
[heel erg schrikken]
waarom zijn de bananen krom?

[grappig commentaar als iemand een moeilijke vraag stelt]

krom liggen van het lachen
[heel erg moeten lachen]
zich krom werken
[heel hard werken]
daar gaan je tenen krom van staan
[dat vind ik gênant, ergerlijk]
een kromme redenering
[een redenering die niet klopt, die niet logisch is]
zich kapot werken
[heel hard werken]
niet kapot te krijgen (dingen)
[onverslijtbaar]
niet kapot te krijgen (mensen)
[wie nooit opgeeft]
zich kapot lachen
[heel erg moeten lachen]
zich kapot schrikken
[heel erg schrikken]
ik ben er kapot van
[door gevoelens overmand]
ik verveel me kapot
[heel erg]
ik ben er niet kapot van
[vind het niet geweldig]
zich kapot werken
[heel hard werken]
niet kapot te krijgen (dingen)
[onverslijtbaar]
niet kapot te krijgen (mensen)
[wie nooit opgeeft]
zich kapot lachen
[heel erg moeten lachen]
zich kapot schrikken
[heel erg schrikken]
ik ben er kapot van
[door gevoelens overmand]
ik verveel me kapot
[heel erg]
ik ben er niet kapot van
[vind het niet geweldig]
zich kapot werken
[heel hard werken]
niet kapot te krijgen (dingen)
[onverslijtbaar]
niet kapot te krijgen (mensen)
[wie nooit opgeeft]
zich kapot lachen
[heel erg moeten lachen]
zich kapot schrikken
[heel erg schrikken]
ik ben er kapot van
[door gevoelens overmand]
ik verveel me kapot
[heel erg]
ik ben er niet kapot van
[vind het niet geweldig]
zich kandidaat stellen
[beschikbaar stellen voor een officiële functie]
zich inspanning getroosten
[je best doen]
nieuwe aardappelen
[pas geoogst]
nieuwe bezems vegen schoon
[nieuwe maatregelen werken goed]
het nieuwe is eraf
[het is minder aantrekkelijk omdat men eraan gewend is]
nieuwe haring
[van de nieuwe vangst]
iets in een nieuw jasje steken
[het vernieuwen]
zich in het nieuw steken
[nieuwe kleren kopen]
een nieuw leven beginnen
[alles anders gaan doen]
ik ben hier nieuw
[ik ben hier nog maar heel kort]
nieuw bloed
[mensen die een frisse kijk op de dingen hebben]
een nieuw geluid
[iets ongewoons, iets verrassends]
de nieuwe geschiedenis
[van ongeveer 1500-1800]
de nieuwste geschiedenis
[van 1800 tot nu]
iets nieuw leven inblazen
[zorgen dat het weer aantrekkelijk wordt of goed draait]
er is niets nieuws onder de zon
[alles is bij het oude gebleven]
nieuwe maan
[maan precies tussen aarde en zon zodat je hem niet ziet]
zo moedig als een leeuw
[heel erg moedig]
goed gebruld, leeuw!
[als een machtig iemand gezegd heeft wat er moet gebeuren]
voor de leeuwen gegooid worden
[aan het publiek overleveren]
zich in het hol van de leeuw wagen
[zelf het gevaar opzoeken]
een taak aanvaarden
[hem accepteren en uitvoeren]
zich iets tot taak stellen
[zich voornemen het te doen]
niet voor zijn taak berekend zijn
[niet bekwaam]
zich iemands ongenoegen op de hals halen
[zijn afkeuring]
je ongenoegen uiten
[zeggen dat je het er niet mee eens bent]
hebt u vuur?
[een aansteker of lucifer voor mijn sigaret]
een pan op het vuur zetten
[op het gas]
ze gaat voor hem door het vuur
[wil alles voor hem doen]
met vuur spelen
[onvoorzichtig te werk gaan waardoor je jezelf en anderen in gevaar brengt]
in vuur en vlam staan
[heel verliefd zijn]
het nieuws ging als een lopend vuurtje
[iedereen wist het heel snel]
ik heb wel voor heter vuren gestaan
[heb wel moeilijker dingen gedaan]
hem het vuur na aan de schenen leggen
[scherp ondervragen, het hem lastig maken]
zich het vuur uit de sloffen lopen
[heel veel voor iemand doen]
meer ijzers in het vuur hebben
[meer mogelijkheden]
olie op het vuur gooien
[de emoties doen oplaaien]
waar rook is, is vuur
[van een gerucht is altijd wel iets waar]
vuur spuwen
[heel woedend zijn]
iets te vuur en te zwaard bestrijden
[met alle macht]
hem onder vuur nemen
[op hem schieten]
tussen twee vuren zitten
[van twee kanten kritiek krijgen]
het vuur openen
[beginnen te schieten]
de vuurproef doorstaan
[slagen voor een zware test]
zich het recht voorbehouden
[het als je recht beschouwen]
prijswijzigingen voorbehouden
[de prijzen kunnen veranderen]
uitzonderingen voorbehouden
[uitzonderingen zijn mogelijk]
het gele gevaar
[de Chinezen]
de gele gids
[telefoongids van bedrijven en instellingen]
zich groen en geel ergeren
[zich hevig ergeren]
de gele kaart
[teken van formele bestraffing bij een overtreding]
de gele trui
[leider van het algemeen klassement bij een wielerwedstrijd]
de gele vlek
[het gevoeligste deel van het netvlies]
zich groen en geel ergeren
[zich heel erg ergeren]
als ik het goed heb
[als ik me niet vergis]
het is mij goed
[ik heb er niets tegen]
het is wel goed met jou
[ik neem je niet meer serieus]
zo goed en zo kwaad als het gaat
[zo primitief als het gaat]
zo goed als nieuw
[vrijwel nieuw]
voor de goede orde
[opdat alles behoorlijk geregeld is]
goed en wel
[nauwelijks, nog maar net]
alles goed en wel, maar ...
[laat dat zo zijn, maar ...]
dat zit wel goed
[(als iemand je bedankt) dat is in orde]
goed zo!
[uiting van waardering]
niet goed bij zijn verstand zijn
[gek zijn]
hou je goed!
[afscheidsgroet]
zich goed houden
[zich niet door emoties laten meeslepen]
het goed maken
[gezond zijn, in welstand verkeren]
niet goed worden
[misselijk worden]
ik word er niet goed van!
[uitroep van ergernis]
dat is nergens goed voor
[dat heeft geen zin]
waar is dat goed voor?
[wat heeft het voor zin?]
met goed gevolg
[met succes]
goed aangeschreven staan
[gunstig bekend staan]
goed af zijn
[door bepaalde omstandigheden in een gunstige toestand zijn]
in een goed blaadje staan bij iemand
[hij waardeert je erg]
goed boeren
[er zakelijk gunstig voorstaan]
goed voor de dag komen
[een goede indruk maken]
eind goed, al goed
[als het goed afloopt, vergeet je snel alle moeite]
goed geld naar kwaad geld gooien
[geld steken in een hopeloze onderneming]
op goed geluk
[op de gok]
de goede kanten van iets zien
[de positieve gevolgen]
net goed!
[commentaar als door eigen schuld iets vervelends gebeurt]
goede papieren hebben
[veel kans maken]
een goede partij
[een passende huwelijkspartner]
een goede ruil doen
[meer ontvangen dan je geeft]
goed wegkomen
[met voordeel]
er geen goed woord voor overhebben
[het absoluut verwerpelijk vinden]
een goed woordje voor iemand doen
[hem aanbevelen, verdedigen]
dat valt in goede aarde
[daar is iedereen het mee eens]
het ga je goed
[groet bij een definitief afscheid]
die goeie, oude tijd
[het verleden is beter dan het heden]
ik weet het goed gemaakt
[inleiding op een voorstel waarin men iets toegeeft]
we zitten hier goed
[we wonen hier prettig]
in goede aarde vallen
[welkom zijn]
goed blijven
[niet bederven]
goed gebekt zijn
[zich mondeling goed kunnen verdedigen]
dat heb je goed geschoten
[dat heb je goed voor elkaar]
niet half zo goed
[lang niet zo goed]
een goed heenkomen zoeken
[zich redden uit een gevaarlijke situatie]
uit het goede hout gesneden zijn
[geschikt zijn]
goed beslagen ten ijs komen
[goed voorbereid zijn]
in goeden doen zijn
[veel geld hebben]
kort en goed
[direct en zonder omhaal]
nou goed?
[heb je nu je zin?]
goede raad is duur
[gezegd als je geen oplossing weet]
goede waar verkoopt zich zelf
[wat goed is heeft geen aanbeveling nodig]
een goed doel
[een liefdadige bestemming]
daar sta je dan met je goeie gedrag
[commentaar als iemand onverdiend in de moeilijkheden zit]
te goeder trouw zijn
[oprecht en eerlijk zijn]
goed bij zijn
[slim zijn]
goed in zijn geld zitten
[rijk zijn]
goed op elkaar ingespeeld zijn
[goed kunnen samenwerken]
goed ingevoerd zijn
[goed op de hoogte zijn]
goed bij kas zitten
[voldoende geld hebben]
goed in de markt liggen
[gevraagd, gewild zijn]
het er goed van nemen
[veel consumeren]
goed van pas komen
[nuttig zijn]
niet goed snik zijn
[gek zijn]
goed van de tongriem gesneden zijn
[goed kunnen praten]
goed uitgeslapen zijn
[pittig, oplettend zijn]
goed vertegenwoordigd zijn
[met een behoorlijk aantal]
goed van vertrouwen zijn
[lichtgelovig]
het goed kunnen vinden met iemand
[goed met hem kunnen opschieten]
goed in het vlees zitten
[niet mager zijn]
als goede vrienden uit elkaar gaan
[scheiden zonder ruzie]
er goed bij zitten
[in een luxueus huis]
goede zaken doen
[veel geld verdienen]
een goed uur
[ruim een uur]
een goed hart hebben
[vriendelijk van aard zijn]
het goed voor hebben met iemand
[hem willen helpen]
een goed onthaal krijgen
[welkom zijn]
te goed zijn voor deze wereld
[te goed van vertrouwen zijn]
in goede handen zijn
[goed verzorgd worden]
een goede verliezer zijn
[je verlies waardig kunnen dragen]
goed en wel was hij thuis ....
[nauwelijks was hij thuis ....]
zo goed als nieuw
[bijna nieuw]
zich te goed doen aan iets
[er volop van genieten]
goeie genade!
[uitroep van schrik of ergernis]
iets te goed houden
[het te zijner tijd kunnen opeisen]
nou wordt ie goed!
[uitroep van verbaasde verontwaardiging]
iets te goed hebben
[te vorderen, te verwachten]
Goede Vrijdag
[de vrijdag voor Pasen]
een feestje houden
[een feestje organiseren]
voor zich houden
[het niet zeggen]
ik houd het erop dat je komt
[ik reken daarop]
houden zo!
[zorg dat het zo blijft]
ik houd het hier voor gezien
[ik ga hier weg]
zich goed houden
[doen alsof er niets aan de hand is]
het in de gaten houden
[er goed op letten]
hem voor de gek houden
[hem bedriegen]
iets in stand houden
[het laten bestaan]
dan ben je nog niet gelukkig
[dan krijg je nog een hoop ellende]
geld maakt niet gelukkig
[gezegde om duidelijk te maken dat geld niet alles is]
gelukkig nieuwjaar
[ik wens je een jaar met veel goede kansen]
gelukkig gaat het goed
[ik ben er blij om]
iemand gelukkig prijzen
[zeggen dat hij geluk heeft]
zich gelukkig prijzen met iets
[er blij mee zijn]
het moet al gek gaan als ...
[het is bijna zeker]
gek genoeg
[commentaar dat verbazing uitdrukt]
doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg
[gedraag je niet anders dan anderen]
je zou gek staan te kijken...
[stomverbaasd zijn]
hoe ouder hoe gekker
[wordt gezegd als oudere mensen iets bijzonders doen]
op de gekste tijden
[op tijdstippen waarop je het niet zou verwachten]
ik ben me daar gek!
[ik denk er niet over om dat te doen]
gek van angst
[buiten zichzelf]
het is om gek van te worden
[ergerlijk en vermoeiend]
zich gek zoeken naar iets
[er overal naar lopen te zoeken]
ben je gek!
[verontwaardigde reactie als iemand iets zegt wat onwaarschijnlijk is]
zo gek als een deur
[helemaal geschift]
díe is gek!
[schamper commentaar als iemand iets gevaarlijks doet]
hij is niet zo gek als hij eruitziet
[plagerig commentaar als iemand plotseling iets slims doet]
geen gek figuur slaan
[een goede indruk maken]
het is te gek om los te lopen
[het is al te dwaas]
dat is lang niet gek!
[tamelijk goed]
dat is te gek!
[geweldig!]
ik ben gek op Hema-worst
[ik ben er dol op]
Adam was gek op Eva
[hield veel van haar]
ergens gek mee zijn
[er veel van houden]
even vrolijk
[alsof er niets gebeurd was]
een vrolijke Frans
[een zorgeloze pretmaker]
vrolijk worden
[een beetje dronken worden]
zich ergens vrolijk over maken
[erover spotten]
voel je wat ik bedoel?
[begrijp je dat?]
zich ergens thuis voelen
[je er op je gemak voelen]
ik voel er veel voor
[ik vind het een goed idee]
sterke longen hebben
[niet gauw buiten adem raken]
sterk staan
[een positie hebben die niet gemakkelijk aan te vallen is]
zich ergens sterk voor maken
[er je best voor doen]
dat is sterk uitgedrukt
[dat is overdreven]
de sterke arm
[de politie]
zo sterk als een beer (paard)
[heel sterk]
het sterke geslacht
[de mannen]
een sterke man
[iemand die autoritair leiding geeft en orde weet te scheppen]
acht man sterk
[met z'n achten]
het recht van de sterkste
[de overmacht die iemand heeft omdat hij de meeste kracht heeft]
wie niet sterk is, moet slim zijn
[wie geen kracht heeft, moet zijn verstand gebruiken]
een sterk werkwoord
[met klinkerwisseling in de verleden tijd]
ik maak mij sterk dat..
[ik vind het waarschijnlijk]
een sterk werkwoord
[dat in de verleden tijd van klank verandert]
het zo druk hebben als een klein baasje
[allerlei karweitjes te doen hebben]
ik heb het zo druk als een klein baasje
[heel druk]
het druk hebben
[veel te doen hebben]
zich ergens druk over maken
[zich ergens over opwinden]
het gebouw wordt druk bezocht
[er komen veel bezoekers]
laten we wel wezen
[laten we eerlijk wezen]
het wel en wee
[de goede en slechte dingen die men meemaakt]
zich er wel bij bevinden
[zich er goed bij voelen]
alles goed en wel...
[laat dat zo zijn, maar...]
er wel bij varen
[er voordeel van hebben]
laten we wel wezen
[inleiding op een vervelende, maar eerlijke mededeling]
geen held zijn in ...
[het niet goed durven]
een held op sokken
[iemand met een grote mond, die niets durft]
de held van de dag zijn
[vanwege zijn prestaties alle aandacht krijgen]
zich een hele held voelen
[tot veel in staat]
voor aap staan
[voor gek staan]
daar komt de aap uit de mouw
[nu blijkt wat er echt gebeurd is]
in de aap gelogeerd zijn
[in moeilijkheden zijn]
als apen hoger klimmen willen, ziet men gauw hun blote billen
[wie zich beter voordoet dan hij is, valt een keer door de mand]
zich een aap lachen
[heel erg moeten lachen]
al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding
[je wordt niet mooier van chique kleren of sieraden]
een aangeklede aap
[iemand die erg opzichtig gekleed is]
een aap van een jongen
[een deugniet]
zich een aap schrikken
[heel erg schrikken]
voor aap staan
[je belachelijk maken]
iemand voor aap zetten
[hem in het openbaar belachelijk maken]
zich door iemand laten leiden
[iemand anders laten bepalen wat je doet]
in leidende positie
[vóór alle anderen]
dat leidt tot goede resultaten
[geeft goede resultaten]
dit leidt tot niets
[dit levert niets op]
hij leidt een gemakkelijk leventje
[hij heeft het gemakkelijk]
een dik belegde boterham
[met veel beleg]
een dikke huid hebben
[ongevoelig zijn]
een dikke nek hebben
[arrogant zijn, kapsones hebben]
een dikke pil
[een dik boek]
maak je niet dik, dun is de mode
[wind je niet op]
zich dik maken
[zich opwinden]
zij zijn dikke vrienden
[heel goede vrienden]
dat zit er dik in
[dat is te verwachten]
ze doen graag dik
[ze scheppen op]
dat is dik voor elkaar
[helemaal in orde]
dikke kans dat....
[het is waarschijnlijk dat...]
dat komt dik voor elkaar
[dat komt helemaal in orde]
een dik uur
[ruim een uur]
het er dik bovenop leggen
[overdrijven]
het ligt er dik bovenop
[het is overduidelijk]
door dik en dun
[wat er ook gebeurt]
het is dikke mik tussen die twee
[ze zijn goed bevriend]
van de blauwe knoop zijn
[geen alcohol gebruiken]
een blauwe maandag
[heel kort]
iemand bont en blauw slaan
[hem afranselen]
een blauwe plek
[lichte bloeduitstorting onder de huid]
spa blauw
[bronwater zonder koolzuur]
Delfts blauw
[blauw beschilderd aardewerk uit Delft]
meer blauw op straat
[meer politie]
blauw bloed hebben
[van adellijke afkomst zijn]
zich blauw ergeren
[zich in hoge mate ergeren]
een blauwe maandag
[een zeer korte tijd]
ik ben tot over mijn oren verliefd
[heel erg dus]
het is op een oor na gevild
[bijna klaar]
je de oren van het hoofd kletsen
[druk praten]
nog op één oor liggen
[nog slapen]
er wel oren naar hebben
[er wel zin in hebben]
één en al oor zijn
[heel aandachtig luisteren]
met een half oor luisteren
[niet aandachtig]
de oren spitsen
[heel aandachtig gaan luisteren]
iemand een oor aannaaien
[bedriegen]
het gaat het ene oor in en het andere uit
[de boodschap komt niet over]
je oor te luisteren leggen
[goed luisteren wat er gezegd wordt]
je oren niet geloven
[niet voor waar aannemen wat er gezegd wordt]
iemand de oren van het hoofd eten
[heel veel eten]
nog nat (niet droog) achter de oren zijn
[jong en onervaren zijn]
het in je oren knopen
[goed onthouden]
iemand het vel over de oren halen
[veel te veel laten betalen]
kleine potjes hebben grote oren
[kinderen horen meer dan je denkt]
een luisterend oor vinden
[iemand vinden die naar je luistert]
ter ore komen
[toevallig iets horen]
zich achter de oren krabben
[teleurgesteld zijn, er spijt van hebben]
de muren hebben hier oren
[je wordt hier gemakkelijk afgeluisterd]
je oren niet kunnen geloven
[niet geloven dat het waar is wat je hoort]
met rode oortjes
[met toenemende opwinding]
hij kijkt alsof hij zijn laatste oortje versnoept heeft
[beteuterd, in de war]
zich aan iemand spiegelen
[een voorbeeld aan hem nemen]
zelfstandig wonen
[niet meer bij je ouders]
een zelfstandig beroep
[niet bij een baas]
zelfstandig naamwoord
[substantief, woord waar je 'de' of 'het' voor kunt zetten]
zelfstandig wonen
[niet meer bij je ouders]
een zelfstandig beroep
[niet bij een baas]
zelfstandig naamwoord
[substantief, woord waar je 'de' of 'het' voor kunt zetten]
ik ben er zeker van
[ik twijfel niet]
ik weet het zeker
[ik twijfel niet]
we nemen het zekere voor het onzekere
[we nemen geen risico]
hij speelt op zeker
[neemt geen risico]
vast en zeker
[absoluut zeker]
zo zeker als twee keer twee vier is
[heel erg zeker]
zeker weten!
[stellig, bevestigend antwoord]
het zekere voor het onzekere nemen
[geen risico nemen]
op zeker spelen
[voorzichtig zijn, geen risico nemen]
ik ben daar veel tijd aan kwijt
[ik doe daar lang over]
de draad kwijt zijn
[niet weten hoe het vervolg gaat]
de kluts kwijt zijn
[in de war zijn]
de tel kwijt zijn
[niet meer weten hoeveel je er al geteld hebt]
je ei niet kwijt kunnen
[met niemand over je problemen kunnen praten]
kan ik iets aan je kwijt?
[wil je iets gebruiken?]
iemand liever kwijt dan rijk zijn
[hem liever niet meer om je heen hebben
iets aan de straatstenen niet kwijt kunnen
[er geen kopers voor kunnen vinden]
ergens iets over kwijt willen
[er iets over willen zeggen]
zeg maar wat je kwijt wilt
[hoeveel geld je eraan wilt besteden]
de bloemetjes buiten zetten
[flink feestvieren]
zeg het met bloemen!
[laat met een bos bloemen zien dat je om iemand geeft]
haar bloempje is geplukt
[ze is geen maagd meer]
iemand in de bloemetjes zetten
[feestelijk onthalen]
de bloem der natie
[de jeugd]
bloemen op de ruiten
[bevroren aanslag]
zo gezegd, zo gedaan
[het is gebeurd zoals het was afgesproken]
zeg ....
[luister eens]
zeg dat wel!
[inderdaad]
daar is veel voor te zeggen
[dat is een goed idee]
nee zeggen
[weigeren]
het voor het zeggen hebben
[de baas zijn]
eerlijk gezegd [
als ik eerlijk ben]
hij zegt van wel
[dat het wel zo is]
dat zegt me niets
[dat betekent niets voor me]
zich bezorgd maken over iets
[ongerust zijn]

ze zongen dat het een lieve lust was
[met veel plezier]
niet alleen de lusten, maar ook de lasten
[niet alleen het genieten, maar ook de vervelende kanten]
het is zijn lust en zijn leven
[hij doet het verschrikkelijk graag]
het is een lust voor het oog
[heel mooi]
eetlust
[zin om te eten, trek]
de lust vergaat me
[ik heb er geen zin in]
de lust bekruipt me om ...
[ik krijg er zin in om dat te doen]
8658
23
ze zoeken het maar uit
[ik bemoei me er niet mee]
ze zitten als ratten in de val
[kunnen er niet meer uit]
de ratten verlaten het zinkende schip
[de zaak in de steek laten als het slecht gaat]
sterven als ratten
[in grote aantallen]
ben je helemaal van de ratten besnuffeld!
[ben je helemaal gek geworden!]
met dank aan Jan de Wit
[wij bedanken hem]
met wie spreek ik?
[wie is aan de telefoon?]
tot en met 3 april
[voorbij die datum]
gebruik je alcohol? met mate
[weinig]
ze zijn met moeite geslaagd
[ze moesten er veel voor doen]
met ingang van 1 januari
[vanaf die datum]
ze zijn elke avond bezet
[ze hebben elke avond veel te doen]
ze zijn als water en vuur
[kunnen elkaar niet uitstaan]
je moet wat water bij de wijn doen
[een beetje toegeven]
hij kwam weer boven water
[kwam weer opdagen]
het feest is in het water gevallen
[niet doorgegaan of mislukt]
het water loopt me in de mond
[het lijkt me erg lekker]
spijkers op laag water zoeken
[onbelangrijke kritiek leveren]
water naar de zee dragen
[iets geven aan iemand die er al veel van heeft]
het witte doek
[het scherm waar een film op vertoond wordt]
er geen doekjes om winden
[er openlijk voor uitkomen]
dat is een doekje voor het bloeden
[hij probeert het op een makkelijke manier goed te maken]
ze ziet zo wit als een doek
[heel erg bleek]
iets uit de doeken doen
[het uitleggen]
een open doekje krijgen
[applaus tijdens de voorstelling]
je beste beentje voorzetten
[heel erg je best doen]
het been stijf houden
[niet toegeven]
op het verkeerde been zetten [
de verkeerde informatie geven, misleiden]
op je achterste benen staan
[verontwaardigd zijn]
geen been hebben om op te staan
[niet kunnen bewijzen dat je gelijk hebt]
de benen nemen
[ervandoor gaan]
met één been in het graf staan
[bijna dood zijn]
goed ter been zijn
[nog goed kunnen lopen]
zich de benen uit het lijf lopen
[zich erg inspannen om iets te bereiken]
op de been zijn
[opgestaan zijn, uit bed zijn]
er was veel volk op de been
[op straat]
met beide benen op de grond staan
[de werkelijkheid niet uit het oog verliezen]
op je laatste benen lopen
[bijna dood zijn]
met het verkeerde been uit bed stappen
[een slecht humeur hebben]
tegen het zere been zijn
[erg pijnlijk zijn]
met de staart tussen de benen afdruipen
[beschaamd weglopen]
een blok aan je been zijn
[je het leven moeilijk maken]
een blok aan je been zijn
[je het leven moeilijk maken]
op eigen benen staan
[zelfstandig zijn]
op één been kun je niet lopen
[neem nóg een consumptie!]
er geen been in zien
[er niet voor terugschrikken]
als twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen
[als twee mensen ruzie maken, krijgt de derde meestal het voordeel]
door merg en been gaan
[heel indringend zijn]
vel over been zijn
[broodmager]
ze ziet er geen been in
[ze heeft er geen bezwaar tegen]
steen en been klagen
[voortdurend klagen en jammeren]
ze zetten het mes in de uitgaven
[ze bezuinigen]
we zetten hem het mes op de keel
[dwingen hem]
hij gaat onder het mes
[moet een operatie ondergaan]
het mes snijdt aan twee kanten
[het levert op twee manieren voordeel op]
hem het mes op de keel zetten
[hem ergens toe dwingen]
het zijn niet allen koks die lange messen dragen
[uiterlijk vertoon bewijst nog niet dat iemand geschikt is]
nieuwe messen snijden scherp
[als iemand pas benoemd is, doet hij nog erg zijn best]
onderhandelen met het mes op tafel
[zonder bereid te zijn om iets toe te geven]
het mes zetten in de begroting
[erop bezuinigen]
probeer het nog eens
[probeer het opnieuw]
duurt het nog langer?
[een extra tijd langer]
en jij was nog wel bang dat je zou zakken
[dat was dus onnodig]
ze zei nog ja ook!
[ik had het niet verwacht]
ze zei nog ja ook!
[ik had het niet verwacht]
ook dat nog!
[bij alles wat we al meemaken]
hij is toch nog gekomen
Meer
[ik had het niet verwacht]
ze zaten als haringen in een ton
[heel dicht op elkaar]
hij zoekt gezelschap
[iemand om mee te praten]
en jij was nog wel bang dat je zou zakken
[dat was dus onnodig]
hij zoekt gezelschap
[iemand om mee te praten]
ze was in gezelschap van haar broer
[samen met haar broer]
hem het bos in sturen
[niet serieus helpen]
huilen met de wolven in het bos
[doen wat anderen doen]
ze vielen bij bosjes
[de een na de ander]
een flinke bos hout voor de deur hebben
[grote borsten hebben]
hij is een blok aan mijn been
[een grote last]
ze stonden als één blok achter me
[ze steunden me allemaal]
als een blok in slaap vallen
[meteen diep in slaap vallen]
iemand voor het blok zetten
[hem dwingen een keuze te maken]
ze is omgedraaid als een blad aan de boom
[ze gedraagt zich ineens heel anders]
een oude bok lust nog wel een groen blaadje
[schamper commentaar als een oudere man met een jong meisje gaat
zij is een onbeschreven blad
[er valt nog niets op haar aan te merken]
hij neemt geen blad voor de mond
[zegt rechtstreeks en eerlijk wat hij vindt]
daar komt moord en doodslag van
[grote ruzie]
ze schreeuwde moord en brand
[heel hard]
niemand voelt zich geroepen
[niemand vindt dat hij het moet doen]
een dokter roepen
[waarschuwen]
de mensen bij elkaar roepen
[vragen te komen]
ze roepen over die nieuwe auto
[ze zijn er erg tevreden over]
zo rot als een mispel
[heel erg rot]
iemand uitmaken voor rotte vis
[uitschelden]
ze reed met een rotvaart
[heel erg hard]
je rot ergeren (lachen, schrikken, etc)
[je heel erg ergeren etc]
hij gaat altijd tegen de draad in
[is eigenwijs]
de rode draad van een verhaal
[een onderwerp dat steeds terugkomt]
ze raakte de draad kwijt
[begreep het niet meer]
ze raakte de draad kwijt
[begreep het niet meer]
tot op de draad versleten
[helemaal versleten]
ermee voor de draad komen
[het zeggen]
de draad weer oppakken
[verdergaan waar je gebleven was]
de draad van Ariadne
[waarmee Theseus zijn weg uit het doolhof kon vinden]
zijn leven hangt aan een zijden draadje
[is ernstig in gevaar]
kom op, voor de draad ermee!
[zeg wat er aan de hand is]
ze overweeg te komen
[ze denkt erover]
ik moet de dingen op een rijtje zetten
[er eens over nadenken]
voor een dubbeltje op de eerste rij willen zitten
[voor weinig geld het beste willen hebben]
ze niet allemaal op een rij hebben
[niet goed wijs zijn]
de rijen sluiten
[zich verenigen tegen een tegenstander]
dat moest een keer gebeuren
[het was te verwachten]
ik moet op voor het examen
[aan het examen meedoen]
dat moet je zelf weten
[dat mag je zelf uitmaken]
ze moeten heel aardig zijn
[men zegt dat]
ik moet nodig
[naar de WC]
zij moest eraan geloven
[zij was aan de beurt]
ik sta er kritisch tegenover
[ik heb er kritiek op]
ze moeten er wel iets tegenover stellen
[iets betalen of geven omdat we dit doen]
ze lust hem rauw
[ze is niet bang voor hem]
een rauwe wond
[waar het vlees helemaal open is]
het valt me rauw op mijn dak
[het komt heel onverwacht]
om de beurt
[eerst de een dan de ander]
ze lopen om het hardst
[ze houden een wedstrijd]
hij heeft 'm om
[hij is dronken]
om het uur
[het ene uur wel, het andere niet]
om en nabij acht uur
[ongeveer om acht uur]
als de dag van gisteren
[alsof het gisteren gebeurd is]
dag in, dag uit
[steeds, iedere dag]
ze loopt op alledag
[ze kan elk moment bevallen]
op zijn oude dag
[toen hij al oud was]
van de ene dag op de andere
[heel plotseling]
bij de dag leven
[niet nadenken over de toekomst]
het gesprek van de dag zijn
[het meest besproken onderwerp]
zijn dagen zijn geteld
[hij gaat bijna dood]
heden ten dage
[tegenwoordig, in deze tijd]
heden ten dage
[tegenwoordig, in deze tijd]
sinds jaar en dag
[al heel lang]
tot in lengte van dagen
[nog heel lang]
een man van de dag zijn
[vlak voor zijn dood staan]
de dag des oordeels
[de laatste dag van de wereld]
overgaan tot de orde van de dag
[de gewone werkzaamheden weer gaan doen]
voor je oude dag zorgen
[sparen voor later]
ouden van dagen
[bejaarden]
ouden van dagen
[bejaarden]
pluk de dag!
[leef; geniet nu!]
vandaag de dag
[tegenwoordig]
je dag niet hebben
[niet kunnen doen wat je normaal kunt doen]
geen zorgen voor de dag van morgen
[maak je niet bezorgd over de toekomst]
men moet de dag niet prijzen voor het avond is
[het werk pas beoordelen als het klaar is]
het is morgen weer vroeg dag
[we moeten vroeg op]
iets voor de dag halen
[het tevoorschijn halen]
goed voor de dag komen
[iets goeds presteren]
het is kort dag
[er is nog maar weinig tijd]
dag en nacht
[onophoudelijk
een gat in de dag slapen
[lang uitslapen]
ermee voor de dag komen
[het zeggen]
voor dag en dauw
[heel vroeg]
een verschil van dag en nacht
[een groot verschil]
een druppel op een gloeiende plaat
[zo weinig dat het niet helpt]
ze lijken op elkaar als twee druppels water
[ze lijken heel erg op elkaar]
dat was de druppel die de emmer deed overlopen
[toen werd het me echt te veel]
ze lagen dubbel van het lachen
[ze moesten ontzettend lachen]
dubbel en dwars
[heel duidelijk]
die heb ik dubbel
[daar heb ik er twee van]
bij elkaar kruipen
[gezellig bij elkaar gaan zitten]
ze kruipt voor hem
[ze doet precies wat hij wil]
ze komen met de wagen
[met de auto]
uit eigen beweging
[zonder dat iemand dat zegt]
ze komen in beweging
[ze gaan bewegen]
je kletst uit je nek!
[je praat onzin]
hij zit hem op zijn nek
[valt hem voortdurend lastig]
je nek uitsteken
[iets doen waardoor je kwetsbaar wordt]
tot zijn nek in de schulden
[met heel veel schulden]
ze kijken hem met de nek aan
[doen alsof ze hem niet zien]
je nek ergens over breken
[erover struikelen]
nek aan nek
[op gelijke hoogte]
iemands hete adem in de nek voelen
[je opgejaagd, bedreigd voelen]
iemand de nek omdraaien
[hem te gronde richten, zijn carrière breken]
over je nek gaan
[braken]
met het hoofd in de nek
[arrogant, verwaand]
zijn leven redden
[ervoor zorgen dat hij niet doodgaat]
ze kan zich goed redden in het Engels
[ze spreekt voldoende Engels]
ze is op het ergste voorbereid
[ze verwacht het ergste]
ze is omgedraaid als een blad aan de boom
[ze gedraagt zich ineens heel anders]
een oude bok lust nog wel een groen blaadje
[schamper commentaar als een oudere man met een jong meisje gaat]
zij is een onbeschreven blad
[er valt nog niets op haar aan te merken]
zij staat bij hem in een goed blaadje
[hij denkt positief over haar]
hij neemt geen blad voor de mond
[zegt rechtstreeks en eerlijk wat hij vindt]
ze staat bij de directie in een goed blaadje
[de directie denkt gunstig over haar]
dat is geen cent waard
[niets waard]
dat is niet de moeite waard
[niets waard]
wat is het je waard?
[wat heb je ervoor over]
ze is nog niet veel waard
[nog niet erg fit]
de ene dienst is de andere waard
[als je iets voor iemand doet, verwacht je dat de ander ook iets voor jou doet]
het is zoveel waard als de gek ervoor geeft
[zoveel als de liefhebber ervoor wil betalen]
iemand niet waard zijn
[hem of haar niet verdienen]
zo gek als een deur
[heel erg gek]
ze is net de deur uit
[net weg]
dat is niet naast de deur
[dat is ver weg]
een open deur
[iets wat iedereen al weet]
met de deur in huis vallen
[het meteen vertellen]
de deur plat lopen
[er heel vaak komen]
dat doet de deur dicht
[nu moet er iets aan gedaan worden]
niet samen door één deur kunnen
[elkaar niet kunnen verdragen]
niet samen door één deur kunnen
[elkaar niet kunnen verdragen]
dat staat voor de deur
[het is bijna zover]
dat staat voor de deur
[het is bijna zover]
iemand het gat van de deur wijzen
[zeggen dat hij moet vertrekken]
de deur uit zijn
[niet meer thuis wonen]
buiten de deur eten
[in een restaurant]
voor een gesloten deur staan
[niemand thuis treffen]
je stem verheffen
[harder gaan praten]
de tweede stem zingen
[een hogere of lagere melodie]
ze is haar stem kwijt
[kan niet meer hardop praten]
een stem van binnen
[het geweten dat spreekt]
de stem van het hart volgen
[het gevoel, de intuïtie]
je stem uitbrengen
[voor of tegen iets stemmen]
bij meerderheid van stemmen
[omdat de meesten het vonden]
er gaan stemmen op om ...
[sommige mensen willen het]
de beslissende stem hebben
[de uitslag bepalen]
meeste stemmen gelden
[wat de meerderheid wil, dat gebeurt]
de stemmen staken
[er zijn evenveel stemmen vóór als tégen]
daar heb ik geen vertrouwen in
[ik geloof niet dat het zal lukken]
ze is erg goed van vertrouwen
[denkt dat iedereen eerlijk is]
hem in vertrouwen nemen
[een geheim vertellen]
hij maakt een eind aan het gesprek
[hij beëindigt het]
hij maakt er een eind aan
[hij pleegt zelfmoord]
dat is het einde!
[dat is enig, geweldig leuk!]
tot het bittere eind
[langdurig volhouden tot het afgelopen is]
ik ben ten einde raad
[wanhopig]
het eind is zoek
[het is niet meer te overzien]
hij is aan het eind van zijn Latijn
[hij is doodmoe]
het eind van het liedje was ...
[het draaide erop uit dat ...]
je hebt het bij het verkeerde eind
[je hebt ongelijk]
ze is een eind heen
[erg in de war of ziek]
een bal over het net slaan
[naar de andere kant ervan]
de maat slaan
[de maat aangeven met armbewegingen]
ze is daar niet weg te slaan
[ze is er altijd bij]
dat slaat nergens op
[dat is onzin]
ik sla me er wel doorheen
[ik red het wel]
ik kreeg een bittere pil te slikken
[iets moeilijks te verwerken]
de pil vergulden
[iets vervelends minder erg laten lijken]
e is aan de pil
[ze gebruikt de anticonceptiepil]
ze hulde zich in haar jas
[trok die aan]
in nevelen gehuld
[omgeven door mist of nevel]
hij was in tranen
[hij huilde]
ik zal er geen traan om laten
[het kan me niet schelen]
ze huilt tranen met tuiten
[moet heel erg huilen]
in tranen uitbarsten
[plotseling hevig beginnen te huilen]
een traan wegpinken
[een beetje huilen]
ze heeft weer eens gelogen
[voor de zoveelste keer]
hoe laat begint de les ook al weer
[ik heb het wel geweten, maar ik weet het niet meer]
die tijd komt nooit weer
[komt nooit meer terug]
de dames gaan in het lang
[in een lange jurk]
iets op de lange baan schuiven
[het telkens uitstellen]
op de lange duur
[over een lange tijd gezien]
aan het langste eind trekken
[het uiteindelijk winnen]
een lang gezicht trekken
[laten blijken dat je teleurgesteld bent]
de lange latten
[ski's]
lange tenen hebben
[snel beledigd zijn]
lange vingers hebben
[stelen]
het is zo lang als het breed is
[het komt op hetzelfde neer]
we hebben er lang en breed over gesproken
[heel uitvoerig]
hij zal het niet lang meer maken
[hij leeft nog maar kort]
ze heeft erg lang werk
[ze doet er een hele tijd over]
een lange adem hebben
[iets lange tijd volhouden]
een lange adem hebben
[iets lange tijd volhouden]
een zaak van lange adem
[die lange tijd blijft bestaan]
hoe langer hoe beter
[steeds beter]
eerlijk duurt het langst
[met bedrog kom je niet ver]
lang geleden
[ver in het verleden]
we kennen elkaar langer dan vandaag
[om aan te geven dat je iemands gedrag goed kunt beoordelen]
van zijn lang zal z'n leven niet
[absoluut nooit]
hij zal het niet lang meer maken
[zal spoedig sterven]
lang van stof zijn
[altijd veel woorden nodig hebben]
dan kun je lang wachten
[spottend commentaar als iemand vergeefs ergens op wacht]
een lang weekend
[waar de maandag en/of de vrijdag bij betrokken is]
ergens lang werk mee hebben
[niet opschieten]
iets niet langer doen
[het niet meer doen]
dat is lang niet slecht
[behoorlijk goed]
ten langen leste
[eindelijk]
met lange tanden eten
[met tegenzin]
een gat in de markt
[iets waar behoefte aan is en dat er nog niet is]
hij heeft een gat in zijn hand
[geeft teveel geld uit]
we sprongen een gat in de lucht
[waren erg blij]
ze heeft een gaatje in haar hoofd
[is niet goed wijs]
daar is het gat van de deur!
[ga weg!]
een gat in de begroting
[begrotingstekort]
een gat in de dag slapen
[laat wakker worden]
iemand in de gaten houden
[scherp op hem letten]
tot het gaatje gaan
[tot het uiterste]
praatjes vullen geen gaatjes
[met mooie beloftes schieten we niets op]
in een gat vallen
[in een hopeloze situatie terechtkomen]
wie zijn gat verbrandt moet op de blaren zitten
[als je iets doms doet, moet je boeten]
het in de gaten hebben
[het merken, weten hoe het zit]
hem in de gaten houden
[op hem letten]
het fijne van de zaak wisten we niet
[we wisten niet precies hoe het zat]
een fijne kam
[de tanden staan dicht bij elkaar]
ze heeft een fijne neus
[ze kan alles heel goed ruiken]
laat ie fijn zijn!
[dat is prachtig]
fijne manieren zijn dat!
[het is niet zo fraai wat hij doet]
de fijne kneepjes kennen
[precies weten hoe het moet]
ergens het fijne van weten
[precies weten hoe het zit]
ze heeft doorborende ogen
[felle, priemende ogen]
vrijheid van godsdienst
[je mag zelf bepalen wat je gelooft]
ze heeft daar een grote vrijheid
[kan zelf bepalen wat ze doet en hoe]
het van buiten kennen
[uit het hoofd op kunnen noemen]
ze hebben hem erin gekend
[hem ook op de hoogte gesteld]
ze hebben heel wat kinderen
[nogal veel]
wat kost dat?
[hoeveel kost dat]
wat voor jas heb je gekocht?
[wat voor soort]
weet je wat! we gaan schaatsen
[ik doe je een leuk voorstel]
ze hebben geen woord gewisseld
[niets tegen elkaar gezegd]
van gedachten wisselen
[met elkaar praten om elkaars mening te horen]
het is wisselend bewolkt
[dan weer wel, dan weer niet bewolkt]
daar kan ik me wel in vinden
[daar ben ik het mee eens]
ik vind er niets aan
[het is oninteressant]
er tijd voor vinden
[voor vrijmaken]
hem bereid vinden
[van hem horen dat hij het wil doen]
ze hebben elkaar gevonden
[zijn het eens geworden/ werden verliefd op elkaar]
er iets op vinden
[er een oplossing voor bedenken]
er geen baat bij vinden
[er geen voordeel van hebben]
om de andere dag
[de ene dag wel, de andere dag niet]
ik wil het een en ander bespreken
[verschillende dingen]
ze hebben een of ander feest
[doet er niet toe wat voor feest]
onder andere
[naast andere dingen (dieren, mensen)]
het over een andere boeg gooien
[het anders aanpakken]
een en ander
[dat wat genoemd is]
het een en ander
[verschillende dingen, die niet bij name genoemd worden]
het één sluit het ander niet uit
[beide dingen zijn mogelijk]
als geen ander
[beter dan wie ook]
dat is een heel ander geluid
[het tegendeel van wat eerder gezegd werd]
in andere handen overgaan
[naar een andere eigenaar]
geen andere keuze hebben
[gedwongen zijn iets te doen]
onder andere
[wat je noemt, terwijl je ook andere dingen zou kunnen noemen]
een andere toon aanslaan
[beleefder worden]
van het ene woord kwam het andere
[het ontaardde in ruzie]
met andere woorden
[anders uitgedrukt]
hij ligt op sterven
[hij sterft]
ze hebben een kans laten liggen
[voorbij laten gaan]
dat ligt in zijn aard
[zo is hij nu eenmaal]
dat ligt voor de hand
[dat kies je als eerste]
de wind gaat liggen
[neemt af, wordt minder]
het ligt in de bedoeling ...
[de bedoeling is ...]
op de fiets springen
[er haastig op stappen]
ze hebben een brug laten springen
[opgeblazen]
ik zit te springen om dat boek
[ik heb het hard nodig]
voor hem in de bres springen
[hem verdedigen, het voor hem opnemen]
dat stelt niets voor
[dat is niets, waardeloos]
ze had zich er meer van voorgesteld
[had er meer van verwacht]
stel je voor!
[verontwaardigde uitroep]
stel dat je heel rijk was
[stel je voor dat dat zo was]
iets te rooskleurig voorstellen
[te mooi]
wat moet dat voorstellen?
[wat heeft dat te betekenen?]
kattenkwaad uithalen
[doen wat niet mag]
ze haalde flink naar hem uit
[ging erg tekeer, zei lelijke dingen]
ze gunt hem het licht in de ogen niet
[ze gunt hem niets]
er gaat me een licht op
[opeens weet ik het]
dat werpt een nieuw licht op de zaak
[daardoor gaan we er anders tegenaan kijken]
aan het licht komen
[ontdekt worden]
het groene licht krijgen
[toestemming krijgen]
in het volle licht komen te staan
[goed zichtbaar worden]
het licht zien
[ontstaan, geboren worden, gelovig worden]
onderuit gaan
[struikelen en vallen]
ze gingen even onderuit
[even liggen om uit te rusten]
daar kun je niet onderuit
[dat is verplicht, dus je moet het doen]
hij ging onderuit met die onderneming
[hij mislukte]
hebt u vuur?
[een aansteker of lucifer voor mijn sigaret]
een pan op het vuur zetten
[op het gas]
ze gaat voor hem door het vuur
[wil alles voor hem doen]
in vuur en vlam staan
[heel verliefd zijn]
het nieuws ging als een lopend vuurtje
[iedereen wist het heel snel]
het nieuws ging als een lopend vuurtje
[iedereen wist het heel snel]
ik heb wel voor heter vuren gestaan
[heb wel moeilijker dingen gedaan]
hem het vuur na aan de schenen leggen
[scherp ondervragen, het hem lastig maken]
zich het vuur uit de sloffen lopen
[heel veel voor iemand doen]
meer ijzers in het vuur hebben
[meer mogelijkheden]
olie op het vuur gooien
[de emoties doen oplaaien]
waar rook is, is vuur
[van een gerucht is altijd wel iets waar]
vuur spuwen
[heel woedend zijn]
iets te vuur en te zwaard bestrijden
[met alle macht]
hem onder vuur nemen
[op hem schieten]
tussen twee vuren zitten
[van twee kanten kritiek krijgen]
het vuur openen
[beginnen te schieten]
de vuurproef doorstaan
[slagen voor een zware test]
ze gaan op in hun spel
[zien of horen verder niets]
een spelletje met iemand spelen
[hem voor de gek houden]
hem buiten spel zetten
[niet mee laten doen]
er was bedrog in het spel
[dat speelde een rol]
veel op het spel zetten
[veel wagen]
hoog spel spelen
[iets riskants doen]
een spel van kat en muis
[tussen een machtige en een ondergeschikte]
ongelukkig in het spel, gelukkig in de liefde
[zeg je als iemand net een spelletje heeft verloren]
het spel in handen hebben
[de zaken kunnen regelen zoals je wilt]
de wind heeft vrij spel
[wordt door niets tegengehouden]
in het spel zijn
[in het geding zijn]
iets op het spel zetten
[het ergens bij wagen]
ze gaan niet meer met elkaar om
[ze doen niets meer samen]
wat gaat er in hem om?
[wat voelt hij?]
dat gaat buiten mij om
[daar heb ik niets mee te maken]
warm eten
[maaltijd waarbij het eten warm opgegeten wordt]
het ging er warm aan toe
[er werd flink gevochten]
hij werd er niet warm of koud van
[trok zich er niets van aan]
ik loop er niet warm voor
[word er niet enthousiast over]
ze gaan als warme broodjes over de toonbank
[worden veel en gemakkelijk verkocht]
ik loop er niet warm voor
[word er niet enthousiast over]
ze gaan als warme broodjes over de toonbank
[worden veel en gemakkelijk verkocht]
een warm buffet
[bestaande uit warme gerechten]
warm eten
[de hoofdmaaltijd]
met de warme hand geven
[terwijl je nog in leven bent]
het warm krijgen van iets
[er bang van worden]
het wordt hem daar te warm onder de voeten
[hij voelt zich er niet veilig meer]
het warm aanbevelen
[van harte aanbevelen]
iemand een warm hart toedragen
[erg aardig vinden]
ergens warm voor lopen
[er enthousiast over worden]
iemand ergens voor warm maken
[zorgen dat hij er enthousiast voor wordt]
je bent warm
[je hebt het bijna gevonden]
warme kleuren
[die een prettige indruk geven]
de warme bakker
[die zelf nog brood bakt]
ze fladdert door het leven
[vat het leven luchtig op]
ze eten droog brood
[zonder boter of beleg]
de baby is droog
[heeft niet in zijn broek geplast]
een droge keel hebben
[dorst hebben]
het niet met droge ogen kunnen aanzien
[niet zonder te huilen]
hoog en droog zitten
[veilig zijn]
nog niet droog zijn achter de oren
[jong en onervaren]
zijn schaapjes op het droge hebben
[van zijn verdiende geld kunnen leven]
als een vis op het droge
[hulpeloos]
als een vis op het droge
[hulpeloos]
als droog zand aan elkaar hangen
[zonder samenhang zijn]
er is geen droog brood mee te verdienen
[het levert bijna niets op]
een dik belegde boterham
[met veel beleg]
een dikke huid hebben
[ongevoelig zijn]
een dikke nek hebben
[arrogant zijn, kapsones hebben]
een dikke pil
[een dik boek]
maak je niet dik, dun is de mode
[wind je niet op]
zich dik maken
[zich opwinden]
zij zijn dikke vrienden
[heel goede vrienden]
dat zit er dik in
[dat is te verwachten]
ze doen graag dik
[ze scheppen op]
dat is dik voor elkaar
[helemaal in orde]
dikke kans dat....
[het is waarschijnlijk dat...]
dat komt dik voor elkaar
[dat komt helemaal in orde]
een dik uur
[ruim een uur]
het er dik bovenop leggen
[overdrijven]
het ligt er dik bovenop
[het is overduidelijk]
door dik en dun
[wat er ook gebeurt]
het is dikke mik tussen die twee
[ze zijn goed bevriend]
een bruin café
[café met donkere muren en meubels]
ze bruin (kunnen) bakken
[erg overdrijven, het te gek maken]
een bruin leven
[wild en ongeregeld]
ergens je tenten opslaan
[er gaan wonen]
ze braken de tent af
[waren uitbundig en enthousiast]
hem uit zijn tent lokken
[uitdagen]
we moeten de tent sluiten
[we gaan failliet]
zand erover
[we praten er niet meer over]
zand schuurt de maag
[een beetje zand in het eten is niet erg]
als los zand
[zonder samenhang]
hem zand in de ogen strooien
[hem misleiden]
zijn kop in het zand steken
[iets niet willen zien]
bouwen op los zand
[iets ondernemen zonder de vereiste voorbereiding]
in het zand bijten
[neervallen of verliezen]
zand erover
[we praten er niet meer over]
zand schuurt de maag
[een beetje zand in het eten is niet erg]
als los zand
[zonder samenhang]
hem zand in de ogen strooien
[hem misleiden]
zijn kop in het zand steken
[iets niet willen zien]
bouwen op los zand
[iets ondernemen zonder de vereiste voorbereiding]
in het zand bijten
[neervallen of verliezen]
zakken voor een examen
[niet voldoende punten halen]
slagen voor een examen
[voldoende punten halen]
iemand onder uit de zak geven
[scherpe kritiek op hem geven]
een kat in de zak kopen
[iets wat waardeloos blijkt te zijn]
zakjes plakken
[in de gevangenis zitten]
oude wijn in nieuwe zakken
[iets bekends in een nieuwe vorm]
in zak en as zitten
[in een toestand van verslagenheid]
een duit in het zakje doen
[een woordje meespreken]
iemand de zak geven
[hem ontslaan]
geld op zak hebben
[geld bij je hebben]
dat kun je in je zak steken
[die opmerking was raak]
die kan hij in zijn zak steken
[hij is veel beter dan die ander]
zonder een cent op zak
[zonder contant geld bij zich te hebben]
het geld brandt hem in de zak
[hij wil het graag uitgeven]
zijn zakken vullen
[zich verrijken]
iets uit eigen zak betalen
[zelf de kosten dragen]
op zijn zak teren
[van zijn geld leven]
een ouwe zak
[oude man]
ik begrijp er geen zak van
[helemaal niets]
zaken doen
[het sluiten van overeenkomsten]
geduld is een schone zaak
[heb nou maar geduld]
zaken gaan voor het meisje
[je werk is belangrijker dan een afspraakje]
zijn zaken waarnemen
[zijn belangen behartigen]
de zaak komt voor
[de rechtszaak]
hij is ter zake kundig
[hij weet er veel van]
kom ter zake!
[zeg wat je te zeggen hebt]
dat doet niet ter zake
[is niet belangrijk]
de stand van zaken
[hoe het ervoor staat]
het fijne van de zaak vertelt hij niet
[de precieze gegevens]
dat is mijn zaak
[daar heb jij niets mee te maken]
uit de aard der zaak
[als een noodzakelijk gevolg daarvan]
de zaak is deze
[dit is er aan de hand]
in de kern van de zaak
[in feite, eigenlijk]
gedane zaken nemen geen keer
[wat gebeurd is, laat zich niet veranderen]
met kennis van zaken
[op deskundige wijze]
met kennis van zaken
[op deskundige wijze]
onverrichter zake terugkeren
[zonder dat men zijn doel heeft bereikt]
opening van zaken geven
[vertellen hoe het precies in elkaar zit]
de zaak aan het rollen brengen
[erover beginnen, ermee beginnen]
er komt schot in de zaak
[het begint zich te ontwikkelen]
er komt schot in de zaak
[het begint zich te ontwikkelen]
zoals de zaken nu staan ...
[zoals de situatie nu is]
het is zaak om ...
[we moeten ervoor zorgen]
het is niet veel zaaks
[stelt niet veel voor]
je wonden likken
[in stilte bijkomen van een nederlaag]
zachte heelmeesters maken stinkende wonden
[halve maatregelen verergeren de zaak]
een oude wond
[verdriet uit het verleden]
de tijd heelt alle wonden
[mettertijd komt men alle verdriet weer te boven]
een nog verse wond
[recent verdriet]
kop op!
[houd moed!]
de kop indrukken [
ervoor zorgen dat het geen kans krijgt]
een verhaal met kop noch staart
[onbegrijpelijk]
op de kop af
[precies]
een bord voor je kop hebben
[niet zien wat voor iedereen duidelijk is]
je niet op je kop laten zitten
[niet alles goedvinden]
je kop in het zand steken
[jezelf voor de gek houden]
dat zal me de kop niet kosten
[dat kan ik wel betalen]
de hele zaal stond op zijn kop
[alles lag door elkaar, niemand bleef op zijn stoel]
kopjes geven
[een kat die met zijn kop ergens langs strijkt]
de kop opsteken
[zich opnieuw vertonen]
iemand op zijn kop geven
[hem berispen, een standje geven]
iemand een kopje kleiner maken
[hem doden, verslaan]
de kolder in de kop krijgen
[onhandelbaar worden]
wat hij in zijn kop heeft, heeft hij niet in zijn kont
[hij geeft niet gauw op]
met je kop tegen de muur lopen
[niet bereiken wat je wilt]
iets in je kop stampen
[het met moeite in je geheugen opnemen]
de koppen tellen
[de aanwezigen]
zaagsel in zijn kop hebben
[dom zijn, niets begrijpen]
je niet op je kop laten zitten
[niet alles goedvinden]
een Haags kopje
[halfvol]
hou die doos niet op zijn kop!
[ondersteboven]
over de kop slaan
[ondersteboven vallen]
op zijn kop
[ondersteboven]
koplamp
[lamp die voorop de fiets of de auto zit]
de spijker op de kop slaan
[zeggen waar het precies om gaat]
iets bij de kop vatten
[eraan beginnen]
iets op de kop tikken
[erin slagen het te krijgen of te kopen]
op de kop af
[precies]
z'n kalmte bewaren
[niet boos worden]
wie wat bewaart heeft wat
[het is verstandig om iets te bewaren voor als je het nodig hebt]
wortel schieten


[zich met de wortels vasthechten in de grond]








































































































.







12056

wortel schieten
[er heel lang blijven]
het met wortel en tak uitroeien
[helemaal]
het eens worden
[overeenstemming bereiken]
het wordt hoog tijd
[de tijd is aangebroken]
wordt vervolgd
[we gaan er de volgende keer mee door]
er wijs uit worden
[zien hoe het in elkaar zit]
hij heeft het niet met zoveel woorden gezegd
[niet precies zo]
hem aan het woord laten
[hem de anderen toe laten spreken]
met andere woorden
[anders gezegd]
er geen woorden voor hebben
[het heel goed of heel erg vinden]
je haalt me de woorden uit de mond
[je zegt wat ik net had willen zeggen]
er geen woorden aan vuil willen maken
[er niet over willen spreken]
hij had het hoogste woord
[was steeds op een overheersende manier aan het praten]
het hoge woord komt eruit
[hij zegt wat hij eerst niet durfde te zeggen]
met twee woorden spreken
['ja meneer' zeggen, in plaats van 'ja']
iemand woorden in de mond leggen
[niet juist navertellen wat hij gezegd heeft]
het laatste woord willen hebben
[er als laatste iets over willen beslissen]
van het ene woord kwam het andere
[het ontaardde in ruzie]
wiens brood men eet, diens woord men spreekt
[je staat aan de kant van degene bij wie je in dienst bent]
ergens geen woorden voor hebben
[het niet kunnen uitleggen]
dat is geen woord teveel gezegd
[dat is niet overdreven]
woorden hebben
[ruzie hebben]
woorden hebben
[ruzie hebben]
holle woorden
[zonder inhoud]
holle woorden
[zonder inhoud]
het hoogste woord hebben
[druk en zelfbewust praten]
let op mijn woorden!
[dat zal zeker gebeuren]
woorden schieten tekort
[het is niet in woorden uit te drukken]
met twee woorden spreken
[niet alleen met ja of nee antwoorden]
woord voor woord
[volledig en precies]
je woorden wegen
[zorgvuldig formuleren]
ik geloof je op je woord
[omdat je het zegt]
woord houden
[doen wat je beloofd hebt]
iemand aan zijn woord houden
[verlangen dat hij doet wat hij beloofd heeft]
een man van zijn woord
[iemand die zich aan zijn afspraken houdt]
een man een man, een woord een woord
[iemand die eerlijk is, houdt zich aan zijn beloftes]
iemand aan het woord laten
[laten uitspreken]
het woord voeren
[spreken]
zijn woordje kunnen doen
[zich goed kunnen uitdrukken]
het woord richten tot iemand
[hem toespreken]
iemand te woord staan
[hem aanhoren]
een goed woordje voor hem doen
[hem aanbevelen]
een vies woord
[een woord dat met seks of met ontlasting te maken heeft]
niet uit je woorden kunnen komen
[er niet in slagen het te zeggen]
hem op zijn woord geloven
[hij hoeft het niet te bewijzen]
een hartig woordje spreken met iemand
[hem zeggen wat je vindt]
er was geen woord tussen te krijgen
[ik kreeg niet de kans om iets te zeggen]
een goed verstaander heeft maar een half woord nodig
[voor iemand die goed luistert, is een aanduiding voldoende]
enkele woorden wisselen
[met elkaar spreken]
een aardig woordje Engels spreken
[die taal goed beheersen]
altijd het laatste woord willen hebben
[altijd nog iets willen toevoegen]
de daad bij het woord voegen
[een plan meteen ten uitvoer brengen]
daar is geen woord Frans bij
[dat is heel duidelijk]
daarover is het laatste woord nog niet gesproken
[die zaak is nog niet afgehandeld]
woorden hebben
[ruzie hebben]
nood breekt wet
[als je in moeilijkheden bent kun je je niet altijd aan de regels houden]
van de nood een deugd maken
[van een moeilijke situatie iets goeds maken]
in geval van nood
[als de nood je ertoe dwingt]
geen nood!
[uitroep als een probleem snel kan worden opgelost]
nood leert bidden
[als je in nood bent, leer je om hulp vragen]
als de nood het hoogst is, is de redding nabij
[als de moeilijkheden het ergst zijn, komt er snel hulp]
we komen in tijdnood
[hebben geen tijd genoeg]
ik heb hoge nood
[moet dringend naar de WC]
woningnood
[veel behoefte aan woningen]
geen wonder dat hij gevallen is
[het verbaast me niets]
het is een wonder dat hij nog leeft
[het is onverklaarbaar]
dat middel doet wonderen
[het helpt erg goed]
wonder boven wonder
[tot ieders verrassing]
de wonderen zijn de wereld nog niet uit
[dat had ik nu nooit verwacht]
een witte kerst
[als er sneeuw ligt]
zo wit als sneeuw
[erg wit]
de witte vlag
[teken van overgave]
een wit voetje bij iemand halen
[slijmen, proberen bij hem in de gunst te komen]
de witte boorden
[kantoorpersoneel, ambtenaren]
wit om de neus worden
[angstig, bang worden]
Witte Donderdag
[de donderdag voor Pasen]
een witte fiets
[die iedereen mag gebruiken]
witte plekken
[gedeelten op een landkaart die nog niet bekend zijn]
de witte vlag
[teken in de strijd dat men wil onderhandelen]
een wit voetje proberen te halen
[bij iemand in de gunst proberen te komen]
een witte wereld
[een besneeuwd landschap]
zwart op wit
[een bewijs op schrift]
wit wegtrekken
[erg bleek worden]
zo wit als een doek
[erg bleek]
witte rijst
[gepelde rijst]
wit om de neus worden
[verbleken van angst]
witte artikelen
[goedkope producten zonder merknaam]
een witte school
[waar blanke kinderen in de meerderheid zijn]
witte rijst
[gepelde rijst]
bruine rijst
[zilvervliesrijst, ongepeld]
een witte kerst
[als er sneeuw ligt]
zo wit als sneeuw
[erg wit]
de witte vlag
[teken van overgave]
een wit voetje bij iemand halen
[slijmen, proberen bij hem in de gunst te komen]
de witte boorden
[kantoorpersoneel, ambtenaren]
wit om de neus worden
[angstig, bang worden]
Witte Donderdag
[de donderdag voor Pasen]
een witte fiets
[die iedereen mag gebruiken]
witte plekken
[gedeelten op een landkaart die nog niet bekend zijn]
de witte vlag
[teken in de strijd dat men wil onderhandelen]
een wit voetje proberen te halen
[bij iemand in de gunst proberen te komen]
een witte wereld
[een besneeuwd landschap]
zwart op wit
[een bewijs op schrift]
wit wegtrekken
[erg bleek worden]
zo wit als een doek
[erg bleek]
witte rijst
[gepelde rijst]
wit om de neus worden
[verbleken van angst]
witte artikelen
[goedkope producten zonder merknaam]
een witte school
[waar blanke kinderen in de meerderheid zijn]
een witte kerst
[als er sneeuw ligt]
zo wit als sneeuw
[erg wit]
de witte vlag
[teken van overgave]
een wit voetje bij iemand halen
[slijmen, proberen bij hem in de gunst te komen]
de witte boorden
[kantoorpersoneel, ambtenaren]
wit om de neus worden
[angstig, bang worden]
Witte Donderdag
[de donderdag voor Pasen]
een witte fiets
[die iedereen mag gebruiken]
witte plekken
[gedeelten op een landkaart die nog niet bekend zijn]
de witte vlag
[teken in de strijd dat men wil onderhandelen]
een wit voetje proberen te halen
[bij iemand in de gunst proberen te komen]
een witte wereld
[een besneeuwd landschap]
zwart op wit
[een bewijs op schrift]
wit wegtrekken
[erg bleek worden]
zo wit als een doek
[erg bleek]
witte rijst
[gepelde rijst]
wit om de neus worden
[verbleken van angst]
witte artikelen
[goedkope producten zonder merknaam]
een witte school
[waar blanke kinderen in de meerderheid zijn]
goed in het vlees zitten
[niet mager zijn]
je eigen vlees en bloed
[je kinderen]
het is vlees noch vis
[het hoort nergens bij]
ik wil weten wat voor vlees ik in de kuip heb
[met wat voor mens ik te doen heb]
geen vlees zonder been
[niets is zonder gebreken]
in eigen vlees snijden
[jezelf benadelen]
wit vlees
[van gevogelte en konijnen]
een witte kerst
[als er sneeuw ligt]
zo wit als sneeuw
[erg wit]
de witte vlag
[teken van overgave]
een wit voetje bij iemand halen
[slijmen, proberen bij hem in de gunst te komen]
de witte boorden
[kantoorpersoneel, ambtenaren]
wit om de neus worden
[angstig, bang worden]
Witte Donderdag
[de donderdag voor Pasen]
een witte fiets
[die iedereen mag gebruiken]
witte plekken
[gedeelten op een landkaart die nog niet bekend zijn]
de witte vlag
[teken in de strijd dat men wil onderhandelen]
een witte wereld
[een besneeuwd landschap]
zwart op wit
[een bewijs op schrift]
wit wegtrekken
[erg bleek worden]
zo wit als een doek
[erg bleek]
witte rijst
[gepelde rijst]
wit om de neus worden
[verbleken van angst]
zo wit als een doek
[erg bleek]
witte rijst
[gepelde rijst]
wit om de neus worden
[verbleken van angst]
witte artikelen
[goedkope producten zonder merknaam]
een witte school
[waar blanke kinderen in de meerderheid zijn]
een witte kerst
[als er sneeuw ligt]
zo wit als sneeuw
[erg wit]
de witte vlag
[teken van overgave]
een wit voetje bij iemand halen
[slijmen, proberen bij hem in de gunst te komen]
de witte boorden
[kantoorpersoneel, ambtenaren]
wit om de neus worden
[angstig, bang worden]
Witte Donderdag
[de donderdag voor Pasen]
een witte fiets
[die iedereen mag gebruiken]
witte plekken
[gedeelten op een landkaart die nog niet bekend zijn]
de witte vlag
[teken in de strijd dat men wil onderhandelen]
een wit voetje proberen te halen
[bij iemand in de gunst proberen te komen]
een witte wereld
[een besneeuwd landschap]
zwart op wit
[een bewijs op schrift]
wit wegtrekken
[erg bleek worden]
zo wit als een doek
[erg bleek]
witte rijst
[gepelde rijst]
wit om de neus worden
[verbleken van angst]
witte artikelen
[goedkope producten zonder merknaam]
een witte school
[waar blanke kinderen in de meerderheid zijn]
in het wit trouwen
[in een witte trouwjurk]
wit begint
[degene die met de witte stenen of stukken speelt]
winst boeken
[winst halen]
vooruitgang boeken
[vooruitgaan]
waar bemoei je je mee
[met wat bemoei je je]
wind mee hebben
[de wind in de rug, achter je hebben]
van de wind kun je niet leven
[je moet werken om aan de kost te komen]
het gaat hem voor de wind
[alles gaat voorspoedig]
met alle winden meewaaien
[met iedereen meepraten]
hij heeft de wind eronder
[ze doen wat hij zegt]
de wind van voren krijgen
[scherpe kritiek krijgen]
iets in de wind slaan
[er niet op letten]
wind en weder dienende
[als het goed weer is]
wie wind zaait, zal storm oogsten
[voor fouten word je vaak zwaar gestraft]
als de wind
[zeer snel]
er waait een frisse wind
[er is een nieuwe aanpak]
waait de wind uit díe hoek?
[zit het zo?]
weten uit wat voor hoek de wind waait
[waar de tegenwerking vandaan komt]
van de wind kun je niet leven
[er moet gewerkt worden voor de kost]
je kop in de wind gooien
[opstandig, tegendraads zijn]
de wind gaat liggen
[het houdt op met waaien]
de wind mee hebben
[in gunstige omstandigheden zijn]
een waarschuwing in de wind slaan
[er niets mee doen]
een uur in de wind stinken
[heel erg stinken]
hem de wind uit de zeilen nemen
[hem hinderen, gaan doen wat hij al wilde gaan doen]
zoals de wind waait, waait zijn jasje
[hij doet altijd waar hij het meeste voordeel van heeft]
wilt u mij even excuseren?

[vindt u het goed dat ik even wegga?]
een wilde staking
[niet georganiseerd maar spontaan]
in het wilde weg
[zonder goed te kijken of te denken]
wild enthousiast ]
[erg enthousiast]
zijn wilde haren verliezen
[zijn jeugdige onbezonnenheid kwijtraken]
wilde verhalen
[overdreven of verzonnen verhalen]
in het wilde weg
[lukraak, zomaar]
het wilde westen
[het westen van de Verenigde Staten in de tijd dat er nog geen gezag was]
ik ben wild op chocola
[ik ben er dol op]
een wilde plakker
[die zonder toestemming overal affiches opplakt]
een wilde staking
[die zonder toestemming van de vakbonden ontstaan is]
de wilde vaart
[ongeregeld vrachtverkeer per boot]
een wilde staking
[niet georganiseerd maar spontaan]
in het wilde weg
[zonder goed te kijken of te denken]
zijn wilde haren verliezen
[zijn jeugdige onbezonnenheid kwijtraken]
wilde verhalen
[overdreven of verzonnen verhalen]
in het wilde weg
[lukraak, zomaar]
het wilde westen
[het westen van de Verenigde Staten in de tijd dat er nog geen gezag was]
ik ben wild op chocola
[ik ben er dol op]
een wilde plakker
[die zonder toestemming overal affiches opplakt]
een wilde staking
[die zonder toestemming van de vakbonden ontstaan is]
de wilde vaart
[ongeregeld vrachtverkeer per boot]
wij beleven daar veel plezier aan
[wij vinden het erg prettig en leuk]
wil je mij een plezier doen
[iets doen wat mij blij maakt]
het voor je plezier doen
[alleen omdat je het leuk vindt]
plezier maken
[samen met anderen iets leuks doen]
met plezier!
[ik doe het graag]
veel plezier!
[zorg dat je het leuk hebt]
kunt u ons laten weten wat het besluit is
[kunt u ons dat meedelen?]
laat maar
[het hoeft niet meer]
het buiten beschouwing laten
[het er niet over hebben]
we laten het erbij
[we veranderen er niets aan]
dat laat me koud
[het doet me niets]
wil je me met rust laten?
[niet storen]
toen ik het geld teruggaf, zei de klant: laat maar zitten
[ik hoef het niet terug]
die baan heb ik laten schieten
[ik heb hem niet genomen]
ik ben nog nooit in het buitenland geweest, laat staan in Zuid-Afrika
[dus daar zeker niet]
een wind laten
[die niet inhouden]
laat hij nou gelijk hebben!
[tot mijn verbazing had hij gelijk]
dat heb ik niet graag
[dat vind ik niet plezierig]
ik mag hem graag
[ik vind hem erg aardig]
wil je koffie? ja, graag!
[ja, lekker!]
de deur wijd openzetten voor iets
[er alle gelegenheid voor geven]
de wijde wereld in trekken
[op reis gaan om avonturen te beleven en kennis op te doen]
wijd en zijd
[overal, naar alle kanten]
wij zitten op rozen
[wij hebben het goed getroffen]
hij slaapt als een roos
[erg diep]
geen roos zonder doornen
[wat aangenaam is, heeft ook vervelende kanten]
zijn leven gaat niet over rozen
[hij heeft veel tegenslag]
er zorg voor dragen
[zorgen dat het gebeurt]
je er zorgen over maken
[bang zijn dat het verkeerd afloopt]
dat is van later zorg
[daar maken we ons nu nog niet druk om]
dat zal mij een zorg zijn
[dat kan me niets schelen]
zorgen hebben
[bang zijn voor de toekomst]
wij zijn uit de zorgen
[wij hoeven nergens meer bezorgd over te zijn]
dat baart me zorgen
[daar ben ik bezorgd over]
een zieltje zonder zorg
[iemand die onbekommerd leeft]
wij zijn telefonisch te bereiken
[je kunt ons bellen]
de kosten rijzen de pan uit
[ze worden erg hoog]
de vijand in de pan hakken
[helemaal verslaan]
het was een pan!
[een enorme rotzooi]
een veeg uit de pan krijgen
[een flinke berisping]
de vlam slaat in de pan
[de inhoud van de pan vliegt in brand]
ij zijn onder de pannen
[we hebben onderdak]
ik neem de maat
[ik meet]
met mate
[niet te veel]
hij kan geen maat houden
[neemt altijd teveel]
dat is onder de maat ]
[onvoldoende]
met twee maten meten
[verschillende normen gebruiken]
de maat is vol
[ik neem het niet langer]
in hoge mate
[zeer]
in alle soorten en maten
[in alle variëteiten]
beneden de maat
[onvoldoende]
in de maat zingen
[goed volgens het telpatroon van het stuk]
de maat slaan [
met je hand aangeven hoe de maat is]
geen maat kunnen houden
[geen gevoel voor ritme hebben]
in de maat lopen [
volgens een vast ritme]
wij zijn goede maatjes
[met elkaar bevriend]
Jan Rap en zijn maat [
uitschot, tuig]
een brede rug hebben
[veel kritiek kunnen verdragen]
een brede scheiding hebben (bij mannen)
[kaal zijn]
brede schouders hebben
[veel kunnen verdragen]
het is zo lang als het breed is
[het komt op hetzelfde neer]
wie het breed heeft, laat het breed hangen
[wie veel bezit, kan veel uitgeven]
het niet breed hebben
[arm zijn]
al lang en breed
[al lang]
het er lang en breed over gehad hebben
[uitgebreid besproken hebben]
voor een breed publiek
[van veel verschillende mensen]
het breed uitmeten
[overdreven voorstellen]
wij hebben het niet breed
[wij hebben niet veel geld]
wie het breed heeft, laat het breed hangen
[wie veel geld heeft, kan veel uitgeven]
zij is van mening dat ...
[zij vindt dat ...]
wij hebben een verschil van mening
[we zijn het niet met elkaar eens]
hij geeft zijn mening over het onderwerp
[hij zegt wat hij ervan vindt]
naar mijn mening .....]
[ik vind ...]
wij beleven daar veel plezier aan
[wij vinden het erg prettig en leuk]
wil je mij een plezier doen
[iets doen wat mij blij maakt]
het voor je plezier doen
[alleen omdat je het leuk vindt]
plezier maken
[samen met anderen iets leuks doen]
met plezier!
[ik doe het graag]
veel plezier!
[zorg dat je het leuk hebt]
daarmee is geen droog brood te verdienen
[het levert geen geld op]
dat is brood op de plank
[geld om van te leven]
droog brood eten
[heel arm zijn]
de honden lusten er geen brood van
[het is schandalig]
de mens leeft niet van brood alleen
[heeft hogere behoeften dan alleen eten en drinken]
je de kaas niet van het brood laten eten
[opkomen voor jezelf]
iets op je brood krijgen
[er de schuld van krijgen, er een verwijt over krijgen]
het brood uit de mond sparen
[bezuinigen op wat je eet, voor iemand anders]
iemand het brood uit de mond stoten
[hem afnemen waar hij zijn geld mee verdient]
op water en brood zitten
[in de gevangenis]
wiens brood men eet, diens woord men spreekt
[je staat aan de kant van degene van wie je afhankelijk bent]
ergens geen brood in zien
[niet verwachten dat het iets oplevert]
kunnen zwijgen
[een geheim kunnen bewaren]
hem het zwijgen opleggen
[verbieden te praten]
er het zwijgen toe doen
[er niets over zeggen]
hem tot zwijgen brengen
[laten stoppen met praten]
om nog maar te zwijgen van ...
[dan hebben we het nog niet eens daarover]
hij heeft het niet met zoveel woorden gezegd
[niet precies zo]
hem aan het woord laten
[hem de anderen toe laten spreken]
met andere woorden
[anders gezegd]
er geen woorden voor hebben
[het heel goed of heel erg vinden]
je haalt me de woorden uit de mond
[je zegt wat ik net had willen zeggen]
er geen woorden aan vuil willen maken
[er niet over willen spreken]
hij had het hoogste woord
[was steeds op een overheersende manier aan het praten]
het hoge woord komt eruit
[hij zegt wat hij eerst niet durfde te zeggen]
met twee woorden spreken
['ja meneer' zeggen, in plaats van 'ja']
iemand woorden in de mond leggen
[niet juist navertellen wat hij gezegd heeft]
het laatste woord willen hebben
[er als laatste iets over willen beslissen]
van het ene woord kwam het andere
[het ontaardde in ruzie]
wiens brood men eet, diens woord men spreekt
[je staat aan de kant van degene bij wie je in dienst bent]
ergens geen woorden voor hebben
[het niet kunnen uitleggen]
dat is geen woord teveel gezegd
[dat is niet overdreven]
woorden hebben
[ruzie hebben]
holle woorden
[zonder inhoud]
het hoogste woord hebben
[druk en zelfbewust praten]
let op mijn woorden!
[dat zal zeker gebeuren]
woorden schieten tekort
[het is niet in woorden uit te drukken]
woord voor woord
[volledig en precies]
je woorden wegen
[zorgvuldig formuleren]
ik geloof je op je woord
[omdat je het zegt]
woord houden
[doen wat je beloofd hebt]
iemand aan zijn woord houden
[verlangen dat hij doet wat hij beloofd heeft]
een man van zijn woord ]
[iemand die zich aan zijn afspraken houdt]
een man een man, een woord een woord
[iemand die eerlijk is, houdt zich aan zijn beloftes]
iemand aan het woord laten
[laten uitspreken]
het woord voeren
[spreken]
zijn woordje kunnen doen
[zich goed kunnen uitdrukken]
het woord richten tot iemand
[hem toespreken]
iemand te woord staan
[hem aanhoren]
een goed woordje voor hem doen
[hem aanbevelen]
een vies woord
[een woord dat met seks of met ontlasting te maken heeft]
hem op zijn woord geloven
[hij hoeft het niet te bewijzen]
een hartig woordje spreken met iemand
[hem zeggen wat je vindt]
er was geen woord tussen te krijgen
[ik kreeg niet de kans om iets te zeggen]
enkele woorden wisselen
[met elkaar spreken]
een aardig woordje Engels spreken
[die taal goed beheersen]
altijd het laatste woord willen hebben
[altijd nog iets willen toevoegen]
de daad bij het woord voegen
[een plan meteen ten uitvoer brengen]
daar is geen woord Frans bij
[dat is heel duidelijk]
daarover is het laatste woord nog niet gesproken
[die zaak is nog niet afgehandeld]
woorden hebben
[ruzie hebben]
kunnen zwijgen
[een geheim kunnen bewaren]
hem het zwijgen opleggen
[verbieden te praten]
er het zwijgen toe doen
[er niets over zeggen]
hem tot zwijgen brengen
[laten stoppen met praten]
om nog maar te zwijgen van ...
[dan hebben we het nog niet eens daarover]
wie zwijgt stemt toe
[als je niets zegt ben je het ermee eens]
een gat in de markt
[iets waar behoefte aan is en dat er nog niet is]
hij heeft een gat in zijn hand
[geeft teveel geld uit]
we sprongen een gat in de lucht
[waren erg blij]
ze heeft een gaatje in haar hoofd
[is niet goed wijs]
daar is het gat van de deur!
[ga weg!]
een gat in de begroting
[begrotingstekort]
een gat in de dag slapen
[laat wakker worden]
iemand in de gaten houden
[scherp op hem letten]
tot het gaatje gaan
[tot het uiterste]
praatjes vullen geen gaatjes
[met mooie beloftes schieten we niets op]
in een gat vallen
[in een hopeloze situatie terechtkomen]
wie zijn gat verbrandt moet op de blaren zitten
[als je iets doms doet, moet je boeten]
het in de gaten hebben
[het merken, weten hoe het zit]
hem in de gaten houden
[op hem letten]
iemand om de tuin leiden
[hem bedriegen, misleiden]
in zijn knollentuin zijn
[het erg naar zijn zin hebben]
een botanische tuin
[plantentuin]
ieder moet zijn eigen tuintje wieden
[zijn eigen gebreken verbeteren]
wie zijn eigen tuintje wiedt, ziet het onkruid van een ander niet
[aansproring om vooral voor jezelf kritisch te zijn]
wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten
[als je iets verkeerds doet, moet je daarvoor boeten]
met zijn billen bloot moeten
[alles wordt tot op de bodem uitgezocht]
iemand voor zijn billen geven
[een pak slaag geven]
wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten
[als je iets verkeerds doet, moet je daarvoor boeten]
iemand voor zijn billen geven
[een pak slaag geven]
nou, geef je nog antwoord?
[vooruit, geef je nog antwoord?]
nou, dan ga ik maar
[conclusie: dan ga ik maar]
nou ja, ik weet het ook niet precies
[ik probeer wel wat, maar ....]
kom nou, jij kunt dat best
[stel je niet aan, jij kunt dat best]
nou, nou, jij hebt veel praatjes!
[rustig aan maar, jij hebt veel praatjes]
lekker gegeten? nou, en of!
[zeker!]
toe nou jongens, hou je mond eens
[ik vraag het jullie]
van de wind kun je niet leven
[je moet werken om aan de kost te komen]
het gaat hem voor de wind
[alles gaat voorspoedig]
met alle winden meewaaien
[met iedereen meepraten]
hij heeft de wind eronder
[ze doen wat hij zegt]
de wind van voren krijgen
[scherpe kritiek krijgen]
iets in de wind slaan
[er niet op letten]
wind en weder dienende
[als het goed weer is]
wie wind zaait, zal storm oogsten
[voor fouten word je vaak zwaar gestraft]
als de wind
[zeer snel]
er waait een frisse wind
[er is een nieuwe aanpak]
waait de wind uit díe hoek?
[zit het zo?]
weten uit wat voor hoek de wind waait
[waar de tegenwerking vandaan komt]
van de wind kun je niet leven
[er moet gewerkt worden voor de kost]
je kop in de wind gooien
[opstandig, tegendraads zijn]
de wind gaat liggen
[het houdt op met waaien]
de wind mee hebben
[in gunstige omstandigheden zijn]
de wind ruimt [
gaat door het noorden naar het westen]
een waarschuwing in de wind slaan
[er niets mee doen]
een uur in de wind stinken
[heel erg stinken]
hem de wind uit de zeilen nemen
[hem hinderen, gaan doen wat hij al wilde gaan doen]
zoals de wind waait, waait zijn jasje
[hij doet altijd waar hij het meeste voordeel van heeft]
een storm in een glas water
[grote ophef om een onbelangrijke zaak]
wie wind zaait, zal storm oogsten
[voor een kleine misstap word je zwaar gestraft]
stilte voor de storm
[onheilspellende rust of stilte]
het te weten komen
[het horen of lezen]
voor je het weet ....
[voor je er erg in hebt]
wie weet!
[het zou best kunnen]
ik weet er niets vanaf
[ik ben onschuldig]
hij weet altijd alles beter
[is eigenwijs]
er weet van hebben
[het weten]
zij weet er wel iets op [
zij weet een oplossing voor het probleem]
z'n kalmte bewaren
[niet boos worden]
wie wat bewaart heeft wat
[het is verstandig om iets te bewaren voor als je het nodig hebt]
e pijlen volgen
[in de richting gaan die ze aanwijzen]
ik kan je niet volgen
[ik begrijp je niet]
wie volgt?
[wie is er aan de beurt]
hij antwoordde als volgt
[op de volgende manier]
een kansje wagen
[iets proberen]
waag het niet om ...!
[doe het niet]
wie niet waagt die niet wint
[wie iets wil bereiken, moet een risico nemen]
ik waag het erop
[ik doe een poging]
je leven wagen
[je leven op het spel zetten]
iemand te slim af zijn
[hem doorzien en zorgen dat zijn plannen niet doorgaan]
wie niet sterk is, moet slim zijn ]
[wie geen kracht heeft, moet zijn verstand gebruiken]
sterke longen hebben
[niet gauw buiten adem raken]
sterk staan
[een positie hebben die niet gemakkelijk aan te vallen is]
zich ergens sterk voor maken
[er je best voor doen]
dat is sterk uitgedrukt
[dat is overdreven]
de sterke arm
[de politie]
zo sterk als een beer (paard)
[heel sterk]
het sterke geslacht
[de mannen]
een sterke man
[iemand die autoritair leiding geeft en orde weet te scheppen]
acht man sterk
[met z'n achten]
acht man sterk
[met z'n achten]
het recht van de sterkste]
[de overmacht die iemand heeft omdat hij de meeste kracht heeft]
wie niet sterk is, moet slim zijn
[wie geen kracht heeft, moet zijn verstand gebruiken]
een sterk werkwoord
[met klinkerwisseling in de verleden tijd]
ik maak mij sterk dat...
[ik vind het waarschijnlijk]
een sterk werkwoord ]
[dat in de verleden tijd van klank verandert]
laat eens van je horen!
[stuur eens een bericht]
ik heb het van horen zeggen
[anderen hebben het me verteld]
wie niet horen wil, moet maar voelen
[als je niet gehoorzaamt krijg je klappen]
horen en zien vergaat je
[het is een vreselijke herrie]
daar ben je mooi klaar mee
[blijk van medeleven als iemand in een nare situatie zit]
iemand uitmaken voor alles wat mooi en lelijk is
[uitschelden]
nou nog mooier!
[verontwaardigde reactie op een belediging]
jij hebt mooi praten
[jij zit niet met die problemen]
het is te mooi om waar te zijn
[zo fijn dat ik het bijna niet kan geloven]
mooi weer spelen
[doen alsof er niets aan de hand is]
een mooi portret
[een kleurrijk, bijzonder persoon]
het mooie eraf kijken
[ergens lang naar kijken]
hij is niet moeders mooiste
[lelijk]
wie mooi wil zijn, moet pijn lijden
[voor een fraai uiterlijk moet je wat overhebben]
het is weer mooi geweest
[we gaan stoppen]
daar komen we mooi van af
[zonder veel schade]
mooie jongen ben jij!
[wat je gedaan hebt is niet zo leuk]
het is mooi geweest zo
[zeg je als iemand ergens mee ophoudt]
mooi niet!
[beslist niet]
pijn in je portemonnee
[geldgebrek]
wie mooi wil gaan moet pijn lijden]
[voor een fraai uiterlijk moet je iets over hebben]
met pijn en moeite
[met erg veel inspanning]
geen centje pijn
[niet de geringste moeite]
de dokter heeft geen dienst
[werkt vandaag niet]
de ene dienst is de andere waard
[als je mij helpt, help ik jou]
tot uw dienst
[als iemand je bedankt omdat je wat voor hem deed]
wat is er van uw dienst?
[waarmee kan ik u helpen?]
wie maakt hier de dienst uit?
[wie is de baas?]
de lift is buiten dienst
[doet het niet]
ik heb geen flauw idee
[ik zou het echt niet weten]
ik heb er geen idee van
[ik weet het echt niet]
hem op een idee brengen
[hem helpen een idee te krijgen]
wie kwam op dat idee?
[wie bedacht dat?]
naar mijn idee kan dat niet
[volgens mij kan dat niet]
een balletje trappen
[een partijtje voetballen]
wie kaatst moet de bal verwachten
[als je plaagt word je teruggeplaagd]
er geen bal van snappen
[er niets van snappen]
de bal afgeven
[aan iemand anders toespelen]
de bal ligt nu bij hem
[nu moet hij actie ondernemen]
ergens een balletje over opgooien
[erover beginnen om de reacties te peilen]
de bal is rond
[er is van alles mogelijk]
de bal terugkaatsen
[een gevat antwoord geven]
ergens de ballen van begrijpen
[er niets van snappen]
het interesseert me geen bal
[niets]
er de ballen verstand van hebben
[er helemaal geen verstand van hebben]
de ballen!
[informele afscheidsgroet]
geen bal uitvoeren
[helemaal niets]
tot de volgende keer
[de keer na deze keer]
wie is het volgende slachtoffer?
[wie is er aan de beurt?]
wie is aan slag?
[aan de beurt om te slaan]
polsslag
[het kloppen van het bloed in de pols]
het is op slag van zessen
[bijna zes uur]
een vrije slag
[die je ongehinderd mag nemen]
met de Franse slag
[haastig en oppervlakkig]
hij heeft er slag van
[hij is er handig in]
het was een slag in de lucht
[een onzekere gok]
zijn slaag slaan ]
[van een gunstige situatie profiteren]
zonder slag of stoot
[zonder zich te verzetten]
zonder slag of stoot
[zonder dat erover gestreden hoeft te worden]
een slag kleiner
[iets kleiner]
je slag slaan
[een kans krijgen en die benutten]
er een slag naar slaan
[ernaar raden]
aan de slag gaan
[beginnen]
van slag zijn
[van streek, overstuur]
een slag om de arm houden
[nog geen definitieve uitspraak doen]
op slag dood
[direct dood]
ZVV is aan de bal ]
[de spelers van ZVV hebben de bal]
ik vind er niets aan
[ik vind het niet leuk]
hij is er slecht aan toe
[het gaat slecht met hem]
wie is aan de beurt?
[wie is de volgende klant?]
hoe kom je aan die hoed?
[hoe heb je die hoed gekregen?]
ik kan er niets aan doen
[ik kan het niet helpen, het is mijn schuld niet]
ik vind er niets aan
[ik vind het helemaal niet leuk]
alles was in kannen en kruiken
[klaar, geregeld]
altijd het onderste uit de kan willen hebben
[het meeste willen van allemaal]
wie het onderste uit de kan wil hebben, krijgt het deksel op zijn neus
[waarschuwing voor mensen die erg begerig zijn]
wie het laatst lacht, lacht het best
[om duidelijk te maken dat een ander je te vroeg uitlacht]
een klein eindje
[een kort stukje]
ik krijg hem wel klein
[ik win het wel van hem]
wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd ]
[wie niet blij is met iets kleins, is het niet waard iets groots te krijgen]
het kleinste kamertje
[het toilet]
hij is voor geen kleintje vervaard
[durft alles aan]
iemand een kopje kleiner maken
[hem doden]
alles kort en klein slaan
[kapot slaan]
wat is de wereld toch klein!
[dat zeg je als je ver van huis vrienden of kennissen tegenkomt]
daar is hij een kleine jongen bij
[vergeleken daarmee is hij onbeduidend]
de kleine
[de baby of de peuter]
een kleine boodschap doen
[plassen, urineren]
een kleine eter zijn
[weinig eten]
wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd
[wie niet blij is met iets kleins, verdient geen waardevolle, dure dingen]
heeft u het niet kleiner?
[in munten met een geringere waarde?]
de kleine kas
[geld voor dagelijkse uitgaven]
voor een klein prijsje
[voor weinig geld]
de kleine kaart
[beperkte kaart met eenvoudige gerechten]
hij is nogal klein van geest
[bekrompen]
een klein jaar
[bijna een jaar]
wie het eerst komt, het eerst maalt
[wie er het eerste bij is, heeft de eerste kans]
erachter komen
[het ontdekken]
tussenbeide komen
[bemiddelen in een ruzie]
tot jezelf komen
[weer rustig en helder worden]
er kwam iets tussen
[iets verhinderde het]
hoe komt dat?
[wat is de oorzaak?]
er kwam iets tussen
[iets verhinderde het]
hoe komt dat?
[wat is de oorzaak?]
hoe kom je daarbij
[waar haal je dat idee vandaan?]
dat komt ervan als je teveel eet
[dat is het gevolg]
ik kan niet op zijn naam komen
[ik kan me zijn naam niet herinneren]
het komt wel goed
[het loopt wel goed af]
kom op!
[laat de moed niet zakken]
die som is moeilijk, ik kom er niet uit
[ik kan hem niet oplossen]
ik zal het wel te weten komen
[ik ontdek het wel]
een brede rug hebben
[veel kritiek kunnen verdragen]
een brede scheiding hebben (bij mannen)
[kaal zijn]
brede schouders hebben
[veel kunnen verdragen]
het is zo lang als het breed is ]
[het komt op hetzelfde neer]
wie het breed heeft, laat het breed hangen
[wie veel bezit, kan veel uitgeven]
het niet breed hebben
[arm zijn]
al lang en breed
[al lang]
het er lang en breed over gehad hebben
[uitgebreid besproken hebben]
voor een breed publiek
[van veel verschillende mensen]
het breed uitmeten
[overdreven voorstellen]
wij hebben het niet breed
[wij hebben niet veel geld]
wie het breed heeft, laat het breed hangen
[wie veel geld heeft, kan veel uitgeven]
een brede rug hebben
[veel kritiek kunnen verdragen]
een brede scheiding hebben (bij mannen)
[kaal zijn]
brede schouders hebben
[veel kunnen verdragen]
het is zo lang als het breed is
[het komt op hetzelfde neer]
wie het breed heeft, laat het breed hangen
[wie veel bezit, kan veel uitgeven]
het niet breed hebben
[arm zijn]
al lang en breed
[al lang]
het er lang en breed over gehad hebben
[uitgebreid besproken hebben]
voor een breed publiek
[van veel verschillende mensen]
het breed uitmeten
[overdreven voorstellen]
wij hebben het niet breed
[wij hebben niet veel geld]
wie het breed heeft, laat het breed hangen
[wie veel geld heeft, kan veel uitgeven]
wie heeft me dat geleverd?
[wie heeft me dat aangedaan?]
hij heeft het 'm geleverd
[hij heeft het gepresteerd]
hij heeft last van zijn geweten
[voelt zich schuldig]
wie heeft dat op zijn geweten?
[wie heeft het gedaan?]
een kwaad geweten hebben
[zich schuldig voelen]
gestolen goed gedijt niet
[wat je gestolen hebt brengt je ongeluk]
have en goed verliezen
[al zijn bezit]
have en goed verliezen
[al zijn bezit]
onroerend goed
[bezittingen die niet van hun plaats kunnen, bijvoorbeeld huizen]
dat belooft niet veel goeds
[reactie op een ongunstig voorteken]
geen goed meer kunnen doen bij iemand
[helemaal bij hem uit de gunst zijn]
hou me ten goede
[verontschuldiging als je iets vervelends gaat zeggen]
ten goede komen aan iemand of iets
[gunstig zijn voor iemand of iets]
dit geld komt ten goede aan de kerk
[is voor de kerk]
hij doet zich te goed aan paling
[hij zit lekker te smullen van paling]
ik heb nog iets te goed
[ik moet nog iets krijgen]
ter ere van het jubileum
[vanwege het jubileum]
ik heb de eer u mee te delen ..
[het is voor mij heel bijzonder dat ik u mee mag delen ..]
hem de laatste eer bewijzen
[bij zijn begrafenis zijn]
ik heb het naar eer en geweten gedaan
[zoals ik dacht dat goed was]
Jasper doet de tafel eer aan
[hij eet goed]
Jasper doet de tafel eer aan
[hij eet goed]
Koen Flink doet zijn naam eer aan
[doet wat bij zijn naam past]
het in ere herstellen
[het opnieuw gaan gebruiken]
wie gaat met de eer strijken?
[wie krijgt alle bewondering?]
wie eens steelt, is altijd een dief
[als je een keer gestolen hebt, vertrouwen de mensen je nooit meer]
hem knijpen als een oude dief
[heel bang zijn]
de gelegenheid maakt de dief
[waarschuwing om het dieven niet te gemakkelijk te maken]
een dief van je eigen portemonnee zijn
[jezelf benadelen]
in de put zitten
[verdrietig, neerslachtig zijn]
wie een put graaft voor een ander, valt er zelf in
[wie een ander kwaad wil doen, heeft daar vaak zelf last van]
het is een bodemloze put
[iets wat eindeloos geld kost]
iemand uit de put halen
[opvrolijken]
als het kalf verdronken is, dempt men de put
[men treft pas maatregelen als het te laat is]
wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in
[wie een ander kwaad wil doen, heeft daar zelf last van]
daar zal ik een stokje voor steken
[dat zal ik verhinderen]
hij krijgt het met iedereen aan de stok
[heeft met iedereen ruzie]
je krijgt mij daar met geen stok naar toe
[ik ga absoluut niet]
dat is een stok achter de deur
[iets vervelends waarmee je hem aan kunt sporen]
iemand een stok tussen de benen steken
[zijn plannen verhinderen]
alle gekheid op een stokje
[nu is het afgelopen met grappig doen]
wie een hond wil slaan, vindt licht een stok
[wie kwaad wil, vindt altijd wel een reden]
met de kippen op stok gaan
[vroeg naar bed gaan]
met geen stok
[op geen enkele wijze]
van je stokje gaan
[flauwvallen]
wie doet de post op de bus?
[in de brievenbus]
hij kwam als beste uit de bus
[tevoorschijn]
het klopt als een bus
[helemaal, perfect]
z'n kalmte bewaren
[niet boos worden]
wie wat bewaart heeft wat
[het is verstandig om iets te bewaren voor als je het nodig hebt]
wortel schieten
[zich met de wortels vasthechten in de grond]
het met wortel en tak uitroeien
[helemaal]
het eens worden
[overeenstemming bereiken]
het wordt hoog tijd
[de tijd is aangebroken]
wordt vervolgd
[we gaan er de volgende keer mee door]
er wijs uit worden
[zien hoe het in elkaar zit]
hij heeft het niet met zoveel woorden gezegd
[niet precies zo]
hem aan het woord laten
[hem de anderen toe laten spreken]
met andere woorden
[anders gezegd]
er geen woorden voor hebben
[het heel goed of heel erg vinden]
je haalt me de woorden uit de mond
[je zegt wat ik net had willen zeggen]
er geen woorden aan vuil willen maken
[er niet over willen spreken]
hij had het hoogste woord
[was steeds op een overheersende manier aan het praten]

was steeds op een
het hoge woord komt eruit
[hij zegt wat hij eerst niet durfde te zeggen]
met twee woorden spreken
['ja meneer' zeggen, in plaats van 'ja']
iemand woorden in de mond leggen
[niet juist navertellen wat hij gezegd heeft]
het laatste woord willen hebben
[er als laatste iets over willen beslissen]
van het ene woord kwam het andere
[het ontaardde in ruzie]
wiens brood men eet, diens woord men spreekt
[je staat aan de kant van degene bij wie je in dienst bent]
geen woorden maar daden
[we hebben niets aan praatjes alleen]
dat is geen woord teveel gezegd
[dat is niet overdreven]
woorden hebben
[ruzie hebben]
holle woorden
[zonder inhoud]
het hoogste woord hebben
[druk en zelfbewust praten]
let op mijn woorden!
[dat zal zeker gebeuren]
woorden schieten tekort
[het is niet in woorden uit te drukken]
met twee woorden spreken
[niet alleen met ja of nee antwoorden]
woord voor woord
[volledig en precies]
je woorden wegen
[zorgvuldig formuleren]
ik geloof je op je woord
[omdat je het zegt]
woord houden
[doen wat je beloofd hebt]
iemand aan zijn woord houden
[verlangen dat hij doet wat hij beloofd heeft]
een man van zijn woord
[iemand die zich aan zijn afspraken houdt]
een man een man, een woord een woord
[iemand die eerlijk is, houdt zich aan zijn beloftes]
iemand aan het woord laten
[laten uitspreken]
het woord voeren
[spreken]
zijn woordje kunnen doen
[zich goed kunnen uitdrukken]
het woord richten tot iemand
[hem toespreken]
iemand te woord staan
[hem aanhoren]
een goed woordje voor hem doen
[hem aanbevelen]
een vies woord
[een woord dat met seks of met ontlasting te maken heeft]
niet uit je woorden kunnen komen
[er niet in slagen het te zeggen]
hem op zijn woord geloven
[hij hoeft het niet te bewijzen]
een hartig woordje spreken met iemand
[hem zeggen wat je vindt]
er was geen woord tussen te krijgen
[ik kreeg niet de kans om iets te zeggen]
een goed verstaander heeft maar een half woord nodig
[voor iemand die goed luistert, is een aanduiding voldoende]
enkele woorden wisselen
[met elkaar spreken]
een aardig woordje Engels spreken
[die taal goed beheersen]
altijd het laatste woord willen hebben
[altijd nog iets willen toevoegen]
de daad bij het woord voegen
[een plan meteen ten uitvoer brengen]
daar is geen woord Frans bij
[dat is heel duidelijk]
daarover is het laatste woord nog niet gesproken
[die zaak is nog niet afgehandeld]
woorden hebben
[ruzie hebben]
dat heb ik niet graag
[dat vind ik niet plezierig]
mag hem graag
[ik vind hem erg aardig]
wil je koffie? ja, graag!
[ja, lekker!]
je er zorgen over maken
[bang zijn dat het verkeerd afloopt]
dat is van later zorg
[daar maken we ons nu nog niet druk om]
dat zal mij een zorg zijn
[dat kan me niets schelen]
zorgen hebben
[bang zijn voor de toekomst]
wij zijn uit de zorgen
[wij hoeven nergens meer bezorgd over te zijn]
dat baart me zorgen
[daar ben ik bezorgd over]
een zieltje zonder zorg
[iemand die onbekommerd leeft]
wij zijn telefonisch te bereiken
[je kunt ons bellen]
de kosten rijzen de pan uit
[ze worden erg hoog]
de vijand in de pan hakken
[helemaal verslaan]
het was een pan!
[een enorme rotzooi]
een veeg uit de pan krijgen
[een flinke berisping]
de vlam slaat in de pan
[de inhoud van de pan vliegt in brand]
wij zijn onder de pannen
[we hebben onderdak]
ik neem de maat
[ik meet]
met mate
[niet te veel]
hij kan geen maat houden
[neemt altijd teveel]
met twee maten meten
[verschillende normen gebruiken]
de maat is vol
[ik neem het niet langer]
de maat is vol
[ik neem het niet langer]
in hoge mate
[zeer]
in alle soorten en maten
[in alle variëteiten]
beneden de maat
[onvoldoende]
in de maat zingen
[goed volgens het telpatroon van het stuk]
in de maat lopen
[volgens een vast ritme]
wij zijn goede maatjes
[met elkaar bevriend]
Jan Rap en zijn maat
[uitschot, tuig]
een brede rug hebben
[veel kritiek kunnen verdragen]
een brede scheiding hebben (bij mannen)
[kaal zijn]
brede schouders hebben
[veel kunnen verdragen]
het is zo lang als het breed is
[het komt op hetzelfde neer]
wie het breed heeft, laat het breed hangen
[wie veel bezit, kan veel uitgeven]
het niet breed hebben
[arm zijn]
al lang en breed
[al lang]
het er lang en breed over gehad hebben
[uitgebreid besproken hebben]
voor een breed publiek
[van veel verschillende mensen]
het breed uitmeten
[overdreven voorstellen]
wij hebben het niet breed
[wij hebben niet veel geld]
wie het breed heeft, laat het breed hangen
[wie veel geld heeft, kan veel uitgeven]
zij is van mening dat ...
[zij vindt dat ...]
wij hebben een verschil van mening
[we zijn het niet met elkaar eens]
hij geeft zijn mening over het onderwerp
[hij zegt wat hij ervan vindt]
naar mijn mening ...
[ik vind ....]
wij beleven daar veel plezier aan
[wij vinden het erg prettig en leuk]
wil je mij een plezier doen
[iets doen wat mij blij maakt]
plezier maken
[samen met anderen iets leuks doen]
met plezier!
[ik doe het graag]
veel plezier!
[zorg dat je het leuk hebt]
daarmee is geen droog brood te verdienen
[het levert geen geld op]
droog brood eten ]
[heel arm zijn]
de honden lusten er geen brood van
[het is schandalig]
de mens leeft niet van brood alleen
[heeft hogere behoeften dan alleen eten en drinken]
je de kaas niet van het brood laten eten
[opkomen voor jezelf]
iets op je brood krijgen
[er de schuld van krijgen, er een verwijt over krijgen]
het brood uit de mond sparen
[bezuinigen op wat je eet, voor iemand anders]
iemand het brood uit de mond stoten
[hem afnemen waar hij zijn geld mee verdient]
op water en brood zitten
[in de gevangenis]
wiens brood men eet, diens woord men spreekt
[je staat aan de kant van degene van wie je afhankelijk bent]
ergens geen brood in zien
[niet verwachten dat het iets oplevert]
hij heeft het niet met zoveel woorden gezegd
[niet precies zo]
hem aan het woord laten
[hem de anderen toe laten spreken]
met andere woorden
[anders gezegd]
er geen woorden voor hebben
[het heel goed of heel erg vinden]
je haalt me de woorden uit de mond
[je zegt wat ik net had willen zeggen]
er geen woorden aan vuil willen maken
[er niet over willen spreken]
hij had het hoogste woord
[was steeds op een overheersende manier aan het praten]
het hoge woord komt eruit
[hij zegt wat hij eerst niet durfde te zeggen]
met twee woorden spreken
['ja meneer' zeggen, in plaats van 'ja']
iemand woorden in de mond leggen
[niet juist navertellen wat hij gezegd heeft]
het laatste woord willen hebben
[er als laatste iets over willen beslissen]
van het ene woord kwam het andere
[het ontaardde in ruzie]
wiens brood men eet, diens woord men
spreekt [je staat aan de kant van degene bij wie je in dienst bent]
geen woorden maar daden
[we hebben niets aan praatjes alleen]
ergens geen woorden voor hebben
[het niet kunnen uitleggen]
dat is geen woord teveel gezegd
[dat is niet overdreven]
woorden hebben
[ruzie hebben]
holle woorden
[zonder inhoud]
het hoogste woord hebben
[druk en zelfbewust praten]
let op mijn woorden!
[dat zal zeker gebeuren]
woorden schieten tekort
[het is niet in woorden uit te drukken]
met twee woorden spreken
[niet alleen met ja of nee antwoorden]
woord voor woord
[volledig en precies]
je woorden wegen
[zorgvuldig formuleren]
ik geloof je op je woord
[omdat je het zegt]
woord houden
[doen wat je beloofd hebt]
iemand aan zijn woord houden
[verlangen dat hij doet wat hij beloofd heeft]
een man van zijn woord
[iemand die zich aan zijn afspraken houdt]
een man een man, een woord een woord
[iemand die eerlijk is, houdt zich aan zijn beloftes]
iemand aan het woord laten
[laten uitspreken]
het woord voeren
[spreken]
zijn woordje kunnen doen
[zich goed kunnen uitdrukken]
het woord richten tot iemand
[hem toespreken]
iemand te woord staan
[hem aanhoren]
een goed woordje voor hem doen
[hem aanbevelen]
een vies woord
[een woord dat met seks of met ontlasting te maken heeft]
niet uit je woorden kunnen komen
[er niet in slagen het te zeggen]
hem op zijn woord geloven
[hij hoeft het niet te bewijzen]
een hartig woordje spreken met iemand
[hem zeggen wat je vindt]
er was geen woord tussen te krijgen
[ik kreeg niet de kans om iets te zeggen
een goed verstaander heeft maar een half woord nodig
[voor iemand die goed luistert, is een aanduiding voldoende]
enkele woorden wisselen
[met elkaar spreken]
een aardig woordje Engels spreken
[die taal goed beheersen]
altijd het laatste woord willen hebben
[altijd nog iets willen toevoegen]
de daad bij het woord voegen
[een plan meteen ten uitvoer brengen]
daarover is het laatste woord nog niet gesproken
[die zaak is nog niet afgehandeld]
woorden hebben
[ruzie hebben]
kunnen zwijgen
[een geheim kunnen bewaren]
hem het zwijgen opleggen
[verbieden te praten]
er het zwijgen toe doen
[er niets over zeggen]
hem tot zwijgen brengen
[laten stoppen met praten]
om nog maar te zwijgen van ...
[dan hebben we het nog niet eens daarover]
wie zwijgt stemt toe
[als je niets zegt ben je het ermee eens]
een gat in de markt
[iets waar behoefte aan is en dat er nog niet is]
hij heeft een gat in zijn hand
[geeft teveel geld uit]
we sprongen een gat in de lucht
[waren erg blij]
daar is het gat van de deur!
[ga weg!]
een gat in de begroting
[begrotingstekort]
een gat in de dag slapen
[laat wakker worden]
iemand in de gaten houden
[scherp op hem letten]
tot het gaatje gaan
[tot het uiterste]
praatjes vullen geen gaatjes
[met mooie beloftes schieten we niets op]
in een gat vallen
[in een hopeloze situatie terechtkomen]
wie zijn gat verbrandt moet op de blaren zitten
[als je iets doms doet, moet je boeten]
het in de gaten hebben
[het merken, weten hoe het zit]
hem in de gaten houden
Meer
[op hem letten]
iemand om de tuin leiden
[hem bedriegen, misleiden]
in zijn knollentuin zijn
[het erg naar zijn zin hebben]
een botanische tuin
[plantentuin]
ieder moet zijn eigen tuintje wieden
[zijn eigen gebreken verbeteren]
wie zijn eigen tuintje wiedt, ziet het onkruid van een ander niet
[aansproring om vooral voor jezelf kritisch te zijn]
wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten
[als je iets verkeerds doet, moet je daarvoor boeten]
met zijn billen bloot moeten [
[alles wordt tot op de bodem uitgezocht]
iemand voor zijn billen geven
[een pak slaag geven]
wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten
[als je iets verkeerds doet, moet je daarvoor boeten]
iemand voor zijn billen geven
[een pak slaag geven]
van de wind kun je niet leven
[je moet werken om aan de kost te komen]
het gaat hem voor de wind
[alles gaat voorspoedig]
met alle winden meewaaien
[met iedereen meepraten]
hij heeft de wind eronder
[ze doen wat hij zegt]
de wind van voren krijgen
[scherpe kritiek krijgen]
iets in de wind slaan
[er niet op letten]
wind en weder dienende
[als het goed weer is]
wie wind zaait, zal storm oogsten
[voor fouten word je vaak zwaar gestraft]
als de wind
[zeer snel]
er waait een frisse wind
[er is een nieuwe aanpak]
waait de wind uit díe hoek?
[zit het zo?]
weten uit wat voor hoek de wind waait
[waar de tegenwerking vandaan komt]
van de wind kun je niet leven
[er moet gewerkt worden voor de kost]
je kop in de wind gooien
[opstandig, tegendraads zijn]
de wind gaat liggen
[het houdt op met waaien]
de wind mee hebben
[in gunstige omstandigheden zijn]
de wind ruimt
[gaat door het noorden naar het westen]
een waarschuwing in de wind slaan
[er niets mee doen]
een uur in de wind stinken
[heel erg stinken]
hem de wind uit de zeilen nemen
[hem hinderen, gaan doen wat hij al wilde gaan doen]
zoals de wind waait, waait zijn jasje
[hij doet altijd waar hij het meeste voordeel van heeft]
een storm in een glas water
[grote ophef om een onbelangrijke zaak]
wie wind zaait, zal storm oogsten
[voor een kleine misstap word je zwaar gestraft]
stilte voor de storm ]
[onheilspellende rust of stilte]
het te weten komen
[het horen of lezen]
voor je het weet ....
[voor je er erg in hebt]
wie weet!
[het zou best kunnen]
ik weet er niets vanaf
[ik ben onschuldig]
hij weet altijd alles beter
[is eigenwijs]
er weet van hebben
[het weten]
zij weet er wel iets op
[zij weet een oplossing voor het probleem]
z'n kalmte bewaren
[niet boos worden]
wie wat bewaart heeft wat
[het is verstandig om iets te bewaren voor als je het nodig hebt]
de pijlen volgen
[in de richting gaan die ze aanwijzen]
ik kan je niet volgen
[ik begrijp je niet]
wie volgt?
[wie is er aan de beurt]
hij antwoordde als volgt
[op de volgende manier]
een kansje wagen ]
[iets proberen]
waag het niet om ...!
[doe het niet]
wie niet waagt die niet wint
[wie iets wil bereiken, moet een risico nemen]
ik waag het erop
[ik doe een poging]
je leven wagen
[je leven op het spel zetten]
iemand te slim af zijn
[hem doorzien en zorgen dat zijn plannen niet doorgaan]
wie niet sterk is, moet slim zijn
[wie geen kracht heeft, moet zijn verstand gebruiken]
laat eens van je horen!
[stuur eens een bericht]
ik heb het van horen zeggen
[anderen hebben het me verteld]
wie niet horen wil, moet maar voelen
[als je niet gehoorzaamt krijg je klappen]
horen en zien vergaat je
[het is een vreselijke herrie]
daar ben je mooi klaar mee
[blijk van medeleven als iemand in een nare situatie zit]
iemand uitmaken voor alles wat mooi en lelijk is
[uitschelden]
nou nog mooier!
[verontwaardigde reactie op een belediging]
jij hebt mooi praten
[jij zit niet met die problemen]
het is te mooi om waar te zijn
[zo fijn dat ik het bijna niet kan geloven]
mooi weer spelen
[doen alsof er niets aan de hand is]
een mooi portret
[een kleurrijk, bijzonder persoon]
het mooie eraf kijken
[ergens lang naar kijken]
hij is niet moeders mooiste
[lelijk]
wie mooi wil zijn, moet pijn lijden
[voor een fraai uiterlijk moet je wat overhebben]
het is weer mooi geweest
[we gaan stoppen]
daar komen we mooi van af
[zonder veel schade]
mooie jongen ben jij!
[wat je gedaan hebt is niet zo leuk]
het is mooi geweest zo
[zeg je als iemand ergens mee ophoudt]
mooi niet!
[beslist niet]
de dokter heeft geen dienst
[werkt vandaag niet]
de ene dienst is de andere waard
[als je mij helpt, help ik jou]
tot uw dienst
[als iemand je bedankt omdat je wat voor hem deed]
wat is er van uw dienst?
[waarmee kan ik u helpen?]
wie maakt hier de dienst uit?
[wie is de baas?]
de lift is buiten dienst
[doet het niet]
ik heb geen flauw idee
[ik zou het echt niet weten]
ik heb er geen idee van
[ik weet het echt niet]
hem op een idee brengen
[hem helpen een idee te krijgen]
wie kwam op dat idee?
[wie bedacht dat?]
naar mijn idee kan dat niet [
volgens mij kan dat niet]
een balletje trappen
[een partijtje voetballen]
wie kaatst moet de bal verwachten
[als je plaagt word je teruggeplaagd]
er geen bal van snappen
[er niets van snappen]
er geen bal van snappen
[er niets van snappen
de bal afgeven
[aan iemand anders toespelen
de bal ligt nu bij hem
[nu moet hij actie ondernemen]
ergens een balletje over opgooien
[erover beginnen om de reacties te peilen]
de bal terugkaatsen
[een gevat antwoord geven]
ergens de ballen van begrijpen
[er niets van snappen]
het interesseert me geen bal
[niets]
er de ballen verstand van hebben
[er helemaal geen verstand van hebben]
de ballen!
[informele afscheidsgroet]
geen bal uitvoeren
Meer informatie bij:
[helemaal niets]
tot de volgende keer
[de keer na deze keer]
wie is het volgende slachtoffer?
[wie is er aan de beurt?]
wie is aan slag?
[aan de beurt om te slaan]
polsslag
[het kloppen van het bloed in de pols]
het is op slag van zessen
[bijna zes uur]
een vrije slag
[die je ongehinderd mag nemen]
met de Franse slag
[haastig en oppervlakkig]
hij heeft er slag van
[hij is er handig in]
het was een slag in de lucht
[een onzekere gok]
zijn slaag slaan
[van een gunstige situatie profiteren]
zonder slag of stoot
[zonder zich te verzetten]
een slag kleiner
[iets kleiner]
je slag slaan
[een kans krijgen en die benutten]
er een slag naar slaan
[ernaar raden]
aan de slag gaan
[beginnen]
van slag zijn
[van streek, overstuur]
een slag om de arm houden
[nog geen definitieve uitspraak doen]
op slag dood
[direct dood]
ZVV is aan de bal
[de spelers van ZVV hebben de bal]
ik vind er niets aan
[ik vind het niet leuk]
hij is er slecht aan toe
[het gaat slecht met hem]
wie is aan de beurt?
[wie is de volgende klant?]
hoe kom je aan die hoed?
[hoe heb je die hoed gekregen?]
ik kan er niets aan doen
[ik kan het niet helpen, het is mijn schuld niet]
ik vind er niets aan
[ik vind het helemaal niet leuk]
alles was in kannen en kruiken
[klaar, geregeld]
altijd het onderste uit de kan willen hebben
[het meeste willen van allemaal]
wie het onderste uit de kan wil hebben, krijgt het deksel op zijn neus
[waarschuwing voor mensen die erg begerig zijn]
wie het laatst lacht, lacht het best
[om duidelijk te maken dat een ander je te vroeg uitlacht]
een klein eindje
[een kort stukje]
ik krijg hem wel klein
[ik win het wel van hem]
wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd
[wie niet blij is met iets kleins, is het niet waard iets groots te krijgen]
het kleinste kamertje
[het toilet]
hij is voor geen kleintje vervaard
[durft alles aan]
iemand een kopje kleiner maken
[hem doden]
alles kort en klein slaan
[kapot slaan]
wat is de wereld toch klein!
[dat zeg je als je ver van huis vrienden of kennissen tegenkomt]
daar is hij een kleine jongen bij
[vergeleken daarmee is hij onbeduidend]
de kleine
[de baby of de peuter]
een kleine boodschap doen
[plassen, urineren]
een kleine eter zijn
[weinig eten]
wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd
[wie niet blij is met iets kleins, verdient geen waardevolle, dure dingen]
heeft u het niet kleiner?
[in munten met een geringere waarde?]
de kleine kas
[geld voor dagelijkse uitgaven]
voor een klein prijsje
[voor weinig geld]
de kleine kaart
[beperkte kaart met eenvoudige gerechten]
hij is nogal klein van geest
[bekrompen]
een klein jaar
[bijna een jaar]
een klein eindje
[een kort stukje]
ik krijg hem wel klein
[ik win het wel van hem]
wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd
[wie niet blij is met iets kleins, is het niet waard iets groots te krijgen]
het kleinste kamertje
[het toilet]
hij is voor geen kleintje vervaard
[durft alles aan]
iemand een kopje kleiner maken
[hem doden]
alles kort en klein slaan
[kapot slaan]
wat is de wereld toch klein!
[dat zeg je als je ver van huis vrienden of kennissen tegenkomt]
daar is hij een kleine jongen bij
[vergeleken daarmee is hij onbeduidend]
de kleine
[de baby of de peuter]
een kleine boodschap doen
[plassen, urineren]
een kleine eter zijn
[weinig eten]
wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd
[wie niet blij is met iets kleins, verdient geen waardevolle, dure dingen]
heeft u het niet kleiner?
[in munten met een geringere waarde?]
de kleine kas
[geld voor dagelijkse uitgaven]
voor een klein prijsje
[voor weinig geld]
de kleine kaart
[beperkte kaart met eenvoudige gerechten]
hij is nogal klein van geest
[bekrompen]
een klein jaar
[bijna een jaar]
een brede rug hebben
[veel kritiek kunnen verdragen]
een brede scheiding hebben (bij mannen)
[kaal zijn]
brede schouders hebben
[veel kunnen verdragen]
het is zo lang als het breed is
[het komt op hetzelfde neer]
wie het breed heeft, laat het breed hangen
[wie veel bezit, kan veel uitgeven]
het niet breed hebben
[arm zijn]
al lang en breed
[al lang]
al lang en breed
[al lang]
het er lang en breed over gehad hebben
[uitgebreid besproken hebben]
voor een breed publiek
[van veel verschillende mensen]
het breed uitmeten
[overdreven voorstellen]
wij hebben het niet breed
[wij hebben niet veel geld]
wie het breed heeft, laat het breed hangen
[wie veel geld heeft, kan veel uitgeven]
wie heeft me dat geleverd?
[wie heeft me dat aangedaan?]
hij heeft het 'm geleverd
[hij heeft het gepresteerd]
hij heeft last van zijn geweten
[voelt zich schuldig]
wie heeft dat op zijn geweten?
[wie heeft het gedaan?]
een kwaad geweten hebben
[zich schuldig voelen]
gestolen goed gedijt niet
[wat je gestolen hebt brengt je ongeluk]
have en goed verliezen
[al zijn bezit]
onroerend goed
[bezittingen die niet van hun plaats kunnen, bijvoorbeeld huizen]
dat belooft niet veel goeds
[reactie op een ongunstig voorteken]
geen goed meer kunnen doen bij iemand
[helemaal bij hem uit de gunst zijn]
hou me ten goede
[verontschuldiging als je iets vervelends gaat zeggen]
hou me ten goede ]
[verontschuldiging als je iets vervelends gaat zeggen]
ten goede komen aan iemand of iets
[gunstig zijn voor iemand of iets]
wie goed doet, goed ontmoet
[weldaden worden altijd beloond]
dit geld komt ten goede aan de kerk
[is voor de kerk]
hij doet zich te goed aan paling
[hij zit lekker te smullen van paling]
ik heb nog iets te goed
[ik moet nog iets krijgen]
ter ere van het jubileum
[vanwege het jubileum]
ik heb de eer u mee te delen ..
[het is voor mij heel bijzonder dat ik u mee mag delen ..]
hem de laatste eer bewijzen
[bij zijn begrafenis zijn]
ik heb het naar eer en geweten gedaan
[zoals ik dacht dat goed was]
Jasper doet de tafel eer aan
[hij eet goed]
Koen Flink doet zijn naam eer aan
[doet wat bij zijn naam past]
het in ere herstellen
[het opnieuw gaan gebruiken]
wie gaat met de eer strijken?
[wie krijgt alle bewondering?]
wie eens steelt, is altijd een dief
[als je een keer gestolen hebt, vertrouwen de mensen je nooit meer]
hem knijpen als een oude dief
[heel bang zijn]
de gelegenheid maakt de dief
[waarschuwing om het dieven niet te gemakkelijk te maken]
een dief van je eigen portemonnee zijn
[jezelf benadelen]
wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in
[wie een ander kwaad wil doen, heeft daar zelf last van]
daar zal ik een stokje voor steken
[dat zal ik verhinderen]
hij krijgt het met iedereen aan de stok
[heeft met iedereen ruzie]
je krijgt mij daar met geen stok naar toe
[ik ga absoluut niet]
dat is een stok achter de deur
[iets vervelends waarmee je hem aan kunt sporen]
iemand een stok tussen de benen steken
[zijn plannen verhinderen]
alle gekheid op een stokje
[nu is het afgelopen met grappig doen]
wie een hond wil slaan, vindt licht een stok
[wie kwaad wil, vindt altijd wel een reden]
met de kippen op stok gaan
[vroeg naar bed gaan]
met geen stok
[op geen enkele wijze]
van je stokje gaan
[flauwvallen]
de bus pakken
[met de bus gaan]
wie doet de post op de bus?
[in de brievenbus]
hij kwam als beste uit de bus
[tevoorschijn]
het klopt als een bus
[helemaal, perfect]
ik weet waar de schoen wringt
[wat het probleem is]
hij loopt naast zijn schoenen van trots
[is erg trots]
hij trok de stoute schoenen aan
[doet iets waarvoor moed nodig is]
stevig in je schoenen staan
[er zeker van zijn]
wie de schoen past, trekt hem aan
[als het verwijt op jou slaat dan moet je er iets aan doen]
het hem in de schoenen schuiven
[beschuldigen]
de moed zinkt mij in de schoenen
[ik verlies alle moed]
ik zou niet graag in zijn schoenen willen staan
[niet graag meemaken wat hij meemaakt]
met lood in zijn schoenen
[angstig, en met tegenzin]
men moet geen oude schoenen weggooien eer men nieuwe heeft
[iets niet wegdoen voordat je iets beters hebt]
iemand iets in de schoenen schuiven
[zeggen dat hij iets vindt, of gedaan heeft]
de stoute schoenen aantrekken
[iets doen waarvoor je moed moet verzamelen]
met de tong op de schoenen
[uitgeput]
daar wringt de schoen
[daar zit de moeilijkheid]
je schoen zetten
[bij de schoorsteen zetten, zodat Sinterklaas er iets in kan doen]
hij bracht het er levend van af
[hij ging niet dood]
hij weet van voren niet dat hij van achteren leeft
[hij is helemaal in de war]
hij leeft voor zijn gezin
[zijn gezin is het belangrijkst]
leve de koningin
[hoera voor de koningin]
wie dan leeft wie dan zorgt
[je moet je geen zorgen maken voor het nodig is]
je moet leven en laten leven
[iedereen mag leven zoals hij wil]
een wettig huwelijk
[vastgelegd bij de burgerlijke stand]
wettig gedeponeerd
[een merk dat volgens de wet is ingeschreven]
wettige middelen
[middelen die volgens de wet mogen]
wetsontwerp
[beschrijving van de inhoud van een nieuwe wet]
het op de koop toe nemen
[iets vervelends erbij nemen]
het staat te koop
[je kunt het kopen]
ermee te koop lopen
[het aan iedereen laten merken of zien]
te koop zitten
[voor iedereen goed zichtbaar]
weten wat er in de wereld te koop is
[veel levenservaring hebben]
dat is mosterd na de maaltijd
[daar heb je niets meer aan, het komt te laat]
weten waar Abraham de mosterd
[op de hoogte haaltzijn, er alles van weten]
het hoekje om gaan
[doodgaan]
hij kan leuk uit de hoek komen
[leuke opmerkingen maken]
je moet je niet in een hoekje laten drukken
[toestaan dat anderen de baas over je spelen]
zocht in alle hoeken en gaten
[overal]
haar alle hoeken van de kamer laten zien
[mishandelen]
hij zit in de hoek waar de klappen vallen
[heeft het erg moeilijk]
hem in de hoek trappen
[slecht behandelen]
een ongeluk zit in een klein hoekje
[kan door een kleinigheid ontstaan]
weten uit wat voor hoek de wind waait
[waar de tegenstand vandaan komt]
van de wind kun je niet leven
[je moet werken om aan de kost te komen]
het gaat hem voor de wind
[alles gaat voorspoedig]
met alle winden meewaaien
[met iedereen meepraten]
hij heeft de wind eronder
[ze doen wat hij zegt]
de wind van voren krijgen
[scherpe kritiek krijgen]
iets in de wind slaan
[er niet op letten]
wind en weder dienende
[als het goed weer is]
wie wind zaait, zal storm oogsten
[voor fouten word je vaak zwaar gestraft]
als de wind
[zeer snel]
er waait een frisse wind
[er is een nieuwe aanpak]
waait de wind uit díe hoek?
[zit het zo?]
waait de wind uit díe hoek?
[zit het zo?]
weten uit wat voor hoek de wind waait
[waar de tegenwerking vandaan komt]
van de wind kun je niet leven
[er moet gewerkt worden voor de kost]
je kop in de wind gooien ]
[opstandig, tegendraads zijn
de wind gaat liggen
[het houdt op met waaien]
de wind mee hebben
[in gunstige omstandigheden zijn]
zijn neus in de wind steken
[hooghartig, arrogant zijn]
de wind ruimt
[gaat door het noorden naar het westen]
een waarschuwing in de wind slaan ]
[er niets mee doen]
een uur in de wind stinken
[heel erg stinken]
hem de wind uit de zeilen nemen
[hem hinderen, gaan doen wat hij al wilde gaan doen]
zoals de wind waait, waait zijn jasje
[hij doet altijd waar hij het meeste voordeel van heeft]
weten hoe de vork in de steel zit
[hoe het ervoor staat]
het is geen wet van Meden en Perzen
[geen regel waar iedereen zich aan moet houden]
hem de wet voorschrijven
[zeggen wat hij wel of niet mag doen]
wet is wet
[de wet moet nageleefd worden, al is het moeilijk]
hij staat boven de wet
[hoeft zich er niet aan te houden]
de heren van de wet
[mensen van de overheid]
we gaan er geen wet van maken
[geen vaste gewoonte]
naar de geest van de wet
[volgens de uitgangspunten ervan]
nood breekt wet
[als je erg in de knoei zit, hoef je je niet aan de wet te houden]
zijn woord is wet
[wat hij zegt moet gebeuren]
door de mazen van de wet kruipen
[op listige wijze de wet ontduiken]
trouwen voor de wet
[voor de burgerlijke stand]
nood breekt wet
[als je in moeilijkheden zit moet je wel eens dingen doen die verboden zijn]
zijn wil is wet
[hij bepaalt de regels]
vaker dan me lief is
[vaker dan ik zou willen]
als je leven je lief is...
[dreigement]
iets voor lief nemen
[er genoegen mee nemen]
dat neem ik voor lief
[ik wil het eigenlijk niet, maar accepteer het toch]
ik deed net zo lief wat anders
[eigenlijk wil ik het niet doen]
lieve deugd!
[uitroep van schrik en verbazing]
het lieve leventje
[het leven van alledag
werken dat het een lieve lust is
[intensief en met veel plezier werken]
net zo lief
[even graag]
het aan stukken slaan
[kapot slaan]
aan één stuk door
[voortdurend]
een man uit één stuk
[erg betrouwbaar]
stukje bij beetje
[langzaam en geleidelijk]
werken dat de stukken ervan afvliegen
[heel hard werken]
een stukje mee-eten
[een hapje mee-eten]
stukje bij beetje
[geleidelijk]
aan één stuk door
[voortdurend]
het ontbrekende stukje van de puzzel
[de oplossing]
iemand uit één stuk
[consequent in zijn opvattingen]
een stuk duidelijkheid scheppen
[enige duidelijkheid]
op geen stukken na
[in het geheel niet]
een raar stuk vreten
[een wonderlijke persoon]
stukken beter
[veel beter]
stuk voor stuk
[allemaal apart]
per stuk
[per exemplaar]
een stuk of tien
[ongeveer tien]
een aangetekend stuk
[waarvoor je een ontvangstbewijs moet tekenen]
een stuk of wat
[een paar]
stukken goedkoper
[veel goedkoper]
op geen stukken na
[lang niet]
van zijn stuk zijn
[in de war zijn]
op zijn stuk blijven staan
[niet toegeven]
groot van stuk
[groot van gestalte]
lik op stuk krijgen
[snel een reactie krijgen
een stuk onbenul
[een sufferd]
een stout stukje
[een dappere daad]
voet bij stuk houden
[niet toegeven]
de dames gaan in het lang
[in een lange jurk]
iets op de lange baan schuiven
[het telkens uitstellen]
op de lange duur
[over een lange tijd gezien]
aan het langste eind trekken
[het uiteindelijk winnen]
een lang gezicht trekken
[laten blijken dat je teleurgesteld bent]
de lange latten
[ski's]
lange tenen hebben
[snel beledigd zijn]
lange vingers hebben
[stelen]
het is zo lang als het breed is
[het komt op hetzelfde neer]
we hebben er lang en breed over gesproken
[heel uitvoerig]
hij zal het niet lang meer maken
[hij leeft nog maar kort]
ze heeft erg lang werk
[ze doet er een hele tijd over]
werk je daar al lang?
[al een tijd?]
een lange adem hebben
[iets lange tijd volhouden]
een zaak van lange adem
[die lange tijd blijft bestaan]
hoe langer hoe beter
[steeds beter]
al lang en breed
[al lang]
lang geleden
[ver in het verleden]
we kennen elkaar langer dan vandaag
[om aan te geven dat je iemands gedrag goed kunt beoordelen]
van zijn lang zal z'n leven niet
[absoluut nooit]
hij zal het niet lang meer maken
[zal spoedig sterven]
lang van stof zijn
[altijd veel woorden nodig hebben]
dan kun je lang wachten
[spottend commentaar als iemand vergeefs ergens op wacht]
een lang weekend
[waar de maandag en/of de vrijdag bij betrokken is]
ergens lang werk mee hebben
[niet opschieten]
iets niet langer doen
[het niet meer doen]
dat is lang niet slecht
[behoorlijk goed]
ten langen leste
[eindelijk]
met lange tanden eten
[met tegenzin]
ga eens aan de kant
[opzij]
het was kantje boord
[het liep maar net goed af]
zij loopt de kantjes ervan af
[ze doet bijna niets]
ik ben door hem aan de kant gezet
[weggestuurd]
aan de kant staan
[niet meedoen]
dat raakt kant nog wal
[is onzin]
welke kant moet jij uit?
[in welke richting ga jij?]
ik kan geen kant meer op
[zit erg in het nauw]
daar kun je alle kanten mee uit
[dat kun je op verschillende manieren opvatten]
ga ik zo goed? nee, je gaat de verkeerde kant op
[in de verkeerde richting]
het mes snijdt aan twee kanten
[het levert dubbel voordeel op]
het is een dubbeltje op zijn kant
[onzeker hoe het afloopt]
de scherpe kantjes van iets afnemen
[het verzachten]
iets van alle kanten bekijken
[de voors en tegens goed afwegen]
het deugt van geen kant
[is helemaal niet in orde]
even de andere kant op kijken
[iets gedogen]
geen kant meer op kunnen
[geen uitweg meer weten]
ergens alle kanten mee op kunnen
[er veel mogelijkheden mee hebben]
familie van de koude kant
[aangetrouwd]
het gelijk aan zijn kant hebben
[het bij het juiste eind hebben]
dat hoor je van alle kanten
[dat zegt iedereen]
iemands kant kiezen
[zijn partij]
van de verkeerde kant zijn
[homoseksueel]
je van kant maken
[zelfmoord plegen]
het niet over je kant laten gaan
[je ertegen verzetten]
de boel aan kant maken
[opruimen]
de boel aan kant maken
[opruimen]
iets over zijn kant laten gaan
[zich er niet tegen verzetten]
welig tieren
[in overvloed groeien]
een stoot onder de gordel
[een gemene opmerking]
wel tegen een stootje kunnen
[veel kunnen verdragen]
dat gaf hem de laatste stoot
[dat was zijn ondergang]
zonder slag of stoot
[zonder zich te verzetten]
nee knikken
[met je hoofd schudden dat je het ontkent]
wel nee!
[hoe kom je erbij!]
het gaat wel
[het gaat niet goed en het gaat niet slecht]
ik denk van wel
[ik denk dat het zo is]
ik heb wel degelijk goed opgelet
[zeker]
als ik het wel heb
[als ik het goed heb]
hij was goed en wel in Rome toen ...
[hij was er net]
wel ja, ga nog maar schelden ook!
[nu maak je het helemaal erg]
hij komt vast wel
[ik vertrouw erop]
ik vind van wel
[ik vind dat het kan]
wel degelijk!
[zeker wel!]
uit het oog, uit het hart
[wie je niet meer ziet, vergeet je]
zo op het oog
[als je oppervlakkig kijkt]
uit het oog verliezen
[niet meer zien]
iemand onder vier ogen spreken
[zonder dat er anderen bij zijn]
oog om oog, tand om tand
[wat iemand je aandoet, dat doe je ook hem aan]
oog in oog staan met iemand
[recht tegenover elkaar]
iemand een doorn in het oog zijn
[hem ergeren]
groen en geel voor de ogen worden
[duizelig worden]
iemand een rad voor de ogen draaien
[de dingen anders voorstellen dan ze zijn]
wat zijn ogen zien, maken zijn handen
[hij is erg handig]
zijn ogen zijn groter dan zijn maag
[hij kan minder eten dan hij dacht]
ogen in zijn rug hebben
[alles zien]
iemand de ogen openen
[hem de waarheid laten zien]
met het oog op
[in verband daarmee]
iemand naar de ogen zien
[je afhankelijk opstellen]
iets met de ogen verslinden
[er verlangend naar kijken]
een oogje in het zeil houden
[opletten of alles goed gaat]
een oogje in het zeil houden
[opletten of alles goed gaat]
iets voor ogen houden
[het in gedachten houden]
in zijn ogen
[volgens hem]
in het oog lopen of springen
[opvallen]
je ogen uitkijken
[het prachtig vinden om te zien]
het met andere ogen bekijken
[op een andere manier]
schele ogen geven
[anderen jaloers maken]
grote ogen opzetten
[verbaasd kijken]
er geen oog voor hebben
[er geen aandacht voor hebben]
iemand de ogen uitsteken
[jaloers maken]
een oogje op iemand hebben
[een beetje verliefd op haar zijn]
het onder ogen zien
[het beseffen]
iets op het oog hebben
[het gezien hebben en willen kopen]
je ogen de kost geven
[goed kijken]
iemand zand in de ogen strooien
[hem misleiden]
je ogen in je zak hebben
[niet opletten]
iemand zand in de ogen strooien
[voor de gek houden, misleiden]
ogen tekortkomen
[veel te zien hebben]
als mijn ogen mij niet bedriegen
[ik weet niet zeker of ik het goed gezien heb]
met het blote oog
[zonder bril of andere hulpmiddelen]
geen oog dichtdoen
[niet kunnen slapen]
hij heeft dollartekens in zijn ogen
[laat blijken dat hij graag geld wil verdienen]
geen hand voor ogen kunnen zien
[helemaal niets]
iemand het licht in de ogen niet gunnen
[niets gunnen]
ergens een open oog voor hebben
[er de waarde van inzien]
de schellen vallen hem van de ogen
[hij ziet hoe het werkelijk zit]
wel de splinter in andersmans oog zien, maar niet de balk in zijn eigen oog
[blind zijn voor eigen fouten, maar van anderen alles zien]
hoge ogen gooien
[veel kans maken]
door het oog van de naald
[aan groot gevaar ontkomen]
uit het oog, uit het hart
[wie je niet meer ziet, vergeet je]
zo op het ooguit het oog verliezen [niet meer zien]
[als je oppervlakkig kijkt]
uit het oog verliezen
[niet meer zien]
iemand onder vier ogen spreken
[zonder dat er anderen bij zijn]
oog om oog, tand om tand
[wat iemand je aandoet, dat doe je ook hem aan]
oog in oog staan met iemand
[recht tegenover elkaar]
iemand een doorn in het oog zijn
[hem ergeren]
groen en geel voor de ogen worden ]
[duizelig worden
iemand een rad voor de ogen draaien
[de dingen anders voorstellen dan ze zijn]
wat zijn ogen zien, maken zijn handen
[hij is erg handig]
zijn ogen zijn groter dan zijn maag
[hij kan minder eten dan hij dacht]
ogen in zijn rug hebben
iemand de ogen openen [hem de waarheid laten zien]
[alles zien]
iemand de ogen openen
[hem de waarheid laten zien]
met het oog op
[in verband daarmee]
iemand naar de ogen zien
[je afhankelijk opstellen]
iets met de ogen verslinden
[er verlangend naar kijken]
een oogje in het zeil houden
[opletten of alles goed gaat]
iets voor ogen houden
[het in gedachten houden]
in zijn ogen
[volgens hem]
in het oog lopen of springen
[opvallen]
je ogen uitkijken
[het prachtig vinden om te zien]
het met andere ogen bekijken
[op een andere manier]
schele ogen geven
[anderen jaloers maken]
grote ogen opzetten
[verbaasd kijken]
er geen oog voor hebben
[
er geen aandacht voor hebben]
iemand de ogen uitsteken
[jaloers maken]
een oogje op iemand hebben
[een beetje verliefd op haar zijn]
het onder ogen zien
[het beseffen]
iets op het oog hebben
[het gezien hebben en willen kopen]
je ogen de kost geven
[goed kijken]
iemand zand in de ogen strooien
[hem misleiden]
je ogen in je zak hebben
[niet opletten]
iemand zand in de ogen strooien
[voor de gek houden, misleiden]
ogen tekortkomen
[veel te zien hebben]
als mijn ogen mij niet bedriegen
[ik weet niet zeker of ik het goed gezien heb]
met het blote oog
[zonder bril of andere hulpmiddelen]
geen oog dichtdoen
[niet kunnen slapen]
hij heeft dollartekens in zijn ogen
[laat blijken dat hij graag geld wil verdienen]
geen hand voor ogen kunnen zien
[helemaal niets]
iemand het licht in de ogen niet gunnen
[niets gunnen]
ergens een open oog voor hebben
[er de waarde van inzien]
de schellen vallen hem van de ogen
[hij ziet hoe het werkelijk zit]
wel de splinter in andersmans oog zien, maar niet de balk in zijn eigen oog
[blind zijn voor eigen fouten, maar van anderen alles zien]
hoge ogen gooien
[veel kans maken]
door het oog van de naald
[aan groot gevaar ontkomen]
heb het hart niet!
[waag het niet!]
iemand een hart onder de riem steken
[hem moed inspreken]
het gaat me aan het hart
[ik vind het heel jammer]
met hart en ziel
[met veel inzet en overtuiging]
met hart en ziel
[met veel inzet en overtuiging]
van harte
[gelukwens bij verjaardag of ander feest]
het hart klopte in mijn keel
[ik was erg bang]
iemand iets op het hart drukken
[met nadruk tegen hem zeggen]
het niet over je hart kunnen verkrijgen
[het alsmaar niet kunnen doen]
iets op je hart hebben
[ergens over willen praten, maar het niet durven]
je hart bij iemand uitstorten
[hem al je problemen vertellen]
een hart van goud hebben
[erg vriendelijk en behulpzaam zijn]
een klein hartje hebben
[niet veel durven]
er je hart aan kunnen ophalen
[er enorm van kunnen genieten]
hart voor de zaak hebben
[er erg je best voor doen]
iemand een warm hart toedragen
[hem erg aardig vinden]
iemand op het hart trappen
[hem pijn doen met wat je zegt]
het hart hoog dragen
[trots zijn]
je hart vasthouden
[je zorgen maken over de afloop]
met kloppend hart
[volg angstige spanning]
met de hand op het hart iets beloven
[ernstig en eerlijk]
dat is een pak van mijn hart
[een zorg minder]
een hart van steen hebben
[gemeen zijn, geen rekening houden met anderen]
geen hart hebben
[geen menselijk gevoel]
weinig, maar uit een goed hart
[weinig, maar ik geef het graag]
van je hart geen moordkuil maken
[ronduit zeggen wat je vindt en voelt]
een gebroken hart
[liefdesverdriet]
naar hartenlust
[zoveel als je wilt]
je hebt mijn hart gestolen
[ik ben verliefd op je]
weinig of niets
[zo goed als niets]
weet jij hoe de vork aan de steel zit?
[hoe het in elkaar zit]
te veel hooi op zijn vork nemen
[meer willen doen dan men aankan]
ze hebben heel wat kinderen

[nogal veel]
wat kost dat?
[hoeveel kost dat]
wat voor jas heb je gekocht?
[wat voor soort]
weet je wat! we gaan schaatsen
[ik doe je een leuk voorstel]
weet je niets leukers
[niet iets dat leuker is]
een boom van een vent
[een grote, massieve kerel]
weer het ventje zijn
[erbovenop zijn]
week in week uit
[altijd]
door de week
[alleen op werkdagen, niet op zondag]
goede wijn behoeft geen krans
[wat goed is hoef je niet te prijzen]
we zullen klare wijn schenken
[precies zeggen waar het op staat]
water bij de wijn doen
[een beetje toegeven]
oude wijn in nieuwe zakken
[iets bekends in een nieuwe vorm]
we zullen dat varkentje wel even wassen
[dat karwei opknappen]
als ik het goed heb
[als ik me niet vergis]
het is mij goed
[ik heb er niets tegen]
het is wel goed met jou
[ik neem je niet meer serieus]
zo goed en zo kwaad als het gaat
[zo primitief als het gaat]
zo goed als nieuw
[vrijwel nieuw]
voor de goede orde
[opdat alles behoorlijk geregeld is]
goed en wel
[nauwelijks, nog maar net]
alles goed en wel, maar ...
[laat dat zo zijn, maar ...]
dat zit wel goed
[(als iemand je bedankt) dat is in orde]
goed zo!
[uiting van waardering]
niet goed bij zijn verstand zijn
[gek zijn]
hou je goed!
[afscheidsgroet]
zich goed houden
[zich niet door emoties laten meeslepen]
het goed maken
[gezond zijn, in welstand verkeren]
niet goed worden
[misselijk worden]
ik word er niet goed van!
[uitroep van ergernis]
dat is nergens goed voor
[dat heeft geen zin]
waar is dat goed voor?
[wat heeft het voor zin?]
met goed gevolg
[met succes]
goed aangeschreven staan
[gunstig bekend staan]
goed af zijn
[door bepaalde omstandigheden in een gunstige toestand zijn]
in een goed blaadje staan bij iemand
[hij waardeert je erg]
goed boeren
[er zakelijk gunstig voorstaan]
goed voor de dag komen
[een goede indruk maken]
eind goed, al goed
[als het goed afloopt, vergeet je snel alle moeite]
goed geld naar kwaad geld gooien
[geld steken in een hopeloze onderneming]
op goed geluk
[op de gok]
de goede kanten van iets zien
[de positieve gevolgen]
net goed!
[commentaar als door eigen schuld iets vervelends gebeurt]
goede papieren hebben
[veel kans maken]
een goede partij
[een passende huwelijkspartner]
een goede ruil doen
[meer ontvangen dan je geeft]
goed wegkomen
[met voordeel]
er geen goed woord voor overhebben
[het absoluut verwerpelijk vinden]
een goed woordje voor iemand doen
[hem aanbevelen, verdedigen]
dat valt in goede aarde
[daar is iedereen het mee eens]
het ga je goed
[groet bij een definitief afscheid]
die goeie, oude tijd
[het verleden is beter dan het heden]
ik weet het goed gemaakt
[inleiding op een voorstel waarin men iets toegeeft]
we zitten hier goed
[we wonen hier prettig]
in goede aarde vallen
[welkom zijn]
goed blijven
[niet bederven]
goed gebekt zijn
[zich mondeling goed kunnen verdedigen]
dat heb je goed geschoten
[dat heb je goed voor elkaar]
niet half zo goed
[lang niet zo goed]
een goed heenkomen zoeken
[zich redden uit een gevaarlijke situatie]
uit het goede hout gesneden zijn
[geschikt zijn]
in goeden doen zijn
[veel geld hebben]
kort en goed
[direct en zonder omhaal]
nou goed?
[heb je nu je zin?]
goede raad is duur
[gezegd als je geen oplossing weet]
goede waar verkoopt zich zelf
[wat goed is heeft geen aanbeveling nodig]
een goed doel
[een liefdadige bestemming]
daar sta je dan met je goeie gedrag
[commentaar als iemand onverdiend in de moeilijkheden zit]
goed bij zijn
[slim zijn]
goed op elkaar ingespeeld zijn
[goed kunnen samenwerken]
goed ingevoerd zijn
[goed op de hoogte zijn]
goed bij kas zitten
[voldoende geld hebben]
goed in de markt liggen
[gevraagd, gewild zijn]
het er goed van nemen
[veel consumeren]
goed van pas komen
[nuttig zijn]
niet goed snik zijn
[gek zijn]
goed van de tongriem gesneden zijn
[goed kunnen praten]
goed uitgeslapen zijn
[pittig, oplettend zijn]
goed vertegenwoordigd zijn
[met een behoorlijk aantal]
goed van vertrouwen zijn
[lichtgelovig]
als goede vrienden uit elkaar gaan
[scheiden zonder ruzie]
er goed bij zitten
[in een luxueus huis]
goede zaken doen
[veel geld verdienen]
een goed uur
[ruim een uur]
een goed hart hebben
[vriendelijk van aard zijn]
het goed voor hebben met iemand
[hem willen helpen]
een goed onthaal krijgen
[welkom zijn]
te goed zijn voor deze wereld
[te goed van vertrouwen zijn]
in goede handen zijn
[goed verzorgd worden]
een goede verliezer zijn
[je verlies waardig kunnen dragen]
goed en wel was hij thuis ....
[nauwelijks was hij thuis ....]
zo goed als nieuw
[bijna nieuw]
zich te goed doen aan iets
[er volop van genieten]
goeie genade!
[uitroep van schrik of ergernis]
iets te goed houden
[het te zijner tijd kunnen opeisen]
nou wordt ie goed!
[uitroep van verbaasde verontwaardiging]
iets te goed hebben
[te vorderen, te verwachten]
Goede Vrijdag
[de vrijdag voor Pasen]
voor zover ik weet
[ik weet niet beter dan dat]
voor zover ik er verstand van heb
[ik heb er niet veel verstand van]
we zijn het in zoverre eens ...
[we zijn het eens op dat punt]
we zijn zover
[we zijn klaar]
we zijn uit de brand
[onze moeilijkheden zijn voorbij]
brand stichten
[een brand aansteken]
de brand is weer geblust
[we zijn uit de problemen]
moord en brand schreeuwen
[hard schreeuwen]
de wereld staat in brand
[wordt verwoest door oorlog]
voor zover ik weet
[ik weet niet beter dan dat]
voor zover ik er verstand van heb
[ik heb er niet veel verstand van]
we zijn het in zoverre eens ...
[we zijn het eens op dat punt]
we zijn zover
[we zijn klaar]
op de uitkijk staan
[staan kijken of er iemand aankomt]
we keken onze ogen uit
[we vonden het prachtig]
we zijn erop uitgekeken
[het verveelt ons]
op het puntje van zijn stoel zitten
[heel goed opletten]
daar kunnen ze een puntje aan zuigen
[een voorbeeld aan nemen]
tot in de puntjes verzorgd
[heel netjes]
dat is een teer punt
[je kunt er beter niet over praten]
ergens een punt van maken
[er moeilijk over doen]
een omstreden punt
[waarover verschil van mening bestaat]
er een punt achter zetten
[ermee stoppen]
de puntjes op de i zetten
[heel precies werken]
punt uit!
[ik wil er niet meer over praten!]
we stonden op het punt om te vertrekken
[we zouden juist vertrekken]
als puntje bij paaltje komt
[als het eropaan komt]
een gat in de markt
[iets waar behoefte aan is en dat er nog niet is]
hij heeft een gat in zijn hand
[geeft teveel geld uit]
we sprongen een gat in de lucht
[waren erg blij]
ze heeft een gaatje in haar hoofd
[is niet goed wijs]
daar is het gat van de deur!
[ga weg!]
een gat in de begroting
[begrotingstekort]
een gat in de dag slapen
[laat wakker worden]
iemand in de gaten houden
[scherp op hem letten]
tot het gaatje gaan
[tot het uiterste]
praatjes vullen geen gaatjes
[met mooie beloftes schieten we niets op]
wie zijn gat verbrandt moet op de blaren zitten
[als je iets doms doet, moet je boeten]
het in de gaten hebben
[het merken, weten hoe het zit]
hem in de gaten houden
[op hem letten]
we spelen open kaart
[we zeggen precies wat we denken]
hem in de kaart spelen
[hem ongewild bevoordelen]
alles op één kaart zetten
[je geluk van één ding laten afhangen]
ansichtkaart
[kaart die je stuurt als je op vakantie bent]
trouwkaart
[kaart met aankondiging van een huwelijk]
speelkaart
[kaart om het kaartspel mee te spelen]
de groene kaart
[internationaal verzekeringsbewijs]
de rode kaart
[teken van ernstige overtreding waarvoor je het veld wordt uitgestuurd]
de gele kaart
[teken van bestraffing in een voetbalwedstrijd]
de kaarten zijn geschud
[de uitslag ligt vast]
de kaarten liggen nu anders
[de situatie is veranderd]
zijn kaarten op tafel leggen
[zijn bedoelingen onthullen]
dat is doorgestoken kaart
[afgesproken werk]
iemand in de kaart kijken
[zijn geheime plannen doorzien]
open kaart spelen
[eerlijk zijn, niets verbergen]
iemand in de kaart spelen
[hem helpen]
de problemen zijn nog niet in kaart gebracht
[nog niet op een rijtje gezet]
een blinde kaart
[zonder plaatsnamen]
iets in kaart brengen
[er een overzicht van maken]
iets op de kaart zetten
[zorgen dat het algemeen bekend wordt]
een stad van de kaart vegen
[vernietigen]
van de kaart zijn
[helemaal in de war zijn]
we spelen open kaart
[we zeggen precies wat we denken]
hem in de kaart spelen
[hem ongewild bevoordelen]
alles op één kaart zetten
[je geluk van één ding laten afhangen]
4.ansichtkaart
[kaart die je stuurt als je op vakantie bent]
4.ansichtkaart
[kaart die je stuurt als je op vakantie bent]
trouwkaart
[kaart met aankondiging van een huwelijk]
speelkaart
[kaart om het kaartspel mee te spelen]
dat is geen haalbare kaart
[heeft geen kans van slagen]
een open oog hebben voor iets [
er de waarde, het belang van inzien]
we spelen open kaart
[we zeggen het eerlijk
een film met een open eind
[je ziet niet hoe het afloopt]
dat laat ik nog even open
[dat bepaal ik nu nog niet
een open sollicitatie
[waarin de sollicitant zichzelf aanbiedt voor werk]
een open vraag
[waarbij geen mogelijke antwoorden gegeven worden]
een open brief
[bestemd voor iedereen die hem wil lezen]
een open dag
[kijkdag bij een instelling]
een open dag
[kijkdag bij een instelling]
open huis houden
[iedereen mag binnenlopen op het moment dat hem uitkomt]
een open inrichting
[zonder afgesloten deuren]
de Open Universiteit
[die voor iedereen toegankelijk is
een open gezicht
[dat vertrouwen wekt]
open kaart spelen
[eerlijk zijn, niets verbergen]
in open zee
[ver uit de kust]
open en bloot
[vrij en zonder zich te schamen]
scoren voor open doel
[op een gemakkelijke manier succes behalen]
.we ploegden door het zand
[er met grote moeite doorheen lopen
in overleg met de ouders ....
[nadat we er met de ouders over gepraat hadden]
we plegen overleg
[we praten met elkaar]
ik ben er zeker van
[ik twijfel niet]
ik weet het zeker
[ik twijfel niet]
we nemen het zekere voor het onzekere
[we nemen geen risico]
hij speelt op zeker
[neemt geen risico]
vast en zeker
[absoluut zeker]
.zo zeker als twee keer twee vier is
[heel erg zeker]
zeker weten!
[stellig, bevestigend antwoord]
het zekere voor het onzekere nemen
[geen risico nemen]
op zeker spelen
[voorzichtig zijn, geen risico nemen]
hij is uit het goede hout gesneden
[is eerlijk en betrouwbaar]
we moeten op een houtje bijten
[hebben niets meer te eten]
dat snijdt geen hout ]
[dat gaat niet op, dat klopt niet
van dik hout zaagt men planken
[wordt gezegd als iets op een slordige en grove manier wordt aangepakt]
een flinke bos hout voor de deur hebben
[grote borsten]
uit hetzelfde hout gesneden zijn [op elkaar lijken]
[op elkaar lijken]
ik ben er ook nog!
[je moet mij niet overslaan!]
hij liep zonder jas: hij is dan ook ziek geworden
[dus is hij ziek geworden]
we moeten hoe dan ook vergaderen
[in elk geval]
waar je ook loopt
[overal waar je loopt]
dat is waar ook
[ik zou het bijna vergeten]
hoe heet hij ook al weer
[help me even op zijn naam te komen]
we moeten hem tot elke prijs tegenhouden
[wat het ook kost]
dat doe ik voor geen prijs
[beslist niet]
tot elke prijs
[beslist, in elk geval]
voor geen prijs
[beslist niet]
voor een zacht prijsje
[voor weinig geld]
zij valt altijd in de prijzen
[wint altijd een prijs]
een prijs op iemands hoofd stellen
[een beloning uitloven voor wie hem uitlevert]
ik zou het op prijs stellen ....
[ik zou het prettig vinden]
daar stel ik geen prijs op
[ik wil het niet]
ik maak een fout
[er ontstaat een fout
we maken er het beste van
[proberen het in moeilijke omstandigheden toch goed te doen]
je moet daar geen gewoonte van maken
[het niet steeds zo doen]
grappen maken
[grappen vertellen]
hij maakt er niet veel van
[hij doet het niet goed]
hij maakt het niet lang meer
[hij leeft niet lang meer]
je hebt het ernaar gemaakt
[het is je eigen schuld]
je hebt het ernaar gemaakt
[het is je eigen schuld]
hij kan me niets maken
[kan me nergens de schuld van geven]
een begin maken
[beginnen]
we moeten haast maken
[opschieten]
we moeten haast maken
[opschieten]
ergens jacht op maken
[het proberen te krijgen of te pakken]
we gaan het openbaar maken
[aan iedereen vertellen
het in orde maken
[zorgen dat het goed komt]
dat maakt geen verschil
[dat is hetzelfde]
er werk van maken
[goed je best erop doen
dat is net iets voor
Loes [dat is typisch voor Loes]
we moeten er iets op vinden
[we moeten een oplossing bedenken]
zo iets doe je niet!
[dat doe je niet]
als je ziek wordt of iets dergelijks
[of als er iets anders is]
dat treft!
[dat komt goed uit]
het gedicht trof mij
[het ontroerde mij]
.we moeten een regeling treffen
[iets regelen]
we hebben het goed met hem getroffen
[we boffen met hem]
zij doet aan de slanke lijn
[probeert slanker te worden]
ik kan er geen lijn in ontdekken
[geen duidelijke regelmaat of samenhang]
het vertoont een stijgende lijn
[wordt steeds beter]
we moeten één lijn trekken
[dezelfde dingen goed en fout vinden ]
de grote lijn
[een samenvatting van de hoofdzaken]
we hebben Amerika aan de lijn
[aan de telefoon]
zij houdt je aan het lijntje
[geeft niet waar je om vraagt, maar wijst je ook niet af]
langzaamaan, dan breekt het lijntje niet
[als je kalm aan doet, bereik je je doel]
de lijn trekken
[luieren]
hij volgt de harde lijn
[is erg streng]
dat ligt niet in mijn lijn
[dat past niet bij me]
ergens je tenten opslaan
[er gaan wonen]
ze braken de tent af
[waren uitbundig en enthousiast]
hem uit zijn tent lokken
[uitdagen]
we moeten de tent sluiten
[we gaan failliet]
ik maak een fout
[er ontstaat een fout]
we maken er het beste van
[proberen het in moeilijke omstandigheden toch goed te doen]
je moet daar geen gewoonte van maken
[het niet steeds zo doen]
grappen maken
[grappen vertellen]
hij maakt er niet veel van
[hij doet het niet goed]
hij maakt het niet lang meer
[hij leeft niet lang meer]
je hebt het ernaar gemaakt
[het is je eigen schuld]
je hebt het ernaar gemaakt
[het is je eigen schuld]
hij kan me niets maken
[kan me nergens de schuld van geven]
een begin maken
[beginnen]
we moeten haast maken
[opschieten]
ergens jacht op maken
[het proberen te krijgen of te pakken]
we gaan het openbaar maken
[aan iedereen vertellen]
het in orde maken
[zorgen dat het goed komt]
dat maakt geen verschil
[dat is hetzelfde]
er werk van maken
[goed je best erop doen]
de mussen vielen dood van het dak
[het was heel erg warm]
we maakten hem blij met een dode mus
[met iets dat achteraf tegenviel]
we liggen op schema
[de planning klopt nog]
hij vaart
[hij is zeeman]
zij varen er wel bij
[het gaat hen goed door deze ontwikkeling]
we laten het plan varen
[we doen het niet]
je moet niet in mijn vaarwater zitten
[mij niet hinderen]
kunt u ons laten weten wat het besluit is
[kunt u ons dat meedelen?]
laat maar
[het hoeft niet meer]
het buiten beschouwing
laten [het er niet over hebben]
we laten het erbij [we
veranderen er niets aan]
dat laat me koud
[het doet me niets]
wil je me met rust laten?
[niet storen]
toen ik het geld teruggaf, zei de klant: laat maar zitten
[ik hoef het niet terug]
heb ik mijn sleutels hier laten liggen?
[heb ik ze hier achtergelaten?]
waar heb ik mijn sleutels gelaten?
[waar heb ik ze opgeborgen?]
die baan heb ik laten schieten
[ik heb hem niet genomen]
ik ben nog nooit in het buitenland geweest, laat staan in Zuid-Afrika
[dus daar zeker niet]
.een wind laten
[die niet inhouden]
laat hij nou gelijk hebben!
[tot mijn verbazing had hij gelijk]
iemand de stuipen op het lijf jagen
[hem erg laten schrikken]
we lagen in een stuip!
[moesten erg lachen]
de trein vertrekt vanaf spoor 5
[perron 5]
.we kwamen hem op het spoor
[vonden uit waar hij was]
je zit op het goede spoor
[je bent nu goed bezig]
.er waren sporen van geweld
[je kon zien dat er gevochten was]
het spoor bijster zijn
[de weg niet meer weten/ op het slechte pad zijn]
op een dood spoor zitten
[iets doen waarmee je niet verder komt]
je sporen verdiend hebben
[bewezen hebben dat je bekwaam bent]
je sporen verdiend hebben
[bewezen hebben dat je het goed kunt]
de nieuwe chef voldoet niet
[hij doet zijn werk niet goed genoeg]
we kunnen niet aan de vraag voldoen
[niet genoeg producten leveren]
1.dat is geen stijl
[dat hoor je niet te doen]
geen sprake van!
[ik wil het niet!]
we kunnen in geen geval op vakantie
[zeker niet]
nood breekt wet
[als je in moeilijkheden bent kun je je niet altijd aan de regels houden]
van de nood een deugd maken
[van een moeilijke situatie iets goeds maken]
in geval van nood [
als de nood je ertoe dwingt]
geen nood!
[uitroep als een probleem snel kan worden opgelost]
nood leert bidden
[als je in nood bent, leer je om hulp vragen]
als de nood het hoogst is, is de redding nabij
[als de moeilijkheden het ergst zijn, komt er snel hulp]
we komen in tijdnood
[hebben geen tijd genoeg]
ik heb hoge nood
[moet dringend naar de WC]
woningnood
[veel behoefte aan woningen]
hoe bestaat het
! [uitroep als je heel verbaasd bent]
we komen hoe dan ook
[in ieder geval]
het gaat hoe langer hoe slechter
[steeds slechter]
hoe zo?
[wat bedoel je?]
hem knijpen als een oude dief
[heel bang zijn]
zij knijpt 'm wel voor de directeur [zij is bang voor hem]
[zij is bang voor hem]
we knijpen er tussenuit
[we gaan er stiekem vandoor]
de dames gaan in het lang
[in een lange jurk]
iets op de lange baan schuiven
[het telkens uitstellen]
op de lange duur
[over een lange tijd gezien]
aan het langste eind trekken
[het uiteindelijk winnen]
een lang gezicht trekken
[laten blijken dat je teleurgesteld bent]
de lange latten
[ski's]
lange tenen hebben
[snel beledigd zijn]
lange vingers hebben
[stelen]
het is zo lang als het breed is
[het komt op hetzelfde neer]
we hebben er lang en breed over gesproken
[heel uitvoerig]
hij zal het niet lang meer maken
[hij leeft nog maar kort]
ze heeft erg lang werk
[ze doet er een hele tijd over]
werk je daar al lang?
[al een tijd?]
een lange adem hebben
[iets lange tijd volhouden]
een zaak van lange adem
[die lange tijd blijft bestaan]
hoe langer hoe beter
[steeds beter]
al lang en breed
[al lang
eerlijk duurt het langst
[met bedrog kom je niet ver]
lang geleden
[ver in het verleden]
we kennen elkaar langer dan vandaag
[om aan te geven dat je iemands gedrag goed kunt beoordelen]
van zijn lang zal z'n leven niet
[absoluut nooit]
hij zal het niet lang meer maken
[zal spoedig sterven]
lang van stof zijn
[altijd veel woorden nodig hebben]
dan kun je lang wachten
[spottend commentaar als iemand vergeefs ergens op wacht]
een lang weekend
[waar de maandag en/of de vrijdag bij betrokken is]
ergens lang werk mee hebben
[niet opschieten]
iets niet langer doen
[het niet meer doen]
dat is lang niet slecht
[behoorlijk goed]
ten langen leste
[eindelijk]
met lange tanden eten
[met tegenzin]
we keken onze ogen uit
[we vonden het prachtig]
we zijn erop uitgekeken
[het verveelt ons]
wat wil je nog meer?
[verder nog]
we hebben onder meer konijnen thuis
[onder andere konijnen]
.je hebt zonder meer gelijk
[zonder dat ik daarover na hoef te denken]
meer dan eens
[vaker dan een keer]
zij is niet meer
[zij is dood]
we hebben onder andere Cola in huis
[naast Cola ook nog andere dingen]
onder leiding van Jan de Wit
[Jan de Wit had de leiding]
dit spul wordt onder meer gebruikt voor tanden poetsen
[te midden van andere doelen
ten onder gaan
[verloren gaan]
onder een auto komen
[aangereden worden door een auto]
.van onderen!
[waarschuwing dat er iets op je kan vallen]
zij is nog onder de twaalf
[jonger dan twaalf]
1.beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald
[het is beter op tijd te veranderen dan halsstarrig door te gaan]
2.een half dozijn
[zes]
3.een halve finale
[elk van de twee wedstrijden tussen twee van de laatste vier deelnemers aan een toernooi]
4.hij valt dood op een halve cent
[is heel gierig]
voor half geld
[voor de helft van wat anderen moeten betalen
6.niet half zo goed
[lang zo goed niet]
ik voel me maar een half mens
[ik voel me helemaal niet fit]
gedeelde smart is halve smart
[verdriet is beter te dragen als je het deelt met anderen]
ik geloof hem maar half en half
[een beetje, maar niet echt]
een halve wees
[kind waarvan een de ouders is overleden]
geen halve maatregelen nemen
[de zaak fors en kordaat aanpakken]
iets met een half oog zien [
zonder er met je aandacht helemaal bij te zijn]
we hebben het half en half besloten
[bijna]
dat treft!
[dat komt goed uit]
het gedicht trof mij
[het ontroerde mij]
we moeten een regeling treffen
[iets regelen]
we hebben het goed met hem getroffen
[we boffen met hem]
de tijd vliegt
[hij gaat snel voorbij]
de tijd zal het leren
[later weten we het wel]
tijd is geld
[tijd is kostbaar]
ik heb daar geen tijd voor
[ik kan er geen momenten voor vrijmaken]
hij zit de hele tijd te gapen
[voortdurend, steeds]
de laatste tijd
[de periode die achter ons ligt]
we hebben geen tijd te verliezen
[we moeten opschieten]
vrije tijd
[waarin je niet hoeft te werken]
dat is uit de tijd
[ouderwets]
.de tijd doden
[iets doen als je moet wachten]
hij is zijn tijd vooruit
[zijn ideeën worden pas later gewaardeerd]
het zal mijn tijd wel duren
[ik maak me er niet druk over]
.hij heeft de tijd
[hoeft zich niet te haasten]
zijn tijd verdoen
[niets uitvoeren]
een sprong in de tijd maken
[een lange periode overslaan]
de tand des tijds
[de slijtage van alle dingen]
de tijd heelt alle wonden
[uiteindelijk kom je alle verdriet te boven]
het is tijd om te vertrekken
[we moeten vertrekken]
zij komt nooit op tijd
[ze is altijd te laat
komt tijd, komt raad
[over een tijdje vind je vanzelf de oplossing]
als het mijn tijd is
[wanneer ik doodga]
heb je de tijd?
[weet je hoe laat het is?]
op tijd zijn natje en droogje krijgen
[niets tekort komen]
over tijd zijn
[de menstruatie is nog niet gekomen]
te allen tijde
[altijd]
van tijd tot tijd
[af en toe]
binnen afzienbare tijd
[spoedig]
in de baas zijn tijd
[onder werktijd]
iemands tijd in beslag nemen
[zijn aandacht opeisen]
dat heeft de tijd
[daar kunnen we nog wel even mee wachten]
het zal mijn tijd wel duren
[ik maak me er niet druk om]
iemand de tijd ergens voor gunnen
[het hem op zijn gemak laten doen]
ezelligheid kent geen tijd
[als het gezellig is, gaat de tijd snel voorbij]
de hele tijd
[voortdurend]
ik kan mijn tijd wel beter besteden [dat vind ik minderwaardig]
[dat vind ik minderwaardig]
in minder dan geen tijd
[heel snel]
een scherpe tijd
[die moeilijk te verbeteren is]
de tijd aan zichzelf hebben
[over zijn eigen tijd kunnen beschikken]
met je tijd meegaan
[met de mode en de heersende opvattingen]
niet meer van deze tijd
[heel verouderd]
zijn tijd ver vooruit zijn
[heel modern zijn]
1.een doorn in het oog zijn
[een grote ergernis]
2.geen roos zonder doornen
[wat aangenaam is heeft ook vervelende kanten]
1.wij zitten op rozen
[wij hebben het goed getroffen]
hij slaapt als een roos
[erg diep]
geen roos zonder doornen
[wat aangenaam is, heeft ook vervelende kanten]
geen rook zonder vuur
[er is altijd wel iets waar van de praatjes]
in rook opgaan
[verdwijnen]
onder de rook van...
[er dicht in de buurt]
de rook was er om te snijden
[er hing heel veel rook]
waar rook is, is vuur
[van een gerucht is altijd wel iets waar]
de tijd vliegt
[hij gaat snel voorbij]
de tijd zal het leren
[later weten we het wel]
tijd is geld
[tijd is kostbaar]
ik heb daar geen tijd voor
[ik kan er geen momenten voor vrijmaken]
hij zit de hele tijd te gapen
[voortdurend, steeds]
hij zit de hele tijd te gapen
[voortdurend, steeds]
de laatste tijd
[de periode die achter ons ligt]
we hebben geen tijd te verliezen
[we moeten opschieten]
vrije tijd
[waarin je niet hoeft te werken]
dat is uit de tijd
[ouderwets]
de tijd doden
[iets doen als je moet wachten]
hij is zijn tijd vooruit
[zijn ideeën worden pas later gewaardeerd]
het zal mijn tijd wel duren
[ik maak me er niet druk over]
hij heeft de tijd
[hoeft zich niet te haasten]
zijn tijd verdoen
[niets uitvoeren]
een sprong in de tijd maken
[een lange periode overslaan]
16.de tand des tijds [de slijtage van alle dingen]
[de slijtage van alle dingen]
17.de tijd heelt alle wonden
uiteindelijk kom je alle verdriet te boven]
1.het is tijd om te vertrekken
[we moeten vertrekken]
zij komt nooit op tijd
[ze is altijd te laat]
je moet op de tijd letten
[opletten of het moment er al is]
zij is over tijd
[niet ongesteld geworden, dus misschien zwanger]
te zijner tijd hoor ik daar graag iets over
[als het moment daar is]
komt tijd, komt raad
[over een tijdje vind je vanzelf de oplossing]
als het mijn tijd is [wanneer ik doodga]
[wanneer ik doodga]
heb je de tijd? [weet je hoe laat het is?]
[weet je hoe laat het is?]
op tijd zijn natje en droogje krijgen
[niets tekort komen]
over tijd zijn
[de menstruatie is nog niet gekomen]
te allen tijde
[altijd]
over tijd zijn
[de menstruatie is nog niet gekomen]
te allen tijde
[altijd]
van tijd tot tijd
[af en toe]
binnen afzienbare tijd [spoedig]
[spoedig]